Terug
Gepubliceerd op 10/12/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 08/12/2025 - 20:00

Goedkeuring belastingreglement betreffende de privéwaterafvoer voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028.

Aanwezig: Jimmy Graulus, Voorzitter
Bert Moyaers, Burgemeester
Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Schepenen
Guido Ector, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Diederik Droogmans, Raadsleden
Nathalie Creten, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Sofie De Waele, Toegevoegd schepen - voorzitter Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst
Ludo Knaepen, Tim Raskin, Raadsleden
Feiten en context

Gelet op de machtiging van de Vlaamse Toezichtscommissie om persoonsgegevens uit te wisselen in het kader van de uitvoering van dit reglement.  

Inhoudelijke motivering

Overwegende dat de afkoppeling van hemelwater van de openbare riolering noodzakelijk is voor de efficiëntie en de goede werking van rioolwaterzuiveringsinstallaties;

Overwegende dat indien de afkoppeling niet voor elke woning gebeurt, hemelwater in de afvalwaterleiding van het openbare rioleringsstelsel terechtkomt;

Overwegende dat de dimensionering van dergelijke afvalwaterleidingen door de rioolbeheerder niet voorzien wordt voor opvang van hemelwater maar enkel voor opvang van afvalwater;

Overwegende dat de niet-afkoppeling bijgevolg tevens kan resulteren in wateroverlast op het openbaar domein en / of overlast bij naburige gebouwen waar de afkoppeling wel werd uitgevoerd;

Overwegende dat dergelijke situatie tevens kan resulteren in het lozen van afvalwater in oppervlaktewateren of in de hemelwaterleiding, met bijkomende kosten en eventuele verontreiniging op het openbaar domein tot gevolg; 

Overwegende dat in deze situaties extra inzet en opvolging van en door de gemeentelijke diensten noodzakelijk is ter herstelling van de openbare reinheid;

Overwegende dat om deze redenen bij aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel het hemelwater afkomstig van privéterrein moet afgekoppeld worden conform de bepalingen van artikel 6.2.2.1.2 van Vlarem II;

Overwegende dat naar aanleiding van de uitvoering van een project tot aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel hiertoe gratis een afkoppelingsadvies, opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige, aangesteld door de rioolbeheerder, wordt gegeven aan de betrokken eigenaars van aanpalende percelen;

Overwegende dat om dezelfde redenen als hierboven vermeld bij nieuwbouw of verbouwing een gescheiden aanleg van afval- en hemelwaterleiding op privédomein tot aan de perceelgrens wordt opgelegd in de omgevingsvergunning;

Overwegende dat het algemeen waterverkoopreglement sinds 1 juli 2011 een keuring van de privéwaterafvoer verplicht in volgende gevallen:

- Voor de eerste ingebruikname;

- Bij belangrijke wijzigingen;

- Na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid (de wettelijke voorschriften) op verzoek van de exploitant;

- Bij aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein.; 

Overwegende dat een intensieve begeleiding wordt opgezet door de betrokken partners, gemeente en rioolbeheerder, om de eigenaars bij te staan in een correcte afkoppeling van hemel- en afvalwater;

Overwegende dat deze intensieve begeleiding eindigt wanneer de betrokken eigenaar een conform  keuringsattest betreffende de privéwaterafvoer aflevert overeenkomstig hogervermelde regelgeving;

Overwegende dat wanneer eigenaars geen conform keuringsattest aanleveren, een bijkomende intensieve opvolging vereist is die extra kosten met zich meebrengt; 

Overwegende dat de aanleg van 2-DWA-leidingen met een maximale afkoppeling op woningniveau tevens noodzakelijk is om in aanmerking te komen voor de maximale subsidies voor de uitvoering van de rioleringswerken vanwege de VMM;

Overwegende dat er nog steeds lozingen gebeuren van afvalwater op grachten of sterfputten in plaats van het aansluiten van de privéwaterafvoer op het openbaar saneringsnetwerk, waardoor lozingen van afvalwater de oppervlaktewateren of het grondwater kunnen verontreinigen;

