In toepassing van artikel 31 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, wordt navolgende vraag toegevoegd door raadslid Gunter De Ryck namens de GROEN-fractie :
In toepassing van artikel 31 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, wordt navolgende mondelinge vraag toegevoegd door raadslid Gunter De Ryck namens de GROEN-fractie :
______
______
______
______
Gelet op de ontwerpnotulen van de gemeenteraad van 9 januari 2023;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het voorinzagerecht;
Na beraadslaging;
De ontwerpnotulen van de gemeenteraad van 9 januari 2023 mits volgende aanpassing goed te keuren :
- de aanwezigheid van Bart Bastijns als plaatsvervangend algemeen directeur wordt geschrapt
Overwegende dat de parochiezaal van Donk zoals uitgebaat door de Vzw Paroza gelegen is te midden van de basisschool van Donk.
Overwegende dat de school (VZW KOHH) uitbreidingsplannen heeft voor de in Donk gelegen basisschool, terwijl de op de site gelegen parochiezaal dringend diende gerenoveerd te worden;
Overwegende dat er in eerste instantie geopteerd werd voor een gezamenlijk project tussen de beide Vzw's waarvoor een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten.
Overwegende dat het gemeentebestuur budget heeft voorzien voor de herhuisvesting van de buitenschoolse kinderopvang wanneer deze opportuniteit zich voordoet;
Overwegende dat de synergie tussen de school en de buitenschoolse kinderopvang meer voor de hand liggend is dan deze tussen de school en een parochiezaal;
Overwegende dat een kerkenbeleidsplan werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 10 oktober 2022 waarbij voor de kerk van Donk als toekomstige bestemming wordt weerhouden een toekomstige ontmoetingsruimte voor de Donkenaren in de brede zin van het woord (liturgische diensten, devotie, vergaderingen, ontmoetingsnamiddagen...).
Overwegende dat de meerwaarde van een parochiezaal in de verschillende deelgemeenten wordt onderschreven omwille van:
- de opdracht voor de lokale besturen om de werking van de lokale dienstencentra van te laten evolueren van een receptieve werking naar buurtgerichte zorg;
- de visie zoals vertaald in het nieuwe decreet ivm de buitenschoolse kinderopvang van 3 mei 2019 dat vertrekt vanuit het idee dat er sterker moet worden ingezet op een samenwerking tussen de verschillende actoren die relevant zijn voor de buitenschoolse kinderopvang en waarbij de scholen als mogelijke actoren worden gezien.
- het kerkenbeleidsplan waar een herbestemming voor de kerk van Donk werd goedgekeurd;
Overwegende dus dat het BOA decreet net de toenadering tussen school en buitenschoolse kinderopvang wil faciliteren;
Overwegende dat een integratie van de buitenschoolse kinderopvang op de schoolsite dan ook een vorm van toenadering is tussen deze beide actoren en een basis is voor een nauwere samenwerking;
Overwegende dat door de goedkeuring van het kerkenbeleidsplan de kerk van Donk een herbestemming kan krijgen in de vorm van parochiezaal in de mate waarin de visies van de kerkfabriek, de VZW Paroza en het gemeentebestuur hier op elkaar kunnen afgestemd worden;
Overwegende dat de VZW Paroza de toekomstige functie van de parochiezaal eerder omschrijft als een plaats waar de inwoners van Donk nog kunnen samenkomen, kleine activiteiten kunnen organiseren zoals een doopfeest, verjaardagsfeestje, een koffietafel, vergaderingen, voordrachten, eventueel zelfs kunsttentoonstellingen.
Overwegende dat deze vernieuwde visie op de werking van de parochiezaal in overeenstemming kan gebracht worden met de herbestemming van de kerk van Donk zoals omschreven in het kerkenbeleidsplan;
Overwegende dat de VZW Paroza thans een samenwerkingsovereenkomst heeft met de school omtrent de oprichting van een nieuwbouw waarbij de parochiezaal en de schoollokalen in één project worden gerealiseerd;
Overwegende dat de school bereid is deze samenwerkingsovereenkomst te vervangen door een samenwerkingsovereenkomst met de stad voor de integratie van de buitenschoolse kinderopvang in de schoolsite bij het vormgeven van deze nieuwbouw;
Overwegende dat VZW Paroza te kennen heeft gegeven dat zij niet weigerachtig zijn om van de school te verhuizen naar de kerk wanneer deze zo kan worden ingericht dat zij uitvoering kunnen geven aan hun maatschappelijk doel;
Overwegende dat alvorens de samenwerkingsovereenkomst met de school stop te zetten zij minstens een intentieovereenkomst willen met het stadsbestuur betreffende de inrichting van de kerk ten bate van de werking van een parochiezaal volgens de nieuwe visie en dat er voldoende rechten kunnen geboden worden op het gebouw dat een langdurig gebruik garandeert en waarbij de kosten van het gebouw niet integraal ten laste komen van de VZW die de parochiezaal uitbaat;
Overwegende dat het sluiten van een intentieovereenkomst, waarvan het ontwerp werd toegevoegd in de bijlage, voor de VZW Paroza vereist is om :
-de VZW Paroza een garantie te geven op een ver doorgedreven samenwerking met de stad voor de herlokalisatie van de parochiezaal naar de kerk van Donk
-de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de VZW Paroza stop te zetten.
