Gelet op de installatie van een nieuwe gemeenteraad op 5 december 2024;
Gelet dat de gemeenteraad bij de aanvang van een zittingsperiode een huishoudelijk reglement dient vast te stellen waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;
4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;
7° de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;
8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;
9° de nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld;
10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid;
11° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad digitaal kan vergaderen.
Gelet op het raadsbesluit van 11 februari 2019 waarbij goedkeuring werd gegeven aan het huidige huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, welk gewijzigd werd bij raadsbesluit van 15 mei 2023;
Gelet dat de organisatie (gemeente en OCMW) werkt met een notulenbeheersysteem sinds 2017;
Gelet dat dit notulenbeheersysteem digitaal vergaderen mogelijk maakt en de raad voor maatschappelijk welzijn, het Vast Bureau en het college sindsdien volledig digitaal werken;
Gelet dat het de intentie is het nieuwe systeem thans te ontsluiten voor de raadsleden, maar dat dit digitaal werken zijn impact heeft op de werking van de raadsleden, de wijze van vergaderen en het inzagerecht van de raadsleden.
Overwegende dat de vaststelling van een nieuw huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad verplicht is in toepassing van artikel 38 van het decreet lokaal bestuur;
Overwegende dat het de bedoeling is dat raadsleden voortaan digitaal worden uitgenodigd tot de vergadering en dat agenda en ontwerpbeslissingen en bijhorende bijlagen via elektronische weg ter beschikking worden gesteld.
Bevoegdheidsgrond:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 inzonderheid de artikelen 2, 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Toepasselijke regelgeving:
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, zoals gewijzigd.
Gelet dat de bepalingen over de vaststelling van de zitpenning en de fractievergoeding een financiële impact hebben en dat de nodige budgetten voorzien worden.
Gelet op het voorstel van raadslid Marleen Steenaerts (Samen 3540) tot amendering van Art. 11 §5 als volgt:
Aanvankelijke tekst:
'Alle andere dossiers, stukken en akten die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4 van dit reglement, kunnen door de raadsleden op vraag geraadpleegd worden.
De raadsleden vragen inzage via e-mail aan de algemeen directeur. Daarbij geven ze duidelijk aan welke concrete stukken ze wensen in te zien. Het moet gaan om een vraag die niet onredelijk is. Uiterlijk drie dagen na ontvangst van de aanvraag antwoordt de algemeen directeur via e-mail met een link naar de gevraagde stukken. De stukken worden vanaf dat moment minstens acht dagen beschikbaar gesteld. Indien een raadslid vermoedt dat een opgevraagd stuk onvolledig is, meldt het raadslid dit onmiddellijk aan de algemeen directeur.
Ook als de inzage geweigerd wordt, antwoordt de algemeen directeur binnen dezelfde termijn via een e-mail met daarin de motivering waarom de inzage geweigerd wordt.'
Te wijzigen in:
'Alle andere dossiers, stukken en akten die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente dan die in art. 10 en art. 11, § 2 tot § 4 van dit reglement, kunnen door de raadsleden op vraag geraadpleegd worden.
De raadsleden vragen inzage via e-mail aan de algemeen directeur. Daarbij geven ze duidelijk aan welke concrete stukken ze wensen in te zien. Het moet gaan om een vraag die niet onredelijk is. De algemeen directeur antwoordt via e-mail met een link naar de gevraagde stukken. De stukken worden vanaf dat moment minstens acht dagen beschikbaar gesteld. Indien een raadslid vermoedt dat een opgevraagd stuk onvolledig is, meldt het raadslid dit onmiddellijk aan de algemeen directeur.
Ook als de inzage geweigerd wordt, antwoordt de algemeen directeur via een e-mail met daarin de motivering waarom de inzage geweigerd wordt.'