Overwegende dat vastgesteld wordt dat er nog steeds nieuwe of gewijzigde huisaansluitingen op illegale wijze op het openbaar saneringsnetwerk gebeuren, dat dus nieuwe of gewijzigde huisaansluitingen niet worden aangevraagd bij de rioolbeheerder;

Overwegende dat dergelijke nieuwe of gewijzigde huisaansluitingen op illegale wijze intensieve opvolging en extra kosten met zich meebrengen;

Overwegende dat de betrokken eigenaars door dit nalaten of illegaal aansluiten niet op gelijke wijze bijdragen aan de realisatie van de milieudoelstellingen voortvloeiende uit de Vlaamse wetgeving en reglementering en het gemeentelijk beleid;

Overwegende dat de nodige afspraken gemaakt werden tussen de rioolbeheerder en de gemeente inzake de opvolging van dergelijke overtredingen en inbreuken, en op het (administratieve) voortraject dat in de schoot van de rioolbeheerder en de gemeente wordt doorlopen;

Overwegende dat het opvolgtraject de desbetreffende burgers voldoende kansen biedt om tot een gekeurde huisaansluiting te komen, doch dat voor deze die na drie pogingen nog steeds in gebreke blijven een dossier wordt overgemaakt aan de handhavingsinstantie, zijnde de gemeente; 

Overwegende dat door het invoeren van een belasting, rekening houdend met de veroorzaakte lasten, de nodige middelen voor de gemeente ter beschikking worden gesteld en om de betrokken eigenaars verder aan te sporen om zich in regel te stellen en zodoende de bijkomende opvolging door de gemeente alsnog te kunnen voltooien.

Wettelijke motivering

Bevoegdheidsgrond:

Gelet op artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;

Toepasselijke Regelgeving:

Gelet op de Europese kaderrichtlijn Water 2000/60/EG;

Gelet op artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet; 

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2024 over de invulling van de gemeentelijke saneringsverplichting;

Gelet op het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in het bijzonder artikel 465 tot en met 470bis;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van provincie- en gemeentebelastingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1999 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in artikel 32duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;

Gelet op het besluit van de Vlaams Regering van 1 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement (hierna genoemd ‘het algemeen waterverkoopreglement’);

Gelet op het ministerieel besluit van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer (hierna genoemd ‘het keuringsbesluit’);

Gelet op het ministerieel besluit tot goedkeuring van de aanvullende voorwaarden bij het algemeen waterverkoopreglement van Fluvius West, Fluvius Limburg, Fluvius Antwerpen en Riobra van 14 januari 2019;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (citeeropschrift: "de Hemelwaterverordening van 2023");

Gelet op de omzendbrief BB 2011/01 van 10 juni 2011 betreffende voornoemd decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, vanwege het Agentschap van Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.


 

Financiële impact

Gelet dat de inkomsten worden ingeschreven op budgetnummer GBB 0020-00/7330400.

Publieke stemming
Aanwezig: Jimmy Graulus, Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Guido Ector, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Diederik Droogmans, Nathalie Creten
Voorstanders: Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Yves Luyten, Gert Vandersmissen, Erwin Vermeulen, Sofie De Waele, Guido Ector, Noel Vandenrijt, Emilie Strauven, Evi Appeltans, Marleen Steenaerts, Frederik Adams, Johny Franssen, Guy Gijbels, Lore Michiels, Toon Durwael, Marijke Berden, Ward Willems, Kim Beutels, Diederik Droogmans, Jimmy Graulus
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Artikel 1.

Er wordt goedkeuring verleend aan onderstaand belastingreglement.


Belastingreglement betreffende de privéwaterafvoer voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028.

 

Artikel 1:

Het doel van het voorliggend belastingreglement is de naleving van de gescheiden waterafvoer volgens het waterverkoopreglement af te dwingen.