Overwegende dat deze intentieovereenkomst volledig aansluit bij de uitvoering van de eigen doelstelling van het Meerjarenplan 2020-2025;
Overwegende dat de VZW PAROZA heeft meegegeven dat zij het niet langer in haar opdracht ziet om grote restaurantdagen te organiseren;
Overwegende dat deze opdracht evenwel mogelijks in de toekomst zal gedragen worden in samenwerking met het stadsbestuur;
Overwegende de uitsluiting van deze opdracht, zoals voorzien in het ter goedkeuring voorgelegde ontwerp van intentieovereenkomst;
Overwegende dat, in overleg met de VZW, deze uitsluiting kan worden geschrapt uit het ontwerp;
Gelet op het woonzorgdecreet van 15 februari 2019;
Gelet op het BOA-decreet van 3 mei 2019;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 41 en 42;
Gelet op het kerkenbeleidsplan zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 10 oktober 2022;
Overwegende dat deze intentieovereenkomst geen rechtstreekse financiële impact heeft;
Artikel 1.
De gemeenteraad beslist de intentieovereenkomst vs. 3 (1) zoals toegevoegd in de bijlage en die onlosmakelijk deel uitmaakt van deze beslissing goed te keuren.
Artikel 2.
De gemeenteraad mandateert de voorzitter, Jimmy Graulus en de algemeen directeur, Nathalie Creten deze intentieovereenkomst te tekenen namens de stad.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- het bisdom;
- de kerkfabriek;
Overwegende dat in het kader van de opdracht 'onderhoud wegen in asfalt 2023 - (Grote Hoolstraat e.a.)' een bestek met nr. 2023-11669 werd opgesteld door Stad Herk-de-Stad;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 250.048,00 excl. btw of € 302.558,08 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0200-01/2240000/BESTUUR/CBS/0/IP-21 (actie A-2.3.1.);
Artikel 1.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023-11669 en de raming voor de opdracht 'onderhoud wegen in asfalt 2023 - (Grote Hoolstraat e.a.)', opgesteld door Stad Herk-de-Stad. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 250.048,00 excl. btw of € 302.558,08 incl. 21% btw.
Artikel 2.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0200-01/2240000/BESTUUR/CBS/0/IP-21 (actie A-2.3.1.).
Artikel 5.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de financiële dienst;
- de technische dienst;
Overwegende dat in de coronaperiode via de verdeling van huisvuilzakken en aankoopcheques voor speelgoed voorzien is in een ad hoc ondersteuning van de Herkse kinderdagverblijven en onthaalgezinnen;
Overwegende dat deze ondersteuning zeer gewaardeerd werd;
Overwegende het voorstel vanuit het LOKG om deze ondersteuningsmaatregel structureel te voorzien;
Overwegende de noodzaak om de verdeling van de huisvuilzakken en aankoopcheques voor speelgoed voor de kinderdagverblijven en onthaalgezinnen te regelen via een reglement;
Overwegende de bespreking en goedkeuring van het ontwerpreglement door het LOKG (vergadering 24 januari);
Gelet op de schepencollegebeslissing van 7 november 2022 om vanaf 2023 te voorzien in een structurele jaarlijkse ondersteuning van de Herkse kinderdagverblijven en onthaalgezinnen in de vorm van huisvuilzakken en/of aankoopcheques voor spelmateriaal;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet dat er een jaarlijks krediet van 2.000 euro moet worden voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van de meerjarenbegroting;
Artikel 1.
Het reglement ter ondersteuning van de kinderdagverblijven en onthaalgezinnen goed te keuren:
Artikel 1. Doelstelling
De subsidie heeft als doel te voorzien in een jaarlijkse ondersteuning van de lokale onthaalgezinnen en de kinderdagverblijven in de vorm van een schenking van huisvuilzakken en/ of aankoopcheque voor verantwoord spelmateriaal.
Artikel 2. Budget
Binnen de gemeentebegroting wordt een jaarlijks budget van 2000 euro voorzien waarvan 500 euro te verdelen onder de kinderdagverblijven en 1500 euro te verdelen onder de onthaalgezinnen.
Artikel 3. Voorwaarden
De ondersteuning is enkel voor toepassing op kinderdagverblijven en onthaalgezinnen die voldoen aan volgende voorwaarden:
- Vergund zijn door Kind en Gezin.
- Actief binnen het grondgebied Herk-de-Stad.
- Participeren aan het Lokaal Overleg Kinder- en Gezinsbeleid (LOKG) én het Huis van het Kind Herk-de-Stad door minstens één keer per jaar deel te nemen aan een overlegmoment of een activiteit. Onthaalgezinnen aangesloten bij een overkoepelende dienst kunnen zich laten vertegenwoordigen door die dienst.
- Medewerking verlenen aan het lokaal loket kinderopvang door via het gemeentelijk georganiseerd digitaal platform de nodige informatie over opvangvragen door te geven. Onthaalgezinnen aangesloten bij een overkoepelende dienst doen dit via die dienst.
Artikel 4. Jaarlijkse controle
Het Kinderloket voert jaarlijks voor 30 september een controle uit en stelt een lijst op van de kinderdagverblijven en onthaalgezinnen die voor dat jaar in aanmerking komen voor de ondersteuning.
