In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, wordt navolgend agendapunt toegevoegd door raadslid Karolien Grosemans namens de N-VA-fractie:
Gelet op de ontwerpnotulen van de gemeenteraad van 11 december 2023;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het voorinzagerecht;
Na beraadslaging;
De ontwerpnotulen van de gemeenteraad van 11 december 2023 worden zonder opmerkingen goedgekeurd.
Enig artikel.
Dit agendapunt werd verdaagd.
Overwegende de goedkeuring van een laatste versie van de politiecodex op de gemeenteraad van 11 januari 2021;
Overwegende het verzoek van de politieraad LRH gericht aan de lokale besturen die deel uitmaken van de politiezone om een aantal aanpassingen van de politiecodex deels goed te keuren en dit om diverse en uiteenlopende redenen;
Overwegende dat hiernavolgende aanpassingen, met een inhoudelijke relevantie werden doorgevoerd teneinde een uniform deel I te behouden voor alle gemeenten die deel uitmaken van de politiezone LRH:
- artikel 1: de leeftijd voor de toepassing van de codex wordt verlaagd naar 14 jaar;
- artikel 2: Toevoeging van 'de openbare plaatsen'
Definitie van openbare overlast wordt aangepast door 'een lichte vorm van' te schrappen.
- artikel 7: Niet hinderlijk is het geluid dat het gevolg is van werkzaamheden aan private eigendommen uitgevoerd overdag: deze uitvoering overdag wordt geëxpliciteerd om te vermijden dat de burgemeester zou gevraagd worden vergunning te verlenen voor het verrichten van werkzaamheden aan private eigendommen 's nachts;
- artikel 12: De toelating voor het gebruik van geluidsverwekkende hulpmiddelen moet in het bezit zijn van de persoon die zich ervan bedient. De vorige bepaling was beperkt tot de aanwezigheid ervan in het voertuig maar kon niet afgedwongen worden ten aanzien van personen die zich bedienden van geluidsverwekkende middelen buiten voertuigen; Te dien einde wordt ook § 3 geschrapt.
- artikel 15: Het verbod op vuurwerk wordt overgebracht naar deel II omdat niet alle lokale besturen die deel uitmaken van de politiezone hier dezelfde regeling willen hanteren.
- artikel 18 : te betreden wordt geschrapt.
- artikel 20: De verwijzing naar de politiewet wordt geschrapt en hiernavolgende bepaling toegevoegd: Het is eveneens verboden dergelijke gedragingen te stellen tijdens manifestaties, evenementen en elke andere bijeenkomst die voor het publiek toegankelijk is.
- artikel 36: De bepaling over drones wordt geschrapt omdat het bestuur niet bevoegd is om het luchtruim boven haar grondgebied te reglementeren. Dit is een aanpassing aan gewijzigde wetgeving en rechtspraak van de Raad van State.
- artikel 68bis: In de voormalige wetgeving (artikel 1716 B.W.) was destijds het maximumbedrag bepaald op 200 EUR. Dit is thans opgetrokken naar 350 EUR; Het lijkt dan niet meer dan correct dat deze grens hier wordt losgelaten.
- artikel 74: 'Voor openbare inrichtingen' wordt geschrapt omdat voor openbare inrichtingen er geen definitie werd voorzien en deze eigenlijk gevat worden door 'gebouwen zonder woonfunctie'.
- artikel 83 en 84 blijven inhoudelijk ongewijzigd maar de bepalingen worden logischer gerangschikt; De lokale overheid wordt vervangen door 'de burgemeester'.
- artikel 89: Toepassingsgebied wordt uitgebreid van 'woningen' naar 'onroerende goederen'. De reden hiertoe is dat men dit ook wil toepassen op leegstaande winkelpanden.
- artikel 91: Voor privé doeleinden wordt geschrapt. De reden hiertoe is dat de definitie van privé doeleinden doeleinden zijn die vreemd zijn aan het algemeen belang maar dat dit voor verwarring zorgt en derhalve wordt elke inname openbaar domein verboden.
- toevoeging van artikel 91bis: dit artikel wordt toegevoegd om uitvoering te kunnen geven aan onderstaande artikelen:
Artikel 38. (01/09/2019- ...)
Het is verboden:
1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;
2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;
3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;
4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde.
Artikel 39 van het Decreet Gemeentewegen bepaalt dat: De gemeenten kunnen overtredingen van de verbodsbepalingen, vermeld in artikel 38, en op het reglement, vermeld in artikel 36, bestraffen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Overwegende dat de gemeenteraad tevens wordt gevraagd een aantal wijzigingen in deel II van de codex politieverordeningen goed te keuren;
Overwegende dat het afvalreglement betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare afvalstoffen zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 13 december 2021 opnieuw volledig geïntegreerd wordt in de politiecodex en we dus terugkeren naar de situatie van de invoering van dit reglement;
Overwegende dat aan dit reglement evenwel niets werd gewijzigd;
Overwegende dat in artikel 105 de 'blauwe zone' in Schulen werd toegevoegd; Overwegende dat tevens de verwijzingen naar de vormvoorwaarden voor de parkeerschijf worden geschrapt om zo te vermijden dat er PV's worden opgemaakt voor geparkeerde wagens met een parkeerschijf die niet voldoet aan de laatste voorschriften;
Overwegende dat de art. 117 en 129 worden aangepast aan de eigen gemeentelijke dienstverlening wat betreft de ophaling van snoeihout; Overwegende dat ook in deze omstandigheden de aangeboden bundels snoeihout moeten voldoen aan bepaalde voorschriften en moeten overtredingen hierop kunnen gesanctioneerd worden met gemeentelijke administratieve sancties; Deze voorschriften worden namelijk geformuleerd in het belang van de veiligheid van de medewerkers belast met de ophaling;
Overwegende dat artikel 138 inzake de diverse functies van het Schulensmeer wordt geschrapt gezien deze bepaling niet thuishoort in de codex politieverordeningen;
Overwegende dat in het tweede deel twee volledige hoofdstukken worden toegevoegd inzake de uitbating van HORECA en specifieke inrichtingen en dit vanaf artikel 162;
Overwegende dat de politiezone Limburg Regio Hoofdstad (LRH) onze stad verzoekt het voorliggend deel 'reglement een uitbatings- en vestigingsvergunningen voor horecazaken, CBD shops, Motorclubs en nachtwinkels' te integreren in de codex politieverordeningen;
Overwegende dat dit verzoek als volgt wordt gemotiveerd:
Overwegende dat het reglement op nachtwinkels thans geïntegreerd wordt in deze reglementering zodat een uniforme werkwijze mogelijk is voor de geviseerde uitbatingen (horeca, CBD shops, belwinkels...).
Overwegende dat deze uitbreiding en aanpassing van het eigen reglement aan het voorgestelde reglement opportuun wordt door de goedkeuring ervan binnen alle gemeenten die deel uitmaken van de politiezone LRH omwille van het waterbeleffect;
Overwegende dat in deel III, procedure, sancties en slotbepalingen enkel het maximumbedrag voor een gemeentelijk administratieve sanctie geschrapt werd en dus vervangen werd door de tekst: '.... die het bedrag van het wettelijk maximum niet mag overschrijden'.
Overwegende dat de wijzigingen aan deze codex van politieverordeningen voor toepassing op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad dient te worden goedgekeurd door de gemeenteraad van Herk-de-Stad;
Overwegende dat de jeugdraad geen opmerkingen heeft geformuleerd op de wijzigingen aan deze codex van politieverordeningen;
Gelet op artikel 119bis§ 10 van de Gemeentewet;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wetten van 13 mei 1999, 07 mei 2004 en 17 juni 2004 betreffende de administratieve sancties;
Gelet op het KB van 17 maart tot inwerkingtreding van de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de wet van 20 juli 2005, houdende diverse bepalingen tot wijziging van artikel 199bis van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de omzendbrief OOP 30bis van 02 januari 2005 (B.S. van 20.01.2005) van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken aangaande de uitvoering van gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op het Milieuhandhavingsdecreet van 05.04.1999, gewijzigd bij decreet van 21.12.2007;
Gelet op de Omzendbrief COL /2006 betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties van het College van de Procureurs-Generaal bij de Hoven van beroep, dd. 22 november 2007;
Gelet op het feit dat bepaalde inbreuken aangaande allerhande vormen van overlast het meest efficiënt worden beteugeld met gemeentelijke administratieve sancties en bovendien een aantal inbreuken gedepenaliseerd werden door de opheffing van titel X van boek II van het strafwetboek en van de besluitwet van 29 december 1945 houdende het verbod van het aanbrengen van opschriften op de openbare weg;
Artikel 1.
Hiernavolgende gecoördineerde versie van de Codex politieverordeningen goed te keuren.
DEEL I: ALGEMENE BEPALINGEN
1. ALGEMEEN
1.1. Toepassingsgebied
Artikel 1.
