Terug
Gepubliceerd op 16/05/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 12/05/2025 - 20:00

Goedkeuring reglement 'Wegbermen'.

Aanwezig: Jimmy Graulus, Voorzitter
Bert Moyaers, Burgemeester
Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Schepenen
Sofie De Waele, toegevoegd schepen - voorzitter Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst
Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Ludo Knaepen, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Katrien Vanerum, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Tim Raskin, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Raadsleden
Nathalie Creten, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Guido Ector, Raadslid
Feiten en context

Gelet op het klimaatactieplan goedgekeurd door de GR van 9 maart 2020 waarin volgende maatregelen zijn opgenomen:

  • Adaptatie

4.2.1. Ruimte voor water

Maatregel 2 - Ruimte maken voor de (natuurlijke) bedding van rivieren

Acties:

  • Ruimte creëren voor zomer- en winterbedding.
  • Waar mogelijk openleggen van grachten en waterlopen
  • bij de opmaak van een RUP voldoende ruimte voorzien voor water.
  • Ingebuisde grachten zonder vergunning terug open leggen.

Maatregel 5 - Water laten infiltreren

Acties:

  • Integreren van greppels, open grachten en wadi’s in wijken/woonzones/ bedrijventerreinen.
  • Keuze voor waterdoorlatende verhardingsmaterialen aanmoedigen (via opname van voorwaarden in de omgevingsvergunning, bij gemeentelijke projecten, …).
  • Ontharden en vergroenen van publiek domein.
  • Opleggen van een maximumpercentage aan verharding via stedenbouwkundige voorschriften.
  • Ontharding op privédomein stimuleren
  • Wateraspect in een vroege ontwerpfase meenemen voor aanleg van wegenis, pleinen, bedrijventerreinen en verkavelingen.
  • Evolueren naar een rioleringsstelsel dat volledig in gescheiden afvoer van afvalwater en lokale infiltratie van hemelwater voorziet

4.2.2. Ontharden

Maatregel 9 - In kaart brengen van de verhardingsgraad van de gemeente

Acties

  • Nagaan welke delen van de verharding verwijderd kunnen worden.
  • Opbreken van verharding op privaat domein stimuleren door een subsidie.
  • Bepalen welke maatregelen op welke plaatsen in de gemeente het meest impact zullen hebben.

Maatregel 11 - Verharding van de infrastructuur beperken

Acties

  • Aanleg van groene bermen langs wegenis, (half)onverharde voetpaden, groene binnenruimte...
  • In de stedenbouwkundige voorschriften een maximum percentage aan verharding opleggen.
  • Vermijden van verharding van het oppervlak, door wegen en andere verharde oppervlakten niet groter te maken dan strikt noodzakelijk en door waar mogelijk te kiezen voor halfverharding.
  • Een restrictief beleid voeren op verhardingsoppervlakten.

Gelet op het lokaal energie- en klimaatpact goedgekeurd door de GR op 13 september 2021 en het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 goedgekeurd door de GR van 10 oktober 2022;

Gelet op het hemelwater- en droogteplan van Herk-de-Stad, zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 15 mei 2023.

Inhoudelijke motivering

Overwegende dat we de huidige problemen vaststellen op de stroken openbaar domein (gedeelte tussen privégrens en rand van weg):

  • inritten op dit stuk openbaar domein variëren van breedte, materiaal en kleur
  • delen openbaar domein zijn oneigenlijk verhard door kiezels of klinkers
  • inbuizingen zonder vergunningen;
Overwegende dat de wegbermen als prioritaire doelstelling fungeren als ruimte voor nutsleidingen. Een bijkomend voordeel is dat ze dienst kunnen doen om het water optimaal te laten infiltreren;

Overwegende dat, om de verhardingsdoelstellingen die Vlaanderen oplegt te realiseren, het niet enkel nodig is om bijkomende verharding zoveel mogelijk te vermijden, maar ook om actief te ontharden. Een proactieve aanpak integreert ontharding in het beleid van de gemeente;

Overwegende dat één van de ruimtelijke principes binnen de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is dat het aandeel verharding, ook binnen het ruimtebeslag, beperkt moet blijven. Vooral in sterk bebouwde gebieden staat het beperken van verharding centraal, waardoor de effecten van klimaatverandering beter opgevangen kunnen worden en de leefbaarheid van de woon- en leefstructuur wordt verhoogd. Het voorliggende reglement heeft een positieve impact op zowel het ruimtebeslag als de verharding;