Artikel 5. Verdeling
§1 – Kinderdagverblijven
Het voorziene krediet van 500 euro evenredig te verdelen over het aantal erkende kinderdagverblijven in de vorm van aankoopcheques voor spelmateriaal
§2 – onthaalgezinnen
Het voorziene krediet van 1500 euro evenredig te verdelen over het aantal erkende onthaalgezinnen in de vorm van huisvuilzakken en/of aankoopcheques voor spelmateriaal op basis van een rondvraag.
§3. – collegebeslissing
De jaarlijkse ondersteuning in de vorm van huisvuilzakken en/of aankoopcheques voor spelmateriaal uiterlijk voor 30 oktober ter goedkeuring voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6. Bedeling
De huisvuilzakken en aankoopcheques worden uiterlijk voor 15 december bedeeld via het Huis van het Kind.
Artikel 2.
Het reglement ter ondersteuning van de kinderdagverblijven en onthaalgezinnen treedt in werking vanaf 1 maart 2023;
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de financiële dienst;
- de dienst Vrije Tijd;
- Huis van het Kind;
Naar aanleiding van de goedkeuring van het woondecreet van 9 juli 2021, dienen sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren zich om te vormen tot één woonactor per gemeente, de woonmaatschappij. In Limburg werd ervoor gekozen om de betrokken huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren onder te brengen in 1 sterke, toekomstgerichte Limburgse woonmaatschappij.
Door het samenbrengen van de expertise en kennis van de 19 organisaties wenst men beter te kunnen inspelen op de uitdagingen op vlak van sociaal wonen (socio-demografisch, duurzaamheid en klimaat, ruimtelijke ordening, socio-economische ontwikkelingen…). Daarnaast zal deze keuze ook verbeterde dienstverlening en efficiëntiewinsten met zich meebrengen. Men wil een sterke centrale organisatie op poten zetten die door de decentrale en toegankelijke dienstverlening garant staat voor een snelle, herkenbare, vertrouwde en nabije dienstverlening voor de klant.
De transformatie naar één woonmaatschappij dient plaats te vinden binnen het tijdskader en de modaliteiten zoals bepaald door het woondecreet van 9 juli 2021. Inzake dit transformatieproces werd door het bestuur reeds een advies verleend voor de verlenging van de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappijen tot en met 30 juni 2023. Voorliggend aanvraag tot advies betreft de eigenlijke erkenning als woonmaatschappij.
De minister van Wonen moet via de erkenningsaanvraag kunnen nagaan of de kandidaat-woonmaatschappij de doelstellingen kan realiseren die met de hervorming worden nagestreefd. Kernwoorden hierbij zijn klantgerichtheid (naar (kandidaat-)huurders en - kopers, maar ook naar partners en lokale besturen uit het werkingsgebied) en samenwerking en synergie in de verschillende deelopdrachten om zo de beoogde aanbodverruiming te realiseren.
AtelierW20 verzoekt de gemeenteraad om een advies te verlenen over de erkenningsaanvraag als woonmaatschappij.
Aangezien AtelierW20 de aanvraag om de erkenning uiterlijk op 28 februari 2023 moeten indienen en zij graag al vroeger zekerheid hebben over de verlenging, dringen ze aan om uiterlijk op 20 februari een advies te bezorgen, wat zij zullen toevoegen aan de aanvraag.
In het schrijven dd. 5 januari 2023, die wij ontvingen van AtelierW20 wordt gevraagd om tegen uiterlijk 20 februari 2023 een advies uit te brengen over de erkenningsaanvraag als woonmaatschappij, in het bijzonder conform artikel 4.98, §1, 3°, punt k van het BVCW inzake de lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.
Gelet op artikel 56 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op artikel 40 e.v. van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW);
Gelet op het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW), in het bijzonder artikel 4.98, §1, 3°, punt k;
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij.
Artikel 2.
De gemeenteraad stelt in het kader van de procedure vermeld in artikel 4.98 §1 tweede lid, 2°, punt k van het BVCW van 2021 vast dat de aldus te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering en geeft hiertoe positief advies.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Overwegende het schrijven van de gemeente Doornik van 11 januari 2023;
Overwegende dat de gemeente Doornik in dit schrijven de situatie van humanitair werker Olivier Vandecasteele, inwoner van Doornik, aanhaalt. Vandecasteele zit sinds 24 februari opgesloten in de gevangenis in Iran. Hij werd na een schijnproces veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar. Zijn situatie lijkt uitzichtloos;
Overwegende dat de gemeente Doornik een motie indient waarin de bevrijding van Olivier Vandecasteele gevraagd wordt;
Overwegende dat de gemeente Doornik aan de gemeente Herk-de-Stad vraagt om de motie waarin aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België gevraagd wordt om dringend alle mogelijke procedures in te zetten die kunnen leiden tot de vrijlating van Olivier Vandecasteele. Verder wordt er gevraagd om te waken over de waardigheid van de omstandigheden waarin Olivier Vandecasteele gevangen zit. Aan de eerste minister, de minister van Justitie, de minister van Buitenlandse Betrekkingen wordt gevraagd om een internationaal initiatief te nemen, bijvoorbeeld onder de vorm van een nieuw verdrag of een nieuwe internationale verklaring tegen gijzelneming tussen staten;
Overwegende de brief van de gemeente Doornik en de motie van Doornik bijgevoegd is bij deze beslissing;
Artikel 1.
