Terug
Gepubliceerd op 18/06/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 16/06/2025 - 20:00

Goedkeuring aanpassing Deel I - Algemene Bepalingen van de codex politieverordening.

Aanwezig: Jimmy Graulus, Voorzitter
Bert Moyaers, Burgemeester
Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Schepenen
Sofie De Waele, toegevoegd schepen - voorzitter Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst
Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Ludo Knaepen, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Katrien Vanerum, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Tim Raskin, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Raadsleden
Nathalie Creten, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Guido Ector, Raadslid
Feiten en context

Gelet op de goedkeuring van een laatste versie van de politiecodex op de gemeenteraad van 8 januari 2024;

Gelet op het overleg van 9 december 2024 rond het gezamenlijk GAS-reglement van de politiezone LRH (deel I - algemeen deel van de codex);

Gelet op het verslag van de vergadering inclusief timing en verdere aanpak, zoals toegevoegd in bijlage.

Inhoudelijke motivering

Overwegende dat de stad Hasselt gevraagd heeft om de wijzigingen ambtelijk en politiek af te stemmen;

Overwegende dat het wijzigingen betreft van het algemeen deel van de codex politieverordeningen;

Overwegende dat een aantal aanpassingen vooral juridische verduidelijkingen betreffen; 

Overwegende evenwel dat de bepaling zoals voorzien voor de vogelschrikkanonnen werd uitgebreid met de hagelkanonnen en schokgolfgeneratoren;

Overwegende de afspraak dat dit conform het reglement van Herk-de-Stad zou gebeuren;

Overwegende dat evenwel thans de bepalingen van de vogelschrikkanonnen nu gewoon van toepassing worden gemaakt, waardoor dit conflicteert met het eigen reglement 'Hagelkanonnen';

Overwegende dat het niet de bedoeling van onze stad is om dit reglement te herzien en dat bovendien, zelfs indien dit wenselijk was, dit niet kan geconformeerd worden aan de omschrijving thans voorzien;

Overwegende dat het tijdspad van de stad Hasselt onhaalbaar is gebleken gezien de werkdruk die gepaard ging met de installatie van de nieuwe beleidsorganen en de opmaak van de meerjarenplanning;

Overwegende dat de aanpassingen evenwel uiterlijk geagendeerd dienen te worden op de gemeenteraad van juni om de inwerkingtreding van het algemeen deel per 1 juli te kunnen laten ingaan;

Overwegende dat hiernavolgende aanpassingen, met een inhoudelijke relevantie werden doorgevoerd teneinde een uniform deel I te behouden voor alle gemeenten die deel uitmaken van de politiezone LRH:

- artikel 1:

§6: schrapping onmiskenbare bestuurder

§6: artikel 6.14 - 6.16 van het Burgerlijk Wetboek

- artikel 2: 

  • de private plaatsen met een publiek karakter wordt vervangen door alle voor het publiek toegankelijke plaatsen
  • definitie 'Openbare vergadering' wordt geschrapt
  • definitie 'Evenement': verduidelijking openbaar karakter
  • definitie 'Herhaling' toegevoegd
  • definitie 'Gemachtigd ambtenaar' toegevoegd
- artikel 5: toevoeging 'feestzalen'
- artikel 8: schrapping 'bevoegde overheid' vermits enkel burgemeester bevoegd is voor uitvoering van dit politiereglement
- artikel 13: schrapping gebruik van grasmaaiers en dergelijke
- artikel 19 §2: toevoeging 'Fondsenwerving' 
- artikel 21: toevoeging 'Het is verboden zich op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, waaronder een portaal, foyer, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling en de ruimte te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de ruimte bestemd is.'
- artikel 23: vervanging politie ambtenaar door 'gemachtigd ambtenaar'
- artikel 23ter: toevoeging artikel met betrekking tot het verbod op het hinderen van politie en andere hulpdiensten 
- 3.4.1. schrapping 'Openbare vergaderingen in open lucht' doordat definitie 'Openbare Vergadering' in artikel 2 werd geschrapt
- artikel 31: toevoeging §2 'De organisator dient alle maatregelen, voorwaarden en adviezen opgelegd door de politie en bevoegde overheidsdiensten in de verleende vergunning na te leven, onverminderd de strikte naleving van de regelgeving inzake geluidsnormen.'
- 3.7. Recreatiedomeinen, natuurgebieden en parken: toevoeging 'van het domein in kwestie'
- artikel 38: schrapping 'Er wordt een uitzondering gemaakt' en vervanging door 'Dit verbod geldt niet'
- artikel 40: vervangen door 'Tenzij uitdrukkelijk toegelaten, is het verboden activiteiten uit te oefenen in of op de vijvers en in andere oppervlaktewateren van de stedelijke en/of gemeentelijke domeinen.'
- artikel 52: schrapping 'afkomstig van eender welk voertuig' en toevoeging 'op openbaar domein of in de openbare riolering'
- artikel 70: vervanging bevoegd door 'gemachtigd'
- artikel 81: vervanging bevoegd door 'gemachtigd'
- artikel 79§2: toevoeging artikel owv uitbreiding toepassingsgebied onbebouwde percelen en eigendommen
- artikel 81: vervanging bevoegd door 'gemachtigd'
- nieuw artikel 82ter: regeling rond Little Cherry Virus-problematiek (voornamelijk in Alken en Kortessem)
- nieuw artikel 82quater: regeling rond bacterievuur (voornamelijk in Alken en Kortessem)
- artikel 90: schrapping, verbod op lachgas werd intussen strafrechtelijk geregeld
- artikel 91bis: toevoeging 'Trage wegen en ruilverkavelingswegen gelden eveneens als gemeentewegen in de zin van deze bepaling.'
 
Overwegende dat in deel II - Bijzondere Bepalingen voorlopig geen wijzigingen werden opgenomen;

Overwegende dat in deel III - Procedure, sancties en slotbepalingen volgende kleine aanpassingen werden doorgevoerd:

- artikel 195: toevoeging woordje 'codex'
- artikel 196§2: artikel 22 tot en met 28 werd vervangen door artikel 23bis tot en met artikel 29
- artikel 199: ingangsdatum deel I codex gewijzigd naar 1 juli 2025 

Overwegende dat de wijzigingen aan deze codex van politieverordeningen voor toepassing op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad dient te worden goedgekeurd door de gemeenteraad van Herk-de-Stad;

Overwegende dat de jeugdraad geen opmerkingen heeft geformuleerd en positief advies geeft voor de wijzigingen aan deze codex van politieverordeningen (zie bijlage);

Wettelijke motivering

Bevoegdheidsgrond:

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Toepasselijke regelgeving:

Gelet op artikel 119bis§ 10 van de Gemeentewet;

Gelet op de wetten van 13 mei 1999, 7 mei 2004 en 17 juni 2004 betreffende de administratieve sancties;

Gelet op het KB van 17 maart tot inwerkingtreding van de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op de wet van 20 juli 2005, houdende diverse bepalingen tot wijziging van artikel 199bis van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op de omzendbrief OOP 30bis van 02 januari 2005 (B.S. van 20.01.2005) van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken aangaande de uitvoering van gemeentelijke administratieve sancties;

Gelet op het Milieuhandhavingsdecreet van 05.04.1999, gewijzigd bij decreet van 21.12.2007;

Gelet op de Omzendbrief COL /2006 betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties van het College van de Procureurs-Generaal bij de Hoven van beroep, dd. 22 november 2007;

Gelet op het feit dat bepaalde inbreuken aangaande allerhande vormen van overlast het meest efficiënt worden beteugeld met gemeentelijke administratieve sancties en bovendien een aantal inbreuken gedepenaliseerd werden door de opheffing van titel X van boek II van het strafwetboek en van de besluitwet van 29 december 1945 houdende het verbod van het aanbrengen van opschriften op de openbare weg.

Publieke stemming
Aanwezig: Jimmy Graulus, Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Sofie De Waele, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Ludo Knaepen, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Katrien Vanerum, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Tim Raskin, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Nathalie Creten
Voorstanders: Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Sofie De Waele, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Ludo Knaepen, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Katrien Vanerum, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Tim Raskin, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Jimmy Graulus
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Artikel 1.

Hiernavolgende gecoördineerde versie van de Codex politieverordeningen goed te keuren:

 

                                                             GEMEENTELIJKE CODEX POLITIEVERORDENINGEN

 

DEEL I: ALGEMENE BEPALINGEN

1. ALGEMEEN

1.1.     Toepassingsgebied

Artikel 1.     

§1.

Deze codex politieverordening is van toepassing op het volledige grondgebied van Herk-de-Stad en geldt voor iedereen die zich op dit grondgebied bevindt, ongeacht zijn/haar woonplaats of nationaliteit. Deel I Algemene bepalingen van onderhavige codex politieverordeningen is bovendien ook van toepassing in de andere gemeenten van de politiezone Limburg Regio Hoofdstad.

§2.

De inhoud van deze verordening betreft de materies die verband houden met de opdrachten van de gemeente, zoals bepaald in de Nieuwe Gemeentewet.

§3.

Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens de artikelen 133 tot en met 135 van de Nieuwe Gemeentewet, naleven.

§4.

De gemeentelijke administratieve sancties kunnen opgelegd worden aan alle personen vanaf 14 jaar op het tijdstip van de feiten.

§5.

Wanneer een overtreding op deze verordening is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon, en de bestuurder bij de vaststelling van de overtreding niet geïdentificeerd werd, wordt vermoed dat deze is begaan door de titularis van de nummerplaat van het voertuig. Het vermoeden van schuld kan worden weerlegd met elk middel.

§6.

Wanneer een overtreding op deze verordening is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een rechtspersoon, zijn de natuurlijke personen die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigen ertoe gehouden de identiteit van de bestuurder op het ogenblik van de feiten mee te delen of, indien zij die niet kennen, zijn zij ertoe gehouden de identiteit van de persoon die het voertuig onder zich heeft mee te delen, tenzij wanneer zij diefstal, fraude of overmacht kunnen bewijzen.

De mededeling moet gebeuren binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de datum waarop de vraag tot inlichtingen werd verstuurd. De gemeente kan de formaliteiten bepalen die gevolgd dienen te worden bij de overmaking van de identiteit.

Indien de persoon die verantwoordelijk is voor het voertuig niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten, moet hij eveneens, op de wijze zoals hierboven vermeld, de identiteit van de bestuurder meedelen.

De rechtspersoon of de natuurlijke persoon die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigt als houder van de kentekenplaat of als houder van het voertuig zijn ertoe gehouden de nodige maatregelen te nemen om aan deze verplichting tot mededeling te voldoen.

Wanneer de overtreding werd begaan met een motorvoertuig ingeschreven op naam van een rechtspersoon die de gebruikelijke bestuurder in de kruispuntbank Voertuigen heeft laten registeren, wordt de gebruikelijke bestuurder gelijkgesteld met de houder van de kentekenplaat en is §6 van dit artikel van toepassing.

Ingeval de rechtspersoon weigert deze informatie te verstrekken, wordt voor het niet-meedelen van deze informatie een gemeentelijke administratieve sanctie opgelegd en zijn ze op grond van artikel 6.14 – 6.16 Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor de geldboete voor de desbetreffende overtreding.

§7.

Wanneer de openbare veiligheid, reinheid, gezondheid of rust in het gedrang komen door situaties waarvan de oorzaak bij privaat domein ligt, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen. De eigenaars, huurders, bezetters of zij die er op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, moeten zich schikken naar de besluiten van de burgemeester. In geval van weigering of vertraging in de uitvoering van de bij voornoemde besluiten voorgeschreven maatregelen, alsook indien het onmogelijk is ze aan de betrokkenen te betekenen, kan de burgemeester er ambtshalve toe doen overgaan, op risico van de in gebreke blijvende partijen die de kosten hoofdelijk moeten dragen.

§8.

Als een overtreder zich niet in orde stelt binnen de opgelegde termijn en niet de nodige maatregelen neemt om de veroorzaakte hinder te doen stoppen, kan de gemeente zich het recht voorbehouden om ambtshalve op te treden op kosten en op risico van de overtreder.

§9.

Als een overtreder afval achterlaat op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering kan de burgemeester aan de gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

§10.

Het stelsel van de administratieve sancties doet geen afbreuk aan de toepassing van een herstelbelasting en/of aan het terugvorderen van de door het stads- of gemeentebestuur gemaakte kosten voor rekening van de overtreder.

1.2.     Begrippen

Artikel 2.

Voor de toepassing van onderhavige verordening wordt verstaan onder:

  • Openbaar domein of openbare ruimte:

-             de openbare weg;

-             de openbare plaatsen;

-             alle voor het publiek toegankelijke plaatsen (o.a. winkels, parkings, cafés);

-             de groene ruimten zoals de openbare plantsoenen, wandelplaatsen, recreatiedomeinen, natuurgebieden, parken, openbare tuinen, pleinen, speelterreinen en alle stukken van de openbare plaats, buiten de openbare weg, die openstaan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen en ontspanning.

  • Openbare weg: de wegen en doorgangen die in hoofdorde bestemd zijn voor alle verkeer van personen en voertuigen, met inbegrip van de bermen, voetpaden, rijbanen, fietspaden, aardewegen, paden en de ruimten aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen.
  •  openbare plaatsen: alle plaatsen en gebouwen die voor iedereen toegankelijk zijn, zoals pleinen, openbare gebouwen…

▪      Berm: de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg begrepen is.

▪      Aangelegde berm: de ruimte gelegen op het openbaar domein tussen de rooilijn en de rijbaan of het fietspad, die door de overheid werd aangelegd maar niet als voetpad werd ingericht.

▪      Voetpad: de doorgaans ten opzichte van de rijweg verhoogde of gelijkgrondse berm, gelegen langs de rooilijn en bestemd voor voetgangers.

▪      Voor het publiek toegankelijke plaats: elke plaats waartoe andere personen dan de beheerder en de personen die er werkzaam zijn toegang hebben ofwel omdat ze geacht worden gewoonlijk toegang te hebben tot die plaats, ofwel omdat ze er toegelaten zijn zonder individueel te zijn uitgenodigd.

▪      Openbare overlast: een van verstoring van de openbare rust, veiligheid, gezondheid of zindelijkheid. Openbare overlast heeft betrekking op de individuele, collectieve of materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt.

▪      Openbare rust: de afwezigheid van onrust, verstoring en wanorde in de openbare plaatsen (of plaatsen die omwille van hun eigenlijk gebruik een openbaar karakter hebben).

▪      Openbare veiligheid: de afwezigheid van ongevallen of risico op ongevallen of de afwezigheid van gevaarlijke situaties die schade kunnen berokkenen aan personen en goederen.

▪      Openbare gezondheid: de afwezigheid van ziekten of besmetting door het behoud of handhaving van de hygiëne en van de kwaliteit van de leefomgeving.

▪      Openbare reinheid of zindelijkheid: de afwezigheid van verschillende vormen van vervuiling.

▪      Handelszaak: de plaats waar een natuurlijke persoon of rechtspersoon handel drijft in de meest ruime zin van het woord.

▪      Manifestatie: het bij elkaar komen van een groep mensen om anderen hun standpunt of hun mening van politieke, religieuze, sociale, culturele of van welke aard ook, kenbaar te maken en te propageren.

 ▪     Evenement: Een eendaagse of meerdaagse activiteit of feestelijkheid zoals fuiven, bals, danspartijen, optredens, sport- of culturele activiteiten, beurzen en dergelijke, met een openbaar karakter, met uitzondering van de activiteiten of feestelijkheden die onder het toepassingsgebied van andere gemeentelijke reglementen vallen. Met openbaar karakter wordt bedoeld dat deze evenementen al dan niet tegen betaling voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt.

Onder evenementen wordt niet begrepen de privéactiviteiten of feestelijkheden. Hiermee wordt een activiteit of feestelijkheid bedoeld waar niet iedereen zonder onderscheid is toegelaten noch op activiteiten of feestelijkheden in private inrichtingen zoals bedoeld in artikel 6.7.2 Vlarem II, zijnde woningen en hun aanhorigheden en tuinen, en in het algemeen alle plaatsen welke niet voor het publiek toegankelijk zijn.

▪      Wensballon: een vliegende lampion, meestal vervaardigd uit papier, gevuld met hete lucht die opgewarmd wordt door een vlam (ook ‘sky lantern’ of ‘geluksballon' genoemd). De wensballon is verder ook gekend als Thaise lampion, gelukslampion, ufoballon, herdenkingsballon, Chinese lantaarn en Oosterse lampion.

▪      Overdag: tussen 07.00 uur ’s morgens en 22.00 uur ’s avonds, onafhankelijk van het heersende seizoen.

▪      ’s Nachts: tussen 22.00 uur ’s avonds en 07.00 uur ’s morgens, onafhankelijk van het heersende seizoen.

▪      Verhuizen: overbrengen van de inboedel.

▪      Herhaling: de overtreder werd reeds gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

▪      Gemachtigd ambtenaar: een ambtenaar zoals bepaald in artikel 21 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

▪      Kampeerautoterrein: een terrein uitsluitend bedoeld voor het parkeren van kampeerauto’s en aangeduid met het bord E9h.

▪      Kampeerauto: een zelfrijdend voertuig ingericht voor vrije tijd met minstens de volgende voorzieningen: zit- en slaapgelegenheid, waarbij voor meerdere dagen voldaan wordt in de opvang van zuiver en gebruikt water, alsook van toiletvoorzieningen; maximale buitenafmetingen: 8 meter lang en 2,5 meter breed.

▪      Huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 4.1.1 van het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

▪      Vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.

▪      Huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in de voorgeschreven recipiënt voor de inzameling van het huisvuil kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, pmd-afval, groenafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

▪      Grofvuil: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit die door de omvang, de aard en/of het gewicht niet in de recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden en die aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het recyclagepark, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, kga, groenafval, pmd-afval, metalen, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (aeea), bouw- en sloopafval, autobanden, houtafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

▪      Glas: holglas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van hittebestendig glas, kristal, opaalglas, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, TL-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van Tv’s, e.d..

▪      Holglas: alle glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, confituren, sausen en mayonaises,... (def. Fost Plus).

▪      Vlakglas: vensterglas.

▪      Papier en karton: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, e.d.

▪      Klein Gevaarlijk Afval (kga): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

▪      Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon- en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Onder snoeihout worden enkel takken met een diameter van minder dan 10 cm verstaan.

▪      Pmd-afval: plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, met uitzondering van papieren en kartonnen verpakkingen en glasverpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Deze plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

▪      AEEA: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1§2.23° van Vlarema.

▪      Metalen gemengd: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van KGA, metalen verpakkingen die met de PMD-fractie ingezameld wordt en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

▪      Textielafval: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

▪      Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

▪      Batterijen en accu’s: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen.

▪      Gasflessen: de stalen recipiënten waarin bepaalde gassen worden verkocht (Butaan- en propaangas, CO2, argon,…). De flessen blijven eigendom van de gasleverancier. Wie een lege gasfles heeft of een gasfles niet meer gebruikt, kan ze terugbrengen naar een verdeler of verkooppunt van gasflessen. Lege gasflessen horen niet thuis op het recyclagepark of bij de schroothandelaar. Ze moeten op een specifieke wijze behandeld worden en mogen daarom niet bij oude metalen of kga ingezameld worden. Spuitbussen (houders onder druk) worden hieronder niet verstaan. Lege spuitbussen waarvan de inhoud volledig voeding of cosmetica was horen bij het pmd-afval. Andere lege spuitbussen horen bij het kga.

▪      Oude en vervallen geneesmiddelen: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht.

▪      Vuurwerk en munitie: restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.

▪      Wachtbekken het Schulensbroek: is een afgebakend gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van zowel de gemeente Lummen als de stad Herk-de-Stad, dat begrensd wordt door de verhoogde dijken met inbegrip van deze dijken en zoals is vastgelegd op het grondplan gevoegd in bijlage 1 aan dit besluit, en wat voorheen werd benoemd als 'binnenbekken'. Het wachtbekken is opgedeeld in een zone ‘Noord’ en een zone ‘Zuid’ zoals is vastgelegd op het plan gevoegd in bijlage 1 aan dit besluit.

▪      Bijzondere toelatingen: de bijzondere toelatingen waarvan sprake in de diverse artikelen van onderhavig reglement zijn volgens het model als vastgelegd in bijlage 2 van dit reglement, en vermelden steeds alle modaliteiten met betrekking tot het gebruik waarvoor ze worden afgeleverd. Deze toelatingen worden afgeleverd door de afdeling Water van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, na toetsing aan de doelstellingen van de Vogel- en Habitatrichtlijnen.

▪      Beheersdienst: wordt gevormd door de leden van de diensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die het wachtbekken ‘Het Schulensbroek’ beheren.

▪      Het domein Olmenhof-Harlaz: alle percelen die deel uitmaken van het beschermde landschap 'Oude boomkwekerij De Pierpont', goedgekeurd bij KB van 23 maart 1987 en zoals omschreven in het goedgekeurde landschapsbeheersplan (dd. 23 juni 2008); bestaat uit een parkgedeelte 'Olmenhof' en een bosgedeelte 'Harlaz', is eigendom van de gemeente Herk-de-Stad en wordt door het gemeentebestuur beheerd.