Overwegende dat doelstelling van de hemelwaterverordening is om water maximaal ter plaatse te houden. Op deze manier kunnen we droogteperiodes overbruggen en de impact van verharding op overstromingen terugdringen. Elke druppel die op verhardingen valt, moet dan ook maximaal ter plaatse worden gehouden. De uitgangspositie is dan ook dat iedereen, zowel particulier als openbaar bestuur water opvangt en bijhoudt;

Overwegende dat door het systematisch ontharden van het openbare domein men eveneens de kans biedt om makkelijk, snel en effectief werk te maken van onze duurzaamheidsdoelstellingen. Meteen geven we als stadsbestuur het goede voorbeeld voor de burger;

Overwegende dat door het ontharden we water meer en meer de kans geven om te infiltreren. Zo komen we tegemoet aan de hemelwaterverordening;

Overwegende dat door de bermen maximaal in te richten en te vergroenen, met waar mogelijk een boom, we de biodiversiteit en ecologische waarde verhogen. Bovendien zorgen deze groen ingerichte bermen voor een verkoelend effect. Verharding houdt de warmte immers veel langer vast en verkleint de infiltratiecapaciteit voor oppervlaktewater. Bomen zorgen voor extra schaduw;

Overwegende dat wij als gemeente op het openbaar domein geen pesticiden meer mogen gebruiken. Dit betekent ook dat burgers ook geen pesticiden mogen gebruiken op de kiezelstroken die zich nu op het openbaar domein voor hun perceel liggen. Deze praktijken gebeuren toch nog. Het verwijderen van kiezel en het inzaaien van gras of het gebruik van een bodembedekker is veel onderhoudsvriendelijker en men dient hiervoor geen pesticiden te gebruiken;

Overwegende dat de gemeente Herk-de-Stad de middelen van het Energie- en Klimaatpact wenst in te zetten bij het verwezenlijken van onder meer (i) de vergroening en ontharding van het privaat en het openbaar domein en (ii) de op opvang/infiltratie van regenwater op het privaat en het openbaar domein. De doelstelling van het Energie- en Klimaatpact is om vanaf 2021 t.e.m. 2030 1 m² per inwoner ontharding te voorzien (werf 4: Water, het nieuwe goud (droogteproblematiek));

Overwegende dat dit reglement maar van toepassing is op (i) alle gemeentelijke wegbermen gelegen aan percelen waarvoor een vergunningsaanvraag wordt ingediend vanaf de inwerkingtreding van dit reglement en (ii) op alle niet-vergunningsplichtige werken op gemeentelijke wegbermen die starten vanaf de inwerkingtreding van dit reglement. Enkel in de volgende gevallen zullen wegbermen die vóór de inwerkingtreding van dit reglement werden verhard moeten onthard worden volgens de bepalingen van het voorliggende reglement:

  • bij de uitvoering van riolerings- en wegenwerken;
  • bij aanvragen van een omgevingsvergunning voor volledige nieuwbouw, herbouw of totaalrenovatie van het hoofdgebouw op een perceel;
  • bij aanvragen van een omgevingsvergunning voor uitbreidingen van meer dan 50% van de oppervlakte van niet-residentiële gebouwen op een perceel;
  • indien er in de wegberm obstakels zijn aangebracht die het overrijden verhinderen;
  • wegbermen gelegen in een industriezone;

Voor de laatste twee gevallen is evenwel voorafgaand een beslissing van het college van burgemeester en schepenen vereist;

Overwegende dat de kosten voor de aanleg van de wegberm in principe gedragen worden door de eigenaar van de wegberm. Wanneer de wegberm evenwel heraangelegd wordt ten gevolge van werkzaamheden op vraag van de gemeente, zoals bij riolerings- en wegenwerken, zullen de kosten door gemeente gedragen worden;

Overwegende dat keuze voor uniforme inritten en de door de gemeente voorgestelde materialen de voorkeur geniet omwille van de volgende problemen die kunnen voorkomen:

  • De huidige inritten zijn niet waterdoorlatend aangelegd. Als dezelfde materialen hergebruikt worden, kunnen er problemen optreden met betrekking tot het hergebruik van deze materialen en het wel waterdoorlatend aanleggen van de inrit;
  • Er kunnen tekorten optreden bij het hergebruik van de oorspronkelijke materialen. De gemeente zal deze tekorten aanvullen met eigen materialen. Op die manier kan het zijn dat de voorste rijen van de oprit afwijken van de rest van de oprit;
  • Als de huidige oprit uit kiezel bestaat zal er gekozen worden om dit niet meer terug te leggen, maar zal er gekozen worden voor de uniforme klinker voorgesteld door de gemeente;
Overwegende dat de eigenaar van de wegberm zelf instaat voor het gewoonlijk onderhoud ervan;

Bovenstaande in overweging genomen stelt de dienst leefmilieu voor om een reglement 'wegbermen' op te stellen en toe te passen op het openbaar domein;

Overwegende dat onderstaand reglement ter advies werd voorgelegd aan de Minaraad d.d. 18 maart 2025. Het advies van de Minaraad is overwegend positief. De Minaraad is tevreden dat er degelijk actie wordt ondernomen. Het voorgelegde reglement kadert ook in de voorgaande adviezen die zijn verleend door de Minaraad inzake de duurzame omgang met water. De Minaraad vestigt in haar advies evenwel ook de aandacht op enkele mogelijke problemen of knelpunten:

  • de verscheidenheid van de gemeentelijke straten; voorbeeld straten met brede openbare stroken met grachten, straten met fietspaden en voetpaden. We kunnen besluiten de breedte van het openbaar domein kan variëren. We kunnen stellen dat niet alle burgers hetzelfde 'getroffen' worden door het reglement.
  • enkele regels lijken ook aanleiding te kunnen geven tot willekeur (vb. artikels 9, 10 en 11). Wanneer en in welke omstandigheden kan men ambtshalve overgaan tot de verwijdering van materialen? Wie bepaalt dit? Het college kan op basis van een gemotiveerd verzoek van de eigenaar afwijken van dit reglement? Wat is de rol van de administratie in dit geval? Of gaat het dan louter om een ‘politieke’ afweging? Wie bepaalt in welke gevallen ’wegbermen in een industriezone’ worden aangepakt? Als dit niet duidelijk is, leidt dit toch tot een grote onzekerheid bij individuele bedrijven?
  • wie houdt er toezicht op bij het niet nakomen van de vergunningen? Nu al is er nauwelijks toezicht op het nakomen van vergunningen bij bouwwerken en bij omgevingswerken bij woningen en gebouwen. De verharding die op die manier tot stand komt is allicht ook aanzienlijk. Als bij de uitvoering van dit reglement burgers zullen worden aangesproken op verharding die al jarenlang werd getolereerd, terwijl er nog permanent nieuwe (illegale) verharding bijkomt, zal dit leiden tot een groot onrechtvaardigheidsgevoel bij de burger. De grote vraag is of de gemeenten, behalve bij geplande rioleringswerken, wel in staat zal zijn om een correct toezicht te organiseren op de naleving van dit reglement. Al vele jaren wordt beloofd dat er een beter toezicht komt, al dan niet via intergemeentelijke samenwerking. Nog steeds is dat niet het geval.

Overwegende dat wat het eerste aandachtspunt betreft er dient gewezen te worden op de definitie van 'wegberm' in het reglement. De 'wegberm' is de zone tussen de rijweg of, indien aanwezig, het voetpad of fietspad, en de rooilijn. Als er een fietspad of voetpad aanwezig is, zal de wegberm maar gerekend worden vanaf de rand van dat fiets- of voetpad. In de andere gevallen vanaf de rand van de weg. De 'wegberm' is dus voor iedereen hetzelfde, ongeacht of er wel of niet een voet- of fietspad aanwezig is. Er is ook geen andere behandeling van burgers afhankelijk van de omvang van de berm of van de aan- of afwezigheid van een fiets-of voetpad. In die zin kan er geen sprake zijn van een ongelijke behandeling. Het klopt dat op sommige plaatsen de wegberm smaller of breder kan zijn. Dat is vaak historisch gegroeid. Het is niet de bedoeling om de omvang van de wegbermen te wijzigen door middel van dit besluit. Deze zal hetzelfde blijven. De wegberm maakt evenwel deel uit van het openbaar domein. De gemeente is als beheerder van dat openbaar domein bevoegd om te bepalen hoe deze moet worden ingevuld. Verkeersveiligheid heeft nog altijd prioriteit en er zal dus altijd voorrang worden verleend aan fietspaden en voetpaden. Maar de overige stukken openbaar domein zullen optimaal onthard en vergroend worden. Op fietspaden en voetpaden kan er echter ook niet geparkeerd worden;