De stad Herk-de-Stad onderschrijft de motie van de stad Doornik en vraagt hierbij het volgende :
- Aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België om dringend alle mogelijke diplomatieke procedures in te zetten die kunnen leiden tot de vrijlating van Olivier Vandecasteele;
- Aan de federale overheid, aan de ambassadeur van België in Iran en aan de ambassadeur van Iran in België om te waken over de waardigheid van de omstandigheden waarin Olivier Vandecasteele gevangen zit;
- Aan de Eerste minister, minister van justitie en de minister van buitenlandse betrekkingen om een nieuw internationaal initiatief te nemen, bijvoorbeeld onder de vorm van een nieuw verdrag of een nieuwe internationale verklaring tegen gijzelneming tussen staten;
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de stad Doornik
- de federale overheid
- de ambassadeur van België in Iran
- de ambassadeur van Iran in België
- de eerste minister
- de minister van justitie
- de minister van buitenlandse betrekkingen
De raad neemt kennis van :
- Fluvius Limburg OV : Notulen Regionaal Bestuurscomité Noord van 7 november 2022;
- Fluvius Limburg OV : Notulen Regionaal Bestuurscomité Noord van 21 december 2022;
- Fluvius Limburg OV : Notulen Regionaal Bestuurscomité Oost van 14 november 2022;
- Fluvius Limburg OV : Notulen Regionaal Bestuurscomité Oost van 21 december 2022;
- Fluvius Limburg OV : Notulen Regionaal Bestuurscomité Zuid-West van 16 november 2022;
- Fluvius Limburg OV : Notulen Regionaal Bestuurscomité Zuid-West van 21 december 2022;
- Fluvius Limburg OV : Notulen Raad van Bestuur van 18 oktober 2022;
- Fluvius Limburg OV: Notulen Buitengewone Algemene Vergadering van 21 december 2022;
- Fluvius Opdrachthoudende vereniging : Notulen Raad van Bestuur van 23 november 2022;
Er zijn geen kennisgevingen van de briefwisseling gericht aan de voorzitter.
Een donk is een heuvel bestaande uit dekzand die voorkomt in het laaggelegen rivierengebied en die uitsteekt boven de latere sedimenten. Een ideale plek dus om in de buurt van een rivier een nederzetting te plaatsen die niet steeds onder water komt te staan. Zo dachten de mensen er in de 8e eeuw ook over toen ze in het Schulensbroek een kerk bouwden. Rond deze kerk kwam er een begraafplaats en later in de geschiedenis werden er nog een aantal bijgebouwen toegevoegd. Door de steeds hogere frequentie van overstromingen vanaf de 17e eeuw, werd deze site verlaten en werd er een kerk op de huidige locatie in Donk gebouwd.
Deze voorgeschiedenis maakt dat deze site, gekend onder de naam ‘Donk – Oud Kerkhof’, van grote archeologische waarde is. Sinds 07/07/2017 is deze site dan ook aangeduid als een beschermde archeologische site.
Volgens historische documenten zou er op de locatie waar vroeger de kerk stond in het Schulensbroek een groot kruis moeten staan als aandenken aan de eerste kerk van de gemeente Donk. De gemeentelijk erfgoedraad adviseerde het bestuur dan ook om deze oude bepalingen een invulling te geven.
De schepencollege besliste op 21 juni 2021 om de gemeentelijke erfgoedraad toestemming te geven om een paal te plaatsen op de locatie van de oude kerk. De kosten voor het plaatsen van deze paal zou ook door de gemeente gedragen worden. Om deze plaatsing – door de gemeentelijke technische dienst - mogelijk te maken, sloot de gemeente een overeenkomst met de toenmalige private eigenaar, die onder voorwaarden zijn toestemming hiervoor verleende tot 2050. Volgens het collegebesluit van 21 juni 2021 zou het Agentschap Onroerend Erfgoed aan de gemeentelijke dienst ruimtelijke ordening bevestigd hebben dat er geen vergunning nodig zou zijn voor het plaatsen van die paal omdat het om een beperkte constructie zou gaan.
De private eigenaar heeft in 2022 dit perceel verkocht aan Natuurpunt, die al beheerder waren van het gebied. De notaris die hierbij betrokken was bij de verkoop heeft – zoals de wet verplicht – stedenbouwkundige informatie opgevraagd bij de gemeente. In de bekomen inlichtingenfiche staan een aantal opmerkelijk zaken. Zo vermeldt de fiche dat er – buiten de waterwegen – geen erfdienstbaarheden zijn op dit perceel. Uit vroegere discussies op de gemeenteraad – tot zelfs terreinbezoeken toe – weten wij dat het bestuur hier een andere mening op nahoudt. Maar nog opmerkelijker is dat de fiche vermeldt dat het om een ‘beschermd stads- en dorpsgezicht’ gaat en dat er ‘een vastgestelde inventaris m.b.t. bouwkundig erfgoed’ is. Het puntje dat moet aanduiden dat het om ‘een beschermde archeologische site’ gaat werd met een ‘NEE’ afgevinkt.
Ondanks dat er een kubieke meter beton werd gebruikt om de paal en de infoborden te installeren, vermeldt de fiche niets over een omgevingsvergunning die voor deze constructie zou zijn afgeleverd.