Gelet op de vraag van de voorzitter om over te gaan tot stemming van het voorstel tot amendering van art. 11 §5 op verzoek en volgens voorstel van raadslid Marleen Steenaerts, waarbij een ja-stem het amendement ondersteunt en een neen-stem het amendement verwerpt;
Gelet op de uitslag van de stemming van het voorstel tot amendering van art. 11 §5 volgens voorstel van raadslid Marleen Steenaerts:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gelet op het voorstel van raadslid Marleen Steenaerts (Samen 3540) tot amendering van Art. 11 §7 als volgt:
Aanvankelijke tekst:
'De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen dit bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens drie dagen vooraf schriftelijk mee welke instellingen of diensten ze willen bezoeken en welke dag en welk uur hun voorkeur heeft. Tijdens het bezoek van een inrichting of dienst van de gemeente of het AGB mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)'
Te wijzigen in:
'De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen dit bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden schriftelijk mee welke instellingen of diensten ze willen bezoeken en welke dag en welk uur hun voorkeur heeft. Tijdens het bezoek van een inrichting of dienst van de gemeente of het AGB mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)'
Gelet op de vraag van de voorzitter om over te gaan tot stemming van het voorstel tot amendering van art. 11 §7 op verzoek en volgens voorstel van raadslid Marleen Steenaerts, waarbij een ja-stem het amendement ondersteunt en een neen-stem het amendement verwerpt;
Gelet op de uitslag van de stemming van het voorstel tot amendering van art. 11 §7 volgens voorstel van raadslid Marleen Steenaerts:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gelet op het voorstel van raadslid Guy Gijbels (N-VA) tot amendering van Art. 32 als volgt:
Aanvankelijke tekst:
'Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
Elke fractie kiest een fractieleider uit haar leden en deelt op de eerstvolgende raadsvergadering mee wie de fractieleider is. Een fractie kan op elk moment een nieuwe fractieleider kiezen.
De fractieleider vertegenwoordigt de fractie in de vergaderingen van de gemeenteraad en het bureau van de raad. Hij/zij fungeert als aanspreekpunt voor de algemeen directeur en het college van burgemeester en schepenen.
De fractieleider coördineert de standpunten en activiteiten van de fractie en zorgt voor een effectieve communicatie binnen de fractie.
Wanneer de fractieleider afwezig is, wordt deze functie waargenomen door een ander lid van de fractie. Men kijkt daarbij in afnemende volgorde naar de naamstemmen die elk lid behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen.
(art. 36 DLB)'
Te wijzigen in:
'Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
Elke fractie kiest een fractieleider uit haar leden en deelt op de eerstvolgende raadsvergadering mee wie de fractieleider is. Een fractie kan op elk moment een nieuwe fractieleider kiezen.
De fractieleider vertegenwoordigt de fractie in de vergaderingen van de gemeenteraad en het bureau van de raad. Hij/zij fungeert als aanspreekpunt voor de algemeen directeur en het college van burgemeester en schepenen.
De fractieleider coördineert de standpunten en activiteiten van de fractie en zorgt voor een effectieve communicatie binnen de fractie.
Wanneer de fractieleider afwezig is, wordt binnen de fractie een ander lid aangeduid. De naam wordt doorgegeven aan de voorzitter van de gemeenteraad en bij de start van de gemeenteraad meegedeeld. Wanneer binnen de fractie geen plaatsvervangend fractieleider werd aangeduid, wordt deze functie waargenomen door een ander lid van de fractie. Men kijkt daarbij in afnemende volgorde naar de naamstemmen die elk lid behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen.
(art. 36 DLB)'
Gelet op de vraag van de voorzitter om over te gaan tot stemming van het voorstel tot amendering van art. 32 op verzoek en volgens voorstel van raadslid Guy Gijbels, waarbij een ja-stem het amendement ondersteunt en een neen-stem het amendement verwerpt;
Gelet op de uitslag van de stemming van het voorstel tot amendering van art. 32 volgens voorstel van raadslid Guy Gijbels:
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Gelet op de stemming over het geheel geamendeerd besluit :
Artikel 1.
Navolgend huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goed te keuren:
BIJEENROEPING
Art. 1, § 1.
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. De vergaderingen vinden de tweede maandag van de maand plaats, behalve de maanden juli en augustus.
Valt de tweede maandag van de maand samen met een wettige feestdag, vergadert de gemeenteraad de volgende maandag.
§ 2.
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan. Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op.
§ 3.
De oproeping wordt verzonden via e-mail. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 9, §1 van dit reglement.
§ 4.
De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
1° een derde van de zittinghebbende leden;
2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;
3° het college van burgemeester en schepenen;
4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 § 1 van dit reglement, kan nakomen.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.
Art. 2, § 1.
De oproeping (of de gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
Het is de bevoegdheid van de raadsvoorzitter om die spoedeisendheid vast te stellen.
Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.
(art. 19, 20 en art. 67 DLB)
§ 2.
De oproeping vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.
Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.
(art. 20 DLB)
Art. 3, § 1.
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing via e-mail aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Het agendapunt moet een onderwerp behandelen dat behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Een lid van het college van burgemeester en schepenen of het college als orgaan kan van deze mogelijkheid geen gebruik maken.
(art. 21 DLB)
§ 2.
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen van beslissing en dit op de wijze zoals bepaald in artikel 1 § 3.
(art. 21 DLB)
FYSIEK OF DIGITAAL
Art. 4, § 1.
De raad vergadert altijd fysiek.
De gemeenteraad kan enkel digitaal vergaderen in volgende uitzonderlijke omstandigheden:
Pas nadat de raadsvoorzitter vastgesteld heeft dat een dergelijke uitzonderlijke omstandigheid zich effectief voordoet, wordt overgegaan tot een digitale vergadering van de gemeenteraad.
Dezelfde voorwaarden voor de oproeping gelden als in art. 2 van dit reglement, met daarbij de duidelijk vermelding dat het om een digitale vergadering gaat, inclusief de link met de toegang tot de digitale vergadering.
Is de oproeping voor vergadering reeds verstuurd, dan blijft die geldig, maar wordt op dezelfde wijze een aanvulling gestuurd die duidelijk maakt dat de vergadering enkel digitaal zal doorgaan, inclusief de link met de toegang tot de digitale vergadering. Van die aanvulling kan geen gebruik gemaakt worden om nog bijkomende punten aan de agenda toe te voegen. Ook de bekendmaking voor het publiek wordt op dezelfde wijze als in art. 8, §1 van dit reglement aangevuld.
De voorwaarden uit het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal vergaderen voor de organen van de lokale besturen gelden onverminderd.
OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING
Art. 5, § 1.
De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
(art. 28, §1 DLB)
§ 2.
De vergadering is niet openbaar als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
De vergaderingen over de beleidsrapporten (= het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.
(Art. 28, §1 DLB, art. 249 DLB)
Art. 6.
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij de voorzitter de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de openbare zitting van de OCMW-raad, gevolgd door de eventuele besloten zitting van de OCMW-raad. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
(art. 28, §2 DLB)
Art. 7.
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
(art. 29, §4 DLB)
INFORMATIE VOOR HET PUBLIEK
Art. 8, § 1.
Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webtoepassing van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.
Indien raadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de zitting op dezelfde wijze bekendgemaakt.
(art. 22 DLB)
Art. 9, § 1.
De agenda van de vergadering van de raad die betrekking heeft op het openbare deel wordt samen met een toelichtende nota bezorgd aan ieder natuurlijk of rechtspersoon die erom verzoekt.
§ 2.
De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN
Art. 10, § 1.
Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, ter beschikking gehouden voor de raadsleden via de daartoe bestemde webapplicatie.
De raadsleden ontvangen een userid en een inlogcode waarmee ze de agenda, de ontwerpnotulen en de daarop betrekking hebbende dossiers en stukken digitaal kunnen raadplegen.
Wanneer de begeleidende stukken te omslachtig zijn of de begeleidende stukken zijn niet op elektronische wijze beschikbaar, dan zullen ze vanaf de oproeping ter beschikking gehouden worden op het gemeentesecretariaat tijdens de kantooruren. Er kan dan kennis van genomen worden tijdens de openingsuren of op afspraak.
Onderliggende stukken van dossiers die hetzij in besloten zitting worden behandeld, hetzij persoonsgebonden materie betreffen, zijn ter inzage van de raadsleden, maar kunnen niet gefotokopieerd of op enig andere wijze gedupliceerd of geregistreerd worden. Vanzelfsprekend doet dit geen afbreuk aan het recht van het raadslid om notitie ervan te nemen.
§ 2.
Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden als de andere dossiers, via de daartoe bestemde webapplicatie.
(art. 249 DLB)
§ 3.
Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.
Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.
Op een schriftelijke vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.
(art. 20 DLB)
Art. 11, § 1.
De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.
(art. 29, §1 DLB)
§ 2.
De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden. Dit gebeurt via elektronische weg (een e-mail).
(art. 50 DLB)
§ 3.