Deze codex politieverordening is van toepassing op het volledige grondgebied van Herk–de-Stad en geldt voor iedereen die zich op dit grondgebied bevindt, ongeacht zijn/haar woonplaats of nationaliteit. Deel I Algemene bepalingen van onderhavige codex politieverordeningen is van toepassing in de andere gemeenten van de politiezone Limburg Regio Hoofdstad.
De inhoud van deze verordening betreft de materies die verband houden met de opdrachten van de gemeente, zoals bepaald in de Nieuwe Gemeentewet.
Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens de artikelen 133 tot en met 135 van de Nieuwe Gemeentewet, naleven.
De gemeentelijke administratieve sancties kunnen opgelegd worden aan alle personen vanaf 14 jaar op het tijdstip van de feiten.
Wanneer een overtreding op deze verordening is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon, en de bestuurder bij de vaststelling van de overtreding niet geïdentificeerd werd, wordt vermoed dat deze is begaan door de titularis van de nummerplaat van het voertuig. Het vermoeden van schuld kan worden weerlegd met elk middel.
Wanneer een overtreding op deze verordening is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een rechtspersoon, zijn de natuurlijke personen die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigen ertoe gehouden de identiteit van de bestuurder op het ogenblik van de feiten mee te delen of, indien zij die niet kennen, zijn zij ertoe gehouden de identiteit van de persoon die het voertuig onder zich heeft mee te delen, tenzij wanneer zij diefstal, fraude of overmacht kunnen bewijzen.
De mededeling moet gebeuren binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de datum waarop de vraag tot inlichtingen werd verstuurd. De gemeente kan de formaliteiten bepalen die gevolgd dienen te worden bij de overmaking van de identiteit.
Indien de persoon die verantwoordelijk is voor het voertuig niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten, moet hij eveneens, op de wijze zoals hierboven vermeld, de identiteit van de onmiskenbare bestuurder mee te delen.
De rechtspersoon of de natuurlijke persoon die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigt als houder van de kentekenplaat of als houder van het voertuig zijn ertoe gehouden de nodige maatregelen te nemen om aan deze verplichting te voldoen.
Wanneer de overtreding werd begaan met een motorvoertuig ingeschreven op naam van een rechtspersoon die de gebruikelijke bestuurder in de kruispuntbank Voertuigen heeft laten registeren, wordt de gebruikelijke bestuurder gelijkgesteld met de houder van de kentekenplaat en is §6 van toepassing.
Ingeval de rechtspersoon weigert deze informatie te verstrekken, wordt voor het niet-meedelen van deze informatie een gemeentelijke administratieve sanctie opgelegd en zijn ze op grond van artikel 1384 burgerlijk wetboek aansprakelijk voor de geldboete voor de desbetreffende overtreding.
Wanneer de openbare veiligheid, reinheid, gezondheid of rust in het gedrang komen door situaties waarvan de oorzaak bij privaat domein ligt, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen. De eigenaars, huurders, bezetters of zij die er op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, moeten zich schikken naar de besluiten van de burgemeester. In geval van weigering of vertraging in de uitvoering van de bij voornoemde besluiten voorgeschreven maatregelen, alsook indien het onmogelijk is ze aan de betrokkenen te betekenen, kan de burgemeester er ambtshalve toe doen overgaan, op risico van de in gebreke blijvende partijen die de kosten hoofdelijk moeten dragen.
Als een overtreder zich niet in orde stelt binnen de opgelegde termijn en niet de nodige maatregelen neemt om de veroorzaakte hinder te doen stoppen, kan de gemeente zich het recht voorbehouden om ambtshalve op te treden op kosten en op risico van de overtreder.
Als een overtreder afval achterlaat op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering kan de burgemeester aan de gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.
Het stelsel van de administratieve sancties doet geen afbreuk aan de toepassing van een herstelbelasting en/of aan het terugvorderen van de door het stads- of gemeentebestuur gemaakte kosten voor rekening van de overtreder.
1.2. Begrippen
Artikel 2.
Voor de toepassing van onderhavige verordening wordt verstaan onder:
- de openbare weg;
- de openbare plaatsen;
- de private plaatsen met een publiek karakter (o.a. winkels, parkings, cafés);
- de groene ruimten zoals de openbare plantsoenen, wandelplaatsen, recreatiedomeinen, natuurgebieden, parken, openbare tuinen, pleinen, speelterreinen en alle stukken van de openbare plaats, buiten de openbare weg, die openstaan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen en ontspanning.
â–ª Berm: de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg begrepen is.
â–ª Aangelegde berm: de ruimte gelegen op het openbaar domein tussen de rooilijn en de rijbaan of het fietspad, die door de overheid werd aangelegd maar niet als voetpad werd ingericht.
â–ª Voetpad: de doorgaans ten opzichte van de rijweg verhoogde of gelijkgrondse berm, gelegen langs de rooilijn en bestemd voor voetgangers.
â–ª Voor het publiek toegankelijke plaats: elke plaats waartoe andere personen dan de beheerder en de personen die er werkzaam zijn toegang hebben ofwel omdat ze geacht worden gewoonlijk toegang te hebben tot die plaats, ofwel omdat ze er toegelaten zijn zonder individueel te zijn uitgenodigd.
▪ Openbare vergadering: elke vergadering, hetzij in openlucht (openbare weg of niet–besloten plaats) hetzij op een besloten plaats, waartoe het publiek toegang heeft.
â–ª Openbare overlast: verstoring van de openbare rust, veiligheid, gezondheid of zindelijkheid. Openbare overlast heeft betrekking op de individuele, collectieve of materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt.
â–ª Openbare rust: de afwezigheid van onrust, verstoring en wanorde in de openbare plaatsen (of plaatsen die omwille van hun eigenlijk gebruik een openbaar karakter hebben).
â–ª Openbare veiligheid: de afwezigheid van ongevallen of risico op ongevallen of de afwezigheid van gevaarlijke situaties die schade kunnen berokkenen aan personen en goederen.
â–ª Openbare gezondheid: de afwezigheid van ziekten of besmetting door het behoud of handhaving van de hygiëne en van de kwaliteit van de leefomgeving.
â–ª Openbare reinheid of zindelijkheid: de afwezigheid van verschillende vormen van vervuiling.
â–ª Handelszaak: de plaats waar een natuurlijke persoon of rechtspersoon handel drijft in de meest ruime zin van het woord.
â–ª Manifestatie: het bij elkaar komen van een groep mensen om anderen hun standpunt of hun mening van politieke, religieuze, sociale, culturele of van welke aard ook, kenbaar te maken en te propageren.
â–ª Evenement: Een eendaagse of meerdaagse activiteit of feestelijkheid zoals fuiven, bals, danspartijen, optredens, sport- of culturele activiteiten, beurzen en dergelijke, met een openbaar karakter, met uitzondering van de activiteiten die onder het toepassingsgebied van andere gemeentelijke reglementen vallen. Deze evenementen zijn al dan niet tegen betaling voor het publiek toegankelijk, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt.
Onder evenementen wordt niet begrepen de privéactiviteiten of feestelijkheden. Hiermee wordt een activiteit of feestelijkheid bedoeld waar niet iedereen zonder onderscheid is toegelaten noch op activiteiten of feestelijkheden in private inrichtingen zoals bedoeld in artikel 6.7.2 Vlarem II, zijnde woningen en hun aanhorigheden en tuinen, en in het algemeen alle plaatsen welke niet voor het publiek toegankelijk zijn.
▪ Wensballon: een vliegende lampion, meestal vervaardigd uit papier, gevuld met hete lucht die opgewarmd wordt door een vlam (ook ‘sky lantern’ of ‘geluksballon' genoemd). De wensballon is verder ook gekend als Thaise lampion, gelukslampion, ufoballon, herdenkingsballon, Chinese lantaarn en Oosterse lampion.
▪ Overdag: tussen 07.00 uur ’s morgens en 22.00 uur ’s avonds, onafhankelijk van het heersende seizoen.
▪ ’s Nachts: tussen 22.00 uur ’s avonds en 07.00 uur ’s morgens, onafhankelijk van het heersende seizoen.
â–ª Verhuizen: overbrengen van de inboedel.
▪ Kampeerautoterrein: een terrein uitsluitend bedoeld voor het parkeren van kampeerauto’s en aangeduid met het bord E9h.
â–ª Kampeerauto: een zelfrijdend voertuig ingericht voor vrije tijd met minstens de volgende voorzieningen: zit- en slaapgelegenheid, waarbij voor meerdere dagen voldaan wordt in de opvang van zuiver en gebruikt water, alsook van toiletvoorzieningen; maximale buitenafmetingen: 8 meter lang en 2,5 meter breed.
â–ª Huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 4.1.1 van het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
â–ª Vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.
â–ª Huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, die in de voorgeschreven recipiënt voor de inzameling van het huisvuil kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, pmd-afval, groenafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.
â–ª Grofvuil: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit die door de omvang, de aard en/of het gewicht niet in de recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden en die aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het recyclagepark, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, kga, groenafval, pmd-afval, metalen, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (aeea), bouw- en sloopafval, autobanden, houtafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.