Eind vorig jaar ontving het bestuur een schrijven van het Agentschap Onroerend Erfgoed waarin zij stellen dat de gemeente, als gebruiker, een misdrijf heeft begaan volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 (art. 11.2.2 tot art. 11.2.5). In dit schrijven vraagt het Agentschap Onroerend Erfgoed om de werken te regulariseren door een toelating aan te vragen voor het plaatsen van de paal en het infobord. De aanvraag tot regularisatie moet het Agentschap op uiterlijk 15 februari 2023 bereiken.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed is geen voorstander om de geplaatste paal en infobord te verwijderen om bijkomende beschadiging van het archeologisch erfgoed te voorkomen.
De gemeente heeft destijds een overeenkomst gesloten met de toenmalige eigenaar van het perceel om een gedenkpaal en infobord op te trekken. Deze overeenkomst zou lopen tot 2050, maar deze overeenkomst werd nergens geregistreerd waardoor de nieuwe eigenaar van het perceel – Natuurpunt – niet op de hoogte kon zijn van deze afspraak.
Vragen
1. In de overwegingen die de collegebeslissing van 21 juni 2021 vooraf gaan, wordt melding gemaakt van oude documenten waaruit blijkt dat op het betreffende perceel een ‘hoog en groot kruis’ zou dienen te staan. Om welke documenten gaat het hier precies?
2. In de collegebeslissing van 21 juni 2021 wordt er aan de dienst erfgoed toelating gegeven tot het plaatsen van een paal. In het schrijven van het Agentschap Onroerend Erfgoed is er sprake van een (herdenkings)paal én een infobord.
a. Hoe kan het bestuur verklaren dat de uitvoering afwijkt van datgene wat er in de collegebeslissing werd opgenomen?
b. Wie heeft de toestemming gegeven tot het plaatsen van het infobord en waar kan deze beslissing worden teruggevonden?
3. Hoe verklaart dit bestuur dat er in de beslissing van het schepencollege van 21 juni 2021 wordt vermeld dat het Agentschap Onroerend Erfgoed aangeeft dat er geen vergunning nodig zou voor het plaatsen van dit aandenken en bijhorend infobord, terwijl hetzelfde Agentschap in een schrijven van 15 december 2022 aangeeft dat de gemeente een misdrijf heeft gepleegd door het plaatsen van deze zaken?
4. Heeft het bestuur – zoals gevraagd door het Agentschap – een aanvraag tot regularisatie ingediend voor 15 februari 2023 of zal het bestuur dit nog doen? Of wenst het bestuur de situatie op een andere manier recht te zetten door bijv. de geplaatste structuren terug te verwijderen?
a. Heeft er al een overleg met de nieuwe eigenaar plaatsgevonden of eventueel via kleine aanpassingen de gedenkpaal te behouden in een uitvoering die verenigbaar is met de doelstellingen van de nieuwe eigenaar? Indien dit overleg heeft plaatsgevonden, is hiervan een verslag opgemaakt?
b. Is er in de procedure tot regularisatie ook een verplichting tot het uitvoeren van een openbaar onderzoek?
5. De site ‘Donk – Oud Kerkhof’ is al sinds 2017 beschermd als archeologische site. Toch vermeldt de gemeente in de inlichtingenfiche vastgoedinformatie onder punt 6.1. dat het niet om een beschermde archeologische site gaat. Wat is hiervoor de verklaring?
6. Waarom wordt in dezelfde inlichtingenfiche wel opgenomen dat het om een beschermd stads- en dorpsgezicht gaat?
7. Bij de verkoop van de grond door de particulier aan Natuurpunt, was de notaris niet in de mogelijkheid om de overeenkomst die afgesloten werd tot 2050 te achterhalen. Ook de in de inlichtingen vastgoedinformatie werd hierover niets vermeld.
a. Diende deze overeenkomst vermeld te worden in de inlichtingenfiche vastgoedinformatie?
b. Diende deze overeenkomst wettelijk geregistreerd te worden via bijv. een akte bij een notaris of een registratie bij het ministerie van Financiën?
8. Zal dit bestuur maatregelen nemen om te voorkomen dat er in de toekomst nog inlichtingen vastgoedinformatie verstuurd worden die foutieve informatie bevatten?
Gelet op de antwoorden op de vragen gegeven door schepen Bart Gruyters :
1. In de overwegingen die de collegebeslissing van 21 juni 2021 vooraf gaan, wordt melding gemaakt van oude documenten waaruit blijkt dat op het betreffende perceel een ‘hoog en groot kruis’ zou dienen te staan. Om welke documenten gaat het hier precies?
Raadslid Gunter De Ryck heeft deze historische documenten zelf al gevonden dus deze vraag werd niet opnieuw gesteld.
2. In de collegebeslissing van 21 juni 2021 wordt er aan de dienst erfgoed toelating gegeven tot het plaatsen van een paal. In het schrijven van het Agentschap Onroerend Erfgoed is er sprake van een (herdenkings)paal én een infobord.
a. Hoe kan het bestuur verklaren dat de uitvoering afwijkt van datgene wat er in de collegebeslissing werd opgenomen?
De uitvoering wijkt niet af. In artikel 3 van de overeenkomst met de toenmalige eigenaar staat vermeld dat er een bord zal geplaatst worden met een verwijzing naar het baken en uitleg over de eerste kerk en de geschiedenis van Donk. En zo werd dit ook uitgevoerd. Dit infobord staat bovendien ook niet in de archeologische zone maar wel op de dijk ter hoogte van de brug.
b. Wie heeft de toestemming gegeven tot het plaatsen van het infobord en waar kan deze beslissing worden teruggevonden?
