Overwegende dat de gemeenten instaan voor de bewaking van de openbare rust, veiligheid en reinheid;
Overwegende dat het bestuur zich bewust is geworden van de noodzaak van een goed georganiseerd bestuur, hetgeen o.a. betekent dat men over de nodige degelijke reglementen en verordeningen beschikt en dat er op de naleving ervan wordt gehandhaafd;
Overwegende dat het nodig is om de risico’s die de inplanting en de exploitatie van deze inrichtingen met zich kunnen meebrengen (o.a. af- en aanrijden van lawaaierige motoren ook ‘s nachts, wild parkeren, …) te controleren ter vrijwaring van de openbare rust en veiligheid;
Overwegende dat het doel van deze politieverordening eveneens is om motorclubs te weren uit de gemeente;
Overwegende de historische rivaliteit tussen de motorclubs, hun supportclubs en sympathisanten en andere motorclubs;
Overwegende dat in zowel Belgisch als in Nederlands Limburg evenals in de Duitse Deelstaat Nordrein-Westfalen, recentelijk zware incidenten hebben plaatsgevonden tussen motorclubs ;
Overwegende dat er zich ook op het grondgebied van de politiezone LRH al problemen hebben voorgedaan met motorclubs;
Uit de aard en plaats van de bovenvermelde incidenten blijkt dat de leden van criminele motorclubs confrontaties op plaatsen en evenementen -publiek dan wel besloten- niet schuwen en mekaar met wapens bevechten. Het risico op provocatie of confrontatie tussen rivaliserende motorclubs is gezien het huidige spanningsveld in de Euregio en concreet in onze politiezone en dus ook op het grondgebied van onze gemeente zeer reëel.
Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over lokaal bestuur, in het bijzonder artikelen 40, 41, 63, 286 - 288;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikelen 119, 119bis, 133, 134quater en 135§2;
Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties en de uitvoeringsbesluiten;
Gelet op het reglement van de administratieve sancties d.d 11 januari 2021;
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt volgend politiereglement op de clubhuizen van motorclubs goed :
HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder:
1. Uitbater: de natuurlijke persoon of personen, de vereniging, of de rechtspersoon, ongeacht hun eventuele hoedanigheid van handelaar, voor wiens rekening en/of risico de inrichting wordt uitgebaat.
2. Uitbatingsvergunning: een vergunning die aan de uitbater het recht verleent op het aangeduide adres de inrichting uit te baten.
3. Motorclub: club voor motorliefhebbers.
4. Clubhuis: een inrichting waar leden (en sympathisanten) van een motorclub regelmatig bijeenkomsten houden en waar al dan niet de symbolen van de club duidelijk worden tentoongesteld (foto’s, clubemblemen,…).
5. Organen van de rechtspersoon: alle personen die enige bevoegdheid hebben tot het nemen van beslissingen of het vertegenwoordigen van de rechtspersoon.
6. Brandveiligheidsonderzoek: dit is een onderzoek naar de brandveiligheid, alwaar een verslag werd opgesteld door de brandweer overeenkomstig de toepasselijke regelgeving.
7. Stedenbouwkundig onderzoek: dit onderzoek omvat een screening van de stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd voor het onroerend goed (of van de vergund geachte toestand van het onroerend goed – bij ontstentenis van stedenbouwkundige vergunningen) waarbij de focus ligt op de functie van het goed. Een positieve uitkomst van dit onderzoek heeft echter geen regulariserende waarde en kan ook niet aangewend worden om mogelijke stedenbouwkundige overtredingen te rechtvaardigen.
8. Onderzoek naar de milieuwetgeving: dit onderzoek omvat een screening van de milieuvergunningen afgeleverd voor het onroerend goed. Een positieve uitkomst van dit onderzoek heeft echter geen regulariserende waarde en kan ook niet aangewend worden om mogelijke milieuovertredingen te rechtvaardigen.
9. Onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: dit onderzoek omvat een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer en/of VZW (zoals de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, beroepskaart, nodige kennis van het bedrijfsbeheer, nodige beroepskennis) en/of enige andere vergunningen of attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
10. Moraliteitsonderzoek: Een onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten;
Dit omvat ook een onderzoek gebaseerd op feiten of gebaseerd op een proces-verbaal, of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de huidige of vroegere private doch voor het publiek toegankelijke plaatsen, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden of plaatsgevonden hebben, die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt.
Het moraliteitsonderzoek wordt, al naar gelang het geval, uitgevoerd op de inrichting, op de uitbater, op de organen en/of vertegenwoordigers, alsook op de aangestelde(n) van de uitbater.
Het moraliteitsonderzoek wordt in voorkomend geval ook uitgevoerd op de personen vermeld op de ledenlijst.
11. Financieel onderzoek bestaat uit:
Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de uitbater. Indien de uitbater een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers.
Voor het financieel onderzoek kan het advies ingewonnen worden van de financiële dienst van de stad, de lokale politie, de federale gerechtelijke politie, het parket en FOD Financiën.
Deze verordening is van toepassing op alle clubhuizen van motorclubs op het grondgebied van Herk-de-Stad.
HOOFDSTUK II – UITBATINGSVERGUNNING
§1. Onverminderd de hogere wetgeving en onverminderd andere politieverordeningen en reglementen, moet een uitbater van een clubhuis voor het openen, het openhouden of het heropenen van een clubhuis in het bezit zijn van een uitbatingsvergunning afgeleverd door de burgemeester.
§2. De bestaande clubhuizen krijgen 3 maanden de tijd, te rekenen vanaf ingangsdatum van dit reglement, voor het indienen van hun aanvraag tot het bekomen van een vergunning.
Het bewijs van aanvraag geldt als tijdelijke uitbatingsvergunning tot de definitieve vergunning wordt verleend of geweigerd, voor zover het aanvraagdossier ook ontvankelijk is. Bij weigering heeft de uitbater 6 maanden de tijd om zich in orde te stellen.
§3. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in het clubhuis die een verandering uitmaken ten opzichte van de veiligheid, en alle wijzigingen van gegevens opgegeven in de aanvraag onmiddellijk te melden aan de burgemeester.
§4. Bij iedere wijziging van locatie of wijziging met betrekking tot de uitbater dient er een nieuwe uitbatingsvergunning aangevraagd te worden.
§5. In de volgende gevallen is er alleszins sprake van een wijziging met betrekking tot de uitbater:
- de overdracht naar een andere (rechts)persoon of vereniging of de uitbreiding met een bijkomend persoon;
- een wijziging van de vennoten, wijziging van rechtsvorm of de overdracht van de rechtspersoon naar een andere of de fusie met of overname door een andere rechtspersoon.
§1. Voor het verkrijgen of hernieuwen van een uitbatingsvergunning dient de uitbater minstens 60 dagen voor de voorziene openingsdatum/wijziging een aanvraag in.
Deze aanvraag dient te gebeuren via de Afdeling Economie en aan de hand van het daartoe voorziene aanvraagformulier, aangetekend of tegen ontvangstbewijs, vergezeld van alle nodige documenten zoals aangegeven in het aanvraagformulier.
De vergunningsaanvraag verloopt in twee stappen.
§2. Bij de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning dient te worden gevoegd:
§3. Op basis van deze stukken vraagt de burgemeester een advies aan de politie en eventueel aan andere diensten.
De politie adviseert aan de burgemeester om:
§4. In geval van verder moraliteitsonderzoek en financieel onderzoek, zal de burgemeester bij de aanvrager volgende bijkomende stukken opvragen:
Het moraliteitsonderzoek en financieel onderzoek zullen uitgevoerd worden zoals beschreven in artikel 1.10° en artikel 1.11°.
§5. Het aanvraagdossier is slechts ontvankelijk wanneer alle hiervoor vermelde documenten bij de aanvraag gevoegd zijn. Zo nodig worden ontbrekende stukken opgevraagd. Van zodra het dossier ontvankelijk is, beschikt de burgemeester over een termijn van zestig dagen om de vergunning af te leveren, dan wel deze te weigeren.