▪      Herhaling: de overtreder werd reeds gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

▪      Gemachtigd ambtenaar: een ambtenaar zoals bepaald in artikel 21 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

2.  OPENBARE RUST

2.1.    GELUIDSOVERLAST

Artikel 3.

Het is verboden om nachtgerucht of nachtrumoer te veroorzaken waardoor de rust van de inwoners kan verstoord worden (art. 561, 1° van het Strafwetboek, hierna afgekort ‘SWB’).

Artikel 4.

Behoudens schriftelijke toelating van de burgemeester, is het verboden om overdag gerucht of rumoer te veroorzaken waardoor de rust van de inwoners in die mate verstoord wordt dat het een invloed heeft op het dagdagelijks functioneren. Het dient te gaan om aanhoudend en/of overdreven geluid dat is toe te schrijven aan een gebrek aan vooruitzicht vanwege degene die het geluid veroorzaakt.

Artikel 5.

Het is zowel overdag als ’s nachts verboden voor cafés, feestzalen en andere publiek toegankelijke plaatsen om de deuren en ramen van hun inrichtingen open te laten en hierdoor geluidsoverlast te veroorzaken. Ze zijn verplicht alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen zodat de omwonenden geen overlast van de uitbating ondervinden. Het bewijs van geluidsoverlast kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.

Artikel 6.

Een officier van bestuurlijke politie kan, na een waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, een voor het publiek toegankelijke inrichting sluiten, wanneer de uitbating de openbare rust verstoort. Het is de uitbater of zijn/haar zaakwaarnemer die aan dit bevel tot sluiting geen gevolg geeft, die bestraft wordt.

2.1.1.  NIET-HINDERLIJK GELUID

Artikel 7.     

Een geluid kan geen aanleiding geven tot een gerechtvaardigde klacht inzake geluidsoverlast wanneer het geluid:

▪      het gevolg is van werkzaamheden aan/op het openbaar domein of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd overdag of ’s nachts en met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid;

▪      Het gevolg is van werkzaamheden aan private eigendommen uitgevoerd overdag en waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend of het gevolg is van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet-  noodzakelijk lawaai te voorkomen;

▪      Het gevolg is van werkzaamheden of handelingen die hoogdringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, ter voorkoming van noodsituaties of om de gevolgen van noodsituaties te beperken;

▪      Het gevolg is van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie of evenement, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd;

▪      Afkomstig is van spelende kinderen en/of jongeren voor zover het gaat om spelen overdag.

2.1.2.  VERHUIZINGEN/LADEN EN LOSSEN

Artikel 8.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester en behoudens de bepalingen opgenomen in een toegekende vergunning is het verboden om ’s nachts te verhuizen of goederen te laden en/of te lossen.

2.1.3.  GELUIDSGOLVEN IN DE OPENBARE RUIMTE

Artikel 9.     

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden in de openbare ruimte om:

▪      Vocale, instrumentale of muzikale optredens uit te voeren die de openbare rust verstoren;

▪      Parades te organiseren of muziek te produceren;

▪      Geluidsvoortbrengende middelen te gebruiken voor verkiezingspropaganda, het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een commerciële dienst.

2.1.4.  MUZIEK IN VOERTUIGEN

Artikel 10.   

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld te zijn begaan door de titularis van de nummerplaat van het voertuig, tenzij de bestuurder geïdentificeerd kan worden.

2.1.5.  VOERTUIGEN MET LUIDSPREKERS

Artikel 11. 

§1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het gebruik van voertuigen met luidsprekers, bestemd voor het maken van reclame, verboden. De toelating moet steeds in het voertuig aanwezig zijn.

§2.

De toelating kan slechts gegeven worden van 08.00 uur tot 18.00 uur in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart en van 08.00 uur tot 20.00 uur in de periode van 1 april tot en met 30 september en moet op het eerste verzoek van de bevoegde personen voorgelegd kunnen worden.

§3.

De luidsprekers moeten afgezet worden als het voertuig stilstaat.

2.1.6.  GELUIDSVERWEKKENDE HULPMIDDELEN

Artikel 12.

§1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden fluiten, sirenes, bellen, klokken, muziek en andere geluidsverwekkende hulpmiddelen van welke aard ook te gebruiken voor verkiezingspropaganda, het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een commerciële dienst. De toelating moet steeds in het bezit zijn van de persoon die gebruik maakt van het geluidsverwekkend hulpmiddel.

§2.

De toelating kan slechts gegeven worden van 8.00 uur tot 18.00 uur in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart en van 8.00 uur tot 20.00 uur in de periode van 1 april tot en met 30 september en moet op het eerste verzoek van de bevoegde personen voorgelegd kunnen worden.

2.1.7.  GRASMAAIERS EN DERGELIJKE

Artikel 13.

[ … schrapping GR 16 juni 2025]

2.1.8.  DIEREN

Artikel 14.   

Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw, gekrijs of door eender welk ander aanhoudend geluid, ongeacht of de dieren op dat ogenblik wel of niet onder toezicht staan. De eigenaar of houder van een dier dat door zijn geblaf, geschreeuw, gekrijs of eender welk ander aanhoudend geluid de rust van de omwonenden verstoort, is strafbaar.

2.1.9.  VUURWERK

Artikel 15.   

[ …schrapping GR 8 januari 2024; zie deel II Bijzondere Bepalingen, hoofdstuk 1, artikel 94)

2.1.10.  VOGELSCHRIKKANONNEN

Artikel 16.   

§1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden al dan niet automatische vogelschrikkanonnen (al dan niet elektronisch versterkt) te gebruiken, die het geluid laten horen van krijsende vogels of ontploffingen met als doel het verjagen van vogels bij het beschermen van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt.

§2.

De toestellen mogen niet opgesteld worden binnen een afstand van minder dan 100 meter van enig bewoond huis en van het openbaar domein, uitgezonderd de ruilverkavelingswegen.

§3.

Het gebruik van vogelschrikkanonnen is op alle dagen verboden tussen 20.00 uur en 08.00 uur. Het is verboden tussen de ontploffingen of de aaneengesloten periodes van vogelgekrijs minder dan 10 minuten tijd te laten. Bovendien moeten de minimale kwaliteitsnormen betreffende het geluid zoals vermeld in Vlarem worden toegepast.

§4.

De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van hindergevoelige plaatsen of gebieden, rekening houdend met de afstanden die reeds eerder in dit artikel werden vermeld.

2.2.    LICHTOVERLAST

Artikel 17.

§1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om gebruik te maken van het luchtruim boven het grondgebied van de gemeente of stad voor het voortbrengen of projecteren, hetzij rechtstreeks hetzij door weerkaatsing, van lichtbundels van laserlicht of gelijkaardig licht.

§2.

Onverminderd andere wettelijke bepalingen en de milieureglementering moeten de nodige maatregelen genomen worden om lichthinder te voorkomen. De verlichting is dermate geconcipieerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op de inrichting of onderdelen ervan. Lichtreclame mag de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen.

2.3.    BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 18.

Het is verboden op de begraafplaatsen:

▪      De grasperken en de beplantingen te bevuilen;

▪      Voorwerpen onrechtmatig te verplaatsen;

▪      De graven, gedenktekens, zinnebeelden, hulde- en versieringsvoorwerpen, afsluitingen en om het even welk ander voorwerp op de graven te bevuilen;

▪      Met voertuigen te rijden zonder de toelating van de verantwoordelijke van de begraafplaatsen. Deze regel is niet van toepassing op de voertuigen van hulp- en politiediensten en van begrafenisondernemers en op voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met een handicap;

▪      Gelijk welke daad te stellen, houding aan te nemen of manifestatie op touw te zetten die de eerbaarheid van de plaats alsook de orde en de eerbied voor de doden stoort of kan storen;

▪      Bij het onderhoud van de graven herbiciden aan te wenden;

▪      Aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen bepaald bij het decreet van 16 januari 2004 of bij deze politieverordening;

▪      Goederen te koop aan te bieden of zijn/haar diensten aan te bieden.


3.  OPENBARE VEILIGHEID

3.1.    BEDELEN EN FONDSENWERVING

Artikel 19.

§1.

Het is verboden zowel in de openbare ruimte als in elke voor het publiek toegankelijke plaats en met name in de commerciële centra en straten, op een opdringerige, hinderlijke of agressieve manier te bedelen. Hiermee wordt onder andere bedoeld:

Het hinderen of belemmeren van de vlotte doorgang van het voetgangers- en andere verkeer;

Het aanklampen van voorbijgangers om een aalmoes te bekomen.

§2.

Het is op voornoemde plaatsen eveneens verboden om fondsen te werven, zonder de voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester. 

3.2.    ORDEVERSTORING

Artikel 20.   

Het is verboden feitelijke gedragingen te stellen met betrekking tot openbare ordeverstoring op het openbaar domein of in een publiek toegankelijke plaats of gebouw. Het is eveneens verboden dergelijke gedragingen te stellen tijdens manifestaties, evenementen en elke andere bijeenkomst die voor het publiek toegankelijk is.

Artikel 21.

Het is verboden zich op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, waaronder een portaal, foyer, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling en de ruimte te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de ruimte bestemd is.

Artikel 22.

De niet-naleving van een plaatsverbod, opgelegd door de burgemeester zoals bepaald in artikel 134sexies van de nieuwe gemeentewet, kan worden bestraft met een administratieve geldboete.

Artikel 23.   

Het is verboden het bevel van een gemachtigd ambtenaar betreffende het tonen van een identiteitsbewijs, gegeven in het kader van het handhaven of het herstel van de openbare rust, veiligheid, gezondheid of zindelijkheid of gegeven in het kader van de bestrijding of voorkoming van overlast, niet na te leven. Het bewijs van identiteit kan geleverd worden door het tonen van een identiteitskaart (of officieel vervangdocument) of rijbewijs.

Artikel 23bis.

Het is verboden om iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed, door woorden of daden te beledigen in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening, en dit in een van de omstandigheden in artikel 444 SWB bepaald, zijnde:

  • Hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen;
  • Hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken;
  • Hetzij om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen;
  • Hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden;
  • Hetzij ten slotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden (art. 448 SWB).

Artikel 23ter. 

Het is verboden de vlotte doorgang, het zicht en andere gelegitimeerde tussenkomsten van toezichthoudende- en/of hulpdiensten, en/of openbare dienstverleners te verhinderen of te bemoeilijken.

Dit kan onder meer door:

  • het gooien van voorwerpen naar de toezichthoudende - en/of hulpdienst, de openbare dienstverlener, en/of het dienstvoertuig
  • het uitvoeren van afleidingsmanoeuvres of op een andere wijze nadrukkelijk de aandacht te trekken van de toezichthoudende- en/of hulpdiensten, en/of de openbare dienstverleners
  • een weigering om de plaats van de tussenkomst te verlaten
  • het betreden van een afgebakende perimeter of zone
  • het opruien van mensen rondom de gelegitimeerde bijeenkomst
Onder toezichthoudende- en/of hulpdiensten worden o.a. begrepen: politiediensten, hulpverleners, brandweer, ambulanciers, toezichthoudend stads- of gemeentepersoneel, seingevers, ...

3.3.    HET OPZETTELIJK VERNIELEN OF BESCHADIGEN VAN ANDERMANS EIGENDOMMEN

Artikel 24.  

Het is verboden de hiernavolgende voorwerpen te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen:

  • Grafsteden, gedenktekens of grafstenen;
  • Monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht;
  • Monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst. (art. 526 SWB)

Artikel 25.   

Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen (art. 534bis SWB). Het aanbrengen van graffiti is enkel toegestaan op de daarvoor voorziene plaatsen bepaald door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 26.   

Het is verboden om andermans roerende eigendommen opzettelijk te vernielen of te beschadigen.(art. 559, 1° SWB)

Artikel 27.

Het is verboden om andermans onroerende eigendommen opzettelijk te beschadigen.(art. 534ter SWB)

Artikel 28.

Het is verboden om één of meer bomen kwaadwillig om te hakken, zodanig te snijden, verminken of ontschorsen dat zij vergaan of om één of meer enten te vernielen.(art. 537 SWB)

Artikel 29.

Het is verboden om grachten geheel of gedeeltelijk te dempen, levende of dode hagen af te hakken of uit te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt te vernielen, grenspalen, hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.(art. 545 SWB).

3.4.    OPENBARE EVENEMENTEN, VERGADERINGEN EN ACTIVITEITEN

Artikel 30.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om een manifestatie zoals omschreven in artikel 2 in openlucht en/of op de openbare ruimte te organiseren. De aanvraag moet minstens vier werkdagen voor de geplande datum worden ingediend.

Artikel 31.

§1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om een evenement zoals omschreven in artikel 2 in openlucht en/of op de openbare ruimte te organiseren. De aanvraag moet minstens 6 weken voor de geplande datum worden ingediend.

§2.

De organisator dient alle maatregelen, voorwaarden en adviezen opgelegd door de politie en bevoegde overheidsdiensten in de verleende vergunning na te leven, onverminderd de strikte naleving van de regelgeving inzake geluidsnormen.

Artikel 32.   

De organisator moet de nodige maatregelen treffen zodat er geen schade berokkend wordt aan personen en/of goederen. De organisator zorgt ervoor dat de veiligheid niet in het gedrang komt. Bij overtreding van dit artikel kan de burgemeester of de officier van bestuurlijke politie de activiteit doen ophouden.

Artikel 33.  

Iedereen die zich bevindt op het openbaar- of privédomein of in een voor het publiek toegankelijke plaats, waar een vergunde activiteit plaatsvindt, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken, richtlijnen of bevelen van de door de organisator aangestelde personen of van politieambtenaren, agenten van politie of gemachtigd ambtenaren.

Artikel 34.

[ ... GR 28/4/2020 opgeheven]

Artikel 35.   

Het is altijd, dus ook onder andere tijdens carnavalsoptochten en andere openbare evenementen, verboden om:

▪      Confetti of slingerpapier te gooien behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester;

▪      Voorwerpen of middelen, onder andere spuitbussen met kleur– en/of scheerschuim, spuitbussen met haarlak en potten met schoensmeer, op de openbare weg of in openbare inrichtingen op een oneigenlijke manier te gebruiken zodat er schade en/of verwondingen veroorzaakt kunnen worden aan personen en/of goederen.

3.5. Drones

Artikel 36.

[ ... GR 8/1/2024 geschrapt]

3.6.    BESCHERMING VAN HET PRIVELEVEN

Artikel 37.   

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden te manifesteren aan privéwoningen van leden van de rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht, met als doel eisen te doen gelden.

3.7.    RECREATIEDOMEINEN, NATUURGEBIEDEN EN PARKEN

Onderstaande bepalingen gelden behoudens afwijkende bepalingen in het huishoudelijk reglement van het domein in kwestie of behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester.

Artikel 38.   

Het is verboden op recreatiedomeinen, in natuurgebieden en in parken:

▪      Te rijden met motorvoertuigen, uitgezonderd op de hiertoe aangelegde paden. Dit verbod geldt niet voor motorvoertuigen van hulp- en politiediensten, motorvoertuigen die nodig zijn voor het onderhoud van het terrein en gemotoriseerde rolstoelen van personen met een handicap;

▪      Te fietsen, skateboarden, steppen of rolschaatsen uitgezonderd op de hiertoe aangelegde paden en de hiervoor bestemde plaatsen;

▪      Paard te rijden uitgezonderd op de hiertoe aangelegde paden of speciaal daarvoor ingerichte plaatsen;

▪      De zandbakken bedoeld om in te spelen oneigenlijk te gebruiken, zoals bijvoorbeeld als een speelplek voor honden of om honden uit te laten.

Artikel 39.   

Tenzij uitdrukkelijk toegelaten, is het verboden op openbaar domein, op recreatiedomeinen, in natuurgebieden en in parken te kamperen of te overnachten in openlucht, in een tent, in een caravan, in een mobilhome of in enig ander voertuig.

Artikel 40.   

Tenzij uitdrukkelijk toegelaten, is het verboden activiteiten uit te oefenen in of op de vijvers en in andere oppervlaktewateren van de stedelijke en/of gemeentelijke domeinen.

Artikel 41.   

In de beboste gedeelten van recreatiedomeinen, natuurgebieden en parken is het verboden om:

▪      Zich te bevinden buiten de wegen of dreven;

▪      Hout te sprokkelen of uit te dunnen;

▪      Bladeren of bosgronden mee te nemen.

3.8.    VLOTTE DOORGANG

Artikel 42.   

Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen en/of gebouwen en/of door een belemmering, uitgraving of enige andere werkzaamheid aan of nabij straten, wegen, pleinen of banen, en hierbij niet de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen te nemen of waarschuwingstekens in acht te nemen of aan te brengen. Indien de eigenaar of een ander zakelijk gerechtigde nalaat de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen en/of waarschuwingstekens aan te brengen, kan ambtshalve worden overgegaan tot het treffen van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen op kosten en risico van de overtreder.

3.9.    BETREDEN VAN PRIVÉ-EIGENDOM

Artikel 43.   

De eigenaar of een andere zakelijk gerechtigde van een onbewoond of niet - gebruikt gebouw is verplicht om de gepaste maatregelen te nemen om de toegang tot onbezette gebouwen te voorkomen. De afsluitingen, schutsels en omheiningen die hetzij verankerd zijn in de grond hetzij bevestigd zijn aan een gebouw, moeten stevig vastgemaakt zijn opdat ze, zelfs door krachtige windstoten, niet kunnen wegwaaien, vallen of omgestoten worden. De stabiliteit en verankering moeten regelmatig nagekeken worden.

3.10.  GEBRUIK VAN GEVELS VAN GEBOUWEN

3.10.1.  HUISNUMMERING

Artikel 44.   

§1.

De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed is verplicht het door de gemeente toegekende huisnummer aan te brengen aan de straatkant van het goed op zo’n manier dat het huisnummer voor iedereen goed leesbaar is vanaf de openbare weg.

§2.

In appartementsgebouwen, studentenpanden, kamerpanden en dergelijke meer moet de eigenaar, huurder of beheerder bovendien aan de ingangsdeur van elk appartement, elke studio of elke kamer een nummer plaatsen dat overeenstemt met het nummer van de brievenbus. Ook de naam van de bewoner(s) moet duidelijk worden vermeld.

3.10.2. AANDUIDINGEN VAN OPENBAAR NUT

Artikel 45.   

De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed dient, zonder dat dit voor hem enige schadeloosstelling teweegbrengt, op de gevel of topgevel van het goed, ook wanneer dit zich buiten de rooilijn bevindt, het aanbrengen toe te staan van nutsvoorzieningen, straatnaamborden, verkeerstekens en andere aanduidingen van openbaar nut.

3.11.  DIEREN

3.11.1.  ALGEMEEN

Artikel 46.   

Het is verboden dieren op het openbaar domein onbewaakt te laten rondlopen zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, waardoor ze een gevaar of hinder (kunnen) vormen voor personen, andere dieren, het verkeer en het gemak van doorgang.

Artikel 47.   

De eigenaar of begeleider van een dier is ertoe gehouden alle nodige maatregelen te treffen om te voorkomen dat zijn/haar dier ontsnapt.

Artikel 48.   

De eigenaar of begeleider van een dier is verplicht zijn/haar dier tegen te houden wanneer het dier voorbijgangers of andere dieren aanvalt of achtervolgt, zelfs wanneer er geen schade of hinder uit voortgekomen is. Het is bovendien verboden dieren op te hitsen om aan te vallen of agressief te worden.

3.11.2.  HONDEN

Artikel 49.   

§1.

Op het openbaar domein moeten honden aan de leiband gehouden worden. Deze regel is niet van toepassing op:

▪      Politiediensten met politiehonden;

▪      Personen die de jacht beoefenen;

▪      Begeleiders van een kudde;

▪      Gehandicapte personen met een geleidehond;

▪      De hondenlosloopweiden en op de plaatsen die specifiek voor het deponeren van uitwerpselen van honden zijn voorzien (zijnde de hondentoiletten).

§2.

Het is verboden de hond te laten begeleiden door personen die de hond niet onder controle kunnen houden. De bewaking door de begeleider dient zodanig te zijn dat hij de hond kan beletten om personen of andere dieren te intimideren, lastig te vallen, te bespringen of private domeinen te betreden.

Artikel 50.   

Een hond, waarvan geweten is door een incident uit het verleden dat hij andere personen of dieren zou kunnen bijten, moet steeds een muilband dragen op het openbaar domein. Deze regel is niet van toepassing op honden van politiediensten en van erkende bewakingsfirma’s en geleidehonden van blinden of andere gehandicapte personen.

Artikel 51.   

Honden zijn niet toegelaten op recreatiedomeinen, in speeltuinen, op sportvelden, skateterreinen en begraafplaatsen, tenzij ze aan de leiband gehouden worden en op de wandelpaden blijven. Honden zijn niet toegelaten op publiek toegankelijke plaatsen waar dit verbod duidelijk vermeld wordt. Deze bepaling is niet van toepassing op geleidehonden van blinden en andere gehandicapte personen, op politiehonden van politiediensten en op waak-, speur- en verdedigingshonden van het personeel van erkende bewakingsondernemingen.