De beslissing tot het plaatsen van dit infobord vloeit voort uit de overeenkomst die afgesloten werd met de toenmalige eigenaar die zich hierin ook nadrukkelijk verbonden heeft samen met zijn rechtsopvolgers.
3. Hoe verklaart dit bestuur dat er in de beslissing van het schepencollege van 21 juni 2021 wordt vermeld dat het Agentschap Onroerend Erfgoed aangeeft dat er geen vergunning nodig zou voor het plaatsen van dit aandenken en bijhorend infobord, terwijl hetzelfde Agentschap in een schrijven van 15 december 2022 aangeeft dat de gemeente een misdrijf heeft gepleegd door het plaatsen van deze zaken?
Ik verwijs hierbij naar artikel 11 punt 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 : een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor door de overheid geplaatste standbeelden, gedenktekens en andere artistieke werken met een maximale oppervlakte van 6 m2 en een maximale hoogte van 6 m. Er is contact geweest met de dienst erfgoed en zij hebben bevestigd dat er geen omgevingsvergunning nodig was. Nadien bleek dat een officiële melding wel nodig was voor deze plaatsing. Die is dan weer niet gebeurd omdat dit niet vermeld werd in het contact met Agentschap Onroerend Erfgoed.
4. Heeft het bestuur – zoals gevraagd door het Agentschap – een aanvraag tot regularisatie ingediend voor 15 februari 2023 of zal het bestuur dit nog doen? Of wenst het bestuur de situatie op een andere manier recht te zetten door bijv. de geplaatste structuren terug te verwijderen?
Ja, begin februari 2023 werd er een aanvraag tot regularisatie ingediend.
a. Heeft er al een overleg met de nieuwe eigenaar plaatsgevonden of eventueel via kleine aanpassingen de gedenkpaal te behouden in een uitvoering die verenigbaar is met de doelstellingen van de nieuwe eigenaar? Indien dit overleg heeft plaatsgevonden, is hiervan een verslag opgemaakt?
De facto is de eigenaar gebonden aan de overeenkomst die nog loopt tem einde 2050. Overleg is bijgevolg overbodig maar we zijn er steeds toe bereid.
b. Is er in de procedure tot regularisatie ook een verplichting tot het uitvoeren van een openbaar onderzoek?
Neen.
5. De site ‘Donk – Oud Kerkhof’ is al sinds 2017 beschermd als archeologische site. Toch vermeldt de gemeente in de inlichtingenfiche vastgoedinformatie onder punt 6.1. dat het niet om een beschermde archeologische site gaat. Wat is hiervoor de verklaring?
In dit formulier van 6 blz. moet men informatie delen door het plaatsen van vinkjes. In casu moest er aangevinkt worden dat het om een beschermde archeologische site gaat en er is aangevinkt dat het om een beschermd stads- en dorpsgezicht gaat. Men heeft dit blijkbaar verwisseld. Dit is jammer maar ook in de rechtsgevolgen geen immense fout. De koper wist perfect dat het een archeologische site is.
6. Waarom wordt in dezelfde inlichtingenfiche wel opgenomen dat het om een beschermd stads- en dorpsgezicht gaat?
Zoals hierboven vermeld gaat het om het verkeerd aanvinken, een verschoonbare menselijke fout.
7. Bij de verkoop van de grond door de particulier aan Natuurpunt, was de notaris niet in de mogelijkheid om de overeenkomst die afgesloten werd tot 2050 te achterhalen. Ook de in de inlichtingen vastgoedinformatie werd hierover niets vermeld.
a. Diende deze overeenkomst vermeld te worden in de inlichtingenfiche vastgoedinformatie?
Neen dit is niet verplicht.
b. Diende deze overeenkomst wettelijk geregistreerd te worden via bijv. een akte bij een notaris of een registratie bij het ministerie van Financiën?
Dit wordt vaak gedaan om een document een vaste datum te geven. Maar het gaat hier om een bestuursdocument dus heeft al een vaste datum en is ook traceerbaar.
8. Zal dit bestuur maatregelen nemen om te voorkomen dat er in de toekomst nog inlichtingen vastgoedinformatie verstuurd worden die foutieve informatie bevatten?
We hebben maatregelen genomen door de implementatie van het GIS. Maar ook in het GIS worden gegevens manueel ingegeven waardoor er nog steeds menselijke foutjes kunnen gebeuren.
Hoewel de website van de gemeente nog steeds meldt dat de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (Gecoro) wordt samengesteld, heeft de Groenfractie vernomen dat de Gecoro in de nieuwe samenstelling werd samengeroepen op donderdag 3 februari 2023 voor de bespreking van de visienota van het ‘hemelwater- en droogteplan’. De uitnodiging voor deze samenroeping werd minder dan 5 werkdagen op voorhand verstuurd, wat krap bemeten lijkt voor de bespreking van een plan voor te bereiden.
Aangezien de website nog niet volledig is bijgewerkt, kan er niet worden nagegaan hoe vaak de Gecoro al werd samengeroepen deze legislatuur, maar de frequentie ligt alvast niet hoog. Dit kan deels verklaard worden door het feit dat er weinig dossiers zijn waarvoor een verplicht advies van de Gecoro nodig is.