Voor de lezing van dit reglement zijn de definities van het algemeen waterverkoopreglement van toepassing.

Verder wordt onder de volgende begrippen begrepen : 

  • Conform keuringsattest: het attest dat afgeleverd wordt door de keurder privéwaterafvoer indien de privéwaterafvoer conform de geldende wettelijke en technische voorschriften uitgevoerd zijn zoals beschreven in artikel 6 van het keuringsbesluit.
  • Alle afvalwater septische put: De individuele voorbehandelingsinstallatie waaronder wordt begrepen septische putten of gelijkaardige inrichtingen voor de voorbehandeling van normaal huisafvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen met een minimale inhoud van 3.000 liter. 
  • Rioolbeheerder: Fluvius System Operator CV, die instaat voor de exploitatie van de openbare saneringsinfrastructuur in naam en voor rekening van de opdrachthoudende verenigingen Fluvius West, Fluvius Limburg, Fluvius Antwerpen en Riobra. 
  • Eigenaar:  de volle eigenaar, de vruchtgebruiker, de erfpachter of de opstalhouder van het belastbaar goed. 
 

Artikel 2:

Er wordt een belasting geheven op het niet beschikken over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer in de gevallen waar dit voorgeschreven is door het algemeen waterverkoopreglement en het illegaal aansluiten op het openbaar saneringsnetwerk voor een termijn beginnend op 01/01/2026 en eindigend op 31/12/2028.

 

Artikel 3:

Na melding en ontvangst van een dossier van de rioolbeheerder betreffende het niet aanleveren van een conform keuringsattest bij een eerste ingebruikname van een huisaansluiting of bij de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel of na melding en ontvangst van de rioolbeheerder betreffende de op illegale wijze aangesloten privéwaterafvoer, verstuurt de gemeente een aangetekende brief, waarin de betrokken eigenaar aangemaand wordt om zich binnen een termijn van 6 maand, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de aangetekende zending verstuurd is (bewijs met poststempel), in orde te stellen met de toepasselijke wetgeving en opgelegde voorwaarden.

 

Artikel 4:

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het onroerend goed die door zijn toedoen na het verstrijken van de aanmaningstermijn in de aangetekende brief, bedoeld in artikel 3, niet beschikt over een wettelijk verplicht conform keuringsattest of zich na deze aanmaningstermijn niet in regel stelt bij de rioolbeheerder inzake de op illegale wijze aangesloten aansluiting op het openbaar saneringsnetwerk. Deze termijn kan met 1 jaar verlengd worden in het geval de eigenaar grondige verbouwingsplannen heeft met aanpassing van de privéwaterafvoer op voorwaarde dat de omgevingsvergunning werd verleend uiterlijk 6 maanden na de datum van het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein. 

Het wettelijk verplicht conform keuringsattest is verplicht indien de eerste ingebruikname van de rioleringsaansluiting is aangevraagd na de invoering van het algemeen waterverkoopreglement. 

 

Artikel 5:

§1 De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder is van het belastbaar goed. 

§2 Ingeval er een vruchtgebruik, recht van opstal of erfpacht bestaat, is respectievelijk de vruchtgebruiker, opstalgever of de erfpachtgever hoofdelijk aansprakelijk met de blote eigenaar, opstalhouder of erfpachthouder voor de betaling van de belasting. 

§3 Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting.

 

Artikel 6:

De belasting is verschuldigd na het verlopen van de termijn van 6 maanden waarvan sprake is in artikel 3. Indien de betrokken eigenaar nalaat een conform keuringsattest aan te leveren of weigert zich in orde te stellen met de opgelegde voorwaarden in het aangetekend schrijven, wordt de belasting geheven. Dit gebeurt na de vaststelling door een personeelslid, daartoe speciaal aangesteld door het college van burgemeester en schepenen, dat niet aan de voorgeschreven voorwaarden is voldaan zoals bedoeld in art. 3. Deze vaststelling vindt ten vroegste plaats in de maand na het verstrijken van de aanmaningstermijn.