▪ Glas: holglas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van hittebestendig glas, kristal, opaalglas, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, TL-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van Tv’s, e.d..
â–ª Holglas: alle glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, confituren, sausen en mayonaises,... (def. Fost Plus).
â–ª Vlakglas: vensterglas.
â–ª Papier en karton: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, e.d.
â–ª Klein Gevaarlijk Afval (kga): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.
â–ª Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon- en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Onder snoeihout worden enkel takken met een diameter van minder dan 10 cm verstaan.
â–ª Pmd-afval: plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, met uitzondering van papieren en kartonnen verpakkingen en glasverpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
Deze plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.
â–ª AEEA: de afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1§2.23° van Vlarema.
â–ª Metalen gemengd: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van KGA, metalen verpakkingen die met de PMD-fractie ingezameld wordt en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.
▪ Textielafval: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, e.d., die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
â–ª Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.
▪ Batterijen en accu’s: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen.
â–ª Gasflessen: de stalen recipiënten waarin bepaalde gassen worden verkocht (Butaan- en propaangas, CO2, argon,…). De flessen blijven eigendom van de gasleverancier. Wie een lege gasfles heeft of een gasfles niet meer gebruikt, kan ze terugbrengen naar een verdeler of verkooppunt van gasflessen. Lege gasflessen horen niet thuis op het recyclagepark of bij de schroothandelaar. Ze moeten op een specifieke wijze behandeld worden en mogen daarom niet bij oude metalen of kga ingezameld worden. Spuitbussen (houders onder druk) worden hieronder niet verstaan. Lege spuitbussen waarvan de inhoud volledig voeding of cosmetica was horen bij het pmd-afval. Andere lege spuitbussen horen bij het kga.
â–ª Oude en vervallen geneesmiddelen: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht.
â–ª Vuurwerk en munitie: restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.
▪ Wachtbekken het Schulensbroek: is een afgebakend gebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van zowel de gemeente Lummen als de stad Herk-de-Stad, dat begrensd wordt door de verhoogde dijken met inbegrip van deze dijken en zoals is vastgelegd op het grondplan gevoegd in bijlage 1 aan dit besluit, en wat voorheen werd benoemd als 'binnenbekken'. Het wachtbekken is opgedeeld in een zone ‘Noord’ en een zone ‘Zuid’ zoals is vastgelegd op het plan gevoegd in bijlage 1 aan dit besluit.
â–ª Bijzondere toelatingen: de bijzondere toelatingen waarvan sprake in de diverse artikelen van onderhavig reglement zijn volgens het model als vastgelegd in bijlage 2 van dit reglement, en vermelden steeds alle modaliteiten met betrekking tot het gebruik waarvoor ze worden afgeleverd. Deze toelatingen worden afgeleverd door de afdeling Water van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, na toetsing aan de doelstellingen van de Vogel- en Habitatrichtlijnen.
▪ Beheersdienst: wordt gevormd door de leden van de diensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die het wachtbekken ‘Het Schulensbroek’ beheren.
â–ª Het domein Olmenhof-Harlaz: alle percelen die deel uitmaken van het beschermde landschap 'Oude boomkwekerij De Pierpont', goedgekeurd bij KB van 23 maart 1987 en zoals omschreven in het goedgekeurde landschapsbeheersplan (dd. 23 juni 2008); bestaat uit een parkgedeelte 'Olmenhof' en een bosgedeelte 'Harlaz', is eigendom van de gemeente Herk-de-Stad en wordt door het gemeentebestuur beheerd.
â–ª Herhaling: de overtreder werd reeds gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
â–ª Gemachtigd ambtenaar: een ambtenaar zoals bepaald in artikel 21 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
2. OPENBARE RUST
2.1. GELUIDSOVERLAST
Artikel 3.
Het is verboden om nachtgerucht of nachtrumoer te veroorzaken waardoor de rust van de inwoners kan verstoord worden (art. 561, 1° van het Strafwetboek, hierna afgekort ‘SWB’).
Artikel 4.
Behoudens schriftelijke toelating van de burgemeester, is het verboden om overdag gerucht of rumoer te veroorzaken waardoor de rust van de inwoners in die mate verstoord wordt dat het een invloed heeft op het dagdagelijks functioneren. Het dient te gaan om aanhoudend en/of overdreven geluid dat is toe te schrijven aan een gebrek aan vooruitzicht vanwege degene die het geluid veroorzaakt.
Artikel 5.
Het is zowel overdag als ’s nachts verboden voor cafés en andere publiek toegankelijke plaatsen om de deuren en ramen van hun inrichtingen open te laten en hierdoor geluidsoverlast te veroorzaken. Ze zijn verplicht alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen zodat de omwonenden geen overlast van de uitbating ondervinden. Het bewijs van geluidsoverlast kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.
Artikel 6.
Een officier van bestuurlijke politie kan, na een waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, een voor het publiek toegankelijke inrichting sluiten, wanneer de uitbating de openbare rust verstoort. Het is de uitbater of zijn/haar zaakwaarnemer die aan dit bevel tot sluiting geen gevolg geeft, die bestraft wordt.
2.1.1. NIET-HINDERLIJK GELUID
Artikel 7.
Een geluid kan geen aanleiding geven tot een gerechtvaardigde klacht inzake geluidsoverlast wanneer het geluid:
▪ het gevolg is van werkzaamheden aan/op het openbaar domein of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd overdag of ’s nachts en met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid;
â–ª Het gevolg is van werkzaamheden aan private eigendommen uitgevoerd overdag en waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend of het gevolg is van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet- noodzakelijk lawaai te voorkomen;
â–ª Het gevolg is van werkzaamheden of handelingen die hoogdringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, ter voorkoming van noodsituaties of om de gevolgen van noodsituaties te beperken;
â–ª Het gevolg is van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie of evenement, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd;
â–ª Afkomstig is van spelende kinderen en/of jongeren voor zover het gaat om spelen overdag.
2.1.2. VERHUIZINGEN/LADEN EN LOSSEN
Artikel 8.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of bevoegde overheid en behoudens de bepalingen opgenomen in een toegekende vergunning is het verboden om ’s nachts te verhuizen of goederen te laden en/of te lossen.
2.1.3. GELUIDSGOLVEN IN DE OPENBARE RUIMTE
Artikel 9.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden in de openbare ruimte om:
â–ª Vocale, instrumentale of muzikale optredens uit te voeren die de openbare rust verstoren;
â–ª Parades te organiseren of muziek te produceren;
â–ª Geluidsvoortbrengende middelen te gebruiken voor verkiezingspropaganda, het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een commerciële dienst.
2.1.4. MUZIEK IN VOERTUIGEN
Artikel 10.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld te zijn begaan door de titularis van de nummerplaat van het voertuig, tenzij de bestuurder geïdentificeerd kan worden.
2.1.5. VOERTUIGEN MET LUIDSPREKERS
Artikel 11.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het gebruik van voertuigen met luidsprekers, bestemd voor het maken van reclame, verboden. De toelating moet steeds in het voertuig aanwezig zijn.
De toelating kan slechts gegeven worden van 08.00 uur tot 18.00 uur in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart en van 08.00 uur tot 20.00 uur in de periode van 1 april tot en met 30 september en moet op het eerste verzoek van de bevoegde personen voorgelegd kunnen worden.
De luidsprekers moeten afgezet worden als het voertuig stilstaat.
2.1.6. GELUIDSVERWEKKENDE HULPMIDDELEN
Artikel 12.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden fluiten, sirenes, bellen, klokken, muziek en andere geluidsverwekkende hulpmiddelen van welke aard ook te gebruiken voor verkiezingspropaganda, het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een commerciële dienst. De toelating moet steeds in het bezit zijn van de persoon die gebruik maakt van het geluidsverwekkend hulpmiddel.
De toelating kan slechts gegeven worden van 8.00 uur tot 18.00 uur in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart en van 8.00 uur tot 20.00 uur in de periode van 1 april tot en met 30 september en moet op het eerste verzoek van de bevoegde personen voorgelegd kunnen worden.
2.1.7. GRASMAAIERS EN DERGELIJKE
Artikel 13.
Het gebruik in openlucht van grasmaaiers en andere werktuigen met elektrische– of ontploffingsmotoren is toegelaten op werkdagen en zaterdagen tussen 09.00 uur en 22.00 uur. Het gebruik van dergelijke toestellen op zondagen en wettelijke feestdagen is enkel toegestaan tussen 10.00 uur en 12.00 uur. Dit artikel is niet van toepassing op de normale exploitatie van landbouwgronden, noch op werkzaamheden aan of op het openbaar domein uitgevoerd door of in opdracht van de daartoe bevoegde overheid.
2.1.8. DIEREN
Artikel 14.
Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw, gekrijs of door eender welk ander aanhoudend geluid, ongeacht of de dieren op dat ogenblik wel of niet onder toezicht staan. De eigenaar of houder van een dier dat door zijn geblaf, geschreeuw, gekrijs of eender welk ander aanhoudend geluid de rust van de omwonenden verstoort, is strafbaar.
2.1.9. VUURWERK
Artikel 15.
/ (GR 8/1/2024 geschrapt; zie deel II Bijzondere Bepalingen, hoofdstuk 1, artikel 94)
2.1.10. VOGELSCHRIKKANONNEN
Artikel 16.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden al dan niet automatische vogelschrikkanonnen (al dan niet elektronisch versterkt) te gebruiken, die het geluid laten horen van krijsende vogels of ontploffingen met als doel het verjagen van vogels bij het beschermen van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt.
De toestellen mogen niet opgesteld worden binnen een afstand van minder dan 100 meter van enig bewoond huis en van het openbaar domein, uitgezonderd de ruilverkavelingswegen.
Het gebruik van vogelschrikkanonnen is op alle dagen verboden tussen 20.00 uur en 08.00 uur. Het is verboden tussen de ontploffingen of de aaneengesloten periodes van vogelgekrijs minder dan 10 minuten tijd te laten. Bovendien moeten de minimale kwaliteitsnormen betreffende het geluid zoals vermeld in Vlarem worden toegepast.
De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van hindergevoelige plaatsen of gebieden, rekening houdend met de afstanden die reeds eerder in dit artikel werden vermeld.
2.2. LICHTOVERLAST
Artikel 17.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om gebruik te maken van het luchtruim boven het grondgebied van de gemeente of stad voor het voortbrengen of projecteren, hetzij rechtstreeks hetzij door weerkaatsing, van lichtbundels van laserlicht of gelijkaardig licht.
Onverminderd andere wettelijke bepalingen en de milieureglementering moeten de nodige maatregelen genomen worden om lichthinder te voorkomen. De verlichting is dermate geconcipieerd dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op de inrichting of onderdelen ervan. Lichtreclame mag de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen.
2.3. BEGRAAFPLAATSEN
Artikel 18.
Het is verboden op de begraafplaatsen:
â–ª De grasperken en de beplantingen te bevuilen;
â–ª Voorwerpen onrechtmatig te verplaatsen;
â–ª De graven, gedenktekens, zinnebeelden, hulde- en versieringsvoorwerpen, afsluitingen en om het even welk ander voorwerp op de graven te bevuilen;
â–ª Met voertuigen te rijden zonder de toelating van de verantwoordelijke van de begraafplaatsen. Deze regel is niet van toepassing op de voertuigen van hulp- en politiediensten en van begrafenisondernemers en op voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met een handicap;
â–ª Gelijk welke daad te stellen, houding aan te nemen of manifestatie op touw te zetten die de eerbaarheid van de plaats alsook de orde en de eerbied voor de doden stoort of kan storen;
â–ª Bij het onderhoud van de graven herbiciden aan te wenden;
â–ª Aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen bepaald bij het decreet van 16 januari 2004 of bij deze politieverordening;
â–ª Goederen te koop aan te bieden of zijn/haar diensten aan te bieden.
3. OPENBARE VEILIGHEID
3.1. BEDELEN
Artikel 19.
Het is verboden zowel in de openbare ruimte als in elke voor het publiek toegankelijke plaats en met name in de commerciële centra en straten, op een opdringerige, hinderlijke of agressieve manier te bedelen. Hiermee wordt onder andere bedoeld:
â–ª Het hinderen of belemmeren van de vlotte doorgang van het voetgangers- en andere verkeer;
â–ª Het aanklampen van voorbijgangers om een aalmoes te bekomen.
3.2. ORDEVERSTORING
Artikel 20.
Het is verboden feitelijke gedragingen te stellen met betrekking tot openbare ordeverstoring op het openbaar domein of in een publiek toegankelijke plaats of gebouw. Het is eveneens verboden dergelijke gedragingen te stellen tijdens manifestaties, evenementen en elke andere bijeenkomst die voor het publiek toegankelijk is.
Artikel 21.
/
Artikel 22.
De niet-naleving van een plaatsverbod, opgelegd door de burgemeester zoals bepaald in artikel 134sexies van de nieuwe gemeentewet, kan worden bestraft met een administratieve geldboete.
Artikel 23.
Het is verboden het bevel van een politieambtenaar betreffende het tonen van een identiteitsbewijs, gegeven in het kader van het handhaven of het herstel van de openbare rust, veiligheid, gezondheid of zindelijkheid of gegeven in het kader van de bestrijding of voorkoming van overlast, niet na te leven. Het bewijs van identiteit kan geleverd worden door het tonen van een identiteitskaart (of officieel vervangdocument) of rijbewijs.
Artikel 23bis.
Het is verboden om iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed, door woorden of daden te beledigen in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening, en dit in een van de omstandigheden in artikel 444 SWB bepaald, zijnde:
3.3. HET OPZETTELIJK VERNIELEN OF BESCHADIGEN VAN ANDERMANS EIGENDOMMEN
Artikel 24.
Het is verboden de hiernavolgende voorwerpen te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen:
â–ª Grafsteden, gedenktekens of grafstenen;
â–ª Monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht;
â–ª Monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst.(art. 526 SWB)
Artikel 25.
Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen (art. 534bis SWB). Het aanbrengen van graffiti is enkel toegestaan op de daarvoor voorziene plaatsen bepaald door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 26.
Het is verboden om andermans roerende eigendommen opzettelijk te vernielen of te beschadigen.(art. 559, 1° SWB)
Artikel 27.
Het is verboden om andermans onroerende eigendommen opzettelijk te beschadigen.(art. 534ter SWB)
Artikel 28.
Het is verboden om één of meer bomen kwaadwillig om te hakken, zodanig te snijden, verminken of ontschorsen dat zij vergaan of om één of meer enten te vernielen.(art. 537 SWB)
Artikel 29.
Het is verboden om grachten geheel of gedeeltelijk te dempen, levende of dode hagen af te hakken of uit te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt te vernielen, grenspalen, hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.(art. 545 SWB).
3.4. OPENBARE EVENEMENTEN, VERGADERINGEN EN ACTIVITEITEN
3.4.1. OPENBARE VERGADERINGEN IN OPEN LUCHT
Artikel 30.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om een manifestatie zoals omschreven in artikel 2 in openlucht en/of op de openbare ruimte te organiseren. De aanvraag moet minstens vier werkdagen voor de geplande datum worden ingediend.
Artikel 31.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om een evenement zoals omschreven in artikel 2 in openlucht en/of op de openbare ruimte te organiseren. De aanvraag moet minstens 6 weken voor de geplande datum worden ingediend.
Artikel 32.
De organisator moet de nodige maatregelen treffen zodat er geen schade berokkend wordt aan personen en/of goederen. De organisator zorgt ervoor dat de veiligheid niet in het gedrang komt. Bij overtreding van dit artikel kan de burgemeester of de officier van bestuurlijke politie de activiteit doen ophouden.
Artikel 33.
Iedereen die zich bevindt op het openbaar- of privédomein of in een voor het publiek toegankelijke plaats, waar een vergunde activiteit plaatsvindt, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken, richtlijnen of bevelen van de door de organisator aangestelde personen of van politieambtenaren, agenten van politie of gemachtigd ambtenaren.
Artikel 34.
/ (GR 28/04/2020 opgeheven)
Artikel 35.
Het is altijd, dus ook onder andere tijdens carnavalsoptochten en andere openbare evenementen, verboden om:
â–ª Confetti of slingerpapier te gooien behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester;
▪ Voorwerpen of middelen, onder andere spuitbussen met kleur– en/of scheerschuim, spuitbussen met haarlak en potten met schoensmeer, op de openbare weg of in openbare inrichtingen op een oneigenlijke manier te gebruiken zodat er schade en/of verwondingen veroorzaakt kunnen worden aan personen en/of goederen.
3.5. DRONES
Artikel 36.
/ (GR 8/1/2024 geschrapt)
3.6. BESCHERMING VAN HET PRIVELEVEN
Artikel 37.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden te manifesteren aan privéwoningen van leden van de rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht, met als doel eisen te doen gelden.
3.7. RECREATIEDOMEINEN, NATUURGEBIEDEN EN PARKEN
Onderstaande bepalingen gelden behoudens afwijkende bepalingen in het huishoudelijk reglement of behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester.
Artikel 38.
Het is verboden op recreatiedomeinen, in natuurgebieden en in parken:
â–ª Te rijden met motorvoertuigen, uitgezonderd op de hiertoe aangelegde paden. Er wordt een uitzondering gemaakt voor motorvoertuigen van hulp- en politiediensten, motorvoertuigen die nodig zijn voor het onderhoud van het terrein en gemotoriseerde rolstoelen van personen met een handicap;
â–ª Te fietsen, skateboarden, steppen of rolschaatsen uitgezonderd op de hiertoe aangelegde paden en de hiervoor bestemde plaatsen;
â–ª Paard te rijden uitgezonderd op de hiertoe aangelegde paden of speciaal daarvoor ingerichte plaatsen;
â–ª De zandbakken bedoeld om in te spelen oneigenlijk te gebruiken, zoals bijvoorbeeld als een speelplek voor honden of om honden uit te laten.