Nochtans vermeldt de website dat de Gecoro ook mag samengeroepen worden voor ‘andere gemeentelijke vraagstukken rond ruimtelijke ordening’. De Groenfractie is hier van mening dat bijvoorbeeld een project zoals het Tamerpark valt onder de definitie van ‘een gemeentelijke vraagstuk rond ruimtelijke ordening’.
Vragen
Het Family Justice Center (FJC) brengt verschillende Limburgse diensten – van hulpverlening, politie en justitie - samen onder één dak. Als men met problemen of geweld te maken heeft in een relatie of gezin, betekent dit dat je op één plaats alle diensten terugvindt waar je op een warme en laagdrempelige manier terechtkan voor de nodige veiligheid, maar ook ondersteuning en hulp op allerlei vlakken. Sinds de start van het FJC vijf jaar geleden zijn er elk jaar toch nog heel wat nieuwe gezinnen bijgekomen. Voor de politiezone LRH zitten ze nu aan 2.470 gezinnen. Tijdens het schepencollege van 31 oktober 2022 kwam de financiering van het Family Justice Center 2021 en 2022 ter sprake. Er werd toen het volgende beslist: 'Aan Hasselt wordt gevraagd concrete cijfers voor te leggen met betrekking tot het aantal dossiers, de resultaten die geboekt worden, de wijze waarop dossiers worden opgenomen, de samenwerkingsovereenkomst die aan deze werking ten gronde ligt en alle andere nuttige informatie die deze gevraagde subsidie kan ondersteunen.'
Ik heb hierover enkele vragen:
- Klopt het dat u als de burgemeester tijdens het politiecollege van 5 december 2020 instemde om deel te nemen aan het FJC?
- Klopt het dat u tijdens datzelfde politiecollege besliste dat de kostprijs zou worden gedragen door de deelnemende gemeenten in de politiezone.
- Klopt het dat tijdens het politiecollege van 30 december 2020 een verdeelsleutel werd afgesproken?
- Klopt het dat u tijdens het politiecollege van 10 oktober 2022 akkoord ging met de facturatie vanwege de stad Hasselt aan de verschillende gemeenten van de politiezone?
- Klopt het dat bovenstaande beslissingen eigenlijk enkel kunnen worden genomen via een samenwerkingsovereenkomst?
- Zal het bestuur met een samenwerkingsovereenkomst naar de gemeenteraad komen?
- Of overweegt het gemeentebestuur om uit het FJC te stappen?
- Werden de rekeningen van 2021 (10.421,77 euro) en 2022 (12.572 euro) intussen betaald?
- Werd er in het meerjarenplan rekening gehouden met deze kostprijs?
- Staan de gevraagde bijdragen aan het FJC in verhouding tot de geleverde diensten?
Gelet op de antwoorden op de vragen gegeven door de burgemeester :
- Klopt het dat u als de burgemeester tijdens het politiecollege van 5 december 2020 instemde om deel te nemen aan het FJC?
Tijdens het politiecollege van 5 december 2020 is inderdaad aan de burgemeesters van de politiezone gevraagd om deel te nemen. Aangezien iedereen akkoord ging en ik het ook een zeer nobel doel vind waarvan de Herkenaren gebruik kunnen maken heb ik uiteraard ook ingestemd.
- Klopt het dat u tijdens datzelfde politiecollege besliste dat de kostprijs zou worden gedragen door de deelnemende gemeenten in de politiezone.
Neen, oorspronkelijk zou de kostprijs via de politiezone gedragen worden maar dit lukte blijkbaar niet.
- Klopt het dat tijdens het politiecollege van 30 december 2020 een verdeelsleutel werd afgesproken?
Er werd gezegd om dezelfde verdeelsleutel te hanteren als de dotatie maar dit werd achteraf licht gewijzigd naar een verdeelsleutel op basis van het aantal dossiers per gemeente. Dit leverde voor Halen een klein financieel voordeel op omdat hier iets minder situaties waren.
- Klopt het dat u tijdens het politiecollege van 10 oktober 2022 akkoord ging met de facturatie vanwege de stad Hasselt aan de verschillende gemeenten van de politiezone?
Ik heb tijdens dat politiecollege de andere burgemeesters ter goeder trouw gevolgd. Dit werd hierna geagendeerd op het schepencollege van 31/10/2022 waarbij de financieel directeur de opmerking heeft gegeven dat het bestuur dit niet zomaar moet betalen. Het politiecollege heeft geen mandaat om te bepalen wat een lokaal bestuur van de politiezone moet betalen. Dit bepaalt de stad Herk-de-Stad zelf en wordt momenteel verder onderzocht.
- Klopt het dat bovenstaande beslissingen eigenlijk enkel kunnen worden genomen via een samenwerkingsovereenkomst?
Dat klopt, er werd tot op heden ook nog geen samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad.
- Zal het bestuur met een samenwerkingsovereenkomst naar de gemeenteraad komen?
Op het schepencollege van 21/11/2022 werd dit punt opnieuw besproken. Vanaf 2023 zal het engagement met het Family Justice Center opgenomen worden in een nieuwe overkoepelende samenwerkingsovereenkomst waarin alle deelnemende besturen opgenomen zullen worden. Er zal op 14/2/2023 een overleg plaatsvinden met de coördinator van het FJC. Hierna zal een agendapunt voorbereid worden voor de gemeenteraad met de vraag om de facturatie voor 2020 en 2021 goed te keuren en akkoord te gaan met de ondertekening van de engagementsverklaring inzake het Family Justice Center.