Onverminderd de hogere wetgeving en andere politieverordeningen en reglementen die ook hier van toepassing zijn, kan de vergunning enkel worden toegekend na een voorafgaand administratief onderzoek en een positieve beoordeling betreffende volgende onderdelen:
De vereiste van de positieve beoordeling van deze voorwaarden geldt gedurende de ganse duur van de exploitatie.
§1. Indien voldaan is aan alle voorwaarden en er geen redenen van openbare orde zijn tot weigering, zal de burgemeester overgaan tot het afleveren van de uitbatingsvergunning op basis van de ingediende aanvraag. In het andere geval zal de burgemeester deze weigeren af te leveren.
§2. De burgemeester kan beslissen om in de vergunning bijzondere voorwaarden op te nemen afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zoals de aard of de ligging van het clubhuis.
Bijzondere voorwaarden kunnen onder meer zijn: de verplichte installatie van één of meerdere bewakingscamera’s, de inzet van bewakingsagenten, het instellen van een toegangscontrole op basis van een lidkaart en voldoende parkeergelegenheid.
§3. De beslissing van de burgemeester zal overgemaakt worden aan de aanvrager.
§1. De uitbatingsvergunning is geldig vanaf de datum zoals vermeld in de vergunning zelf.
§2. Tenzij er redenen zijn waardoor de vergunning vervalt, blijft de vergunning geldig voor de duur vermeld in de vergunning zelf.
§3. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid. De uitbatingsvergunning kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of naar een andere vestigingseenheid.
§4. De vergunning vervalt van rechtswege:
HOOFDSTUK III – VERPLICHTINGEN TIJDENS DE UITBATING
Artikel 8 Algemene verplichtingen
§1. Alle voorwaarden en verplichtingen opgenomen in deze politieverordening en in de vergunning zelf moeten steeds nageleefd worden.
§2. De uitbatingsvergunning, attesten en het brandweerverslag dienen steeds aanwezig te zijn in de inrichting en moeten steeds op het eerste verzoek van een bevoegde controlerende ambtenaar ter inzage worden voorgelegd.
§3. Evenementen dienen aangemeld te worden conform de betreffende regelgeving.
Artikel 9 Wijzigingen melden
§1. Iedere wijziging in het kader van de uitbating van het clubhuis dient onmiddellijk, via de Afdeling Economie, meegedeeld te worden aan de burgemeester. Zo ook de wijziging in de organen van de rechtspersoon als uitbater.
§2. Afhankelijk van de gemelde wijzigingen zullen de nodige onderzoeken uitgevoerd worden.
Indien camerabewaking opgelegd is in de uitbatingsvergunning, moet de uitbater of zijn aangestelde tijdens het openhouden van het clubhuis minstens één bewakingscamera in werking hebben die duidelijk herkenbare beelden opneemt van iedere toekomende bezoeker. Een automatische tijdsregistratie is hierbij verplicht.
De regelgeving inzake camerabewaking is integraal van toepassing.
HOOFDSTUK IV – HANDHAVING
Artikel 11 Administratieve sancties
Tenzij een wet, besluit, decreet of provinciaal reglement of verordening andere strafbepalingen bevat voor dezelfde overtreding, worden de inbreuken op deze politieverordening gesanctioneerd met een van de volgende gemeentelijke administratieve sancties overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties en uitvoeringsbesluiten en met toepassing van het reglement op de gemeentelijke administratieve sancties:
- een administratieve geldboete die het bedrag van het wettelijk maximum niet mag overschrijden;
- een administratieve schorsing of intrekking van de door de stad afgeleverde vergunning;
- een sluiting van de inrichting.
HOOFDSTUK V – OVERIGE BEPALINGEN
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2022.
§1. Deze verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 286 - 288 van het Decreet lokaal bestuur.
§2. Afschrift van deze verordening zal, conform artikel 40 Decreet lokaal bestuur, worden verzonden aan de bestendige deputatie van de provincie, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de politierechtbank te Hasselt.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- dienst Secretariaat;
- mevrouw Annemie De Boye, coördinator ARIEC;
- politie LRH