Artikel 39.
Tenzij uitdrukkelijk toegelaten, is het verboden op openbaar domein, op recreatiedomeinen, in natuurgebieden en in parken te kamperen of te overnachten in openlucht, in een tent, in een caravan, in een mobilhome of in enig ander voertuig.
Artikel 40.
Het is verboden te vissen in de vijvers en in andere oppervlaktewateren van de stedelijke en/of gemeentelijke domeinen. Ook zwemmen in of roeien op de vijvers is verboden.
Artikel 41.
In de beboste gedeelten van recreatiedomeinen, natuurgebieden en parken is het verboden om:
â–ª Zich te bevinden buiten de wegen of dreven;
â–ª Hout te sprokkelen of uit te dunnen;
â–ª Bladeren of bosgronden mee te nemen.
3.8. VLOTTE DOORGANG
Artikel 42.
Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen en/of gebouwen en/of door een belemmering, uitgraving of enige andere werkzaamheid aan of nabij straten, wegen, pleinen of banen, en hierbij niet de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen te nemen of waarschuwingstekens in acht te nemen of aan te brengen. Indien de eigenaar of een ander zakelijk gerechtigde nalaat de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen en/of waarschuwingstekens aan te brengen, kan ambtshalve worden overgegaan tot het treffen van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen op kosten en risico van de overtreder.
3.9. BETREDEN VAN PRIVÉ-EIGENDOM
Artikel 43.
De eigenaar of een andere zakelijk gerechtigde van een onbewoond of niet - gebruikt gebouw is verplicht om de gepaste maatregelen te nemen om de toegang tot onbezette gebouwen te voorkomen. De afsluitingen, schutsels en omheiningen die hetzij verankerd zijn in de grond hetzij bevestigd zijn aan een gebouw, moeten stevig vastgemaakt zijn opdat ze, zelfs door krachtige windstoten, niet kunnen wegwaaien, vallen of omgestoten worden. De stabiliteit en verankering moeten regelmatig nagekeken worden.
3.10. GEBRUIK VAN GEVELS VAN GEBOUWEN
3.10.1. HUISNUMMERING
Artikel 44.
De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed is verplicht het door de gemeente toegekende huisnummer aan te brengen aan de straatkant van het goed op zo’n manier dat het huisnummer voor iedereen goed leesbaar is vanaf de openbare weg.
In appartementsgebouwen, studentenpanden, kamerpanden en dergelijke meer moet de eigenaar, huurder of beheerder bovendien aan de ingangsdeur van elk appartement, elke studio of elke kamer een nummer plaatsen dat overeenstemt met het nummer van de brievenbus. Ook de naam van de bewoner(s) moet duidelijk worden vermeld.
3.10.2. AANDUIDINGEN VAN OPENBAAR NUT
Artikel 45.
De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed dient, zonder dat dit voor hem enige schadeloosstelling teweegbrengt, op de gevel of topgevel van het goed, ook wanneer dit zich buiten de rooilijn bevindt, het aanbrengen toe te staan van nutsvoorzieningen, straatnaamborden, verkeerstekens en andere aanduidingen van openbaar nut.
3.11. DIEREN
3.11.1. ALGEMEEN
Artikel 46.
Het is verboden dieren op het openbaar domein onbewaakt te laten rondlopen zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, waardoor ze een gevaar of hinder (kunnen) vormen voor personen, andere dieren, het verkeer en het gemak van doorgang.
Artikel 47.
De eigenaar of begeleider van een dier is ertoe gehouden alle nodige maatregelen te treffen om te voorkomen dat zijn/haar dier ontsnapt.
Artikel 48.
De eigenaar of begeleider van een dier is verplicht zijn/haar dier tegen te houden wanneer het dier voorbijgangers of andere dieren aanvalt of achtervolgt, zelfs wanneer er geen schade of hinder uit voortgekomen is. Het is bovendien verboden dieren op te hitsen om aan te vallen of agressief te worden.
3.11.2. HONDEN
Artikel 49.
Op het openbaar domein moeten honden aan de leiband gehouden worden. Deze regel is niet van toepassing op:
â–ª Politiediensten met politiehonden;
â–ª Personen die de jacht beoefenen;
â–ª Begeleiders van een kudde;
â–ª Gehandicapte personen met een geleidehond;
â–ª De hondenlosloopweiden en op de plaatsen die specifiek voor het deponeren van uitwerpselen van honden zijn voorzien (zijnde de hondentoiletten).
Het is verboden de hond te laten begeleiden door personen die de hond niet onder controle kunnen houden. De bewaking door de begeleider dient zodanig te zijn dat hij de hond kan beletten om personen of andere dieren te intimideren, lastig te vallen, te bespringen of private domeinen te betreden.
Artikel 50.
Een hond, waarvan geweten is door een incident uit het verleden dat hij andere personen of dieren zou kunnen bijten, moet steeds een muilband dragen op het openbaar domein. Deze regel is niet van toepassing op honden van politiediensten en van erkende bewakingsfirma’s en geleidehonden van blinden of andere gehandicapte personen.
Artikel 51.
Honden zijn niet toegelaten op recreatiedomeinen, in speeltuinen, op sportvelden, skateterreinen en begraafplaatsen, tenzij ze aan de leiband gehouden worden en op de wandelpaden blijven. Honden zijn niet toegelaten op publiek toegankelijke plaatsen waar dit verbod duidelijk vermeld wordt. Deze bepaling is niet van toepassing op geleidehonden van blinden en andere gehandicapte personen, op politiehonden van politiediensten en op waak-, speur- en verdedigingshonden van het personeel van erkende bewakingsondernemingen.
4. OPENBARE REINHEID OF ZINDELIJKHEID
4.1. ALGEMEEN
Artikel 52.
Het is verboden om het privédomein, het openbaar domein of de voor het publiek toegankelijke plaatsen te bevuilen, hetzij door eigen toedoen, hetzij door toedoen van de personen, dieren, voertuigen of zaken waarop men toezicht heeft of waarover men zeggenschap heeft. Het gaat bijvoorbeeld om het weggooien van verpakkingen van snoep en andere snacks, flessen, blikjes, sigarettenpeuken, kauwgum, papier, vruchtenschillen en andere afvalstoffen, maar evenzeer om het achterlaten van olie of andere vloeistoffen afkomstig van eender welk voertuig.
Artikel 53.
Het is verboden op het openbaar domein het onderhoud, de smering, de olieverversing of de herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen uit te voeren, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van een defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden. Het is ook verboden om motoren van stilstaande voertuigen te testen. Eventuele bevuiling van de openbare ruimte door het depanneren moet verwijderd worden. Indien dit niet gebeurt kan ambtshalve worden overgegaan tot reiniging van het openbaar domein op kosten van de overtreder.
Artikel 54.
Het is verboden in of naast de openbare vuilnisbakken ander dan ter plaatse geproduceerd afval te deponeren.
Artikel 55.
Het is verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan: het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen, op een wijze of tijdstip dat niet overeenstemt met deze verordening en andere wettelijke bepalingen.
Artikel 56.
Het is verboden om eender welk afval achter te laten naast de daartoe voorziene (ondergrondse) (kleding)container, glasbol, vuilnisbak of enig ander afvalrecipiënt.
Artikel 57.
Wanneer het openbaar domein wordt bevuild door toedoen van bouwwerken of andere werkzaamheden aan het openbaar of privaat domein, is de uitvoerder van deze werken verplicht om het openbaar domein zo snel mogelijk te reinigen, ten laatste aan het einde van de werkdag. Indien dit niet gebeurt, kan de gemeente zich het recht voorhouden om ambtshalve over te gaan tot reiniging, op kosten en risico van de overtreder.
4.2. AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 58.
Het is verboden afval aan te bieden ter ophaling in een recipiënt dat niet bestemd is voor die selectieve inzameling.
Artikel 59.
De reglementair aangeboden afvalfracties en/of afvalrecipiënten mogen ten vroegste vanaf 18 uur de avond vóór de ophaling of lediging zoals vermeld op de afvalkalender van Limburg.net buiten gezet worden. De niet-afgehaalde afvalfracties of geledigde of niet-geledigde afvalrecipiënten moeten ten laatste voor 8 uur s’ morgens de dag na de ophaling door de eigenaar of beheerder binnen gezet worden.
Wanneer hiervoor een overeenkomst werd afgesloten met een (private) ophaaldienst, dienen de afvalfracties- en/of recipiënten aangeboden te worden op de dagen die zijn opgenomen in de overeenkomst ten vroegste vanaf 18 uur de avond vóór de ophaling of lediging. De niet-afgehaalde afvalfracties of geledigde of niet-geledigde afvalrecipiënten moeten ten laatste voor 8 uur 's morgens de dag na de ophaling door de eigenaar of beheerder binnen gezet worden. Ingeval van overlast kan de burgemeester de uren van het aanbieden of binnenzetten op gemotiveerde wijze beperken.