4.  OPENBARE REINHEID OF ZINDELIJKHEID

4.1.    ALGEMEEN

Artikel 52.   

Het is verboden om het privédomein, het openbaar domein of de voor het publiek toegankelijke plaatsen te bevuilen, hetzij door eigen toedoen, hetzij door toedoen van de personen, dieren, voertuigen of zaken waarop men toezicht heeft of waarover men zeggenschap heeft. Het gaat bijvoorbeeld om het weggooien van verpakkingen van snoep en andere snacks, flessen, blikjes, sigarettenpeuken, kauwgum, papier, vruchtenschillen en andere afvalstoffen, maar evenzeer om het achterlaten van olie of andere vloeistoffen op openbaar domein of in de openbare riolering.

Artikel 53.   

Het is verboden op het openbaar domein het onderhoud, de smering, de olieverversing of de herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen uit te voeren, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van een defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden. Het is ook verboden om motoren van stilstaande voertuigen te testen. Eventuele bevuiling van de openbare ruimte door het depanneren moet verwijderd worden. Indien dit niet gebeurt kan ambtshalve worden overgegaan tot reiniging van het openbaar domein op kosten van de overtreder.

Artikel 54.   

Het is verboden in of naast de openbare vuilnisbakken ander dan ter plaatse geproduceerd afval te deponeren.

Artikel 55.   

Het is verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan: het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen, op een wijze of tijdstip dat niet overeenstemt met deze verordening en andere wettelijke bepalingen.

Artikel 56.   

Het is verboden om eender welk afval achter te laten naast de daartoe voorziene (ondergrondse) (kleding)container, glasbol, vuilnisbak of enig ander afvalrecipiënt.

Artikel 57.   

Wanneer het openbaar domein wordt bevuild door toedoen van bouwwerken of andere werkzaamheden aan het openbaar of privaat domein, is de uitvoerder van deze werken verplicht om het openbaar domein zo snel mogelijk te reinigen, ten laatste aan het einde van de werkdag. Indien dit niet gebeurt, kan de gemeente zich het recht voorhouden om ambtshalve over te gaan tot reiniging, op kosten en risico van de overtreder.

4.2.    AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 58.   

Het is verboden afval aan te bieden ter ophaling in een recipiënt dat niet bestemd is voor die selectieve inzameling.

Artikel 59.   

§1.

De reglementair aangeboden afvalfracties en/of afvalrecipiënten mogen ten vroegste vanaf 18 uur de avond vóór de ophaling of lediging zoals vermeld op de afvalkalender van Limburg.net buiten gezet worden. De niet-afgehaalde afvalfracties of geledigde of niet-geledigde afvalrecipiënten moeten ten laatste voor 8 uur s’ morgens de dag na de ophaling door de eigenaar of beheerder binnen gezet worden.

§2.

Wanneer hiervoor een overeenkomst werd afgesloten met een (private) ophaaldienst, dienen de afvalfracties- en/of recipiënten aangeboden te worden op de dagen die zijn opgenomen in de overeenkomst ten vroegste vanaf 18 uur de avond vóór de ophaling of lediging. De niet-afgehaalde afvalfracties of geledigde of niet-geledigde afvalrecipiënten moeten ten laatste voor 8 uur 's morgens de dag na de ophaling door de eigenaar of beheerder binnen gezet worden. Ingeval van overlast kan de burgemeester de uren van het aanbieden of binnenzetten op gemotiveerde wijze beperken.

Artikel 60.   

§1.

Het is verboden om afvalfracties en/of afvalrecipiënten op andere tijdstippen zoals omschreven in artikel 59 buiten te zetten en/of voor ophaling aan te bieden.

§2.

Het is verboden om de aangeboden afvalrecipiënten na lediging permanent op het openbaar domein te laten staan. Deze dienen zo snel mogelijk na de lediging van het openbaar domein verwijderd te worden.

Artikel 61.   

De afvalfracties en/of afvalrecipiënten dienen ter hoogte van het eigen perceel op een zo ordelijk mogelijke manier op de openbare weg te worden geplaatst, tenzij de plaatselijke toestand het niet mogelijk maakt.

4.3.    NETHEID ROND VERKOOPSINRICHTINGEN

Artikel 62.   

De uitbaters van voedingswinkels, cafés alsook de houders van kramen op foren of markten, de verkopers van buiten de inrichting te verbruiken etenswaren en dranken en de houders van drank- en/of voedselautomaten, moeten de nodige voorzorgsmaatregelen treffen opdat hun klanten de openbare ruimte rond hun handel niet zouden vervuilen. Dit houdt onder andere in dat men degelijke en goed zichtbare en bereikbare vuilnisbakken moet plaatsen. Men moet eveneens instaan voor het rein houden van deze vuilnisbakken, het ledigen en bergen ervan. Men moet ook instaan voor het reinigen van de onmiddellijke omgeving rondom de inrichting.

Indien wordt nagelaten de openbare ruimte rond de inrichting te reinigen, kan ambtshalve worden overgegaan tot de reiniging van het openbaar domein op kosten van de uitbater.

4.4.    PUBLICITEIT

4.4.1.  HUIS-AAN-HUIS RECLAMEBEDELING

Artikel 63.   

Het is verboden ongewenste reclame te bedelen. Reclame is ongewenst indien dat duidelijk op of aan de brievenbus kenbaar wordt gemaakt.

Artikel 64.   

Het is verboden reclame te bedelen in panden die uitwendig duidelijke tekenen van niet-bewoning vertonen.

Artikel 65.   

Het is verboden reclame te bedelen op andere plaatsen dan in brievenbussen.

Artikel 66.   

Bij overtreding van de artikelen 60 tot en met 62 is in eerste instantie de verdeler van de publiciteit verantwoordelijk. Indien de verdeler niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk. Is de verantwoordelijke uitgever niet vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.

4.4.2.  AANPLAKKINGEN EN ANDERE AANKONDIGINGEN

Artikel 67.   

§1.

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden opschriften, affiches, berichten, beeldvoorstellingen, fotografische voorstellingen, aankondigingsborden, vlugschriften, plakbriefjes en andere aankondigingen van welke aard dan ook aan te brengen, aan te plakken of te plaatsen op het openbaar domein behoudens wanneer het gaat om verkiezingspropaganda tijdens de sperperiode mits naleving van het gemeentelijk reglement.

§2.

Bij aflevering van de nodige vergunning mogen de aankondigingen slechts aangebracht worden op de plaatsen aangeduid door de gemeentelijke overheid. Indien deze aankondigingen toch zonder toelating of op een plaats die hier niet voor voorzien is, worden aangebracht kan ambtshalve worden overgegaan tot verwijdering ervan en reiniging van het openbaar domein op kosten van de overtreder. Bij overtreding van deze bepaling is in eerste instantie de aanbrenger verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk.

Artikel 68.   

Behoudens de geldende wetgeving en de geldende gemeentelijke reglementering is het verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester publiciteitsinrichtingen en reclames in de vorm van onder andere spandoeken, wimpels, vlaggen en uithangborden op gevels van gebouwen te hangen of te bevestigen.

Artikel 68bis.

Bij het te huur stellen van een goed bestemd voor bewoning is de verhuurder verplicht het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de gemeenschappelijke lasten te vermelden in elke officiële of publieke mededeling. 

4.4.3.  FLYEREN

Artikel 69.   

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden flyers, strooibiljetten en andere reclame van welke aard dan ook (met of zonder toevoeging van staaltjes) uit te delen, te verspreiden of te bevestigen op voertuigen. De overtreder moet de uitgedeelde flyers, strooibiljetten en eventuele andere toebehoren (zoals staaltjes) die door het publiek op de grond worden gegooid, oprapen. Indien dit niet gebeurt kan ambtshalve worden overgegaan tot opruiming van het openbaar domein op kosten van de overtreder. Bij overtreding van deze bepaling is in eerste instantie de verdeler verantwoordelijk. Indien de verdeler niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk.

4.5.    DIEREN

Artikel 70.   

De eigenaar of begeleider van een hond moet ervoor zorgen dat zijn/haar dier het openbaar– en/of privédomein niet bevuilt met zijn uitwerpselen. De eigenaar of begeleider moet steeds in het bezit zijn van voldoende zakjes of andere geschikte voorwerpen om de uitwerpselen van zijn/haar dier op te ruimen. Het zakje moet op het eerste verzoek van een gemachtigd ambtenaar getoond kunnen worden. In geval van bevuiling van het openbaar domein is de eigenaar of begeleider van een hond verplicht om de uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen. Indien hij dit niet doet, kan ambtshalve worden overgegaan tot verwijdering van de uitwerpselen en reiniging van het openbaar domein op kosten van de overtreder. Deze regels zijn niet van toepassing op blinden en andere gehandicapte personen met een geleidehond die zelf fysisch gezien niet in staat zijn om de uitwerpselen te verwijderen.

Artikel 71.   

De plaatsen die specifiek zijn voorzien voor het deponeren van hondenuitwerpselen, de zogenaamde hondentoiletten, dienen eveneens in zindelijke toestand gehouden te worden door de eigenaars of begeleiders van honden. Dit betekent onder andere dat uitwerpselen van honden steeds opgeruimd moeten worden.

Artikel 72.   

De uitwerpselen van rij– en trekdieren (paarden, pony’s en ezels) op fietspaden, stoepen, wandelwegen, bermen en ingerichte winkelstraten moeten door de eigenaar, begeleider of bewaker opgeschept en meegenomen worden in een daartoe voorzien en geschikt recipiënt. De uitwerpselen van rij– en trekdieren op rijbanen moeten niet verwijderd worden.

Artikel 73.   

De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed is verplicht de nodige maatregelen te treffen om te verhinderen dat verwilderde duiven en katten nesten. Hij/zij is verplicht bevuilde gebouwen schoon te maken en te ontsmetten. Indien de eigenaar, huurder of beheerder nalaat gevolg te geven aan deze verplichting, kan ambtshalve worden overgegaan tot reiniging van het goed op kosten en risico van de overtreder.

4.6.    ONDERHOUD VAN BERMEN EN VOETPADEN

Artikel 74.   

§1.

De voetpaden en bermen, gelegen voor al dan niet bewoonde gebouwen en terreinen moeten onderhouden en proper gehouden worden door de verantwoordelijke zoals omschreven in §2 van dit artikel. De verantwoordelijke staat in voor het verwijderen van onkruid, wilde begroeiing, voorwerpen en materialen. Het is verboden om herbiciden of pesticiden te gebruiken voor bovenstaand onderhoud. Het is eveneens verboden om afvoerroosters te gebruiken voor andere doeleinden (zoals voor het lozen van vervuilende stoffen of het deponeren van voorwerpen en/of producten) dan waarvoor ze dienen, te weten de afvloeiing van regenwater.

§2.

De verplichtingen omschreven in §1 van dit artikel berusten:

  • Voor bewoonde gebouwen of gebouwen zonder woonfunctie: op de eigenaar, vruchtgebruikers of huurders van het gebouw of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van het gebouw;
  • Voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een reëel recht op het goed met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders;
  • Voor appartementsgebouwen, studentenpanden en kamerpanden: op de personen die speciaal belast zijn met het dagelijks onderhoud ervan of deze aangeduid door een binnenhuisreglement. Bij gebreke hieraan of indien deze persoon in gebreke blijft, rust de verplichting op de bewoners van de gelijkvloerse verdieping en eerst op diegenen die aan de straatkant wonen. Indien er geen bewoners zijn op de gelijkvloerse verdieping valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping enzovoort;
  • In geval van bouwwerkzaamheden: hoofdelijk op de eigenaar en de aannemer.

Artikel 75.   

§1.

Iedere inwoner van de gemeente moet het voetpad voor zijn eigendom, huurwoning, handelszaak of kantoor sneeuw-, ijzel- en ijsvrij houden. De voetpaden moeten vrijgemaakt of slipvrij gemaakt worden over twee derde van hun breedte. De sneeuw of het ijs moet op de uiterste rand van het voetpad opgehoopt worden en mag niet op de rijweg en/of het fietspad gegooid worden. Rioolkolken en straatgoten moeten vrij blijven zodat er voldoende openingen zijn voor het afvloeien van het dooiwater. Bij een te smal voetpad moet de sneeuw of het ijs op de weg opgehoopt worden, zo dicht mogelijk bij de stoeprand. Ook in dit geval moeten voldoende openingen vrij blijven voor de afvoer van het dooiwater en moeten alle plaatsen van openbaar nut (vb. bushaltes) bereikbaar blijven.

§2.

De verplichtingen beschreven in §1 van dit artikel berusten op de personen zoals omschreven in §2 van artikel 74.

Artikel 76.   

Bij vriesweer is het verboden water op de openbare weg te gieten of te laten vloeien.

Artikel 77.   

Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden zich op het ijs van de waterlopen en stilstaande waters te begeven. Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na advies van de brandweer, een afwijking toestaan op dit verbod.

Artikel 78.   

Het is verboden ander afval dan bladeren afkomstig van de bomen op het openbaar domein, te deponeren in de bladkorven op de berm.

4.7.    ONDERHOUD VAN GRONDEN

Artikel 79.   

§1.

De goede staat van onbebouwde terreinen, braakgronden en onbebouwde gedeelten van eigendommen moet op ieder moment verzekerd zijn. Dit houdt in dat erover gewaakt dient te worden dat de begroeiing de openbare zindelijkheid, gezondheid en veiligheid niet in het gedrang brengt en dat er geen overlast veroorzaakt wordt aan de omliggende terreinen of aan buurtbewoners. De bloei of zaadvorming van alle onkruidsoorten waarvan zaadverspreiding gevolgen kan hebben voor omliggende gronden moet belet worden. Het is ook verboden vuilnis, puin of welke stoffen dan ook op de voormelde gronden neer te leggen of te bewaren. Deze verplichting rust op iedere houder van een reëel recht op bovenvermelde braakgronden, terreinen en eigendommen, met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularissen van een gebruiksrecht, recht van bewoning of erfdienstbaarheid of huurders.

§2.

Het is verboden definitief uit het verkeer genomen voertuigen of gedeelten ervan te laten staan, zelfs op privé-eigendommen, indien deze zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Dit verbod geldt niet voor de eigenaars of gebruikers van gronden die daarvoor de nodige vergunning kregen. Naast de toepassing van een administratieve boete moet de overtreder de zaken onmiddellijk op orde brengen, zo niet houdt de gemeente zich het recht voor dit te doen op risico en op kosten van de overtreder.

Artikel 80.   

De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed moet ervoor zorgen dat de beplantingen en/of bomen op zijn/haar eigendom zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak ervan:

  • over de rijbaan, de gelijkgrondse berm, het voetpad of het fietspad hangt op minder dan 4,5 meter boven de grond;
  • de luchtleidingen van het laagspanningsnet, de openbare verlichting en de voorzieningen voor televisie, telefonie en/of internet hindert;
  • de stabiliteit van de installaties voor openbare verlichting in het gedrang brengt of het uitgestraalde licht ervan in belangrijke mate vermindert;
  • verkeersborden of huisnummers bedekt;
  • enige belemmering betekent voor de leesbaarheid van de straatnaamborden. 

4.8.    STRAATMEUBILAIR

Artikel 81.   

Het is verboden op gelijk welke manier voorwerpen op het openbaar domein te bevuilen, door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarop men toezicht heeft of waarover men zeggenschap heeft. Het gaat onder andere over voorwerpen van algemeen nut, voorwerpen voor de versiering van de openbare plaats, onderdelen van het straatmeubilair enzovoort. Degene die deze bepaling overtreedt, moet ervoor zorgen dat het openbaar domein op het eerste verzoek van de gemachtigd ambtenaar onmiddellijk wordt schoongemaakt. Indien dit niet gebeurt, kan ambtshalve worden overgegaan tot de opruiming ervan op kosten en risico van de overtreder.

4.9.    SPUWEN, URINEREN EN HET ACHTERLATEN VAN UITWERPSELEN

Artikel 82.   

Het is verboden op het openbaar domein, op publiek toegankelijke plaatsen of op het privédomein, zonder toelating van de eigenaar, huurder of beheerder van dat domein, te spuwen, urineren of uitwerpselen achter te laten, tenzij op plaatsen of accommodaties die speciaal hiervoor zijn ingericht. Die plaatsen en accommodaties moeten volgens de regels van goed fatsoen gebruikt worden.

4.10.    VIRUSSEN OP BOMEN EN PLANTEN

Artikel 82bis.

Zakelijke gerechtigden van geïnfecteerde bomen of andere geïnfecteerde planten dienen de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, zodat de virussen,  schimmels en/of bacteriën geen schade aan andere bomen of planten van derden kunnen veroorzaken.  Indien de infectie niet via bepaalde middelen bestreden kan worden, dient hij de geïnfecteerde bomen en/of ander geïnfecteerde planten op zijn kosten conform de desbetreffende regelgeving te verwijderen.

De zakelijke gerechtigde zijn eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularissen van een gebruiksrecht, recht van bewoning of erfdienstbaarheid of huurders van de grond waarop de geïnfecteerde boom of plant zich bevindt.

Artikel 82ter. Little Cherry Virus

Elke houder van eender welk zakelijk recht, elke huurder of elke bezitter, van één of meerdere bomen besmet met het Little Cherry Virus, is ertoe gehouden om voor deze bomen binnen 1 maand nadat hij/zij kennis heeft gekregen van de besmetting een omgevingsvergunning ter kapping aan te vragen en de kapping na de verkregen kapvergunning uit te voeren of te laten uitvoeren. Indien voor de kapping geen omgevingsvergunning vereist is, moet de kapping uitgevoerd worden binnen 1 maand na kennisname van de besmetting.

Indien er vermoedens bestaan van besmetting van één of meerdere bomen met het Little Cherry Virus moet de eigenaar onmiddellijk een staalname laten uitvoeren door een onafhankelijke instantie. Indien de eigenaar, houder van een zakelijk recht, huurder of bezitter, dit nalaat kan de burgemeester de staalname laten uitvoeren in welk geval bij een positieve staalname de kosten van de staalname aan de bestuurlijke overheid moeten terugbetaald worden door de eigenaar, houder van een zakelijk recht, huurder /of bezitter die heeft nagelaten de staalname te laten uitvoeren.

Artikel 82quater. Bacterievuur

Elke houder van eender welk zakelijk recht, elke huurder of elke bezitter van één of meerdere waardplanten van bacterievuur, waarin de aanwezigheid van de plantenbacterie die deze ziekte veroorzaakt (Erwinia Amylovora) vastgesteld wordt, en waarvan de grond is gelegen buiten de door de FAVV jaarlijks vastgestelde bufferzones, is ertoe gehouden om deze planten, ongeacht of de aanplantingsvorm solitair, haag of percelen betreft, binnen 1 maand nadat hij/zij kennis heeft gekregen van de besmetting te snoeien of te rooien conform de richtlijnen van de lokale overheid. 

5.  OPENBARE GEZONDHEID

5.1.    VERBRANDING VAN MATERIALEN

5.1.1.  VERBRANDING IN OPEN LUCHT (BUITENSHUIS)

Artikel 83.

§1.

Het is verboden afvalstoffen te verbranden in open lucht. Onder afvalstoffen wordt onder andere verstaan : papier, plastic, piepschuim, autobanden, textiel enzovoort. Ook biomassa-afval zoals gft, houtafval (sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd of verduurzaamd hout, gebeitst hout, multiplex, spaanplaat) en groenresten, mag onder geen enkele omstandigheid verbrand worden en valt dus onder voornoemd verbod.

Artikel 84

§1.

Het is verboden om hout en brandstoffen te verbranden in open lucht.

§2.

Van het verbod op verbranding in open lucht, zoals omschreven in §1 van onderhavig artikel, zijn evenwel uitgesloten:

  • Het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een open vuur (o.a. een kampvuur);
  • Het verbranden van droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Deze activiteit mag pas plaatsvinden na voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester;
  • Het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer of voor het gebruik van een barbecue toestel of oven;
  • Het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaams Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Deze activiteit mag pas plaatsvinden na voorafgaande schriftelijke toestemming van de toezichthouder;
  • Het maken van vuur in open lucht indien nodig bij het beheer van bossen, als beheermaatregel, als fytosanitaire maatregel of als onderdeel van een wetenschappelijk experiment, in overeenstemming met de bepalingen van het bosdecreet van 13 juni 1990;
  • De verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;
  • Het maken van vuur in open lucht in natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is of als fytosanitaire maatregel. Deze activiteit mag pas plaatsvinden na voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester en als de activiteit is opgenomen in het goedgekeurde beheerplan als uitzonderlijke maatregel.

§3.

In al deze omstandigheden (behalve bij het gebruik van sfeerverwarmers en barbecue toestellen) moet in overeenstemming met het Veldwetboek en het Bosdecreet een afstand gerespecteerd worden van honderd meter tot huizen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stro, mijten of plaatsen waar vlas te drogen is gelegd, en een afstand van 25 meter tot bossen. 

§4.