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
(art. 29, §1 DLB)
§ 4.
De raadsleden hebben via de webapplicatie voor de raadsleden steeds toegang tot alle volgende documenten die opgemaakt zijn tijdens de huidige legislatuurperiode:
-notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad
-de dossiers en stukken die betrekking hebben op de agendapunten en besluiten van de gemeenteraad
§ 5.
Alle andere dossiers, stukken en akten die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente dan die in art. 10 en art. 11 § 2 tot § 4 van dit reglement, kunnen door de raadsleden op vraag geraadpleegd worden.
De raadsleden vragen inzage via e-mail aan de algemeen directeur. Daarbij geven ze duidelijk aan welke concrete stukken ze wensen in te zien. Het moet gaan om een vraag die niet onredelijk is. De algemeen directeur antwoordt via e-mail met een link naar de gevraagde stukken. De stukken worden vanaf dat moment minstens acht dagen beschikbaar gesteld. Indien een raadslid vermoedt dat een opgevraagd stuk onvolledig is, meldt het raadslid dit onmiddellijk aan de algemeen directeur.
Ook als de inzage geweigerd wordt, antwoordt de algemeen directeur via een e-mail met daarin de motivering waarom de inzage geweigerd wordt.
§ 6
Behoudens persoonsgebonden materie kunnen de gemeenteraadsleden een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.
(art. 29, §1 DLB)
§ 7.
De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen dit bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden vooraf schriftelijk mee welke instellingen of diensten ze willen bezoeken en welke dag en welk uur hun voorkeur heeft. Tijdens het bezoek van een inrichting of dienst van de gemeente of het AGB mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)
§ 8.
De gemeenteraad stelt in overleg met de OCMW-raad een deontologische code voor raadsleden op.
Art. 12.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen over gemeentelijke aangelegenheden. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
(art. 31 DLB)
QUORUM
Art. 13, § 1.
De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.
Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.
Indien tijdens de vergadering het quorum niet meer gehaald wordt, schorst de voorzitter de vergadering voor een kwartier. Stelt de voorzitter na de heropening vast dat er nog steeds niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te vergaderen, dan sluit de voorzitter de vergadering.
De agendapunten die niet afgehandeld zijn, worden hernomen bij de start van de eerstvolgende raadsvergadering. Ze worden ook op die wijze opgenomen in de agenda.
(art. 26 DLB)
§ 2.
De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.
De termijnen, bedoeld in art. 2§1 van dit huishoudelijk reglement worden voor deze oproeping teruggebracht tot 2 dagen.
(art. 26 DLB)
WIJZE VAN VERGADEREN
Art. 14, § 1.
De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.
Op vraag van een raadslid, of op eigen initiatief, kan de voorzitter de vergadering schorsen als dat wenselijk is. De duur van de schorsing wordt bepaald door de voorzitter van de raad. Van deze schorsing wordt melding gemaakt in de notulen.
De vergadering wordt geschorst om middernacht van de dag waarop zij is aangevangen. De nog niet aangevatte punten worden hierdoor verdaagd naar een zitting de maandag volgend op de geschorste zitting. De voorzitter beslist, rekening houdend met artikel 20 van dit reglement of het reeds aangevatte agendapunt verder wordt afgewerkt of mee wordt verdaagd. Een eventueel verdere bespreking wordt alleszins binnen de 30 minuten na middernacht beëindigd en dit op straffe van nietigheid.
Deze zitting is een voortgezette zitting waardoor de toevoeging van aanvullende agendapunten is uitgesloten. Voor deze voortgezette zitting zullen geen zitpenningen verschuldigd zijn.
(art. 24 DLB)
§ 2.
Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB.
Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
Art. 15, § 1.
De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
§ 2.
Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
(art. 23 DLB)
Art. 16, § 1.
Nadat het agendapunt werd toegelicht, opent de voorzitter de bespreking. Voor het einde van de bespreking kunnen er amendementen op het voorstel van beslissing worden voorgesteld door de raadsleden en/of het college van burgemeester en schepenen. Als er amendementen zijn, worden deze schriftelijk bezorgd aan de voorzitter. Ze worden mondeling toegelicht door de indiener wanneer die het woord krijgt.
Een amendement is een voorstel tot wijziging van de voorgestelde beslissing bij een agendapunt, zonder dat de voorgestelde beslissing daardoor fundamenteel verandert.