Artikel 60.
Het is verboden om afvalfracties en/of afvalrecipiënten op andere tijdstippen zoals omschreven in artikel 59 buiten te zetten en/of voor ophaling aan te bieden.
Het is verboden om de aangeboden afvalrecipiënten na lediging permanent op het openbaar domein te laten staan. Deze dienen zo snel mogelijk na de lediging van het openbaar domein verwijderd te worden.
Artikel 61.
De afvalfracties en/of afvalrecipiënten dienen ter hoogte van het eigen perceel op een zo ordelijk mogelijke manier op de openbare weg te worden geplaatst, tenzij de plaatselijke toestand het niet mogelijk maakt.
4.3. NETHEID ROND VERKOOPSINRICHTINGEN
Artikel 62.
De uitbaters van voedingswinkels, cafés alsook de houders van kramen op foren of markten, de verkopers van buiten de inrichting te verbruiken etenswaren en dranken en de houders van drank- en/of voedselautomaten, moeten de nodige voorzorgsmaatregelen treffen opdat hun klanten de openbare ruimte rond hun handel niet zouden vervuilen. Dit houdt onder andere in dat men degelijke en goed zichtbare en bereikbare vuilnisbakken moet plaatsen. Men moet eveneens instaan voor het rein houden van deze vuilnisbakken, het ledigen en bergen ervan. Men moet ook instaan voor het reinigen van de onmiddellijke omgeving rondom de inrichting.
Indien wordt nagelaten de openbare ruimte rond de inrichting te reinigen, kan ambtshalve worden overgegaan tot de reiniging van het openbaar domein op kosten van de uitbater.
4.4. PUBLICITEIT
4.4.1. HUIS-AAN-HUIS RECLAMEBEDELING
Artikel 63.
Het is verboden ongewenste reclame te bedelen. Reclame is ongewenst indien dat duidelijk op of aan de brievenbus kenbaar wordt gemaakt.
Artikel 64.
Het is verboden reclame te bedelen in panden die uitwendig duidelijke tekenen van niet-bewoning vertonen.
Artikel 65.
Het is verboden reclame te bedelen op andere plaatsen dan in brievenbussen.
Artikel 66.
Bij overtreding van de artikelen 60 tot en met 62 is in eerste instantie de verdeler van de publiciteit verantwoordelijk. Indien de verdeler niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk. Is de verantwoordelijke uitgever niet vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.
4.4.2. AANPLAKKINGEN EN ANDERE AANKONDIGINGEN
Artikel 67.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden opschriften, affiches, berichten, beeldvoorstellingen, fotografische voorstellingen, aankondigingsborden, vlugschriften, plakbriefjes en andere aankondigingen van welke aard dan ook aan te brengen, aan te plakken of te plaatsen op het openbaar domein behoudens wanneer het gaat om verkiezingspropaganda tijdens de sperperiode mits naleving van het gemeentelijk reglement.
§2.
Bij aflevering van de nodige vergunning mogen de aankondigingen slechts aangebracht worden op de plaatsen aangeduid door de gemeentelijke overheid. Indien deze aankondigingen toch zonder toelating of op een plaats die hier niet voor voorzien is, worden aangebracht kan ambtshalve worden overgegaan tot verwijdering ervan en reiniging van het openbaar domein op kosten van de overtreder. Bij overtreding van deze bepaling is in eerste instantie de aanbrenger verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk.
Artikel 68.
Behoudens de geldende wetgeving en de geldende gemeentelijke reglementering is het verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester publiciteitsinrichtingen en reclames in de vorm van onder andere spandoeken, wimpels, vlaggen en uithangborden op gevels van gebouwen te hangen of te bevestigen.
Artikel 68bis.
Bij het te huur stellen van een goed bestemd voor bewoning is de verhuurder verplicht het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de gemeenschappelijke lasten te vermelden in elke officiële of publieke mededeling.
4.4.3. FLYEREN
Artikel 69.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden flyers, strooibiljetten en andere reclame van welke aard dan ook (met of zonder toevoeging van staaltjes) uit te delen, te verspreiden of te bevestigen op voertuigen. De overtreder moet de uitgedeelde flyers, strooibiljetten en eventuele andere toebehoren (zoals staaltjes) die door het publiek op de grond worden gegooid, oprapen. Indien dit niet gebeurt kan ambtshalve worden overgegaan tot opruiming van het openbaar domein op kosten van de overtreder. Bij overtreding van deze bepaling is in eerste instantie de verdeler verantwoordelijk. Indien de verdeler niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk.
4.5. DIEREN
Artikel 70.
De eigenaar of begeleider van een hond moet ervoor zorgen dat zijn/haar dier het openbaar– en/of privédomein niet bevuilt met zijn uitwerpselen. De eigenaar of begeleider moet steeds in het bezit zijn van voldoende zakjes of andere geschikte voorwerpen om de uitwerpselen van zijn/haar dier op te ruimen. Het zakje moet op het eerste verzoek van een bevoegd ambtenaar getoond kunnen worden. In geval van bevuiling van het openbaar domein is de eigenaar of begeleider van een hond verplicht om de uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen. Indien hij dit niet doet, kan ambtshalve worden overgegaan tot verwijdering van de uitwerpselen en reiniging van het openbaar domein op kosten van de overtreder. Deze regels zijn niet van toepassing op blinden en andere gehandicapte personen met een geleidehond die zelf fysisch gezien niet in staat zijn om de uitwerpselen te verwijderen.
Artikel 71.
De plaatsen die specifiek zijn voorzien voor het deponeren van hondenuitwerpselen, de zogenaamde hondentoiletten, dienen eveneens in zindelijke toestand gehouden te worden door de eigenaars of begeleiders van honden. Dit betekent onder andere dat uitwerpselen van honden steeds opgeruimd moeten worden.
Artikel 72.
De uitwerpselen van rij– en trekdieren (paarden, pony’s en ezels) op fietspaden, stoepen, wandelwegen, bermen en ingerichte winkelstraten moeten door de eigenaar, begeleider of bewaker opgeschept en meegenomen worden in een daartoe voorzien en geschikt recipiënt. De uitwerpselen van rij– en trekdieren op rijbanen moeten niet verwijderd worden.
Artikel 73.
De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed is verplicht de nodige maatregelen te treffen om te verhinderen dat verwilderde duiven en katten nesten. Hij/zij is verplicht bevuilde gebouwen schoon te maken en te ontsmetten. Indien de eigenaar, huurder of beheerder nalaat gevolg te geven aan deze verplichting, kan ambtshalve worden overgegaan tot reiniging van het goed op kosten en risico van de overtreder.
4.6. ONDERHOUD VAN BERMEN EN VOETPADEN
Artikel 74.
De voetpaden en bermen, gelegen voor al dan niet bewoonde gebouwen en terreinen moeten onderhouden en proper gehouden worden door de verantwoordelijke zoals omschreven in §2 van dit artikel. De verantwoordelijke staat in voor het verwijderen van onkruid, wilde begroeiing, voorwerpen en materialen. Het is verboden om herbiciden of pesticiden te gebruiken voor bovenstaand onderhoud. Het is eveneens verboden om afvoerroosters te gebruiken voor andere doeleinden (zoals voor het lozen van vervuilende stoffen of het deponeren van voorwerpen en/of producten) dan waarvoor ze dienen, te weten de afvloeiing van regenwater.
De verplichtingen omschreven in §1 van dit artikel berusten:
â–ª Voor bewoonde gebouwen of gebouwen zonder woonfunctie: op de eigenaar, vruchtgebruikers of huurders van het gebouw of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van het gebouw;
â–ª Voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een reëel recht op het goed met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders;
â–ª Voor appartementsgebouwen, studentenpanden en kamerpanden: op de personen die speciaal belast zijn met het dagelijks onderhoud ervan of deze aangeduid door een binnenhuisreglement. Bij gebreke hieraan of indien deze persoon in gebreke blijft, rust de verplichting op de bewoners van de gelijkvloerse verdieping en eerst op diegenen die aan de straatkant wonen. Indien er geen bewoners zijn op de gelijkvloerse verdieping valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping enzovoort;
â–ª In geval van bouwwerkzaamheden: hoofdelijk op de eigenaar en de aannemer.
Artikel 75.
Iedere inwoner van de gemeente moet het voetpad voor zijn eigendom, huurwoning, handelszaak of kantoor sneeuw-, ijzel- en ijsvrij houden. De voetpaden moeten vrijgemaakt of slipvrij gemaakt worden over twee derde van hun breedte. De sneeuw of het ijs moet op de uiterste rand van het voetpad opgehoopt worden en mag niet op de rijweg en/of het fietspad gegooid worden. Rioolkolken en straatgoten moeten vrij blijven zodat er voldoende openingen zijn voor het afvloeien van het dooiwater. Bij een te smal voetpad moet de sneeuw of het ijs op de weg opgehoopt worden, zo dicht mogelijk bij de stoeprand. Ook in dit geval moeten voldoende openingen vrij blijven voor de afvoer van het dooiwater en moeten alle plaatsen van openbaar nut (vb. bushaltes) bereikbaar blijven.