De burgemeester kan de verleende toestemming op elk moment intrekken wanneer ongunstige meteorologische omstandigheden zich voordoen of in geval van langdurige droogte. 

5.1.2.  VERBRANDING IN (HOUT)KACHELS EN OPEN HAARDEN (BINNENSHUIS)

Artikel 85.

§1.

Het is verboden afvalstoffen te verbranden in (hout)kachels en open haarden. Onder afvalstoffen wordt verstaan papier, plastic, piepschuim, autobanden, textiel enzovoort. Ook biomassa-afval zoals gft, houtafval (sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd of verduurzaamd hout, gebeitst hout, nat hout, multiplex, spaanplaat) en groenresten, mag onder geen enkele omstandigheid verbrand worden.

§2. 

Het in §1 vermelde verbod geldt niet voor het verbranden van onbehandeld droog houtafval met een watergehalte van maximum 20% (uitgezonderd zaagsel, krullen, schaafsel, stof en spanen) in houtkachels voor de verwarming van woonverblijven en werkplaatsen, in sfeerverwarmers, gelijksoortige toestellen met een nominaal thermisch vermogen van maximum 300 kW en voor installaties van meer dan 300 kW waarvoor overeenkomstig de Vlarem reglementering een milieuvergunning is verleend.

Artikel 86.   

De gebruikers van deze verwarmingsinstallaties moeten verbranden in overeenstemming met een code van goede praktijk om er voor te zorgen dat de installatie die ze gebruiken geen geurhinder of hinder van rook en roet veroorzaakt.

Artikel 87.   

Het verbranden in (hout)kachels en open haarden is verboden bij windstilte en mist. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor het verbranden in kachels en open haarden voor verwarming van ruimten die niet over een centrale verwarming of olie/gas gestookte decentrale verwarming beschikken.

Artikel 88.   

De politieambtenaren, agenten van politie en gemachtigd ambtenaren kunnen de nodige maatregelen nemen om het vuur, de geur- en/of rookhinder (zowel binnenshuis als buitenshuis) te doen stoppen op kosten en risico van de overtreder.

5.2.    ONDERHOUD VAN ONROERENDE GOEDEREN

Artikel 89.   

Het is verboden om de hygiëne in een onroerend goed, in gebruik of leegstaand, zodanig te laten verslechteren dat de buurt of de omwonenden hiervan hinder ondervinden. Deze hinder kan gevormd worden door penetrante geuren, door visuele impact op de omgeving, door het aantrekken van ongedierte of door elke andere omstandigheid die de gezondheid of de veiligheid van de omwonenden in gevaar kan brengen.

5.3.    SCHADELIJKE MIDDELEN

Artikel 90

[ … GR 16 juni 2025 geschrapt; wordt strafrechtelijk geregeld) 

6.  INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN

Artikel 91.   

Behoudens de geldende gemeentelijke reglementen, is het verboden om op eender welke wijze het openbaar domein in te nemen zonder de voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester. De voorwerpen of constructies die zonder toelating worden geplaatst, uitgestald of uitgebaat, dienen op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar verwijderd te worden of in de toestand gebracht te worden die in de toelating vermeld is, zo niet kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan op kosten en risico van de overtreder.

7. GEMEENTEWEGEN

Artikel 91bis.

Overeenkomstig artikel 38 van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en latere wijzigingen is het verboden:

1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;

2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;

3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;

4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde.

Trage wegen en ruilverkavelingswegen gelden eveneens als gemeentewegen in de zin van deze bepaling.

8. WERKZAAMHEDEN AAN/OP HET OPENBAAR DOMEIN

Artikel 92.

Het is verboden om werkzaamheden uit te voeren op het openbaar en privédomein van de gemeente of stad, zowel aan de oppervlakte als onder de grond, met uitzondering van werkzaamheden door of in opdracht van de bevoegde overheid. Alle personen, bedrijven en organisaties die werkzaamheden in de openbare ruimte uitvoeren of laten uitvoeren zijn ertoe gehouden die te herstellen in de staat waarin zij zich voor de uitvoering van de werkzaamheden bevond. Zo niet zal ambtshalve worden overgegaan tot herstel van de openbare ruimte op kosten en risico van de overtreder.

9. BEDIENEN VAN PUBLIEKE APPARATUUR

Artikel 93. 

Personen die daar door het gemeentebestuur niet toe werden gemandateerd, mogen geen kranen van leidingen of kanaliseringen, schakelaars van de openbare verlichting, openbare uurwerken, signalisatieapparaten, alsook uitrustingen voor telecommunicatie die zich bevinden op of onder de openbare weg of in openbare gebouwen bedienen.

Artikel 2.

Deel II Bijzondere bepalingen van onze codex politieverordeningen werd reeds goedgekeurd door de gemeenteraad van 8 januari 2024 en blijft voorlopig ongewijzigd:

DEEL II: BIJZONDERE BEPALINGEN

1.  VUURWERK

Artikel 94.   

Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op het openbaar domein als op privédomein, om het even welk vuurwerk te ontsteken, af te steken of tot ontploffing te brengen of gebruik te maken van voetzoekers, carbuurkanonnen, thunderflashes, knal- en/of rookbussen behalve op oudejaarsavond vanaf 23.00 uur tot nieuwjaarsdag 1.00 uur. Het gebruik van wensballonnen is altijd verboden. De burgemeester kan na voorafgaand advies van brandweer en politie en rekening houdend met de openbare veiligheid, voor uitzonderlijke gebeurtenissen afwijkingen toestaan voor het afsteken van feestvuurwerk op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode.

Indien op het grondgebied van Hasselt, Zonhoven, Diepenbeek, Halen, Herk-de-Stad of Lummen meer dan 20 wensballonnen gelijktijdig worden opgelaten (zie de omzendbrief van de FOD Mobiliteit van 20/02/2013), is de gemeente zelf niet meer bevoegd om een sanctie op te leggen. In dit geval kan enkel een sanctie worden opgelegd door de FOD Mobiliteit op basis van artikel 14 van de wet van 27/06/1937. 

2. KAMPEERAUTOTERREIN

Artikel 95.   

Het kampeerautoterrein is eigendom van de stad Herk-de-Stad en gelegen in het domein Olmenhof-Harlaz. Het is exclusief voorbehouden aan kampeerauto’s. Aan caravans of woonwagens is het niet toegestaan te parkeren of te overnachten op het afgebakende kampeerautoterrein. Het is evenmin toegestaan om op dit terrein te overnachten of te kamperen in eender welke andere inrichting dan een kampeerauto.

Artikel 96.   

De parkeerplaatsen voor kampeerauto’s worden aangeduid met het verkeersbord E9h (parkeren uitsluitend voor kampeerauto’s max. 48 uren). Er wordt slechts één kampeerauto per standplaats toegestaan.

Er kan geen permanente bewoning ingericht worden op het kampeerautoterrein. Kampeerauto’s kunnen maximum 48  uur gebruik maken van het kampeerautoterrein en kunnen hier dus overnachten. 

Artikel 97.   

Het kampeerautoterrein is 24 op 24 uren open het volledige kalenderjaar.

Bij bijzondere gelegenheden of slechte toestand van de kampeerautoparking kan de stad de toegang tot de kampeerautoparking verbieden.

Het aantal bewoners van de kampeerauto mag niet meer zijn dan het aantal slaapplaatsen voorzien in de kampeerauto.

Andere dan noodherstellingen aan de kampeerauto zijn op het terrein niet toegestaan. De kampeerautoparking mag door eventuele noodherstellingen niet bevuild worden.

Zuiverheid, hygiëne en uitzicht van het kampeerautoterrein, het toiletgebouw, alsook van alle faciliteiten verbonden aan deze parking dient gerespecteerd te worden.

Het gebruikte terrein dient steeds schoon en vrij van afval achtergelaten te worden. Afval dient correct gesorteerd en in de geschikte containers gedeponeerd te worden: papier en karton, glas, pmd en restafval worden gescheiden en in de daarvoor voorziene container gedeponeerd.

Het is verboden huisvuil, dat niet van de gebruikers van de kampeerautoparking afkomstig is, evenals grof huisvuil in de containers te deponeren.

Artikel 98.   

Vandalisme, agressiviteit, provocerend en/of aanstootgevend gedrag worden niet geduld.

Elke gebruiker mag radio’s en andere apparatuur gebruiken op voorwaarde dat dit andere gebruikers, bezoekers of omwonenden niet stoort. In dit kader wordt verwezen naar het 'Politiereglement op het lawaai', zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 juni 1978.  Ook de veiligheid van andere gebruikers of bezoekers mag op geen enkele wijze in het gedrang komen.

Barbecueën, open vuren maken en vuurwerk afsteken is ten strengste verboden.

Huisdieren mogen niet alleen achtergelaten worden in de kampeerauto of op het terrein.

Artikel 99.   

Tussen 22.00 uur ’s avonds en 07.00 uur 's morgens dient de nachtrust stipt te worden gerespecteerd. Dit betekent dat een kampeerautogebruiker noch de buurt, noch de andere kampeerautogebruikers mag hinderen met om het even welk geluid.

Artikel 100.   

Het gebruik van water kan aan de betaalautomaat aan de geldende tarieven. Per inworp van 1 EUR kan men beschikken over 100 liter water.

Artikel 100bis

Het gebruik van elektriciteit kan via de betaalautomaat aan de geldende tarieven. Per verbruikte kWh geldt een tarief van 1 EUR / kWh / 24 uur.

Artikel 101

Iedereen dient de algemene veiligheid in acht te nemen bij het omgaan met de installaties, parkeren of rondrijden op het kampeerterrein.

Er mogen geen extra constructies ( tenten, zeilen, antennes, …) opgesteld worden behalve deze behorend tot de uitrusting van de kampeerauto zelf en deze mogen in niet verder reiken dan de afbakening van de eigen standplaats.

Artikel 102

De stad is niet verantwoordelijk voor eventuele diefstallen of beschadigingen aan persoonlijke goederen van de gebruikers van de kampeerautoparking.

Artikel 103

Elke schade aan het terrein of haar uitrusting moet onmiddellijk aan de Dienst Leefmilieu van de stad Herk-de-Stad gemeld worden en kan aanleiding geven tot het betalen van een schadevergoeding gelijkwaardig aan de herstellings- en/of vervangingskosten.  Moedwillig veroorzaakte schade kan bovendien de onmiddellijke weigering van toegang tot of de verwijdering van de kampeerautoparking tot gevolg hebben.

Artikel 104

Elke vorm van handel of ruil op het kampeerautoterrein is verboden. 

3.  HET PARKEREN IN EEN ZONE WAAR HET PARKEREN BEPERKT IS IN TIJD (BLAUWE ZONE)

Artikel 105. 

Dit onderdeel beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een ‘blauwe zone’-reglementering van toepassing is.

Het gebruik van de parkeerschijf is verplicht:

  • voor de 'blauwe zone' in Herk centrum van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 18.00 uur, uitgezonderd op wettelijke feestdagen;
  • voor de 'blauwe zone' in het centrum van Schulen van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 en 19.00 uur, uitgezonderd op wettelijke feestdagen;

Artikel 106

De gebruiker van een motorvoertuig, die wenst te parkeren binnen een zone waar het parkeren beperkt is in tijd (blauwe zone), dient steeds gebruik te maken van de parkeerschijf bestemd voor de tijdsaanduiding in de Blauwe zone. Hiervoor dient de gebruiker zichtbaar achter de voorruit of - als er geen voorruit is - op het voorste gedeelte van het voertuig een parkeerschijf aan te brengen, die overeenstemt met het model dat bepaald is door de Minister van Verkeerswezen

De bestuurder moet de pijl van de parkeerschijf op het streepje plaatsen dat volgt op het tijdstip van aankomst.

Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de vergunde parkeerduur.

Het is verboden onjuiste aanduidingen op de schijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de schijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.

Artikel 107.

Het parkeren van voertuigen, gebruikt door personen met een handicap is vrijgesteld van het gebruik van de parkeerkaart, mits het gebruik van de speciale kaart voor personen met een handicap.

Het statuut van 'persoon met een handicap' wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999. 

4.  AFVALREGLEMENT

4.1.  Definities en toepassingsgebied 

Artikel 108.          

De definities opgenomen in het Materialendecreet, het VLAREMA en de bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op dit afvalreglement.

Artikel 109.               

Dit afvalreglement is van toepassing op de inzameling en het beheer van alle huishoudelijk afval.

Dit afvalreglement is tevens van toepassing op de inzameling en het beheer van alle met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die via een gemeentelijke inzameling worden opgehaald, ingezameld of aangeboden.

4.2. Algemene bepalingen

Artikel 110.               

Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 12 § 1 van het Materialendecreet is het verboden huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen achter te laten, op te slaan, aan te bieden, in te zamelen, te storten, te verbranden, te verwerken, te beheren in strijd met de bepalingen opgenomen in dit afvalreglement.

Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 12 §1 van het Materialendecreet is het verboden voor de aanbieders van met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen om deze bedrijfsafvalstoffen op een andere manier aan te bieden bij de gemeentelijke inzameling in strijd met de bepalingen opgenomen in dit afvalreglement. 

Artikel 111.

De inzameling aan huis wordt georganiseerd voor huisvuil, grofvuil en verschillende selectieve afvalsoorten.

Bij een selectief ingezamelde afvalsoort mogen uitsluitend de afvalstoffen van de betreffende afvalsoort meegegeven worden. De sorteerregels worden via diverse kanalen aan de aanbieders kenbaar gemaakt (website, afvalkalender,…). 

Het is verboden om volgende afvalstoffen aan te bieden bij de door Limburg.net georganiseerde inzameling bestemd voor het selectief inzamelen van afvalstoffen : 

  • huisvuil
  • grofvuil 

Het is verboden volgende afvalstoffen aan te bieden bij het om het even welke door Limburg.net georganiseerde inzameling aan huis, noch op het recyclagepark:

  • gasflessen bestemd voor meermalig gebruik munitie en ontplofbare stoffen
  • krengen van dieren en slachtafval
  • oude en vervallen geneesmiddelen
  • Niet hechtgebonden asbest
  • bedrijfsafvalstoffen, andere dan de met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen

De visuele controle op de aanbieding van afvalstoffen bij de inzameling wordt uitgevoerd door het personeel van Limburg.net en door de inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of –makelaars die zijn aangesteld door Limburg.net en door de parkwachter op het recyclagepark ingeval van inzameling op het recyclagepark. Degene die de visuele controle uitoefent mag de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op foutieve aanbiedingen en de nodige richtlijnen verstrekken.

Artikel 112.             

§1. Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen op het grondgebied van de gemeente, tenzij door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars daarvoor aangewezen zijn door Limburg.net of de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars hiervoor een toestemming hebben gekregen van Limburg.net.

Afvalstoffen die onder een aanvaardingsplicht vallen kunnen ingezameld worden conform artikel 117 van dit reglement.

§2. Elke inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die op het grondgebied van de gemeente huishoudelijke afvalstoffen op eigen initiatief wenst in te zamelen, andere dan de afvalstoffen die die door Limburg.net worden ingezameld, moet vooraf een toelating vragen bij de gemeente. De aanvraag bevat minstens volgende gegevens :

  • identificatie van de organisator van de inzameling;
  • identificatie van de betrokken inzamelaar(s), afvalstoffenhandelaar(s) of –makelaar(s) en de betrokken vervoerder(s);
  • aard van de afvalstoffen;
  • voorziene communicatie (inhoud, dragers, kanalen, eventuele doelgroepen,…)
  • inzamelwijze en alle inzamelmodaliteiten, zoals sorteerboodschap, inzamelfrequentie, afvoerfrequentie, …;
  • indien van toepassing, de locaties waar inzamelrecipiënten geplaatst worden en de maatregelen die genomen worden om de locaties te beheren overeenkomstig de geldende verplichtingen;
  • duurtijd van de inzameling;
  • afvoermodaliteiten van de afvalstoffen;
  • wijze van registratie van de ingezamelde, afgevoerde en verwerkte afvalstoffen.

De gemeente kan schriftelijk toelating geven aan de organisator van de inzameling op voorwaarde dat de organisator jaarlijks vóór 1 maart de gegevens met betrekking tot de op het gemeentelijk grondgebied ingezamelde huishoudelijke hoeveelheden tijdens het voorbije kalenderjaar rapporteert aan Limburg.net, conform de richtlijnen zoals opgelegd door Limburg.net.

De gemeente kan deze toelating eventueel beperken in de tijd.

Wanneer vastgesteld wordt dat de organisator de geldende wettelijke bepalingen en/of de voorwaarden gekoppeld aan de toelating schendt, kan de gemeente de toelating opheffen.

§ 3. In afwijking van §2 kunnen scholen en verenigingen die gevestigd zijn in de gemeente zonder toelating van de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband per kalenderjaar maximum twee verschillende afvalstromen selectief inzamelen mits cumulatief voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • de school aanvaardt enkel de afvalstoffen die afkomstig zijn van het eigen huishouden van de leerlingen en die , aangeboden worden door de eigen leerlingen. Bij verenigingen beperkt zich dat tot de afvalstoffen afkomstig van het eigen huishouden van de aangesloten leden en aangeboden door de aangesloten leden
  • de inzameling slaat op een selectieve fractie, waarvan de inzameling niet is georganiseerd op het recyclagepark of bij de aan-huis-inzameling;
  • de inzamelactie wordt uitsluitend georganiseerd op het grondgebied van de gemeente waar de school en/of vereniging is gevestigd;
  • de ingezamelde afvalstof moet verplicht afgevoerd worden voor hergebruik of recyclage;
  • de inzameling gebeurt op een manier die garanties biedt op milieubescherming en het voorkomen van veiligheidsrisico’s voor personen in de directe omgeving;
  • de inzameling en afvoer van de ingezamelde afvalstoffen gebeurt door een geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar;
  • de inzamelactie gebeurt in combinatie met een project van sensibilisering over preventie, hergebruik en recyclage van de betreffende afvalstoffen. De initiatiefnemers bezorgen daarover op voorhand informatie aan de gemeente;
  • de inzamelactie duurt maximaal 14 opeenvolgende kalenderdagen en de afvalstoffen worden binnen de 3 kalenderdagen na het beëindigen van de inzamelactie afgevoerd.

4.3. Afval van huisdieren

Artikel 113.             

De eigenaars en houders van huisdieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones en de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren. Enkel op de voorziene locaties mogen de dieren zich ontlasten. Indien uitwerpselen terecht komen op de voornoemde plaatsen, is de eigenaar of houder van het dier verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in  een straatvuilcontainer of een speciaal daarvoor voorzien inzamelrecipiënt voor dierlijke uitwerpselen of moet de eigenaar of houder er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en samen met het huisvuil meegegeven worden met de gemeentelijke inzameling van huisvuil. De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen om de openbare weg rein te houden. De begeleiders van huisdieren zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op het verzoek van de politie getoond te worden. De bepalingen van artikel 7, lid 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op blindengeleide- en assistentiehonden.

4.4. Reclamedrukwerk en gratis regionale pers

Artikel 114.

Het is voor bedelers van reclamedrukwerk en gratis regionale pers verboden om reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op geparkeerde voertuigen, op het recyclagepark of op andere plaatsen, dan de brievenbus, tenzij mits toelating van de gemeente. De gemeente en Limburg.net stellen stickers ter beschikking van de inwoners waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en/of gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk te deponeren in een brievenbus met een sticker die aangeeft geen reclamedrukwerk, maar wel gratis regionale pers te ontvangen. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te deponeren in een brievenbus met een sticker die aangeeft geen reclamedrukwerk en geen gratis regionale pers te willen ontvangen. Indien de gegevens van de bedeler niet gekend zijn, dan zal de verantwoordelijke uitgever als aansprakelijke worden weerhouden. Is er geen verantwoordelijke uitgever vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk. 

4.5. Gebruik ballonnen

Artikel 115.          

Het oplaten van (helium-) ballonnen is verboden of moet aangevraagd worden aan de gemeente. 

4.6. Afval op standplaatsen

Artikel 116.             

De uitbater van een inrichting, ook tijdelijke (bv. markten, kermissen, braderijen,…), die voedingsmiddelen of dranken verkoopt of aanbiedt die die buiten de inrichting onmiddellijk kunnen worden verbruikt moet op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare selectieve inzamelrecipiënten voorzien en in staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval. De afvalstoffen dienen selectief te worden ingezameld in hun respectievelijke inzamelrecipiënten. Deze inzamelrecipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen erin gedeponeerd mogen worden. De locatie waar de inzamelrecipiënten geplaatst worden en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen afvalstoffen kunnen door de gemeente bepaald worden. De uitbater moet de inzamelrecipiënten zelf tijdig ledigen en het inzamelrecipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden. De uitbater ruimt minstens elke openingsdag de standplaats en de omgeving in een straal van 25 meter vanaf de grens van de inrichting alle afvalstoffen op die afkomstig zijn van de producten die hij verkocht heeft.

4.7. Inzameling huis-aan-huis, per wijk of per straat van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen

4.7.1. Algemene inzamelregels

Artikel 117.             

Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net huis-aan-huis in zakken ingezameld in dezelfde vrachtwagen, waarbij de zakken nadien op kleur terug worden uitgesorteerd (zogenaamde Optimo-systeem):

  • huisvuil
  • pmd-afval
  • textiel
  • keukenafval
  • tuinafval

Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net selectief huis-aan-huis ingezameld:

  • papier- en karton

Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net op afroep ingezameld:

  • grofvuil
  • snoeihout
  • asbest

Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net via een brengsysteem ingezameld:

  • holglas
  • textiel

Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door de gemeentelijke diensten selectief huis-aan-huis op afroep ingezameld :

  • snoeihout 

Artikel 118.              

De ophaling huis-aan-huis wordt voorzien op de voor de ophaalwagens toegankelijke straten, wegen en pleinen. De afvalstoffen moeten aangeboden worden voor de huis-aan-huis inzameling, de inzameling per wijk of per straat  in de voorgeschreven inzamelrecipiënten en op een wijze zoals bepaald in dit afvalreglement. Afvalstoffen die aangeboden worden op een andere wijze dan bepaald in deze verordening worden niet aanvaard. De aanbieder plaatst de aangeboden afvalstoffen aan de rand van de openbare weg en voor het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is zonder het verkeer van voetgangers, fietsers of voertuigen te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, moeten de voorgeschreven inzamelrecipiënten plaatsen langs het dichtstbij zijnde perceel grenzend aan de openbare weg of op de door de Limburg.net bepaalde plaats. De afvalstoffen moeten goed zichtbaar worden aangeboden. De inwoner die een afvalstof aanbiedt, is verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staat zelf in voor het opruimen er van. Het is verboden inzamelrecipiënten op het openbaar domein te laten staan. Deze worden op de dag van de lediging terug binnengehaald, evenals eventuele geweigerde zakken. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in uitoefening van hun functie.

Artikel 119.  

De dagen en uren waarop de inzameling huis-aan-huis, per wijk, per straat of op afroep wordt georganiseerd, worden bepaald door Limburg.net en gepubliceerd via de afvalkalender en via de website van de gemeente en Limburg.net. De aanbieder mag de afvalstoffen voor de huis-aan-huis inzameling ten vroegste de avond voorafgaand aan  de dag voor de ophaling en moet ten laatste om 6 uur op de dag van de ophaling zijn afvalstoffen buiten plaatsen. Bij uitzonderlijke weersomstandigheden (code rood KMI) kunnen door Limburg.net afwijkende instructies bekend gemaakt worden via de website en andere kanalen, die door de aanbieder in acht moeten genomen worden.

Artikel 120.

De afvalstoffen die worden ingezameld via de Optimo-inzameling worden uitsluitend aangeboden in de officiële zakken met het Limburg.net logo, die aangekocht worden/verkregen zijn in de daarvoor aangeduide verkooppunten:

  • huisvuilzakken
  • pmd-zakken
  • tuinafvalzakken
  • keukenafvalzakken
  • textielzakken

De aanbieder gebruikt per afvalstof uitsluitend de daartoe voorziene officiële zak om de betreffende afvalstof aan de bieden en sluit deze zorgvuldig op de voorziene wijze, zodat de zak gemakkelijk en veilig kan opgenomen worden door de ophalers. Hiertoe gelden volgende richtlijnen (niet limitatief):

  • de zakken mogen niet dichtgeplakt worden
  • de zakken mogen geen scheuren, barsten of lekken vertonen
  • al het afval moet geborgen zijn in de zak, er mag dus niets aan de buitenzijde van de zak gebonden of bevestigd worden
  • scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen risico inhouden voor de veiligheid van de ophaler  
  • de zakken met zogenaamde ‘wavetop’sluiting (4 flappen) worden gesloten door de 2 tegenover elkaar liggende flappen zijdelings te kruisen en dicht te knopen, waarbij de zak niet te vol mag zijn zodat er een voldoende grote handgreep is voor de ophaler
  • De zakken met trekbandsluiting moeten correct dichtgeknoopt zijn

Het is toegestaan om afvalzakken aan te bieden in een open bak, mand of kuip, om de afvalzak te beschermen tegen ongedierte, onder volgende voorwaarden:

  • minimale diameter: 55 cm
  • maximale hoogte: 70 cm
  • geen deksel
  • duidelijk zichtbaar vanaf de openbare weg
  • geen inklemming van de afvalzak in het recipiënt
  • de bak, mand of kuip moet na elke ophaling terug binnengehaald worden, er mag dus geen blijvende constructie aan de straatzijde gebouwd worden

Artikel 121.  

Indien aan een appartementsgebouw of in een specifiek afgebakende zone, de inzameling van bepaalde afvalstoffen gebeurt via ondergrondse containers of 1.100 liter containers van Limburg.net, zijn alle bewoners van het appartementsgebouw of in de afgebakende zone, verplicht om de betrokken afvalstoffen via deze weg én correct gesorteerd aan te bieden. 

4.7.2. Specifieke regels per afvalstof

Artikel 122 - huisvuil.

Het huisvuil wordt minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld door Limburg.net via de Optimo-inzameling en dient gescheiden te worden aangeboden in een officiële huisvuilzak met het opschrift ‘Limburg.net’. In de huisvuilzak mogen enkel afvalstoffen worden gedeponeerd die niet selectief worden ingezameld. Het gewicht van de aangeboden zak mag niet groter zijn dan:

  • 5 kg voor een huisvuilzak van 22 liter
  • 10 kg voor een huisvuilzak van 44 liter

Per ophaalbeurt mogen maximaal 4 huisvuilzakken van 44l of equivalent in huisvuilzakken van 22l worden aangeboden.  

Artikel 123 – pmd-afval.

Het afval van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (afgekort pmd) wordt minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld door Limburg.net via de Optimo-inzameling en dient gescheiden te worden aangeboden in een officiële pmd-zak met het opschrift ‘Limburg.net’. Het maximale volume van de plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons die in de zak gedeponeerd worden, bedraagt 8 liter. Het verpakkingsafval mag niet verontreinigd zijn en het is verboden om de verpakkingen in elkaar te steken of om de verpakking in een zak in de pmd-zak te deponeren. Per ophaalbeurt mogen maximum 8 pmd-zakken van 60l aangeboden worden.  

Artikel 124 – keukenafval.

Keukenafval wordt minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld door Limburg.net via de Optimo-inzameling en dient gescheiden aangeboden te worden in een officiële keukenafvalzak met opschrift ‘Limburg.net’. Per ophaalbeurt mogen maximum 8 zakken keukenafval aangeboden worden. Het gewicht per aangeboden zak mag niet groter zijn dan 10 kg. 

Artikel 125  –  tuinafval.

Tuinafval wordt minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld door Limburg.net via de Optimo-inzameling en dient gescheiden aangeboden te worden in een officiële tuinafvalzak met opschrift ‘Limburg.net’. Per ophaalbeurt mogen maximum 8 tuinafvalzakken aangeboden worden. Het gewicht per aangeboden zak mag niet groter zijn dan 15 kg.  

Artikel 126  – textiel.

Textiel wordt minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld door Limburg.net via de Optimo-inzameling en dient gescheiden aangeboden te worden in een officiële textielafvalzak met opschrift ‘Limburg.net’. Per ophaalbeurt mogen maximum 4 textielzakken aangeboden worden. Het gewicht per aangeboden zak mag niet groter zijn dan 15 kg. Textiel wordt ook ingezameld in textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. In deze textielcontainers is het niet verplicht om het textiel aan te bieden in een officiële textielafvalzak met opschrift ‘Limburg.net’. Het aangeboden textielafval mag niet nat, vervuild of totaal versleten zijn. 

Artikel 127  – papier en karton.

Papier en karton wordt minstens maandelijks huis-aan-huis ingezameld door Limburg.net. Het papier en karton dient aangeboden te worden hetzij in een stevige kartonnen doos, hetzij in balen samengebonden met natuurtouw. Het volume per aanbieding mag maximaal 1 m³ bedragen en de bundel of doos mag maximaal 15 kg wegen. 

Artikel 128 – grofvuil.

  • Het grofvuil wordt minimaal 4 keer per jaar ingezameld door Limburg.net. Het grofvuil moet worden aangeboden volgens volgende voorwaarden: aan de rand van de openbare weg, op een plaats die bereikbaar is voor de ophaalwagen
  • indien nodig, stevig samengebonden, zodat het niet kan uiteenvallen
  • alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen
  • het gewicht van een afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 70 kg, het mag maximum 2 meter lang en 1 meter breed zijn en het totaal volume is beperkt tot 2 maal 2m³ per aanbieding

Is niet toegestaan en wordt geweigerd:

  • Afvalstoffen die in een recipiënt voor huisvuil kunnen aangeboden worden, dozen of zakken.
  • Houtafval
  • Recycleerbare afvalsoorten

Voor de ophaling op afroep moet minimaal 2 dagen voorafgaandelijk aan de ophaling een online aanvraag worden ingediend worden met de vermelding van de op te halen afvalstoffen. De aanvraag gebeurt via de website van Limburg.net, onder voorbehoud van de nog beschikbare capaciteit. In het uitzonderlijke geval dat een online aanvraag onmogelijk is, kan de aanvraag telefonisch gebeuren. De praktische en betaalvoorwaarden moeten voldaan zijn vooraleer tot ophaling wordt overgegaan. 

Artikel 129 – snoeihout.

Het snoeihout wordt van maart tot november op de 3de dinsdag van de maand gratis en op afroep opgehaald door de gemeentelijke diensten. 

Bijkomend wordt het snoeihout door Limburg.net minimaal 3 keer per jaar op afroep opgehaald.

Het snoeihout moet worden aangeboden volgens volgende voorwaarden:

  • aan de rand van de openbare weg, op een plaats die bereikbaar is voor de ophaalwagen
  • samengebonden in bundels met natuurtouw van maximum 25 kg (bundels die zijn samengebonden met niet-composteerbaar materiaal (plastic, ijzer,…) worden niet aanvaard
  • de takken mogen maximaal 10 cm dik en 180 cm lang zijn
  • per inzamelbeurt mag maximaal 2 maal 2 m³ worden aangeboden het snoeihout mag niet verontreinigd zijn

Voor de ophaling op afroep moet minimaal 2 werkdagen voorafgaandelijk aan de ophaling een online aanvraag worden ingediend:

  • via de website van de gemeente Herk-de-Stad voor de ophaling op afroep door de gemeentelijke diensten
  • via de website van Limburg.net, onder voorbehoud van de nog beschikbare capaciteit, voor de ophaling op afroep door Limburg.net;

In het uitzonderlijke geval dat een online aanvraag onmogelijk is, kan de aanvraag telefonisch gebeuren en dit voor beide ophalingen (gemeente en Limburg.net)

De praktische en betaalvoorwaarden, indien van toepassing, moeten voldaan zijn vooraleer tot ophaling wordt overgegaan.

Artikel 130 – asbest.

De ophaling van asbest op afroep gebeurt op afroep door Limburg.net, onder volgende voorwaarden:

  • asbest wordt aangeboden in correct gevulde en dichtgebonden platenzakken of bigbags (in container);aan de rand van de openbare weg, op een plaats die bereikbaar is voor de ophaalwagen
  • de platenzakken of bigbags bevinden zich steeds aan de voorzijde van het huis, op een goed bereikbare plaats voor de ophaalwagen waarbij de voorziene lussen zo gebonden zijn dat de platenzak(ken) door de ophaalwagen kan/kunnen getakeld worden.
  • de correct gevulde container(s) moet(en) uiterlijk om 6:00u ’s morgens op de afgesproken datum op een goed bereikbare plaats voor de ophaalwagen worden aangeboden. De liner die met de container geleverd werd, moet correct dichtgebonden zijn.  De container wordt zodanig geplaatst dat deze eenvoudig door de ophaalwagen getakeld kan worden.
  • Indien de container(s) op het openbaar domein moet(en) worden geplaatst, zorgt de aanvrager zelf en tijdig voor de nodige vergunningen en signalisatie bij de gemeente/stad van zijn/haar woonplaats en draagt eventuele kosten die hiermee gepaard gaan.

Voor de ophaling op afroep moet voorafgaandelijk een online aanvraag worden ingediend via de website van Limburg.net, onder voorbehoud van de nog beschikbare capaciteit. In het uitzonderlijke geval dat een online aanvraag onmogelijk is, kan de aanvraag telefonisch gebeuren. De praktische en betaalvoorwaarden zoals vastgelegd in het tarievenreglement ‘asbestinzameling aan huis’ van Limburg.net moeten voldaan zijn vooraleer tot ophaling wordt overgegaan.

Artikel 131 – holglas.

Het holglas wordt ingezameld in de glasbollen die verspreid staan opgesteld in de gemeente.
Het holglas dient afhankelijk van de kleur in de daarvoor voorziene glasbollen gedeponeerd te worden. Het holglas dient leeg en voldoende gereinigd te zijn en ontdaan van deksels en doppen.

Het is verboden holglas te deponeren in de glasbollen tussen 22.00 uur en 08.00 uur. 

Artikel 132 – kringloopgoederen.

Kringloopgoederen worden huis-aan-huis ingezameld op afroep door het door de OVAM erkende kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Kringloopgoederen komen in aanmerking voor hergebruik voor hun oorspronkelijke doel. Zij dienen in een nette staat te worden aangeboden en mogen niet totaal versleten zijn. Hoofdstuk 4.8 inzameling op het recyclagepark van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

4.8. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het recyclagepark

Artikel 133 – algemeen.

Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.

De raad van bestuur van Limburg.net vaardigt een huishoudelijk reglement uit dat van toepassing is op alle Limburg.net recyclageparken. Hierin worden openingsuren, voorwaarden en eventuele beperkingen voor aanvaarding van afvalstoffen, evenals alle andere aspecten met betrekking tot de dagelijkse werking van het recyclagepark vastgelegd. Het huishoudelijk reglement wordt gepubliceerd op de website van Limburg.net en uitgehangen op het recyclagepark. Iedere bezoeker wordt geacht hiervan kennis te nemen en de regels na te leven.

Artikel 134 - toegankelijkheid.

Het recyclagepark is gelegen te Industrieweg 1412 te Herk-de-Stad.

Limburg.net baat het recyclagepark uit namens de gemeente en is toegankelijk voor:

  • de inwoners van Limburg.net woonachtig in een gemeente waar het recyclagepark in eigendom van Limburg.net is en waar de toegang tot het intercommunaal recyclagepark geregistreerd wordt aan de hand van een elektronische identiteitskaart. De adressen van alle Limburg.net recyclageparken zijn terug te vinden op www.limburg.net;
  • de zelfstandige ondernemers, KMO's, verenigingen of instellingen die op het grondgebied van de gemeente gevestigd zijn waar het recyclagepark in eigendom van Limburg.net is en in zoverre de door hen aangevoerde afvalstoffen vergelijkbaar zijn overeenkomstig de definitie in artikel 108 van dit reglement en zij over een toegangskaart beschikken. 

Kinderen onder de 16 jaar, niet vergezeld van een volwassene, worden niet toegelaten.

Dieren zijn niet toegelaten.

Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

Artikel 135 – werking.

De toegang tot het recyclagepark is voorbehouden aan voertuigen waarvan het brutogewicht 5 ton niet overschrijdt. Wanneer het brutogewicht deze 5 ton overschrijdt, wordt de gebruiker hiervan via de display van de weegzuil op de hoogte gebracht. Bij een volgende overschrijding door de betreffende partij (gezin of onderneming) wordt de toegang automatisch geweigerd. Enige uitzondering wordt gemaakt voor de aanvoer van huishoudelijk afval (straat -en veegvuil, marktafvalstoffen, zwerfvuil en sluikstorten) door de diensten van de aangesloten gemeente- en stadsbesturen;

Afvalstoffen worden steeds manueel en vanaf de begane grond afgeladen. Het gebruik van machinale hulpmiddelen voor het deponeren van afvalstoffen, of voor het laden van verkoopproducten (compost, mulch, …) is niet toegestaan. Enige uitzondering hierop is het gebruik van een aanhangwagen of bestelwagen met kipbak;

Op geen enkele manier mag de doorgang op het park en de normale werking van het park worden gehinderd omwille van de aanvoer, uitladen en deponeren van afvalstoffen.

De snelheid van de voertuigen op het recyclagepark is beperkt tot 15 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen.

De bezoeker dient alle geldende milieuregels te respecteren. Eventuele lekkages dienen onmiddellijk te worden gemeld en opgeruimd. De bezoeker dient het door hem bevuilde terrein op te kuisen.

Het is ten strengste verboden om afvalstoffen of andere materialen mee te nemen van op het recyclagepark. Alle gedeponeerde afvalstoffen zijn eigendom van Limburg.net. Het is ook niet toegelaten om op het recyclagepark afvalstoffen of andere materialen uit te wisselen met andere bezoekers. Het is verboden de gedeponeerde afvalstoffen te doorzoeken.

Het is verboden op het recyclagepark te roken of om op enige andere wijze vuur te maken.

Het is verboden om giften (geld, drank, voedsel,….) te geven aan de parkwachter.

Het is verboden om afvalstoffen te deponeren buiten de voorziene containers of achter te laten aan de toegangspoorten of de omheining van het recyclagepark. Dit wordt gelijkgesteld met sluikstorten.

Indien er onvoldoende plaats in de container is, kan de parkwachter verbieden afvalstoffen te lossen. De bezoeker dient deze dan weer mee te nemen.

Artikel 136 - afvalstoffen.

Op het recyclagepark mogen o.m. de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde en niet vervuilde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. Afvalstoffen die in hoeveelheid, aard of samenstelling niet vergelijkbaar zijn met huishoudelijk afvalstoffen, worden geweigerd. Restproducten van een productieproces, worden geweigerd. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden. Dit gebeurt door de bezoekers zelf, tenzij dit anders staat aangegeven.

  • Aeea
  • Asbest (hechtgebonden)
  • Boomstronken
  • Bouw- en sloopafval gemengd
  • Fijn tuinafval in bulk
  • Fijn tuinafval in afvalzak, (enkel tijdens de periodes en in de locaties gecommuniceerd door Limburg.net)
  • Frituurvet en oliën
  • Gipsplaten
  • Grofvuil
  • Harde kunststoffen
  • Holglas
  • Hout (type A, B en C)
  • Huisvuil (enkel tijdens de periodes en in de locaties gecommuniceerd door Limburg.net)
  • Keukenafval (enkel tijdens de periodes en in de locaties gecommuniceerd door Limburg.net)
  • Kga
  • Matrassen
  • Metalen
  • Papier- en karton
  • Pmd
  • Snoeihout
  • Textiel
  • Vlakglas
  • Zuiver steenpuin

Niet elk recyclagepark heeft de mogelijkheden om alle afvalstoffen te aanvaarden: meer info op www.limburg.net/recyclageparken.

De specifieke aanbiedingsregels per afvalstof worden gecommuniceerd via www.limburg.net/recyclageparken.

Volgende regels zijn van toepassing om de onderstaande afvalstoffen te aanvaarden. Indien niet voldaan is aan deze regels, wordt het aangevoerde afval geweigerd:

  • Asbestcement:
    • Het recyclagepark zamelt enkel verpakt asbestcement in. Het asbest moet verpakt zijn in zakken of folie die voorzien en verkocht worden door Limburg.net. De verpakking moet hanteerbaar zijn en moet luchtdicht en stevig afgesloten zijn. Het verpakkingsmateriaal kan tegen vergoeding aangekocht worden op het recyclagepark [OF via andere verdeelpunten gecommuniceerd door de gemeente]. Het verpakkingsmateriaal moet vooraf aangekocht worden zodat het asbestcement al verpakt is wanneer het wordt aangeleverd op het recyclagepark (ter plaatse inpakken is niet toegestaan). Het is verboden om de asbestmaterialen te breken om ze te kunnen verpakken. Het verpakte asbestcement moet door de bezoekers omzichtig in de container gedeponeerd worden.
  • Grofvuil:
    • Het is ten strengste verboden om afval dat selectief kan worden aangeboden, ongesorteerd in de grofvuilcontainer te deponeren. Indien dit toch gebeurt, wordt dit beschouwd als sluikstorten.
    • Afval dat kan worden weggeborgen in een plastic huisvuilzak of doos wordt niet beschouwd als grofvuil.
  • Huisvuil/Keukenafval/Fijn tuinafval in afvalzak:
    • Wordt aangeboden in een officiële afvalzak, ;
    • De aangebrachte zak is degelijk gesloten en lekdicht
    • Enkel in de periodes zoals gecommuniceerd door Limburg.net
  • Kga
    • Het aangeboden kga wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de producent zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen.
    • Het aangeboden kga wordt door de bezoeker op de sorteertafel nabij de KGA-opbergruimte geplaatst
  • PMD
    • Wordt aangeboden in een officiële pmd-zak, met uitsluitend pmd-afvalstoffen
    • De aangebrachte zak is degelijk gesloten;

Artikel 137 – toezicht parkwachters.

Tijdens de openingsuren staat het recyclagepark permanent onder toezicht van meerdere parkwachters.

De bezoekers dienen nauwgezet en stipt de richtlijnen van de parkwachters en de op het park aangebrachte instructies na te leven.

