Terug
Gepubliceerd op 24/06/2021

Besluit  Gemeenteraad

ma 21/06/2021 - 19:00

Opname dienstvrijstelling voor vaccinatie ter bescherming van het coronavirus in de rechtspositieregeling.

Aanwezig: Lore Michiels, Voorzitter
Bert Moyaers, Burgemeester
Mark Vanleeuw, Marijke Berden, Gert Vandersmissen, Schepenen
Bart Gruyters, Niet gegroepeerd
Noel Vandenrijt, Lo Guypen, Jimmy Graulus, Karolien Grosemans, Toon Durwael, Karel Lavigne, Evi Appeltans, Merja Stiers, Wim Hayen, Danny Jamers, Tim Raskin, Johny Franssen, Gunter De Ryck, Ludo Knaepen, Raadsleden
Bart Bastijns, Plaatsvervangend Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Guido Ector, Schepenen
Sofie De Waele, Raadsleden
Nathalie Creten, Algemeen Directeur
Michel Laenen, Raadsleden
Feiten en context

Gelet op het feit dat de medewerkers van de thuiszorgdiensten, de outreachende maatschappelijk assistenten, …. intussen bij voorrang werden opgeroepen voor hun vaccinatie en een regeling moet worden getroffen met betrekking tot het verlenen van betaald verlof of dienstvrijstelling; dat ondertussen ook meer en meer andere medewerkers hun uitnodiging hebben ontvangen;

 

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 15 maart 2021 waarbij werd beslist om geen dienstvrijstelling te voorzien voor de vast benoemde personeelsleden van gemeente en OCMW voor de tijd die nodig is om (bei)de vaccinatie(s) ter bescherming tegen het coronavirus toegediend te krijgen;

 

Gelet op de beslissing van het schepencollege van 26 april 2021 waarbij principieel werd ingestemd met de toekenning van dienstvrijstelling voor vaccinatie ter bescherming tegen het coronavirus mits het vervullen van een aantal voorwaarden;

Inhoudelijke motivering

Overwegende dat voor de contractanten door de federale overheid een wetswijziging werd uitgewerkt met betrekking tot de toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus: ‘Elke werknemer verbonden met een werkgever door een arbeidsovereenkomst zal tot 31 december 2021 het recht hebben om van het werk afwezig te zijn, met behoud van loon, zodat hij of zij zich kan laten vaccineren” Om gerechtigd te zijn op het loon moet de werknemer de werkgever vooraf verwittigen en de uitnodiging kunnen voorleggen’;

 

Overwegende de wet van 28 maart 2021 houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 9 april 2021;

 

Overwegende dat voor het statutair personeel – op basis van artikel 218 van het Rechtspositiebesluit van 7 december 2007 – in een dienstvrijstelling kan worden voorzien voor de benodigde tijd;

 

Overwegende dat het wenselijk is om dezelfde voorwaarden als voor het contractueel aangestelde personeel toe te passen op de medewerkers in statutair dienstverband;

 

Overwegende het overleg met de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties waarbij beide partijen het erover eens raakten dat de drempel om zich te laten vaccineren zo laag mogelijk moet zijn en dat de beslissing op basis van navolgende argumenten opnieuw kan worden voorgelegd aan het schepencollege om alsnog een dienstvrijstelling te voorzien voor de statutaire personeelsleden :

-          algemene betrachting is om maximale vaccinatie te bereiken

-          op 15/3 was er nog geen officiële regeling voor de contractuelen; nu is het duidelijk dat de contractuelen recht hebben op klein verlet

-          het is niet duidelijk of dezelfde werkwijze rond het maken van afspraken in alle vaccinatiecentra op dezelfde manier wordt toegepast

-          onvoldoende zicht op de momenten waarop men zich kan laten vaccineren in de diverse centra (In Hasselt tot nu toe geen avond en weekendopening)

-          in geval van deeltijdse arbeid is vaccinatie buiten de werkuren makkelijker

-          oproep doen om afspraken niet te verplaatsen van buiten de werktijd naar tijdens de werktijd.


Overwegend dat er ook kan worden gekeken in hoeverre medewerkers die hun eerste vaccinatie reeds kregen alsnog kunnen gebruik maken van beide vermelde regelingen.

 

Overwegende dat de raad het bevoegde orgaan is voor een wijziging van de rechtspositieregeling en er voorafgaandelijk aan een wijziging van de rechtspositieregeling onderhandeld moet worden met de representatieve vakorganisaties;

 

Overwegende de onderhandelingen die werden gevoerd in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 16 april 2021; het ondertekend protocol ter zake;

 

Wettelijke motivering

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur zoals bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 22 december 2017 en verschenen in het Belgisch Staatsblad op 15 februari 2018;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 februari 2018 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel;

Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 20 februari 2018 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel;

Gelet op Hoofdstuk XVI met betrekking tot de dienstvrijstellingen;

Financiële impact

Overwegende dat er geen financiële impact is;

Publieke stemming
Aanwezig: Lore Michiels, Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Marijke Berden, Gert Vandersmissen, Bart Gruyters, Noel Vandenrijt, Lo Guypen, Jimmy Graulus, Karolien Grosemans, Toon Durwael, Karel Lavigne, Evi Appeltans, Merja Stiers, Wim Hayen, Danny Jamers, Tim Raskin, Johny Franssen, Gunter De Ryck, Ludo Knaepen, Bart Bastijns
Voorstanders: Bert Moyaers, Mark Vanleeuw, Marijke Berden, Gert Vandersmissen, Bart Gruyters, Noel Vandenrijt, Lo Guypen, Jimmy Graulus, Karolien Grosemans, Toon Durwael, Karel Lavigne, Evi Appeltans, Merja Stiers, Lore Michiels, Wim Hayen, Danny Jamers, Tim Raskin, Johny Franssen, Gunter De Ryck, Ludo Knaepen
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Artikel 1.

In te stemmen met de opname van navolgende dienstvrijstelling in de rechtspositieregeling :

 

Artikel 245 bis.

 

Het vast benoemd personeelslid krijgt dienstvrijstelling voor de tijd die nodig is om (bei)de vaccinatie(s) ter bescherming tegen het coronavirus toegediend te krijgen à rato van de benodigde tijd, inclusief de verplaatsingstijd, met een maximum van 3u48 min per vaccinatie, en enkel indien de vaccinatie binnen de werktijd valt.

Er wordt hiervoor geen dienstreis aangemaakt: verplaatsingsonkosten kunnen niet worden teruggevorderd en de arbeidsongevallenverzekering is niet van toepassing.

Om gerechtigd te zijn op deze dienstvrijstelling moet de werknemer de werkgever vooraf verwittigen en de EERSTE uitnodiging kunnen voorleggen. Verplaatsing van een eerste uitnodiging die buiten de werkuren valt naar een afspraak binnen de werkuren is niet toegestaan.

 

Artikel 2.

Voornoemde wijziging aan de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en voor het  OCMW-personeel treedt met terugwerkende kracht in werking en geldt voor alle vaccinaties ter bescherming tegen het coronavirus tot en met 31 december 2021.
Deze maatregel wordt automatisch verlengd naar analogie met de betreffende federale regelgeving.

 

Artikel 3.

Er mee in te stemmen om het wettelijk vastgestelde klein verlet ook toe te kennen aan de medewerkers die voor 9 april 2021 hun vaccinatie kregen.


Artikel 4.

Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering overgemaakt wordt aan de dienst personeel.