De verplichtingen beschreven in §1 van dit artikel berusten op de personen zoals omschreven in §2 van artikel 74.
Artikel 76.
Bij vriesweer is het verboden water op de openbare weg te gieten of te laten vloeien.
Artikel 77.
Zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden zich op het ijs van de waterlopen en stilstaande waters te begeven. Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na advies van de brandweer, een afwijking toestaan op dit verbod.
Artikel 78.
Het is verboden ander afval dan bladeren afkomstig van de bomen op het openbaar domein, te deponeren in de bladkorven op de berm.
4.7. ONDERHOUD VAN GRONDEN
Artikel 79.
De goede staat van onbebouwde terreinen, braakgronden en onbebouwde gedeelten van eigendommen moet op ieder moment verzekerd zijn. Dit houdt in dat erover gewaakt dient te worden dat de begroeiing de openbare zindelijkheid, gezondheid en veiligheid niet in het gedrang brengt en dat er geen overlast veroorzaakt wordt aan de omliggende terreinen of aan buurtbewoners. De bloei of zaadvorming van alle onkruidsoorten waarvan zaadverspreiding gevolgen kan hebben voor omliggende gronden moet belet worden. Het is ook verboden vuilnis, puin of welke stoffen dan ook op de voormelde gronden neer te leggen of te bewaren. Deze verplichting rust op iedere houder van een reëel recht op bovenvermelde braakgronden, terreinen en eigendommen, met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularissen van een gebruiksrecht, recht van bewoning of erfdienstbaarheid of huurders.
Artikel 80.
De eigenaar, huurder of beheerder van een onroerend goed moet ervoor zorgen dat de beplantingen en/of bomen op zijn/haar eigendom zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak ervan:
4.8. STRAATMEUBILAIR
Artikel 81.
Het is verboden op gelijk welke manier voorwerpen op het openbaar domein te bevuilen, door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarop men toezicht heeft of waarover men zeggenschap heeft. Het gaat onder andere over voorwerpen van algemeen nut, voorwerpen voor de versiering van de openbare plaats, onderdelen van het straatmeubilair enzovoort. Degene die deze bepaling overtreedt, moet ervoor zorgen dat het openbaar domein op het eerste verzoek van de bevoegde ambtenaar onmiddellijk wordt schoongemaakt. Indien dit niet gebeurt, kan ambtshalve worden overgegaan tot de opruiming ervan op kosten en risico van de overtreder.
4.9. SPUWEN, URINEREN EN HET ACHTERLATEN VAN UITWERPSELEN
Artikel 82.
Het is verboden op het openbaar domein, op publiek toegankelijke plaatsen of op het privédomein, zonder toelating van de eigenaar, huurder of beheerder van dat domein, te spuwen, urineren of uitwerpselen achter te laten, tenzij op plaatsen of accommodaties die speciaal hiervoor zijn ingericht. Die plaatsen en accommodaties moeten volgens de regels van goed fatsoen gebruikt worden.
4.10. VIRUSSEN OP BOMEN EN PLANTEN
Artikel 82bis.
Zakelijke gerechtigden van geïnfecteerde bomen of andere geïnfecteerde planten dienen de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, zodat de virussen, schimmels en/of bacteriën geen schade aan andere bomen of planten van derden kunnen veroorzaken. Indien de infectie niet via bepaalde middelen bestreden kan worden, dient hij de geïnfecteerde bomen en/of ander geïnfecteerde planten op zijn kosten conform de desbetreffende regelgeving te verwijderen.
De zakelijke gerechtigde zijn eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularissen van een gebruiksrecht, recht van bewoning of erfdienstbaarheid of huurders van de grond waarop de geïnfecteerde boom of plant zich bevindt.
5. OPENBARE GEZONDHEID
5.1. VERBRANDING VAN MATERIALEN
5.1.1. VERBRANDING IN OPEN LUCHT (BUITENSHUIS)
Artikel 83.
Het is verboden afvalstoffen te verbranden in open lucht. Onder afvalstoffen wordt onder andere verstaan : papier, plastic, piepschuim, autobanden, textiel enzovoort. Ook biomassa-afval zoals gft, houtafval (sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd of verduurzaamd hout, gebeitst hout, multiplex, spaanplaat) en groenresten, mag onder geen enkele omstandigheid verbrand worden en valt dus onder voornoemd verbod.
Artikel 84.
Het is verboden om hout en brandstoffen te verbranden in open lucht.
Van het verbod op verbranding in open lucht, zoals omschreven in §1, zijn evenwel uitgesloten:
5.1.2. VERBRANDING IN (HOUT)KACHELS EN OPEN HAARDEN (BINNENSHUIS)
Artikel 85.
Het is verboden afvalstoffen te verbranden in (hout)kachels en open haarden. Onder afvalstoffen wordt verstaan papier, plastic, piepschuim, autobanden, textiel enzovoort. Ook biomassa-afval zoals gft, houtafval (sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd of verduurzaamd hout, gebeitst hout, nat hout, multiplex, spaanplaat) en groenresten, mag onder geen enkele omstandigheid verbrand worden.
Het in §1 vermelde verbod geldt niet voor het verbranden van onbehandeld droog houtafval met een watergehalte van maximum 20% (uitgezonderd zaagsel, krullen, schaafsel, stof en spanen) in houtkachels voor de verwarming van woonverblijven en werkplaatsen, in sfeerverwarmers, gelijksoortige toestellen met een nominaal thermisch vermogen van maximum 300 kW en voor installaties van meer dan 300 kW waarvoor overeenkomstig de Vlarem reglementering een milieuvergunning is verleend.
Artikel 86.
De gebruikers van deze verwarmingsinstallaties moeten verbranden in overeenstemming met een code van goede praktijk om er voor te zorgen dat de installatie die ze gebruiken geen geurhinder of hinder van rook en roet veroorzaakt.
Artikel 87.
Het verbranden in (hout)kachels en open haarden is verboden bij windstilte en mist. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor het verbranden in kachels en open haarden voor verwarming van ruimten die niet over een centrale verwarming of olie/gas gestookte decentrale verwarming beschikken.
Artikel 88.
De politieambtenaren, agenten van politie en gemachtigd ambtenaren kunnen de nodige maatregelen nemen om het vuur, de geur- en/of rookhinder (zowel binnenshuis als buitenshuis) te doen stoppen op kosten en risico van de overtreder.
5.2. ONDERHOUD VAN ONROERENDE GOEDEREN
Artikel 89.
Het is verboden om de hygiëne in een onroerend goed, in gebruik of leegstaand, zodanig te laten verslechteren dat de buurt of de omwonenden hiervan hinder ondervinden. Deze hinder kan gevormd worden door penetrante geuren, door visuele impact op de omgeving, door het aantrekken van ongedierte of door elke andere omstandigheid die de gezondheid of de veiligheid van de omwonenden in gevaar kan brengen.
5.3. SCHADELIJKE MIDDELEN
Artikel 90.
Het is verboden om schadelijke roesmiddelen zoals distikstof(mono)oxide (lachgas) te verhandelen of te bezitten indien de handel of het bezit gericht is op het oneigenlijk gebruik van het middel met als doel het bekomen van een roeseffect.
Het is eveneens verboden om dit oneigenlijk gebruik sub §1 te faciliteren, met inbegrip van het voeren van reclame.
Tenzij kan aangetoond worden dat het bezit en gebruik van lachgas bestemd is voor professioneel gebruik, wordt dit bezit en gebruik beschouwd en behandeld als oneigenlijk gebruik conform §1 en §2.
Onverminderd de gemeentelijke administratieve sancties en maatregelen zoals voorzien in deze politiecodex, kan de politie bij inbreuken op §1 en §2 van dit artikel de schadelijke middelen in beslag nemen. De kosten van inbeslagname, stockage en vernietiging kunnen verhaald worden op de overtreder.
6. INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN
Artikel 91.
Behoudens de geldende gemeentelijke reglementen, is het verboden om op eender welke wijze het openbaar domein in te nemen zonder de voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester. De voorwerpen of constructies die zonder toelating worden geplaatst, uitgestald of uitgebaat, dienen op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar verwijderd te worden of in de toestand gebracht te worden die in de toelating vermeld is, zo niet kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan op kosten en risico van de overtreder.
7. GEMEENTEWEGEN
Artikel 91bis.
Overeenkomstig artikel 38 van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en latere wijzigingen is het verboden:
1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;
2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;
3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;
4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde.
8. WERKZAAMHEDEN AAN/OP HET OPENBAAR DOMEIN
Artikel 92.