Overwegende dat zoals hierboven al is aangehaald, het zeker niet de bedoeling is van het bestuur om burgers willekeurig of ongelijk te behandelen. Gemotiveerde verzoeken om af te wijken van het wegbermenreglement zullen worden beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen op basis van een advies van de administratie. Voor het industriegebied zal de technische dienst bovendien een coördinerende rol spelen en in overleg gaan met de bedrijven;

Overwegende dat het aandachtspunt met betrekking tot de controle en handhaving van omgevingsvergunningen in feite niet vergeleken worden met de uitvoering van het bermenreglement. De wel of niet correcte naleving van een omgevingsvergunning speelt zich af op het private domein van de eigenaars van percelen. Het wegbermenreglement is van toepassing op het openbaar domein waarvan de gemeente de eigenaar is, en derhalve dus ook bevoegd is. Als eigenaar van dat openbare domein is de gemeente steeds bevoegd om over te gaan tot het herstel of tot aanpassing ervan in geval van een wederrechtelijk gebruik of een gebruik zonder toelating van het bestuur. Het voorliggende reglement verduidelijkt dit louter. De vervolging van eventuele wederrechtelijke/onvergunde verhardingen op privaat domein maken het voorwerp uit van een specifieke regelgeving en procedures. Het niet naleven van deze voorschriften die gelden op het private domein staan los van het eventueel wederrechtelijk gebruik van het openbaar domein in eigendom van de gemeente. Wat het verharden van het private domein betreft dient ook de aandacht gevestigd te worden op de huidige tendens waarbij bij nieuwe vergunningsaanvragen de verhardingsgraad op percelen mee wordt beoordeeld met het oog op het beperken ervan. Binnen het bestuur is in de afgelopen jaren binnen de intergemeentelijke samenwerking met Halen en Lummen samengewerkt om de handhaving van stedenbouwkundige of milieumisdrijven te versterken. Tijdens de nieuwe beleidsperiode zal hier verder op ingezet worden.  

Wettelijke motivering

Bevoegdheidsgrond:

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid artikels 40 en 41;

Toepasselijke regelgeving:

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet het klimaatactieplan goedgekeurd door de GR van 9 maart 2020;

Gelet lokaal energie- en klimaatpact goedgekeurd door de GR op 13 september 2021 en het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 goedgekeurd door de GR van 10 oktober 2022;

Gelet de hemelwaterverordening d.d. 10 februari 2023;

Gelet op het hemelwater- en droogteplan van Herk-de-Stad, goedgekeurd op de gemeenteraad van 15 mei 2023.

Publieke stemming
Aanwezig: Jimmy Graulus, Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Sofie De Waele, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Ludo Knaepen, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Katrien Vanerum, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Tim Raskin, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Nathalie Creten
Voorstanders: Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Sofie De Waele, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Ludo Knaepen, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Katrien Vanerum, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Tim Raskin, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Jimmy Graulus
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Artikel 1.

De gemeenteraad keurt onderstaand reglement 'wegbermen' goed.

 

REGLEMENT 'WEGBERMEN'

Artikel 1 - Doel

Dit reglement streeft naar verduurzamen en verbeteren van de leefbaarheid van de omgeving door verhardingen in het openbaar domein tot een minimum te beperken en hemelwater maximaal op te vangen.

Artikel 2 - Definities

1° Eigenaar: de eigenaar van het onroerend goed dat gelegen is ter hoogte van de wegberm. Met een eigenaar worden voor de toepassing van dit reglement gelijkgesteld alle houders van een zakelijk recht, zoals bijvoorbeeld een erfpacht of recht van opstal;

2° Hemelwater: de verzamelnaam voor regen, sneeuw, hagel, met inbegrip van dooiwater;

3° Infiltratie: het insijpelen van hemelwater in de bodem en de ondergrond;

4° Inrit: de toegang van de openbare weg naar het eigen perceel;

5° Perceel: een kadastraal perceel of meerdere naast elkaar gelegen kadastrale percelen van dezelfde eigenaar die door gebruik één geheel vormen;

6° Rooilijn: de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen. De rooilijn wordt vastgesteld in een rooilijnplan. Bij ontstentenis van een rooilijnplan is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen;

7° Verharding: de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan;

8° Wegberm: de zone tussen de rijweg of, indien aanwezig, het voetpad of fietspad, en de rooilijn.