De bezoeker is verplicht om op vraag van de parkwachter zijn eID, badge en weegticket te tonen.

Wanneer afvalstoffen in de verkeerde container of plaats worden achtergelaten, kan de parkwachter de bezoeker verplichten dit afval terug te nemen en op de juiste plaats te deponeren.

De parkwachter kan de registratie van de gekozen afvalstoffen wijzigen indien blijkt dat deze verkeerd werden aangemeld.

De parkwachter kan het geregistreerd gewicht van een aanvoer wijzigen wanneer hij vaststelt dat de weging foutief is gebeurd (bijvoorbeeld door in- of uitstappen personen, of andere manipulaties of fouten). De parkwachter zal hiervoor de aanvoer opnieuw afwegen, of indien dit niet meer mogelijk is, een zo goed mogelijke raming maken.

De parkwachter waakt over de verkeersdoorstroming op het park. Het is de parkwachter toegestaan om de aanbieders van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds te veel personen of voertuigen op het recyclagepark bevinden, in functie van een goede verkeersregeling en veiligheid op het recyclagepark.

5.  SCHULENSMEER

5.1.    PRIORITAIR ALGEMEEN AANWEZIGHEIDSVERBOD

Artikel 138

Behoudens de Beheersdienst, de veiligheidsdiensten wanneer hun opdracht het rechtvaardigt en de houders van een bijzondere toelating, is het verboden:

  • Het wachtbekken te betreden, er zich op te houden of er enige bezigheid uit te oefenen tijdens de nachtelijke uren, vanaf één uur na zonsondergang tot één uur voor zonsopgang.
  • Het wachtbekken te betreden, er zich op te houden of er enige bezigheid uit te oefenen terwijl het in gebruik is voor zijn primaire functie.  Het wachtbekken is in gebruik wanneer dit gesignaleerd is door gehesen rode vlaggen aan zowel het pompstation, de Beekstraat en ’t Vloot en/of de paden en/of de zomerdijken onder water komen te staan.
  • Op enigerlei manier aanwezig te zijn of op eender welke manier zich op te houden op één van de twee eilanden in de permanente waterplas, de oevers ervan te betreden, aan te meren of de rietkragen aan de oevers te bevaren.
  • Op enigerlei manier aanwezig te zijn of zich op te houden op het water in de zone Zuid en dit tijdens de periode van 01 oktober tot en met 31 mei. 
  • Op enigerlei manier aanwezig te zijn of zich op te houden op het vasteland van de zone Zuid, met uitzondering van de dijken en dit tijdens de periode van 01 januari tot en met 31 mei.

Artikel 139

Het verbod in artikel 138 punt 1 en punt 2 geldt niet voor het doorgaand verkeer op de gedeelten van de Bekkersvaart dewelke gelegen zijn binnen de omschrijving van het wachtbekken.

5.2.    REGELING VAN DE ACTIVITEITEN EN AANWEZIGHEDEN IN HET GEBIED

Artikel 140

Voor alle in dit reglement aangehaalde verbodsbepalingen of verboden activiteiten geldt dat deze niet toepasselijk zijn voor de Beheersdienst binnen het kader van hun werkingen, de veiligheidsdiensten binnen het kader van hun opdrachten en de houders van een bijzondere toelating.

5.2.1.  WATERSPORTEN EN WATER- EN STRANDRECREATIE

Artikel 141. 

Enkel en alleen de hierna genoemde watersporten en/of waterrecreatieve bezigheden zijn toegelaten, en dit enkel onder de voorwaarden zoals hierna bepaald:

  • Hengelen/vissen: is toegelaten op het bezinkingsbekken en op de gehele permanente waterplas, behoudens als aangehaald in art. 138. Bootvissen is enkel toegelaten op de permanente waterplas. Vissersvaartuigen moeten geregistreerd zijn cfr. art. 143, mogen enkel worden aangelegd of verankerd aan de daarvoor voorziene aanlegplaatsen, en, indien ze aangedreven worden door een motor mag dit alleen maar een elektromotor zijn met een maximum vermogen van 736 watt.
  • Zeilen, surfen, kajakken, roeien: is toegelaten op de permanente waterplas, behoudens als aangehaald in art. 138. Zij moeten te allen tijde op een afstand van tien meter van alle oevers en de twee eilanden blijven, evenals op een minimum afstand van 20 meter van de aanwezige vissers op de oevers.  Zij mogen enkel de voorziene start-, aankomst- en aanlegplaatsen gebruiken.  De door hun gebruikte vaartuigen moeten geregistreerd zijn cfr. art. 143.
  • Strandrecreatie is enkel toegelaten in de hiertoe voorziene en aangeduide zone ter hoogte van gebouw ‘t Vloot.  Het betreft enkel strandrecreatie.  Zwemmen of baden of zich in het water begeven met of zonder speel- of recreatietuigen is verboden.  Op- en neerlaten van tuigen op draagkracht van wind en/of thermiek is verboden.

Deze situatie zal naar de bezoekers toe gesignaleerd worden door het hijsen van gele vlaggen aan zowel het pompstation, de Beekstraat en ’t Vloot. Tevens zal aan de informatieborden ter hoogte van deze 3 locaties publieksinformatie worden aangebracht.

  • Hengelen of vissen vanaf de oever zijn wel toegestaan wanneer de gele vlag is gehesen doch onder volgende strikte voorwaarden:
  • De publieksinformatie dient geraadpleegd en opgevolgd,
  • Na elk contact met het water moeten hygiënische maatregelen genomen worden, daartoe dient elke hengelaar of visser in het bezit te zijn van niet-besmet water en zeep of een ontsmettende gel,
  • Het is strikt verboden vissen uit het Schulensmeer te consumeren of mee te nemen,
  • Bijvoederen van de vissen is verboden.

Voor personen die de leeftijd van 12 jaar al bereikt hebben is ook bootvissen toegestaan en dit onder dezelfde voorwaarden als voor het vissen vanaf de oever.

Zeilen, kajakken en roeien zijn eveneens toegestaan wanneer de gele vlag is gehesen voor personen die de leeftijd van 12 jaar bereikt hebben, onder de strikte voorwaarde dat de recreanten de nodige voorzorgen dienen te nemen die vermeld staan in de publieksinformatie.  De recreanten dienen deze publieksinformatie te raadplegen en op te volgen.

Indien de kwaliteit van het water in het Schulensmeer dusdanig is dat ook hengelen of vissen vanaf de oever, bootvissen, zeilen, kajakken en roeien een gevaar inhouden voor de volksgezondheid is ook dit verboden.  Deze situatie zal naar de bezoekers toe gesignaleerd worden door het hijsen van oranje vlaggen aan zowel het pompstation, de Beekstraat en ’t Vloot.

5.2.2.  GEMOTORISEERD VERKEER EN PARKEREN

Artikel 142

§1.

Gemotoriseerde voertuigen zoals onder andere auto’s, vrachtwagens, motorfietsen, trikes, quads,  bromfietsen etc.:  mogen enkel rijden op de aangelegde verharde wegen en het oostelijk gedeelte van de halfverharde weg ten noorden van het meer, met ingang vanaf het pompstation. De grensscheiding oostelijk/westelijk gedeelte van deze halfverharde weg zal met bijzondere aanduidingen worden gesignaleerd.  Het is deze voertuigen verboden te parkeren op deze wegen, behalve op de bijzonder daartoe aangelegde parkeerplaatsen, alsmede op de genoemde halfverharde noordelijke weg.  Houders van een bijzondere toelating hiertoe mogen zich met één der genoemde voertuigen ook via het westelijk gedeelte van de halfverharde weg begeven tot aan het gebouw ’t Vloot.  Bovendien kan via de Zwarte brug van en naar de strandrecreatiezone worden gereden, enkel en alleen om er zware en/of ondeelbare stukken te laden of te lossen.

§2.

Gemotoriseerde invalidenwagentjes: mogen zich op alle plaatsen begeven waar een aanwezigheid en/of activiteit conform dit reglement is toegelaten.

§3.

Bromfietsen: gelet op het bepaalde in lid 1 van dit artikel, mogen bovendien worden gebruikt om zich te verplaatsen naar/van een hengelplaats, indien door een visser en tegelijk houder van een geldig visverlof en dan nog enkel om zijn vissersuitrusting aan en/of af te voeren.

5.2.3.   VAARTUIGEN

Artikel 143

§1.

Alle vissersvaartuigen die zich bevinden of begeven of gebruikt worden op de permanente waterplas moeten geregistreerd zijn bij de Opdrachthoudende vereniging Schulensmeer (O.S.M.).

§2.

De toelating voor het bootvissen wordt gekoppeld aan een individuele registratie op naam voor het gebruik van een vissersvaartuig en eventueel voor het toekennen van een ligplaats in de vissershaven, afgeleverd met een identificatienummerplaat door het secretariaat van de Opdrachthoudende vereniging Schulensmeer (O.S.M.).  De afgeleverde individuele vissersvaartuigregistratie kan bij het overtreden van zowel het politiereglement als van de vigerende visserijwetgeving ingetrokken worden. De individuele visser zelf wordt tegelijkertijd met de intrekking van zijn vissersvaartuigregistratie verboden de hengeldiscipline bootvisserij binnen het Schulensbroek uit te oefenen.

§3.

De vissersvaartuigen mogen uitsluitend de voor hun voorziene start- en aankomstplaatsen, en aanlegplaatsen in de specifieke vissershavens gebruiken. 

§4.

Alle andere vaar- en drijftuigen die zich bevinden of begeven of gebruikt worden op de waterplassen moeten ook geregistreerd zijn bij de Opdrachthoudende Vereniging Schulensmeer (O.S.M.). Deze tuigen mogen enkel de voor hun voorziene start-, aankomst- en aanlegplaatsen gebruiken.

§5.

Het komt de eigenaar beheerder van het wachtbekken toe, om de binnen het wachtbekken op een andere plaats dan in de voorbestemde havens, aanleg- of ligplaatsen onbeheerde vaartuigen, evenals de niet geregistreerde vaartuigen, ambtshalve te verwijderen uit het wachtbekken.

5.2.4.  FIETSER, VOETGANGERS EN RUITERS

Artikel 144. 

§1.

Voetgangers (wandelen, joggen, …) mogen zich enkel begeven over de dijken en de aangelegde en aangeduide paden, alsmede over de voorziene wegen.

§2.

Fietsers mogen zich enkel begeven op het aan de zone Noord (Demerdijk) aangelegde fietspad, op de in art. 142 genoemde verharde wegen en op het oostelijk en westelijk gedeelte van de in art 142 genoemde halfverharde noordelijke weg.  Vissers met een geldig visverlof mogen zich met de fiets verplaatsen naar en van een hengelplaats enkel en alleen om hun vissersuitrusting aan en/of af te voeren.

§3.

Ruiters: behoudens de bereden politiediensten zijn ruiters in het wachtbekken volledig verboden.

5.2.5.  DIEREN

Artikel 145

§1.

Behoudens de dieren geplaatst in het kader van op voorhand toegelaten of vergunde natuurbehouds- of natuurbeheersprojecten mogen geen andere dieren in het gebied worden binnengebracht, uitgezet of achtergelaten worden.

§2.

Enkel honden, onder begeleiding en onder navolgende voorwaarden worden in het gebied toegelaten:

  • honden dienen permanent aan de leiband te worden gehouden,
  • honden mogen geenszins in enige waterpartij worden gelaten,
  • honden mogen in geen geval de in het wild levende dieren en/of de dieren genoemd in lid 1 van dit artikel, storen, opjagen of aanvallen,
  • uitwerpselen van de hond dienen onmiddellijk door de eigenaar opgeruimd te worden.

5.2.6.  VERBODEN ACTIVITEITEN

 

Artikel 146. 

Alle activiteiten die niet in dit reglement zijn aangehaald of omschreven zijn verboden activiteiten, en in het bijzonder:

  • schaatsen, plankschaatsen, of zich op enigerlei wijze begeven op het ijs,
  • kamperen onder gelijk welke vorm,
  • jagen,
  • miniatuurboten of –vliegtuigen gebruiken,
  • vuur aanleggen onder eender welke vorm,
  • etenswaren of andere producten verkopen, met uitzondering van de uitbating ’t Vloot, of te leuren  met eender welke goederen,
  • publiciteit of propaganda voeren,
  • geluidsproducerende toestellen te gebruiken,
  • diensten verlenen met commercieel inzicht of karakter,
  • het binnenbrengen van flora,
  • vegetaties beschadigen, verwijderen of vernietigen, tenzij als beheersmaatregel in uitvoering van een goedgekeurd natuurbeheersplan,
  • het opzettelijk verstoren of opjagen van  de in art. 145 § 1 genoemde dieren, en/of de in het wild levende diersoorten,
  • ontploffingsmotoren te gebruiken. 

5.2.7.   BOUWWERKEN EN INFRASTRUCTURELE WERKEN

Artikel 147

Het aanbrengen of in stand houden van planken of vlonders in of aan de oevers, of eender welke vaste constructie oprichten of in stand houden is verboden, behoudens bijzondere toelating als in artikel 140 genoemd.

5.2.8.   MANIFESTATIES

Artikel 148. 

Uitzonderlijk kunnen organisaties of manifestaties (sport-, culturele- of recreatieve) worden georganiseerd mits uitdrukkelijke toelating onverminderd alle andere nodige vergunningen.

5.2.9.   ANDERSVALIDEN

Artikel 149. 

Andersvaliden en rolwagengebruikers zijn toegelaten op de dijken, wegen, paden en andere plaatsen waar een toegang of een activiteit is toegelaten conform dit reglement. De voor hun bijzonder aangelegde visplaatsen en parkeerplaatsen, en aldus aangeduid, zijn uitsluitend voor hun toegankelijk.

5.2.10.  AFVAL

Artikel 150. 

Alle afval of vuilnis mag enkel worden achtergelaten in de daartoe voorziene vuilnisbakken.  In geen geval mag verzameld afval aangevoerd worden van buiten het gebied.

6.  GEMEENTELIJKE DOMEINEN OLMENHOF EN HARLAZ

6.1.    TOEGANKELIJKHEID

6.1.1. OPENINGSUREN

Artikel 151

§1.

Het domein is opengesteld voor het publiek. 

§2.

Behoudens de drankgelegenheid en zijn onmiddellijke omgeving is het domein niet toegankelijk tussen een half uur na zonsondergang en een half uur vóór zonsopgang. 

§3.

Uit veiligheidsoverwegingen is het park niet toegankelijk bij sterke wind of storm omwille van het gevaar voor omwaaiende bomen of vallende takken.

6.1.2. VERKEER

Artikel 152.

§1.

De paden in het domein zijn afgesloten voor het verkeer: gemotoriseerde voertuigen, bromfietsen, fietsen of voertuigen van welke aard ook – behoudens (elektrische) rolstoelen, scootmobielen voor mindervaliden en dienstvoertuigen -  alsook ruiters hebben geen toegang tot het domein.

Voertuigen van leveranciers en andere voertuigen noodzakelijk voor werken of manifestaties zijn toegelaten in het domein mits expliciete toestemming van de burgemeester en volgens de voorwaarden vermeld in dit reglement.

§2.

In het park Olmenhof zijn gemotoriseerde ceremonievoertuigen toegelaten mits uitdrukkelijke  voorafgaande toestemming van de burgemeester.  De toegelaten voertuigen dienen geparkeerd  te worden op verharde plaatsen.

In het park Olmenhof mag het grasveld betreden worden in functie van spel e.d. indien de bodemgesteldheid en de weersomstandigheden dit toelaten.  Het betreden van beplantingen is hier verboden.

§3.

De paden in de Harlaz mogen door wandelaars en joggers niet verlaten worden.

6.1.3. KROONPROJECTIE VAN DE BOMEN

Artikel 153. 

Er mag binnen de kroonprojectie van de bomen in het park geen betreding zijn.  Voor de bomen in het domein waar een afsluiting rond geplaatst is, mag er geen betreding zijn binnen deze afsluiting. Men dient erop toe te zien dat deze afsluitingen niet worden beschadigd.

6.2.    HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE, RUST EN NETHEID

6.2.1. VERBODSBEPALINGEN

Artikel 154

Met het oog op het bewaren van de rust, de netheid, de openbare orde en de integriteit van het domein is het verboden:

  • De orde te verstoren door samenscholingen of de bezoekers op enige wijze te hinderen,
  • Radio’s, luidsprekers of eender welk geruchtmakend toestel te gebruiken,
  • Te roken binnen de beboste gebieden, er vuur te dragen of te ontsteken,
  • Te leuren met welke goederen dan ook,
  • Drukwerken of pamfletten te verspreiden,
  • Affiches aan te plakken,
  • Honden of andere huisdieren te laten loslopen,
  • Honden of andere huisdieren in de speeltuin mee te nemen,
  • Afval achter te laten buiten in de daartoe voorziene afvalemmers,
  • Te baden, te zwemmen of te roeien op de vijver,
  • Te schaatsen op de vijver,
  • Te kamperen, tenten of windschermen op te slaan met uitzondering van de zone voor de motorhomeparking die gebruikt mag worden door motorhomes volgens het van toepassing zijnde reglement, ter plaatse uitgehangen,
  • Enige schade toe te brengen aan wegen, lanen, bomen, struiken, bloemen, kruiden, afsluitingen, nestkastjes, opschriften, naambordjes, toestellen, …,
  • Merken aan te brengen op banken of bomen, in de bomen te klimmen, planten uit te doen of aan te brengen, hout weg te halen,
  • Te jagen, dieren te doden of te vangen of op om het even welke wijze hun jongen, eieren, nesten of schuilplaatsen te vernietigen of te beschadigen.

6.2.2. AFWIJKINGEN OP VERBODSBEPALINGEN

Artikel 155

De burgemeester is gemachtigd permanente of tijdelijke afwijkingen toe te staan, geheel of gedeeltelijk, op de verbodsbepalingen zoals voorzien in artikel 154, op advies van de dienst Leefmilieu.

6.3.   VIJVERS

Artikel 156. 

Op de vijvers mag worden gevist binnen de perioden en de uren zoals zij door het visreglement Olmenhof worden bepaald (opgesteld door de vzw Mistrekkers), dat uitgehangen wordt op het aanplakbord ter plaatse aan de vijver.

De onderrichtingen vermeld in het visreglement dienen strikt te worden nageleefd. 

6.4.    SPEELTUIN

6.4.1. TOEGANKELIJKHEID

Artikel 157. 

De speeltuigen zijn bedoeld voor kinderen tot 12 jaar, tenzij er ter plaatse een andere aanduiding is.  Deze speeltuigen dienen gebruikt te worden overeenkomstig hun bestemming. 

6.5.    DIERENPARK

6.5.1. TOEGANKELIJKHEID

Artikel 158

Het dierenpark mag uitsluitend door het bevoegde personeel betreden worden, met uitzondering van die plaatsen die gemarkeerd zijn als toegankelijk voor het publiek.

6.5.2. VERBODSBEPALINGEN

Artikel 159

Het is verboden:

  • De dieren te voederen,
  • De dieren op gelijk welke manier te hinderen,
  • Nieuwe dieren in het park te brengen zonder toestemming van het bevoegde personeel.

6.6.    MINIGOLF

Artikel 160. 

De toegankelijkheid van het minigolfterrein wordt aangeduid bij de ingang van het minigolfterrein.  De hier uitgehangen reglementering dient strikt toegepast te worden.

6.7.    EVENEMENTEN

Artikel 161

Evenementen mogen slechts worden ingericht mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester. 

Indien het gaat om evenementen waarbij geen vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd worden conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (zoals het oprichten van constructies (tenten, podia, …) in natuurgebied), dient deze toestemming minstens zes weken voor de datum dat het evenement plaats heeft, schriftelijk te worden aangevraagd.  Een afschrift van deze aanvraag wordt gelijktijdig overgemaakt aan Onroerend Erfgoed.

Indien het gaat om evenementen waarbij vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd worden conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dient deze toestemming minstens 6 maanden voor de datum dat het evenement plaats heeft, schriftelijk te worden aangevraagd, met afschrift aan Onroerend Erfgoed.

Bovendien moet voor deze evenementen in voorkomend geval gelijktijdig de noodzakelijke stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden minstens 6 maanden voor de datum dat het evenement plaats heeft.

De  initiatiefnemer van het evenement is gehouden de voorwaarden, vervat in dit reglement, toe te passen en toezicht te houden op de naleving ervan. Hij is verantwoordelijk voor beschadigingen die zich zouden voordoen door het evenement.

Er mogen enkel evenementen plaatsvinden binnen de goedgekeurde zone, volgens het plan (centrale grasvlakte Olmenhof) in bijlage. In de randzone en buiten deze zone mogen ook geen materialen gestapeld worden.

7. UITBATING HORECA

7.1. ALGEMEEN

Artikel 162 - Definities.