Wordt er twijfel geuit of het wel gaat om een amendement of een nieuw agendapunt, dan beslist de raad of het om een amendement gaat. Meent de raad dat dit niet het geval is, dan wordt het ingediende amendement als onbestaande beschouwd.
De voorzitter verleent het woord in volgorde van de aanvragen en, in geval van gelijktijdige aanvraag, op basis van de rangorde van de raadsleden.
§ 2.
Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.
De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.
Art. 17.
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :
1° om te vragen dat men niet zal besluiten;
2° om de verdaging te vragen;
3° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
4° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
5° om naar het reglement te verwijzen.
Art. 18.
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve door de voorzitter voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
Art. 19, § 1.
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.
Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.
(art. 25 DLB)
§ 2.
De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
(art. 25, volgens art. 74 DLB)
§ 3.
Behoudens andersluidende beslissing van de voorzitter worden er geen audio- of audiovisuele opnamen gemaakt door individuele raadsleden.
Art. 20.
Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Art. 21.
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
De voorzitter kan tevens de vergadering schorsen op eigen initiatief of op vraag van een raadslid of fractie, waarbij de voorzitter de vraag tot schorsing beoordeelt en beslist om deze al dan niet toe te staan. De voorzitter beslist over de duur van de schorsing.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Art. 22.
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.
WIJZE VAN STEMMEN
Art. 23, § 1.
Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.
De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.
§ 2.
De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
(art. 33 DLB)
Art. 24, § 1.
De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
(art. 249, §3 DLB)
§ 2.
De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
(art. 249, §4 DLB)
Art. 25, § 1.
De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 3. (ipv 4)
(art. 34 DLB)
§ 2.
Er zijn vier mogelijke werkwijzen van stemmen:
1° de elektronisch uitgebrachte naamstemming
2° de mondelinge stemming
3° de elektronisch uitgebrachte geheime stemming;
4° de geheime stemming met stembriefjes;
§ 3.
Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:
1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;
2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
3° individuele personeelszaken.
(art. 34 DLB)
§ 4.
De stemming geschiedt met het elektronisch stemopnemingssysteem behalve als het elektronisch stemopnemingssysteem niet voorhanden is of niet functioneert of als een derde van de aanwezige leden de naamstemming desgevallend geheime stemming met stembriefjes vraagt.
Art. 26, § 1.
De elektronisch uitgebrachte naamstemming geschiedt als volgt. Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in artikel 23 § 1 vraagt hij achtereenvolgens raadsleden elektronisch hun stem uit te brengen (ja, neen of onthouding).
Elk raadslid kan zijn elektronisch uitgebrachte stem corrigeren tot aan de definitieve afsluiting van de stemming van het punt door de voorzitter.
§ 2.
In het geval de stemming mondeling doorgaat omwille van redenen voorzien in artikel 25 § 4, dan geschiedt deze door elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken na naamafroeping. Zij doen dat in volgende volgorde:
-de leden van het college van burgemeester en schepenen
-de raadsleden volgens hun rangorde
-de voorzitter van de raad.
De voorzitter stemt als laatste.
§ 3.
Wanneer er evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 28 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.
(art. 33 en 34 DLB)
Art. 27, § 1.
Voor de geheime stemming wordt er gewerkt via de elektronisch uitgebrachte geheime stemming, waarbij het geheim van de stemming wordt bewaard.
§ 2.
In geval van een geheime stemming bij toepassing van artikel 25 § 4 worden stembriefjes gebruikt waarbij eenvormig schrijfgerief ter beschikking wordt gesteld. De raadsleden stemmen 'ja', 'neen' of 'onthouding'. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje of door het invullen van het hokje 'onthouding' indien aanwezig.
§ 3.
Voor de stemming en de stemopneming in geval van stemming met stembriefjes is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.
Art. 28.
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
Van deze regeling kan enkel worden afgeweken indien opgelegd in specifieke wetgeving van een hogere orde.
(art. 35 DLB)
NOTULEN, ZITTINGSVERSLAG EN ONDERTEKENING
Art. 29, § 1.
De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen en de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
Een raadslid kan vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn onthouding op te nemen. Deze rechtvaardiging wordt schriftelijk en staande de vergadering bezorgd aan de algemeen directeur.