- Of overweegt het gemeentebestuur om uit het FJC te stappen?
Neen, het is wel duidelijk dat we zeker het belang ervan onderschrijven. Tot op heden is onze stad enkel betrokken geweest via de politiezone. We willen eerst meer duidelijkheid alvorens we participeren als actieve partner.
- Werden de rekeningen van 2021 (10.421,77 euro) en 2022 (12.572 euro) intussen betaald?
Neen, we wachten eerst het overleg van 14/2 af en zullen hierna beraadslagen. Binnen de politiezone heeft enkel het bestuur van Zonhoven de rekeningen betaald.
- Werd er in het meerjarenplan rekening gehouden met deze kostprijs?
Neen, hier werd nog geen rekening mee gehouden. De nodige budgetten zullen nog ingeschreven moeten worden als we ons engageren tot het project.
- Staan de gevraagde bijdragen aan het FJC in verhouding tot de geleverde diensten?
Dit zal hopelijk duidelijk worden na het overleg op 14/2/2023.
De verkeersveiligheid op de N2 kwam hier al regelmatig aan bod. Het is een bekommernis over de partijen heen. We stelden tijdens de gemeenteraad van november voor om dit probleem bovenlokaal aan te pakken. Meer concreet vroegen we om samen met buurgemeente Halen in overleg te treden met het Agentschap Wegen en Verkeer en de Vervoerregio om te komen tot een bindend kader dat de parkeerproblematiek langs de N2 aanpakt. We vroegen verder om met het bestuur van Halen te onderzoeken op welke manier men een veilige parkeerplaats voor vrachtwagens kan voorzien.
We zijn enkele maanden verder, dus mijn vraag is om een stand van zaken te geven.
Gelet op het antwoord gegeven door de schepen :
1) Het dossier werd besproken op de Verkeerscommissie van 10 januari 2023. Hieruit is gebleken dat de voorziene alternatieven in het mobiliteitsplan voor het parkeren van vrachtwagens op korte en middellange termijn niet realiseerbaar zijn.
2) Ook op de Vervoerregioraad van eind 2022 en begin februari 2023 kwam dit aan bod. Hier werden beslissingen genomen die mogelijks een oplossing kunnen zijn. Een eerste doelstelling van het gewest is dat de N2 als hoofdverbinding gaat fungeren voor fietsers. Enerzijds betekent de aanleg van een bredere fietsvoorziening dat er onmogelijk nog vrachtwagens langs de N2 gestationeerd kunnen worden. Anderzijds wordt hierdoor de kwaliteit voor onze fietsers groter. Een tweede doelstelling van het gewest is dat er op regionaal vlak een kader wordt uitgewerkt voor de problematiek van het vrachtwagen parkeren en deze aanpak zal uniform zijn voor heel Limburg.
3) Met de stad Halen is er geen overleg geweest omdat we van mening zijn dat dit probleem niet op te lossen is door Halen en Herk-de-Stad alleen.
De gemeenten Hasselt en Kortessem zijn met gesprekken gestart over een eventuele fusie. Afgelopen maand zou onze gemeente een brief van de burgemeester van de stad Hasselt ontvangen hebben met een uitnodiging om rond de tafel te zitten en een gesprek te houden om eventuele fusieplannen te bespreken. Hij vraagt ons bestuur om voor einde februari te reageren.
Mijn vraag:
- hoe zal de gemeente reageren op de uitnodiging van de stad Hasselt en wat zijn de argumenten om wel/niet over te gaan tot een gesprek met burgemeester Vandeput?
Gelet op het antwoord op de vraag gegeven door de burgemeester :
Hoe zal de gemeente reageren op de uitnodiging van de stad Hasselt en wat zijn de argumenten om wel/niet over te gaan tot een gesprek met burgemeester Vandeput?
We hebben de brief begin februari van de stad Hasselt mogen ontvangen. De bespreking hiervan is voorzien op het schepencollege van volgende week waarna we de stad Hasselt ook een antwoord zullen bezorgen.
Herk-de-Stad zat in 2021 aan 142 kilogram restafval per inwoner. Het doel voor 2022 is 122 kilogram per inwoner, wat dus een inspanning van 20 kilogram per inwoner vergt. De stad zit daarom in een visitatietraject via Limburg.net om het beleid op te volgen. Tussen 2 januari en 28 februari 2023 kunnen steden en gemeenten een aanvraag indienen voor een project zwerfvuil en sluikstort of een coaching traject i.s.m. Mooimakers. Indien de gemeente een aanvraag indient die wordt goedgekeurd, dan zal het project of coaching traject in Herk-de-Stad van start gaan in april 2023.
Vragen :
- Nam de gemeente deel aan de infosessies van Mooimakers in januari?
- Zal de gemeente een aanvraag indienen om in te stappen in het coaching traject?
Gelet op de antwoorden gegeven door de burgemeester :
- Nam de gemeente deel aan de infosessies van Mooimakers in januari?
Ja.
- Zal de gemeente een aanvraag indienen om in te stappen in het coaching traject?
Ja.
Namens Gemeenteraad,
Nathalie Creten
Algemeen Directeur
Jimmy Graulus
Voorzitter