Horecazaak: Alle lokalen of ruimten in privé- of openbare gebouwen die permanent of tijdelijk ingericht worden om te worden gebruikt als ruimte waar dranken en/of maaltijden van welke aard ook worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, al dan niet gecombineerd met een andere functie. Zonder limitatief te zijn wordt hieronder verstaan alle cafés, danscafés, bars, danszalen, herbergen, cafetaria’s, privéclubs, thee- en koffiehuizen, hotels, restaurants, snackbars, frituren, concertzalen, discotheken, pop-ups, zomerbars en over het algemeen alle drankgelegenheden, met inbegrip van die welke in openlucht gelegen zijn, en van die welke, al dan niet tegen betaling of op vertoon van lidkaart, voor publiek toegankelijk zijn.

Occasionele horecazaak: vooraf als dusdanig aangeduide activiteiten die, naar aanleiding van om het even welke gebeurtenis van voorbijgaande aard, ten hoogste tienmaal per jaar en telkens niet langer dan vijftien opeenvolgende dagen worden gehouden. Drankgelegenheden gehouden op tentoonstellingen en jaarbeurzen, worden geacht occasionele horecazaken te zijn voor de gehele duur van de tentoonstelling of jaarbeurs, ongeacht de hoedanigheid van de exploitant en de maximale exploitatieduur.

Reizende horecazaak: drank- en/of eetgelegenheden die van de ene naar de andere plaats worden gebracht, zoals bijvoorbeeld foodtrucks, kramen, tenten, boten.

Shishabar: een horecazaak, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir. 

Uitbater: De natuurlijke perso(o)n(en) of de rechtspersoon die in enige hoedanigheid en/of voor eigen rekening, een werkzaamheid uitoefen(t)(en) die erin bestaat of er mede in bestaat een horecazaak uit te baten. Met uitbaten wordt ook bedoeld het openen, het heropenen, de overname en de aanpassing van een horecazaak.

Aangestelde: persoon, die al dan niet tegen bezoldiging, een drankgelegenheid uitbaat voor rekening van de uitbater.

Uitbatingsvergunning: vergunning, die aan de uitbater het recht geeft een horecazaak op het aangeduide adres uit te baten.

Drankvergunning: Een vergunning voor het schenken van gegiste en/of sterke dranken zoals omschreven in Deel II, punt 9 SCHENKEN VAN STERKE EN/OF GEGISTE DRANKEN van de Codex Politieverordeningen. De aanvraag zit verwerkt in de aanvraag voor uitbatingsvergunning.

Stappenplan: indien er bij de aanvraag tekortkomingen blijken te zijn om een uitbatingsvergunning te verlenen, maar deze tekortkomingen geacht worden tijdelijk aanvaardbaar te zijn, zal er een stappenplan opgesteld worden. Dit stappenplan bevat een overzicht van de te nemen maatregelen, binnen gestelde termijnen, waaraan de horecazaak en/of de uitbater, dient te voldoen alvorens een definitieve uitbatingsvergunning kan afgeleverd worden. Dit stappenplan wordt samen met de tijdelijke uitbatingsvergunning afgeleverd door het college;

Horecamap: map die in de horecazaak aanwezig is en beschikbaar moet zijn voor onmiddellijke inzage door bevoegde personen. Deze map dient volgende informatie te bevatten:

  • uitbatingsvergunning met, indien van toepassing, de drankvergunning;
  • brandveiligheidsverslagen en de geldige brandweervergunning met bepaling van het maximaal aantal toegelaten personen;
  • verslagen van de periodieke controles van brandweer en politie, indien van toepassing;
  • verzekeringspolis en attest burgerrechtelijke aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing;
  • hygiëneattest, indien van toepassing;
  • attest van FAVV, indien van toepassing;
  • toelating tot afwijking sluitingsuur, indien van toepassing; afwijkingen op de wekelijkse rustdag;
  • kansspelvergunning vergunning C voor kansspelen in drankgelegenheden (kansspelinrichtingen klasse III), indien van toepassing;
  • terrasvergunning en terrasplan, indien van toepassing;
  • omgevingsvergunning voor exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, indien van toepassing.

Brandveiligheidsonderzoek: onderzoek uitgevoerd door de brandweer, dat alle aspecten van brandveiligheid omvat, zoals voorzien in de wetgeving, en zoals nader bepaald in het Provinciaal reglement betreffende voorschriften omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 februari 2017. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de opening van de zaak. De dienst economie contacteert de brandweer om deze controle uit te voeren.

Onderzoek naar de omgevingsvergunning: onderzoek waarbij wordt nagegaan of de functie van het pand noodzakelijk voor de exploitatie van de horecazaak, vergund is.

Resultaat van dit onderzoek:

  • doet geen enkele uitspraak over de overige vergunnings- of meldingsplicht(en) die ter zake kunnen gelden inzake (andere) stedenbouwkundige handelingen, milieuaspecten of kleinhandelsactiviteiten en waarmee men zich in regel dient te stellen;
  • kan in geen geval op enige wijze worden aanzien als een regularisatie dan wel gedogen van een feitelijke toestand waarvoor ter zake een vergunningsplicht/meldingsplicht geldt en waaraan niet is voldaan.

Moraliteitsonderzoek: onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, door de politie.

Onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (zoals de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, beroepskaart indien van toepassing…) en/of enige andere vergunningen of attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.

Bevoegde personen: personen die controle kunnen uitoefenen met het oog op de naleving van onderhavig reglement, zijnde:

  • Politieambtenaren,
  • Agenten van politie,
  • Gemeentelijke ambtenaren met een vaststellingsbevoegdheid,
  • Brandweerpersoneel,
  • Andere inspectiediensten.

Artikel 163 - Onderwerp.

Dit reglement bepaalt de eisen, voorwaarden en procedures waaraan een horecazaak op grondgebied van Herk-de-Stad moet voldoen om een horecazaak uit te baten. Dit moet zorgen voor een administratieve vereenvoudiging en kwaliteitsvolle horeca die conform zijn aan alle wettelijke vereisten en verplichtingen.

Artikel 164 - Doelgroep en toepassingsgebied.

Elke horecazaak op grondgebied Herk-de-Stad is onderworpen aan elke in dit reglement voorziene vergunningsplicht. De regels zoals hierna uiteengezet zijn van toepassing op horecazaken met een tijdelijk of permanent karakter tenzij anders vermeld. Occasionele horecazaken en reizende horecazaken vallen niet onder dit reglement.

Artikel 165 - Kansspelen.

Het in de regelgeving inzake kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers en de bijhorende Koninklijke besluiten voorziene gemeentelijk advies voor wat betreft het bekomen van een vergunning klasse C voor de uitbating van een zgn. kansspelinrichting klasse III of drankgelegenheid kan slechts als gunstig beoordeeld worden voor zover is voldaan aan de bepalingen van dit reglement.

Artikel 166 - Inname openbaar domein.

Horecazaken die niet voldoen aan de bepalingen van dit reglement kunnen geen terrasvergunning bekomen, voorzien in het gemeentelijk reglement voor het plaatsen van terrassen bij Horecazaken op het openbaar domein.

Artikel 167 - Horecamap.

De uitbatingsvergunning, en alle andere documenten opgesomd in artikel 169, dienen bijgehouden te worden in de horecamap. Deze map moet in elke horecazaak aanwezig en beschikbaar zijn voor onmiddellijke inzage door de bevoegde personen.

7.2.  UITBATINGSVERGUNNING

Artikel 168 - Verplichtingen.

Om een horecazaak al dan niet tijdelijk te mogen uitbaten moet de uitbater van een horecazaak in het bezit zijn van een uitbatingsvergunning. De uitbatingsvergunning geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangeduide adres.

Artikel 169 - Aanvraagprocedure.

De aanvraag dient te gebeuren aan de hand van het daartoe voorziene aanvraagformulier bij de dienst Lokale Economie. De aanvraag is verplicht voor het uitbaten van een nieuwe horecazaak, een tijdelijke horecazaak en voor de overname van een bestaande horecazaak. Samen met het aanvraagformulier dienen minstens de volgende documenten overhandigd te worden:

  • kopie identiteitskaart van de uitbater(s), of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon;
  • kopie uittreksel Kruispuntbank van Ondernemingen;
  • kopie statuten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, indien van toepassing;
  • kopie van de huurovereenkomst, indien van toepassing;
  • kopie bewijs van onderschrijven verzekeringspolis burgerrechtelijke aansprakelijkheid ingeval van brand en ontploffing;
  • kopie van de toestemming afgeleverd door FAVV;
  • uittreksel uit het strafregister, meer bepaald uittreksel 596.1-8, b niet ouder dan drie maanden van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, indien van toepassing.

Bij het onvolledig indienen van de vereiste gegevens en/of nodige documenten wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld door de dienst Lokale Economie binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Vervolgens heeft de aanvrager tien kalenderdagen om de ontbrekende stukken of gegevens bij te brengen. Bij gebreke hieraan te voldoen door de aanvrager wordt de aanvraagprocedure stopgezet en moet een nieuwe aanvraag ingediend worden indien de aanvrager alsnog een uitbatingsvergunning wenst te bekomen.

Van zodra een dossier volledig en ontvankelijk is, wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld door de dienst Lokale Economie. Vervolgens beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van zes weken vanaf de datum waarop het dossier volledig en ontvankelijk werd verklaard om de vergunning af te leveren, dan wel deze te weigeren. Deze termijn kan éénmalig verlengd worden met drie weken.

Artikel 170 - Administratief onderzoek.

Onverminderd andere wetgeving en andere gemeentelijke reglementen die ook hier van toepassing zijn, kan de uitbatingsvergunning slechts verleend worden na een administratief onderzoek dat minstens volgende onderdelen omvat:

  • moraliteitsonderzoek;
  • brandveiligheidsonderzoek;
  • onderzoek naar de vestigingsformaliteiten;
  • onderzoek naar de omgevingsvergunning;
  • onderzoek naar de drankvergunning, indien van toepassing.

Artikel 171 - Bijkomend onderzoek.

-  Uitbating door een Vereniging zonder Winstoogmerk

Indien de uitbating gebeurt door een vzw kan volgend bijkomend administratief onderzoek worden uitgevoerd:

  • een onderzoek naar de wettelijke bepalingen inzake de vzw-wetgeving
  • een onderzoek naar de activiteiten die de vzw uitvoert in overeenstemming zijn met haar doel, onder meer door middel van documenten eigen aan de werking van een vzw, zoals beslissingen van de algemene vergadering, van de raad van bestuur, of van andere gemandateerden, boekhoudkundige stukken, jaarrekening, jaarplan, activiteitenverslagen. Deze documenten worden op eerste verzoek meegedeeld.

-  Uitbating van een shishabar

  • Onder shishabar moet begrepen worden een horecazaak, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch.
  • Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir.

Voor nieuwe shishabars wordt een horecavergunning enkel toegekend aan de uitbater van een dergelijke shishabar op voorwaarde dat er op de beoogde vestigingsplaats, binnen een straal van 750 meter te meten vanaf de toegangsdeur van de beoogde vestigingsplaats, geen onderwijsinstellingen, crèches, kinderopvang, jeugdbewegingen of andere shishabars gevestigd zijn.  

Artikel 172 - Bijkomende voorwaarden.

Naast de onderzoeken moet aan volgende bijkomende voorwaarden voldaan zijn om een uitbatingsvergunning te bekomen of te behouden:

de uitbaters of, indien de uitbater een rechtspersoon is, de zaakvoerders van deze rechtspersoon, mogen recent – tijdens de drie voorgaande jaren – geen veroordeling hebben opgelopen wegens 

  • inbreuk op de wet op het racisme of xenofobie;
  • inbreuk op de drugwetgeving;
  • daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten tijdens een tussenkomst, controle of interventie in of rond een horecazaak. 

Artikel 173 - Beslissing college van burgemeester en schepenen.

Nadat de onderzoeken zoals omschreven in artikel 170 werden uitgevoerd en de bijkomende voorwaarden zoals omschreven in artikel 172 zijn gecontroleerd wordt het resultaat ervan overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen die een beslissing neemt. Deze beslissing kan zijn:

  • verlenen van een uitbatingsvergunning;
  • verlenen van een uitbatingsvergunning met voorwaarden;
  • verlenen van een tijdelijke uitbatingsvergunning met stappenplan;
  • niet verlenen van een uitbatingsvergunning.

Het College van burgemeester en schepenen kan te allen tijde beslissen om in de uitbatingsvergunning voorwaarden op te nemen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zoals onder meer de aard of ligging van de horecazaak.

Voorwaarden kunnen onder meer zijn, zonder limitatief te zijn: de verplichte installatie van één of meerdere bewakingscamera’s, verplichte installatie van een meettoestel voor geluid, het voorzien van voldoende parkeergelegenheid, sluitingsuur.

Het niet naleven van de opgelegde voorwaarden wordt gesanctioneerd op basis van de artikels 196-198 van de Codex Politieverordeningen. 

Artikel 174 - Geldigheid.

De uitbatingsvergunning is geldig vanaf goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen en geldt zolang de horecazaak aan alle wettelijke voorwaarden, alle voorwaarden van onderhavig reglement en de vergunning blijft voldoen. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een bepaalde uitbater voor een bepaalde horecazaak en is niet overdraagbaar naar een andere uitbater of andere horecazaak.

De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege:

  • bij het stopzetten van de horecazaak;
  • bij overdracht van de horecazaak;
  • bij wijziging in de natuurlijke personen of de rechtspersoon van de horecazaak;
  • bij wijzigingen inzake organen van de horecazaak indien het een rechtspersoon betreft;
  • bij wijzigingen in de aard van de uitbating zoals aangegeven in het aanvraagformulier (café, restaurant…)
  • bij het verlopen van de termijn indien zo bepaald in de vergunning zelf;
  • op het moment dat de uitbating van de horecazaak voor een periode langer dan zes maanden feitelijk is onderbroken;
  • indien niet langer voldaan is aan één van de voorwaarden van huidig reglement;
  • in geval van faillissement en gerechtelijke reorganisatie;
  • in geval van herhaalde administratieve sluiting.

De uitbater is verplicht alle andere wijzigingen in zijn uitbating minstens veertien dagen vooraf te melden aan het college, zodat deze desgevallend kan beoordelen of hieraan verdere gevolgen inzake de vergunning verbonden zijn.

7.3. VOORWAARDEN WAARAAN DE UITBATER VAN DE HORECAZAAK ZICH MOET HOUDEN TIJDENS DE UITBATING

Artikel 175 - Algemene voorwaarden.

De uitbater dient zich te houden aan alle wettelijke en reglementaire bepalingen. Om een uitbatingsvergunning te behouden, moet de uitbater voldoen aan volgende voorwaarden:

  • de burgemeester en de bevoegde ambtenaren hebben ten alle tijde toelating tot de inrichting, op hun vraag is de eigenaar en/of exploitant verplicht een door hem ondertekende beschrijving van de samenstelling van de materialen en bouwelementen te geven en het bewijs te leveren dat aan de voorschriften is voldaan;
  • de nodige maatregelen worden genomen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffing. Ook buiten hetgeen voorzien is door de onderhavige verordening. Als hieraan voldaan is, wordt het publiek pas toelaten.
  • relatie tussen de uitbater en de organisator: alle organisatoren die in het lokaal of uitbating een feestactiviteit laten plaatsvinden, dienen de bepalingen van de verordening na te leven, ook de uitbater ziet hierop toe.
  • voorlichting van het personeel en de gasten inzake brandpreventie: de verantwoordelijke en het personeel van de inrichting moeten op de hoogte zijn van de gevaren die zich tijdens de brand in de inrichting kunnen voordoen, in het bijzonder dienen zij over voldoende kennis te beschikken in verband met detectie en alarm, de te nemen schikkingen om de veiligheid van de personen te verzekeren, het bestaan en de werking van de brandbestrijdingsmiddelen;
  • plannen (facultatief): aan de ingang moet een plan aanwezig zijn van de richting om de hulpdiensten in te lichten over de aanduiding van de trappen en evacuatiewegen, de beschikbare brandbestrijdingsmiddelen, stookplaatsen en in voorkomend geval ook het stopmechanisme van het ventilatiesysteem en overzichtsbord van het detectie- en alarmsysteem;
  • veiligheidsregister: in elke inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de bevoegde personen met informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen: exploitatievergunning, verslagen van de periodieke controles, verzekeringspolis en attest burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering tegen brand en ontploffing (KB van 28 februari 1990). 

Artikel 176 - Voorwaarden inzake openbare orde, rust en veiligheid.

  • Conform deel I van de Codex Politieverordeningen met betrekking tot de openbare rust en openbare veiligheid, dient elke horecazaak de openbare rust en veiligheid te respecteren. De politie kan de voor het publiek toegankelijke etablissementen laten ontruimen en sluiten als wanorde of lawaai wordt vastgesteld die de openbare orde of rust van omwonenden storen.
  • De volgende feiten mogen niet meermaals vastgesteld worden bij proces-verbaal en/of bestuurlijk verslag: 
    • de openbare orde verstoren of feiten van overlast die in verband staan met activiteiten of feiten die plaatshebben in de horecazaak;
    • lawaai of rumoer in de horecazaak van dien aard is dat de rust van de omwonenden wordt verstoord;
    • de openbare orde en rust verstoren in die mate dat de veiligheid van personen in het gedrang komt;
    • het verkeer belemmeren ingevolge al dan niet nachtelijke samenscholingen voor de horecazaak. 

Artikel 177 - Voorwaarden inzake moraliteit.

Teneinde de voorwaarden zoals opgesomd in artikel 176 te controleren gedurende de uitbating, moeten de uitbater(s) en aangestelde(n) op vraag van de politie binnen drie weken een nieuw uittreksel 596.1-8 van het Strafregister kunnen voorleggen dat de geldigheidstermijn van drie maanden niet overschrijdt.

7.4. HANDHAVING

Artikel 178 - Controles.

De uitbater is gehouden om de bevoegde personen, zoals gedefinieerd in artikel 175, steeds toegang te verlenen. De bevoegde personen hebben de bevoegdheid inzage te nemen van alle stukken die deel uitmaken van het administratief onderzoek voor het verkrijgen van een uitbatingsvergunning.

Onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren en de agenten van de lokale en federale politie, zijn de bevoegde personen zoals gedefinieerd in artikel dertien bevoegd om alle nuttige controles uit te voeren en de nodige vaststellingen te doen (middels een bestuurlijk verslag) van inbreuken op huidig reglement.

8. VESTIGING EN UITBATING VAN SPECIFIEKE INRICHTINGEN

8.1. ALGEMEEN

Artikel 179 - Definities.

Uitbater: de natuurlijke persoon of personen, de vereniging, of de rechtspersoon, ongeacht hun eventuele hoedanigheid van handelaar, voor wiens rekening en/of risico de inrichting wordt uitgebaat.

Inrichting: in dit reglement worden de CBD-shop, de motorclub of andere besloten organisatie, de nachtwinkel, het privaat bureau voor telecommunicatie, het wedkantoor en de shishabar als een inrichting beschouwd.

Vestigingsvergunning: voorafgaande vergunning voor het vestigen van een inrichting verleend door het College van Burgemeester en Schepenen.

Uitbatingsvergunning: vergunning voor het uitbaten van een inrichting verleend door het College van Burgemeester en Schepenen nadat voldaan is aan een aantal uitbatingsvoorwaarden.

Brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek uitgevoerd door de brandweer, dat alle aspecten van brandveiligheid omvat, zoals voorzien in de wetgeving, en zoals nader bepaald in het Provinciaal reglement betreffende voorschriften omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 februari 2017. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de opening van de zaak. De dienst preventie contacteert de brandweer om deze controle uit te voeren.

Onderzoek naar de omgevingsvergunning: een onderzoek waarbij wordt nagegaan of de functie van het pand noodzakelijk voor de exploitatie van de inrichting, vergund is. Het resultaat van dit onderzoek:

  • doet geen enkele uitspraak over de overige vergunnings- of meldingsplicht(en) die ter zake kunnen gelden inzake (andere) stedenbouwkundige handelingen, milieuaspecten of kleinhandelsactiviteiten en waarmee men zich in regel dient te stellen;
  • kan in geen geval op enige wijze worden aanzien als een regularisatie dan wel gedogen van een feitelijke toestand waarvoor ter zake een vergunningsplicht/meldingsplicht geldt en waaraan niet is voldaan.

Moraliteitsonderzoek: Onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, door de politie. Dit omvat ook een onderzoek gebaseerd op feiten of gebaseerd op een proces-verbaal, of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de huidige of vroegere private doch voor het publiek toegankelijke plaatsen, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden of plaatsgevonden hebben, die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt.

Onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (zoals de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, beroepskaart indien van toepassing…) en/of enige andere vergunningen of attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.

Financieel onderzoek:

  • onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde niet betwiste vorderingen en facturen, van welke aard ook, die betrekking hebben op de inrichting en de uitbater;
  • onderzoek gebaseerd op feiten of gebaseerd op een proces-verbaal, of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
  • onderzoek naar de herkomst van gelden waarmee investeringen worden gedaan in de inrichting en/of waarmee de aankoop gefinancierd wordt.

Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, op de organen en/of vertegenwoordigers van deze rechtspersoon.

Het onderzoek wordt verricht door de politie of de daartoe bevoegde diensten. Voor het financieel onderzoek kan advies ingewonnen worden van de financiële dienst van de stad, de lokale politie, de federale gerechtelijke politie, het parket en FOD financiën.