 

Artikel 7:

De belasting wordt als volgt berekend: 

Bij een vaststelling dat de eigenaar weigert de keuring privéwaterafvoer uit te voeren en bijgevolg geen conform keuringsattest aanlevert of bij een vaststelling dat de eigenaar beschikt over een niet-conform keuringsattest en weigert de privéwaterafvoer aan te passen en bijgevolg geen conform keuringsattest aanlevert:

 

  • 250 euro voor het eerste aanslagjaar dat de belasting verschuldigd is
  • 500 euro vanaf het tweede en de daarop volgende aanslagjaren waarin de belasting verschuldigd is 

 

Artikel 8:

De belasting is jaarlijks verschuldigd tot en met het jaar waarin aan de in de aangetekende brief opgelegde verplichting is voldaan. De vaststelling dat hieraan is voldaan gebeurt door een personeelslid daartoe speciaal aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. Daartoe moet de belastingplichtige dit bij de rioolbeheerder melden per aangetekende brief, waarbij het conform keuringsattest van de keurder privéwaterafvoer is gevoegd. De rioolbeheerder meldt per brief aan het college van burgemeester en schepenen dat het conform keuringsattest is overgemaakt. In het geval op illegale wijze aangesloten was op het openbaar saneringsnetwerk zal de melding gebeuren door de rioolbeheerder aan het college van burgemeester en schepenen, dat de betrokken eigenaar binnen de vastgelegde termijn aan de voorwaarden heeft voldaan door het aanvragen van de rioleringsaansluiting en het aanleveren van een conform keuringsattest.

 

Artikel 9:

§1 Aanvraag vrijstelling of vermindering:

De aanvraag voor vrijstelling van de belasting moet worden ingediend, op straffe van verval, binnen 30 dagen vanaf de verzending van het aanslagbiljet, via beveiligde zending.

De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals hierna in dit reglement beschreven, moet hiervoor zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie.

§2 Vrijstelling voor een nieuwe eigenaar, zoals bedoeld in artikel 5 §1:

De nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van de belasting. Deze vrijstelling geldt voor één belastingjaar volgend op de datum van de notariële akte inhoudende de eigendomsoverdracht.

§3 Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen volledig gelegen binnen een onteigeningsplan:

De eigenaar, zoals bedoeld in artikel 5 §1 van woningen en/of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid.

§4 Vrijstelling voor de eigenaar van woningen en/of gebouwen die bij de keuring privéwaterafvoer uitsluitend zijn afgekeurd door het niet aanwezig zijn van een alle afvalwater septische put in het collectief te optimaliseren buitengebied volgens het gemeentelijk zoneringpslan.

§5 Vrijstelling voor de eigenaar van woningen en/of gebouwen met betrekking tot de optimale afkoppeling: Een onafhankelijke expert in het afkoppelen kan door de eigenaar van de woning of het gebouw aangesteld worden om de afwijking op optimale afkoppeling, technisch te beoordelen conform het referentiekader in de code van goede praktijk rioleringssystemen en oordelen dat de afkoppeling niet van toepassing is zodat de scheiding van afvalwater en hemelwater niet dient uitgevoerd te worden.  

§6 Er wordt voorzien in een vermindering van 125 € indien de belastingplichtige recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming op 1 januari van het belastingjaar op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.

 

Artikel 10:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald binnen een periode van 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Het uitvoerbaar verklaard kohier wordt tegen ontvangstbewijs gezonden aan de met invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten zonder kosten voor de belastingplichtige.  

 

Artikel 11:

De rioolbeheerder wordt op de hoogte gehouden van de beslissing tot heffing van de belasting, de eventuele bezwaarschriften, beroepsprocedures en ontheffingen van een individueel dossier. 

 

Artikel 12:

Dit besluit wordt, overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

Artikel 2.

Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:

- de Dienst Financiën,
- de Dienst Leefmilieu,
- de Technische Dienst - Uitvoering,
- Fluvius.