Artikel 3 - Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle wegbermen gelegen aan openbare wegen die door gemeente worden beheerd.

Artikel 4 - Voorafgaande toelating

4.1 Voor de aanleg van de wegberm is een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist, of, indien de werken vrijgesteld zijn van de omgevingsvergunningsplicht, een toelating van het college van burgemeester en schepenen.

4.2 De aanleg van de wegberm in de materialen opgesomd in artikel 5.1 is vrijgesteld van voorafgaande vergunning of toelating.

Artikel 5 - Aanleg bermen

5.1 Zijn toegelaten voor de aanleg van een wegberm:

1° Extensief beheerd gras;

2° Intensief Beheerd gras (gazon);

3° Een bodembedekker (evenwel zonder het gebruik van worteldoek of andere) tot op een afstand van 1 meter van de weg of, indien aanwezig, van het voetpad of fietspad.

5.2 Kunnen worden toegelaten voor de aanleg van een wegberm, mits voorafgaande goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen:

1° Gras ingezaaid op een doorwortelbare onderfundering/gestabiliseerd gras;

2° Honinggraatmatten ingezaaid met gras;

3° Grasbetontegels;

4° Grijze haltervormige waterdoorlatende betonstraatstenen;

5° Soortgelijke waterdoorlatende materialen als de aansluitende verharding op het perceel;

6° Enkel voor niet-residentiële gebouwen waarbij zwaar verkeer te verwachten valt : Betonnen stelconplaten of industrieplaten 

5.3 Andere materialen, dan de materialen vermeld in artikel 5.1 en 5.2, zijn niet toegelaten voor de aanleg van een wegberm.

5.4 Ter hoogte van onbebouwde percelen en percelen met bos-, natuur- of landbouwfunctie zijn enkel de materialen vermeld in artikel 5.1, 1° en 2° toegelaten.

5.5 In een wegberm wordt maximaal 1 inrit van maximum 4,5 meter breed per perceel toegestaan. 

5.6  Deze inrit moet voldoen aan de technische vereisten opgesomd in bijlage 1 en bijlage 2 bij dit reglement. In geval dat er toepassing wordt gemaakt van artikel 11.3, §2 kan er van deze technische vereisten worden afgeweken met betrekking tot de materiaalkeuze.

5.7 Bij elke verharding mag de afwatering van de openbare weg niet in het gedrang komen en moet de infiltratie van hemelwater blijvend verzekerd worden.

Artikel 6 - Uitvoering en kosten

6.1 De werken worden uitgevoerd door de eigenaar. De kosten hiervoor worden gedragen door de eigenaar. Eventuele deksels van ondergrondse nutsvoorzieningen dienen op hetzelfde niveau gebracht worden als de wegberm en dit volgens de regels van goed vakmanschap. De deksels dienen te allen tijde zichtbaar en bereikbaar zijn. 

6.2 Het eventueel verplaatsen van nutsvoorzieningen en openbare verlichting gebeurt door de betrokken beheerder ervan. De kosten hiervoor kunnen aangerekend worden aan de eigenaar.

6.3 Op gemotiveerd verzoek van de eigenaar kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om de werken voor de eigenaar uit te voeren. De kosten hiervoor worden gedragen door de eigenaar.

6.4

§1 Wanneer wegbermen worden (her)aangelegd ten gevolge van riolerings- en wegenwerken worden de werken uitgevoerd door de aannemer van deze riolerings- en wegenwerken of door de gemeente.

§2 Wanneer de inrit wordt (her)aangelegd overeenkomstig de technische vereisten opgesomd in bijlage 1 en bijlage 2 bij dit reglement, worden de kosten voor de (her)aanleg van de wegberm gedragen door de gemeente.

6.5 

§1 Als de eigenaar geen aanleg doet van de wegberm zal de gemeente de wegberm aanleggen als grasberm.