CBD-shop: een publiek toegankelijke inrichting die men geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor de consument toegankelijk is voor het aankopen van producten op basis van cannabis, met uitzondering van de apothekers waar producten op basis van cannabis voor medicinaal gebruik worden verkocht conform de toepasselijke hogere wetgeving.

Motorclub of andere besloten organisatie: een hiërarchisch gestructureerde groep van twee of meer personen, die niet vrij toegankelijk is voor buitenstaanders, gekenmerkt door een gemeenschappelijke ideologie of groepscultuur die naar de buitenwereld wordt veruitwendigd door het gebruik van gemeenschappelijke kenmerken, zoals symbolen, clubemblemen, 'colors', tatoeages, materialen, voertuigen, kledij, foto’s en dit ongeacht het effectieve bezit of gebruik van een motor. Niet bedoeld worden de groeperingen met uitsluitend doel de collectieve uitoefening van de erkende eredienst, de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening, alsook de collectieve activiteiten binnen een gangbare filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging.

Nachtwinkel: een inrichting die ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder de rubriek 'verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen', geen andere of bijkomende handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld, een maximale netto-verkoopoppervlakte heeft van 150 m², en op een duidelijke en permanentie manier de vermelding 'Nachtwinkel' draagt.

Privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

Shishabar: is een horecazaak, hier tevens beschouwd als een inrichting, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir. 

8.2. VERGUNNINGEN

Artikel 180 - Vestiging- en uitbatingsvergunning.

Het uitbaten van een inrichting zonder geldige vestigings- en/of uitbatingsvergunning of met een geschorste of ingetrokken vestigings- en/of uitbatingsvergunning, geeft alleszins aanleiding tot een sluiting van de inrichting.

Indien gedurende de uitbating wordt vastgesteld dat niet langer voldaan is aan de vereiste onderzoeken en/of voorwaarden zoals bepaald in de toepasselijke reglementen, kan het College van burgemeester en schepenen een verleende vergunning schorsen of intrekken, dan wel voorwaarden opleggen aan de uitbater.

Een schorsing of intrekking van een vestigings- of uitbatingsvergunning kan geen aanleiding geven tot terugbetaling van een belasting die eventueel betaald werd conform het toepasselijke gemeentelijke belastingreglement.

8.2.1. Vestigingsvergunning 

Artikel 181 - Algemeen.

De vestiging van volgende inrichtingen op het grondgebied van Herk-de-Stad is onderworpen aan een voorafgaande vestigingsvergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen:

  • motorclubs en andere besloten organisaties,
  • CBD-shops,
  • nachtwinkels,
  • private bureaus voor telecommunicatie,
  • shishabars.

Deze voorafgaande vestigingsvergunning is niet vereist bij wijziging:

  • zaakvoerder van de inrichting die reeds over een vestigingsvergunning beschikt voor een uitbating op eenzelfde locatie;
  • uitbating onder de vorm van natuurlijk persoon tot uitbating onder de vorm van vennootschap of in omgekeerde volgorde in hoofde van dezelfde uitbater op dezelfde locatie. 

Artikel 182 - Aanvraag.

Voor het verkrijgen van een vestigingsvergunning dient de uitbater een schriftelijke aanvraag in bij de dienst Lokale Economie aan de hand van het aanvraagformulier 'aanvraag vestigingsvergunning voor een specifieke inrichting'.

Artikel 183 - Weigering.

§1 Het college van burgemeester en schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een inrichting, weigeren op grond van de ruimtelijke ligging meer bepaald:

1. Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een CBD-shop of wedkantoor verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

  • indien binnen een straal van 750 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een gelijkaardige inrichting gevestigd is;
  • indien binnen een straal van 750 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een onderwijsinstelling, een crèche, een kinderopvang, een jeugdbeweging of elke andere plaats die vooral door jongeren wordt bezocht, gevestigd is;
  • in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

2. Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel, een bureau voor telecommunicatie of andere besloten organisatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

  • indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een gelijkaardige inrichting gevestigd is;
  • indien uit advies van de politie blijkt dat de inrichting een mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust met zich meebrengt;
  • in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn. 

3. Er wordt geen vergunning afgeleverd aan de vestiging van een shishabar wanneer de beoogde vestigingsplaats zich bevindt binnen een straal van 750 meter te meten vanaf de toegangsdeur van de beoogde vestigingsplaats, van onderwijsinstellingen, crèches, kinderopvang, jeugdbewegingen of van andere shishabars. 

Artikel 184 - Vervaldatum.

De vestigingsvergunning vervalt van rechtswege:

  • op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is;
  • bij stopzetting van de uitbating van de inrichting.

8.3. UITBATINGSVERGUNNING

Artikel 185 - Algemeen.

De uitbating van volgende inrichtingen is eveneens onderworpen aan een voorafgaande uitbatingsvergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen:

  • CBD-shops;
  • motorclubs en andere besloten organisaties
  • nachtwinkels;
  • private bureaus voor telecommunicatie;
  • shishabars

Indien in de inrichting eveneens dranken en/of maaltijden worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, dient de uitbatingsvergunning voor horecazaken, te worden aangevraagd. De aanvraag van een vestigingsvergunning blijft in dat geval wel van toepassing overeenkomstig huidig hoofdstuk.

Artikel 186 - Aanvraag.

§1.

Voor het verkrijgen van een uitbatingsvergunning dient de uitbater minstens 6 weken voor de voorziene openingsdatum een schriftelijke aanvraag in bij de dienst lokale economie aan de hand van het aanvraagformulier 'aanvraag uitbatingsvergunning voor een specifieke inrichting'.

§2.

De uitbatingsvergunning kan pas worden aangevraagd indien voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot uitbatingsvergunning, een vestigingsvergunning verleend werd op naam van dezelfde uitbater en voor de locatie waarop de uitbater de inrichting wenst uit te baten. De vestigingsvergunning dient als bijlage bij de aanvraag tot uitbatingsvergunning gevoegd te worden. 

§3.

Aan het aanvraagformulier worden minstens de volgende documenten toegevoegd:

  • een toegekende vestigingsvergunning voor de locatie waar de aanvrager een inrichting wil uitbaten;
  • kopie identiteitskaart van de uitbater(s), of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon;
  • kopie uittreksel Kruispuntbank van Ondernemingen;
  • kopie statuten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, indien van toepassing;
  • een uittreksel uit het strafregister, meer bepaald uittreksel 596.1-8, b niet ouder dan 3 maanden van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, indien van toepassing;
  • kopie van de huurovereenkomst, indien van toepassing;
  • kopie bewijs van onderschrijven verzekeringspolis burgerrechtelijke aansprakelijkheid ingeval van brand en ontploffing.


Daarnaast dienen indien van toepassing eveneens volgende documenten bij het aanvraagformulier gevoegd te worden:

  • de ledenlijst van de motorclub of andere besloten organisatie (naam, voornaam, geboortedatum, adres),
  • een uittreksel uit het strafregister van de leden van de motorclub of andere besloten organisatie,
  • een kopie van de aankoopakte van het pand,
  • een opgave van de geraamde investeringen in het pand, met bijhorend(e) plan(nen),
  • indien de investeringen gefinancierd worden met eigen middelen van de uitbater: een kopie van het aanslagbiljet van de directe belastingen van de voorbije zeven jaar, alsmede eventueel andere documenten waaruit blijkt dat de exploitant over voldoende financiële draagkracht beschikt om de investering te financieren,
  • indien de investeringen gefinancierd worden met een lening: een kopie van de leningsovereenkomst. Bij het onvolledig indienen van de vereiste gegevens en/of nodige documenten wordt de uitbater hiervan in kennis gesteld door de dienst preventie binnen 5 werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Vervolgens heeft de uitbater 10 kalenderdagen om de ontbrekende stukken of gegevens bij te brengen. Bij gebreke hieraan te voldoen door de uitbater wordt de aanvraagprocedure stopgezet en moet een nieuwe aanvraag ingediend worden indien de uitbater alsnog een uitbatingsvergunning wenst te bekomen,
  • een kopie van het geldende UBO-register met alle wettelijk verplicht te vermelden gegevens.

§4.

Van zodra een dossier volledig en ontvankelijk is, wordt de uitbater hiervan in kennis gesteld door de dienst preventie. Vervolgens beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 6 weken om de vergunning af te leveren, dan wel deze te weigeren. Deze termijn kan éénmalig verlengd worden met 3 weken. 

Artikel 187 - Onderzoek.

De uitbatingsvergunning kan enkel worden afgeleverd na een onderzoek dat minstens volgende onderdelen omvat:

  • financieel onderzoek;
  • moraliteitsonderzoek;
  • brandveiligheidsonderzoek;
  • onderzoek naar de vestigingsformaliteiten;
  • onderzoek naar de omgevingsvergunning.

Naast voorgaande onderzoeken moet aan volgende bijkomende voorwaarden voldaan zijn om een uitbatingsvergunning te bekomen of te behouden:

  • De uitbaters of, indien de uitbater een rechtspersoon is, de zaakvoerders van deze rechtspersoon, mogen recent – tijdens de drie voorgaande jaren – geen veroordeling hebben opgelopen wegens 
    • een inbreuk op de wet op het racisme of xenofobie;
    • een inbreuk op de drugwetgeving;
    • daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten tijdens een tussenkomst, controle of interventie in of rond een inrichting.
    • de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt.

Artikel 188 - Voorwaarden.

De uitbatingsvergunning kan enkel worden afgeleverd indien de uitbating voldoet aan alle gemeentelijke, Vlaamse, federale en internationale regelgeving op hen van toepassing.

Artikel 189 - Bijkomende voorwaarden CBD-shop.

De uitbater van een CBD-shop moet permanent en zichtbaar schriftelijke informatie aanbieden over de samenstelling van het product, gezondheidsvoorschriften, gevaren, het gebruik en de bestemming van de aangeboden producten.

Er moet te allen tijde een geldig gedetailleerd certificaat van ieder product aanwezig zijn in de inrichting, waarbij voor ieder product de bepaling van de hoeveelheid (uitgedrukt in percentages) tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol wordt vermeld en waarbij tevens het proces van decarboxylatie deel uitmaakt van de analyse. Ieder certificaat moet gelinkt zijn aan het lotnummer van deze aangeboden producten. Iedere dosis die in de inrichting afzonderlijk wordt verpakt, moet aantoonbaar aan voormeld lotnummer en certificaat gelinkt worden. Meer bepaald dient het lotnummer op iedere individuele verpakking vermeld, en de verdeling per lot geregistreerd te worden.

De uitbater mag geen producten op basis van cannabis, van welke oorsprong ook, synthetisch of natuurlijk, onder meer op basis van tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol, verkopen aan minderjarigen.

Automaten met producten op basis van cannabis, van welke oorsprong ook, synthetisch of natuurlijk, onder meer op basis van tetrahydrocannabinol en cannabidiol, moeten uitgerust zijn met een identiteitskaartlezer om de leeftijd te controleren. De uitbater en/of feitelijke verantwoordelijke is te allen tijde aansprakelijk voor de goede werking hiervan. De uitbater mag enkel visuele reclame aanbrengen indien hieruit onmiskenbaar blijkt dat het om de wettelijk toegelaten producten op basis van cannabis gaat.

Artikel 190 - Beslissing.

Nadat de onderzoeken werden uitgevoerd en de bijkomende voorwaarden zijn gecontroleerd wordt het resultaat ervan overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen die een beslissing neemt. Deze beslissing kan zijn:

  • het verlenen van een uitbatingsvergunning;
  • het verlenen van een uitbatingsvergunning met voorwaarden;
  • het verlenen van een tijdelijke uitbatingsvergunning met stappenplan;
  • het niet verlenen van een uitbatingsvergunning.

Het College van burgemeester en schepenen kan te allen tijde beslissen om in de uitbatingsvergunning voorwaarden op te nemen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zoals onder meer de aard of ligging van de inrichting. Voorwaarden kunnen onder meer zijn – zonder limitatief te zijn: de verplichte installatie van één of meerdere bewakingscamera’s, het voorzien van voldoende parkeergelegenheid, sluitingsuur. Het niet naleven van de opgelegde voorwaarden wordt gesanctioneerd op basis van de artikelen 196-199 van de Codex Politieverordeningen.

Artikel 191 - Geldigheid.

De uitbatingsvergunning is geldig vanaf goedkeuring door het college van Burgemeester en Schepenen en geldt zolang de inrichting aan alle wettelijke voorwaarden, alle voorwaarden van onderhavig reglement en de vergunning blijft voldoen. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor een periode van drie jaar. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de duurtijd van de vergunning beperken.

Ten vroegste zes maanden voor afloop van de geldigheidsperiode kan de uitbater een nieuwe uitbatingsvergunning aanvragen aan het college van burgemeester en schepenen, door het volgen van de aanvraagprocedure zoals bepaald in artikel 186. Vervolgens wordt de procedure zoals omschreven in de artikelen 187 e.v. opnieuw gevoerd. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een bepaalde uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid en is niet overdraagbaar naar een andere uitbater of andere vestigingseenheid. De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege bij de volgende gebeurtenissen:

  • stopzetting of overdracht van de inrichting;
  • faillissement en gerechtelijke reorganisatie;
  • herhaalde administratieve sluiting;
  • verloop van de termijn indien zo bepaald in de vergunning zelf;
  • feitelijke onderbreking van de uitbating van de inrichting voor een periode langer dan zes maanden;
  • niet voldoen aan één van de voorwaarden van huidig reglement;
  • wijziging in de natuurlijke personen of de rechtspersoon van de inrichting, inzake organen van de inrichting indien het een rechtspersoon betreft of in de aard van de uitbating zoals aangegeven in het aanvraagformulier;

De uitbater is verplicht alle andere wijzigingen in zijn uitbating minstens veertien dagen vooraf te melden aan het College van burgemeester en schepenen, zodat deze desgevallend kan beoordelen of hieraan verdere gevolgen inzake de vergunning verbonden zijn.

Artikel 192. Inzage

De uitbatingsvergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar of de politie ter inzage worden voorgelegd.

9. SCHENKEN VAN STERKE EN/OF GEGISTE DRANKEN

Artikel 193.

Elke uitbater van een drankgelegenheid die valt onder de wetgeving van drankslijterijen, dient in het bezit te zijn van een drankvergunning. De drankvergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen. De uitbater dient in het bezit te zijn van een drankvergunning vóór opening van de drankgelegenheid. Desgevallend kan de drankvergunning voor de vaste drankgelegenheden gelijktijdig met de uitbatingsvergunning horeca, zoals omschreven in punt 7 UITBATING HORECA, aangevraagd worden. 

De drankvergunning blijft gelden tot de stopzetting van de uitbating of als er sprake is van een

wijziging op het vlak van:

  • de uitbater of inwonende personen, medevennoten, …, of
  • het pand (bv. verhuis, grondige verbouwing, …)

Indien deze afzonderlijk aangevraagd wordt, heeft de ontvanger na het indienen van de aanvraag

vijftien werkdagen om ontbrekende gegevens op te vragen en heeft de aanvrager opnieuw vijftien

dagen om deze ontbrekende gegevens in te dienen, als er geen aanvulling wordt ontvangen zal de

aanvraag geannuleerd worden. Er moet een nieuwe aanvraag ingediend worden, indien de aanvrager

alsnog een drankvergunning wenst te bekomen.

Van zodra een dossier volledig en ontvankelijk is, wordt de aanvraag behandeld binnen de 30

werkdagen vanaf de dag waarop de aanvraag volledig is.

10.   TERRASSEN

Artikel 194.  

Zonder voorgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of van het college van burgemeester en schepenen is het verboden voor de uitbater van een handels– en/of horecazaak om een terras (waaronder stoelen, banken, tafels, windschermen enzovoort) op het openbaar domein te plaatsen en/of uit te baten. Vergunde terrassen moeten steeds worden geplaatst en worden onderhouden conform de afgeleverde vergunning en conform de geldende gemeentelijke reglementen.

Artikel 3.

De gemeenteraad keurt hierna volgende aanpassingen aan deel III van de codex politieverordeningen goed:

DEEL III: PROCEDURE, SANCTIES EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 195

§1.

Politieambtenaren en agenten van politie zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze codex politieverordening.

§2.

Daarnaast kunnen inbreuken die uitsluitend bestraft kunnen worden met een administratieve sanctie ook vastgesteld worden door gemachtigde ambtenaren.

Artikel 196. 

§1.

Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen of reglementen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze Codex Politieverordening bestraft worden met een administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna vernoemd als ‘de Wet’). De sancties die opgelegd kunnen worden zijn:

  • een administratieve geldboete die het bedrag van het wettelijk maximum niet mag overschrijden;
  • de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
  • de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
  • de tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting.

§2.

In afwijking van §1 van dit artikel, kunnen inbreuken op artikel 3 en artikel 23bis tot en met artikel 29 van deze politieverordening bestraft worden met de respectievelijke straffen bepaald in het Strafwetboek of met een administratieve sanctie.

§3.

Er kunnen eveneens alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete zoals bedoeld in §1 van deze bepaling, worden opgelegd. De alternatieve maatregelen die opgelegd kunnen worden zijn:

  • de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. De bemiddelingsprocedure wordt verplicht aangeboden aan minderjarigen vanaf 14 jaar. Voor meerderjarigen is de procedure optioneel;
  • de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit).

§4.

Een stad/gemeente kan zelf een lokale bemiddelaar aanduiden of kan gebruik maken van de diensten van een lokale bemiddelaar die wordt tewerkgesteld door één van de steden of gemeenten behorend tot hetzelfde gerechtelijk arrondissement. Om gebruik te kunnen maken van de diensten van deze bemiddelaar sluiten de betreffende steden/gemeenten een samenwerkingsovereenkomst af met de stad/gemeente die de bemiddelaar tewerkstelt.

§5.

Het welslagen van een lokale bemiddeling zoals omschreven in §3 van dit artikel, zorgt ervoor dat er geen administratieve geldboete meer opgelegd kan worden. In geval van weigering of falen van de bemiddeling, kan er een gemeenschapsdienst voorgesteld worden of kan een administratieve geldboete worden opgelegd. Een geslaagde bemiddeling is gelijk aan een bemiddeling die tot een uitgevoerd akkoord heeft geleid, of tot een akkoord waarvan de niet-uitvoering niet toe te schrijven is aan de overtreder.

§6.

Wanneer de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst zoals omschreven in §2 van dit artikel, uitgevoerd werd, kan er geen administratieve geldboete meer worden opgelegd. In geval van niet-uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst kan alsnog een administratieve geldboete worden opgelegd. 

§7.

In geval van een facultatieve bemiddeling voorzien in artikel 12, §1, 2° en 3° van de Wet of van een verplichte bemiddeling voorzien in artikel 18, §2 van de Wet, indien de overtreder het bemiddelingsaanbod weigert, informeert de sanctionerend ambtenaar hier de bemiddelaar over, zodat deze weigering kan worden genoteerd.

§8.

Bij afsluiting van een bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties maakt de bemiddelaar of de bemiddelingsdienst een kort evaluatieverslag op voor de sanctionerend ambtenaar. Dit evaluatieverslag verduidelijkt of de bemiddeling: 1° werd geweigerd, 2° heeft gefaald of 3° tot een akkoord heeft geleid. Indien het aanbod wordt geweigerd of de bemiddeling faalt, kan het evaluatieverslag vermelden dat een gemeenschapsdienst gepast zou zijn en deze beschrijven. Indien er een akkoord werd bereikt, verduidelijkt het verslag het type akkoord dat werd bereikt en vermeldt het de al of niet uitvoering ervan. De sanctionerend ambtenaar wordt door het evaluatierapport gehouden aan de vaststelling van de weigering van het aanbod, het falen of het slagen van de bemiddeling.

Artikel 197

§1.

De omvang van de opgelegde administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt, de persoon van de overtreder en eventuele herhaling van de overtreding. In geval van herhaling wordt de voorgeschreven administratieve geldboete verhoogd, zonder dat deze boete het voorziene maximum mag overschrijden.

§2.

Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

Artikel 198. 

De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

Artikel 199. 

Deel I – Algemeen Deel van dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2025.

Deel II – Bijzonder Deel van dit reglement trad reeds in werking op 1 februari 2024, na goedkeuring door de gemeenteraad van 8 januari 2024.

Artikel 4.

Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 5.

Dit raadsbesluit vervangt vanaf de datum van inwerkingtreding het raadsbesluit van 8 januari 2024 houdende de goedkeuring van Deel I - Algemene Bepalingen van de Codex Politieverordeningen.

Deel II - Bijzondere Bepalingen van de Codex Politieverordeningen blijft voorlopig ongewijzigd.

Artikel 6.

Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekend te maken en af te kondigen.
Hiervan wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid in toepassing van artikel 330 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Afschrift van dit raadsbesluit over te maken aan:

  • het secretariaat,
  • de dienst leefmilieu,
  • politie Limburg Regio Hoofdstad,
  • Stad Hasselt - mevrouw Danique Gudders (afdelingshoofd Transversaal - Integrale Veiligheid)
  • OVAM,
  • Limburg.net.