Indien blijkt dat de schriftelijke versie van de rechtvaardiging van de onthouding afwijkt van het zittingsverslag kan de algemeen directeur beslissen om terug te vallen op het zittingsverslag voor de formulering van de onthouding.
(art. 278, §1 DLB)
§ 2.
Van het openbaar gedeelte van de zitting van de gemeenteraad wordt een zittingsverslag opgemaakt in de vorm van een audio verslag.
(art. 278, §1 DLB)
§ 3.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 5, §2 en artikel 6 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(art. 278, §1 DLB)
§4.
Tijdens de vergaderingen van de gemeenteraad mogen geen audio- of audiovisuele opnames gemaakt worden, behalve door wie verantwoordelijk is voor het opmaken van de notulen en het zittingsverslag. Deze opnames zijn geen bestuursdocumenten, maar louter een administratief hulpmiddel. Ze mogen enkel gebruikt en geraadpleegd worden ter ondersteuning van de opmaak van het ontwerpzittingsverslag en de ontwerpnotulen. Vanaf het moment dat de ontwerpnotulen en het ontwerpzittingsverslag opgemaakt zijn, worden de opnames meteen en definitief gewist. Er wordt niet gewacht op de goedkeuring van de ontwerpen.
De raadsvoorzitter kan in uitzonderlijke omstandigheden toch opnames toelaten tijdens het openbare deel van de raadsvergadering. De gemeenteraad wordt daarvan op de hoogte gebracht bij het begin van de vergadering.
Art. 30, § 1.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
(art. 32 DLB)
§ 2.
De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking van de raadsleden via de webapplicatie.
(art. 32 DLB)
§ 3.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Het zittingsverslag, dat een audioverslag is, kan niet worden aangepast, maar de gevraagde aanpassing zal geregistreerd worden in de notulen van de zitting van de gemeenteraad waar dit verslag dient te worden goedgekeurd.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en wordt het notulenverslag door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
(art. 32 DLB)
Het zittingsverslag en de notulen worden actief openbaar gemaakt via de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente.
§ 4.
Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door de algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
(Art. 32 DLB)
Art. 31, § 1.
De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2.
De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
(art. 279, § 6 DLB)
FRACTIES
Art. 32.
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
Elke fractie kiest een fractieleider uit haar leden en deelt op de eerstvolgende raadsvergadering mee wie de fractieleider is. Een fractie kan op elk moment een nieuwe fractieleider kiezen.
De fractieleider vertegenwoordigt de fractie in de vergaderingen van de gemeenteraad en het bureau van de raad. Hij/zij fungeert als aanspreekpunt voor de algemeen directeur en het college van burgemeester en schepenen.
De fractieleider coördineert de standpunten en activiteiten van de fractie en zorgt voor een effectieve communicatie binnen de fractie.
Wanneer de fractieleider afwezig is, wordt binnen de fractie een ander lid aangeduid. De naam wordt doorgegeven aan de voorzitter van de gemeenteraad en bij de start van de gemeenteraad meegedeeld. Wanneer binnen de fractie geen plaatsvervangend fractieleider werd aangeduid, wordt deze functie waargenomen door een ander lid van de fractie. Men kijkt daarbij in afnemende volgorde naar de naamstemmen die elk lid behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen.
(art. 36 DLB)
RAADSCOMMISSIES
Art. 33, § 1.
De gemeenteraad kan raadscommissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden.
De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
(art. 37, § 1 DLB)
§ 2.
De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. De berekeningswijze is als volgt: aantal raadsleden per fractie x aantal mandaten in de commissie gedeeld door het aantal gemeenteraadsleden. Bij een cijfer na de komma wordt alles minder dan een 0.5 afgerond naar beneden en gelijk dan of meer dan 0.5 afgerond naar boven. Bij gelijkheid van eenheden van 2 of meer lijsten zal de zetel worden toegewezen aan de fractie met het hoogste stemcijfer bepaald volgens artikel 165 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.
Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 3.
Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.
De commissies worden echter opnieuw samengesteld na de aanname van een collectieve of een individuele constructieve motie van wantrouwen als daardoor het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen niet hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 4.
Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
Raadsleden die op basis van art. 12 van het DLB tijdelijk in de raad zetelen ter vervanging van een verhinderd raadslid, vervangen dat raadslid tijdens de periode van verhindering ook in de commissies waar het verhinderd lid normaal gezien zetelt.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 5.
Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 6.
Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid dat gekozen is door en onder de leden van de commissie. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie.
(art. 37 § 4 DLB)
§ 7.
De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webtoepassing van de gemeente.
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 5 t/m 7 van dit reglement).
De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 25 §3 van dit reglement.
De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Het ambt van secretaris van een raadscommissie wordt waargenomen door de algemeen directeur of door een daartoe door de algemeen directeur aangewezen personeelslid.
§ 8.
De deontologische commissie is geen commissie zoals bedoeld in dit artikel. De samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie wordt geregeld in de deontologische code voor mandatarissen.
§ 9.
Indien van toepassing zal de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad. Deze tuchtcommissie is bevoegd voor tuchtzaken waarvoor de gemeenteraad de tuchtoverheid is.
De tuchtcommissie vergadert besloten.
Het ambt van secretaris van de tuchtcommissie zal worden waargenomen door een externe deskundige in personeelszaken aangesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 33 van dit besluit is van overeenkomstige toepassing op deze commissie.
VERGOEDINGEN RAADSLEDEN EN FRACTIES
Art. 34, § 1.
Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
1° de vergaderingen van de gemeenteraad, uitgezonderd de voortgezette zittingen zoals beschreven in artikel 10 van dit huishoudelijk reglement;
2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem);
3° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond, voor zover er een effectieve aanwezigheid is geweest bij de behandeling van minimaal de helft van de agendapunten;
Er wordt geen presentiegeld verleend voor vergaderingen die niet kunnen doorgaan omdat het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt.
Er wordt geen presentiegeld verleend voor de voortgezette vergaderingen zoals omschreven in artikel 13 § 1, 3de en 4de lid.
(art. 17 §1 DLB en art. 15, lid 1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.)
§ 2.
Het presentiegeld bedraagt 124,98 EUR (geïndexeerd overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 06/07/2018 houdende het statuut van de lokale mandataris) voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.
Art. 35, § 1.
Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement kunnen de gemeenteraadsleden kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten.
Alle raadsleden krijgen ook een beveiligde toegang tot het extranet van de gemeente.
§ 2.
Per raadslid dat tijdens de eerste zitting van het jaar deel uitmaakt van de gemeenteraad is er een jaarlijks overdraagbaar trekkingsrecht van 100,00 EUR. Een raadslid dat tijdens de laatste zitting voor de vernieuwing van de raad deel uitmaakte van de gemeenteraad draagt het reeds opgebouwde nog niet aangewende deel van de trekkingsrechten over naar het nieuwe mandaat.
Gemeenteraadsleden kunnen via dit trekkingsrecht de kosten van de aankoop van hard- en software terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.
Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.
(art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
§ 3.
De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.
(art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
§ 4.
Ter ondersteuning van gemeenteraadsfracties wordt jaarlijks aan elke fractie, vertegenwoordigd in de gemeenteraad, een toelage ten laste van de gemeente verstrekt onder volgende modaliteiten:
-elke fractie in de gemeenteraad ontvangt jaarlijks een toelage van 400 EUR per gemeenteraadslid dat tijdens de eerste zitting van het jaar deel uitmaakt van de fractie.
De fractie kan de ontvangen toelage enkel gebruiken voor de ondersteuning van de eigen werking en voor de werking van de raden waar zij deel van uitmaakt. De middelen mogen niet gebruikt worden voor partijwerking, verkiezingen of ter compensatie van presentiegeld, wedde enz.
Op het einde van het werkjaar licht de fractie in een nota met bewijsstukken toe hoe ze de ontvangen middelen gebruikte.
Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de aanwending van alle middelen voor de ondersteuning van de fracties. Dat overzicht is openbaar.
Wanneer een fractie financiële middelen aanwendde voor andere doeleinden dan de ondersteuning van de eigen werking, dan zal het gemeentebestuur dit bedrag in mindering brengen van de toelage van het volgende werkjaar.
(art. 17, §3 DLB en art. 36 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
Artikel 2.
Dit huishoudelijk reglement vervangt integraal het huishoudelijk reglement goedgekeurd bij raadsbesluit van 15 mei 2023.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekend te maken en af te kondigen.
Hiervan wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid in toepassing van artikel 330 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.