§2 Als de eigenaar een aanleg doet die niet in overeenstemming is met dit reglement kan de gemeente de aanleg doen en de kosten doorrekenen aan de eigenaar.

Artikel 7 - Onderhoud

7.1 De eigenaar staat in voor het gewone onderhoud van de wegberm en de inrit.

 Uitzondering hierop zijn grasbermen die extensief beheerd worden door het gemeentebestuur.

7.2 Indien de eigenaar het onderhoud nalaat, moet hij dit op schriftelijk verzoek van het gemeentebestuur binnen de 15 dagen uitvoeren. Het gemeentebestuur heeft altijd het recht de nodige werken ambtshalve uit te voeren. De kosten hiervoor kunnen doorgerekend worden aan de eigenaar.

Artikel 8 - Herstel

Indien de gemeente of andere instanties werken dienen uit te voeren in de omgeving, kan eventuele schade aan materialen in de wegberm geen aanleiding geven tot schadevergoeding aan de eigenaar.

Bij eventuele werken is het deftig herstel enkel gegarandeerd bij het gebruik van de materialen opgesomd in artikel 5.1, 1° en 2° en in het geval van een aanleg overeenkomstig een omgevingsvergunning of toelating van het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement.

In alle andere gevallen is het deftig herstel niet gegarandeerd. Ook zullen eventuele beschadigingen ten gevolge van werken nooit vergoed worden.

Artikel 9 - Sanctie - Ambtshalve verwijdering

9.1 De gemeente kan ambtshalve alle materialen in de wegberm verwijderen.

9.2 De ambtshalve verwijdering is kosteloos indien de verwijderde materialen werden aangelegd vóór de inwerkingtreding van dit reglement. Indien ze zonder vergunning of voorafgaande toelating van het college van burgemeester en schepenen werden aangelegd ná de inwerkingtreding van dit reglement kunnen de kosten doorgerekend worden aan de eigenaar. Het verwijderen kan geen aanleiding geven tot schadevergoeding aan de eigenaar.

Artikel 10 - Afwijkingen

Op gemotiveerd verzoek van de eigenaar kan het college van burgemeester en schepenen afwijken van de bepalingen van dit reglement. Factoren zoals de specifieke omstandigheden van het perceel (perceelsgrootte, inplanting, etc.), de verkeersveiligheid en de infrastructuur worden hierbij afgewogen tegen het algemeen belang.

Het college van burgemeester en schepenen kan bijkomende voorwaarden opleggen.

Artikel 11 - Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

11.1 Dit reglement treedt in vanaf 1 juni 2025.

11.2 Dit reglement is van toepassing op alle gemeentelijke wegbermen gelegen aan percelen waarvoor een vergunningsaanvraag wordt ingediend vanaf de inwerkingtreding van dit reglement en op alle niet-vergunningsplichtige werken op gemeentelijke wegbermen die starten vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.

11.3

§1 In de volgende gevallen zal de bestaande toestand van een wegberm in overeenstemming met dit reglement moeten gebracht worden:

1° bij de uitvoering van riolerings- en wegenwerken;

2° bij aanvragen van een omgevingsvergunning voor volledige nieuwbouw, herbouw of totaalrenovatie van het hoofdgebouw op een perceel;

3° bij aanvragen van een omgevingsvergunning voor uitbreidingen van meer dan 50% van de oppervlakte van niet-residentiële gebouwen op een perceel.

§2 Bij de uitvoering van riolerings- en wegenwerken mogen inritten terug aangelegd worden in de gerecupereerde materialen waarin ze voor de start van werken waren aangelegd, op voorwaarde dat:

  • deze materialen geen grind, kiezel of andere soorten van granulair materiaal zijn; 
  • indien er een tekort is aan materiaal wordt deze aangevuld met in de bijlage 1 en bijlage 2 bijgevoegd aan dit reglement beschreven materialen;
  • indien van toepassing, de inrit wordt (her)aangelegd overeenkomstig de bepalingen van de op het perceel rustende vergunningen.
11.4 In de volgende gevallen kan de bestaande toestand bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen een wegberm in overeenstemming met dit reglement worden gebracht:
1° indien er in de wegberm obstakels zijn aangebracht die het overrijden verhinderen; 
2° wegbermen gelegen in een industriezone.
 

Artikel 2.

Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan de milieudienst en de technische dienst.