Het is verboden om werkzaamheden uit te voeren op het openbaar en privédomein van de gemeente of stad, zowel aan de oppervlakte als onder de grond, met uitzondering van werkzaamheden door of in opdracht van de bevoegde overheid. Alle personen, bedrijven en organisaties die werkzaamheden in de openbare ruimte uitvoeren of laten uitvoeren zijn ertoe gehouden die te herstellen in de staat waarin zij zich voor de uitvoering van de werkzaamheden bevond. Zo niet zal ambtshalve worden overgegaan tot herstel van de openbare ruimte op kosten en risico van de overtreder.
9. BEDIENEN VAN PUBLIEKE APPARATUUR
Artikel 93.
Personen die daar door het gemeentebestuur niet toe werden gemandateerd, mogen geen kranen van leidingen of kanaliseringen, schakelaars van de openbare verlichting, openbare uurwerken, signalisatieapparaten, alsook uitrustingen voor telecommunicatie die zich bevinden op of onder de openbare weg of in openbare gebouwen bedienen.
Artikel 2.
De gemeenteraad keurt volgende aanpassingen aan deel II Bijzondere bepalingen van onze codex politieverordeningen goed:
DEEL II: BIJZONDERE BEPALINGEN
1. VUURWERK
Artikel 94.
Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op het openbaar domein als op privédomein, om het even welk vuurwerk te ontsteken, af te steken of tot ontploffing te brengen of gebruik te maken van voetzoekers, carbuurkanonnen, thunderflashes, knal- en/of rookbussen behalve op oudejaarsavond vanaf 23.00 uur tot nieuwjaarsdag 1.00 uur. Het gebruik van wensballonnen is altijd verboden. De burgemeester kan na voorafgaand advies van brandweer en politie en rekening houdend met de openbare veiligheid, voor uitzonderlijke gebeurtenissen afwijkingen toestaan voor het afsteken van feestvuurwerk op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode.
Indien op het grondgebied van Hasselt, Zonhoven, Diepenbeek, Halen, Herk-de-Stad of Lummen meer dan 20 wensballonnen gelijktijdig worden opgelaten (zie de omzendbrief van de FOD Mobiliteit van 20/02/2013), is de gemeente zelf niet meer bevoegd om een sanctie op te leggen. In dit geval kan enkel een sanctie worden opgelegd door de FOD Mobiliteit op basis van artikel 14 van de wet van 27/06/1937.
2. KAMPEERAUTOTERREIN
Artikel 95.
Het kampeerautoterrein is eigendom van de stad Herk-de-Stad en gelegen in het domein Olmenhof-Harlaz. Het is exclusief voorbehouden aan kampeerauto’s. Aan caravans of woonwagens is het niet toegestaan te parkeren of te overnachten op het afgebakende kampeerautoterrein. Het is evenmin toegestaan om op dit terrein te overnachten of te kamperen in eender welke andere inrichting dan een kampeerauto.
Artikel 96.
De parkeerplaatsen voor kampeerauto’s worden aangeduid met het verkeersbord E9h (parkeren uitsluitend voor kampeerauto’s max. 48 uren). Er wordt slechts één kampeerauto per standplaats toegestaan.
Er kan geen permanente bewoning ingericht worden op het kampeerautoterrein. Kampeerauto’s kunnen maximum 48 uur gebruik maken van het kampeerautoterrein en kunnen hier dus overnachten.
Artikel 97.
Het kampeerautoterrein is 24 op 24 uren open het volledige kalenderjaar.
Bij bijzondere gelegenheden of slechte toestand van de kampeerautoparking kan de stad de toegang tot de kampeerautoparking verbieden.
Het aantal bewoners van de kampeerauto mag niet meer zijn dan het aantal slaapplaatsen voorzien in de kampeerauto.
Andere dan noodherstellingen aan de kampeerauto zijn op het terrein niet toegestaan. De kampeerautoparking mag door eventuele noodherstellingen niet bevuild worden.
Zuiverheid, hygiëne en uitzicht van het kampeerautoterrein, het toiletgebouw, alsook van alle faciliteiten verbonden aan deze parking dient gerespecteerd te worden.
Het gebruikte terrein dient steeds schoon en vrij van afval achtergelaten te worden. Afval dient correct gesorteerd en in de geschikte containers gedeponeerd te worden: papier en karton, glas, pmd en restafval worden gescheiden en in de daarvoor voorziene container gedeponeerd.
Het is verboden huisvuil, dat niet van de gebruikers van de kampeerautoparking afkomstig is, evenals grof huisvuil in de containers te deponeren.
Artikel 98.
Vandalisme, agressiviteit, provocerend en/of aanstootgevend gedrag worden niet geduld.
Elke gebruiker mag radio’s en andere apparatuur gebruiken op voorwaarde dat dit andere gebruikers, bezoekers of omwonenden niet stoort. In dit kader wordt verwezen naar het 'Politiereglement op het lawaai', zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 juni 1978. Ook de veiligheid van andere gebruikers of bezoekers mag op geen enkele wijze in het gedrang komen.
Barbecueën, open vuren maken en vuurwerk afsteken is ten strengste verboden.
Huisdieren mogen niet alleen achtergelaten worden in de kampeerauto of op het terrein.
Artikel 99.
Tussen 22.00 uur ’s avonds en 07.00 uur 's morgens dient de nachtrust stipt te worden gerespecteerd. Dit betekent dat een kampeerautogebruiker noch de buurt, noch de andere kampeerautogebruikers mag hinderen met om het even welk geluid.
Artikel 100.
Het gebruik van water kan aan de betaalautomaat aan de geldende tarieven. Per inworp van 1 EUR kan men beschikken over 100 liter water.
Artikel 100bis.
Het gebruik van elektriciteit kan via de betaalautomaat aan de geldende tarieven. Per verbruikte kWh geldt een tarief van 1 EUR / kWh / 24 uur.
Artikel 101.
Iedereen dient de algemene veiligheid in acht te nemen bij het omgaan met de installaties, parkeren of rondrijden op het kampeerterrein.
Er mogen geen extra constructies ( tenten, zeilen, antennes, …) opgesteld worden behalve deze behorend tot de uitrusting van de kampeerauto zelf en deze mogen in niet verder reiken dan de afbakening van de eigen standplaats.
Artikel 102.
De stad is niet verantwoordelijk voor eventuele diefstallen of beschadigingen aan persoonlijke goederen van de gebruikers van de kampeerautoparking.
Artikel 103.
Elke schade aan het terrein of haar uitrusting moet onmiddellijk aan de Dienst Leefmilieu van de stad Herk-de-Stad gemeld worden en kan aanleiding geven tot het betalen van een schadevergoeding gelijkwaardig aan de herstellings- en/of vervangingskosten. Moedwillig veroorzaakte schade kan bovendien de onmiddellijke weigering van toegang tot of de verwijdering van de kampeerautoparking tot gevolg hebben.
Artikel 104.
Elke vorm van handel of ruil op het kampeerautoterrein is verboden.
3. HET PARKEREN IN EEN ZONE WAAR HET PARKEREN BEPERKT IS IN TIJD (BLAUWE ZONE)
Artikel 105.
Dit onderdeel beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een ‘blauwe zone’-reglementering van toepassing is.
Het gebruik van de parkeerschijf is verplicht:
- voor de 'blauwe zone' in Herk centrum van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 18.00 uur, uitgezonderd op wettelijke feestdagen;
- voor de 'blauwe zone' in het centrum van Schulen van maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 en 19.00 uur, uitgezonderd op wettelijke feestdagen;
Artikel 106.
De gebruiker van een motorvoertuig, die wenst te parkeren binnen een zone waar het parkeren beperkt is in tijd (blauwe zone), dient steeds gebruik te maken van de parkeerschijf bestemd voor de tijdsaanduiding in de Blauwe zone. Hiervoor dient de gebruiker zichtbaar achter de voorruit of - als er geen voorruit is - op het voorste gedeelte van het voertuig een parkeerschijf aan te brengen, die overeenstemt met het model dat bepaald is door de Minister van Verkeerswezen.
De bestuurder moet de pijl van de parkeerschijf op het streepje plaatsen dat volgt op het tijdstip van aankomst.
Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de vergunde parkeerduur.
Het is verboden onjuiste aanduidingen op de schijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de schijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.
Artikel 107.
Het parkeren van voertuigen, gebruikt door personen met een handicap is vrijgesteld van het gebruik van de parkeerkaart, mits het gebruik van de speciale kaart voor personen met een handicap.
Het statuut van 'persoon met een handicap' wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999.
4. AFVALREGLEMENT
4.1. Definities en toepassingsgebied
Artikel 108.
De definities opgenomen in het Materialendecreet, het VLAREMA en de bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op dit afvalreglement.
Artikel 109.
Dit afvalreglement is van toepassing op de inzameling en het beheer van alle huishoudelijk afval.
Dit afvalreglement is tevens van toepassing op de inzameling en het beheer van alle met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die via een gemeentelijke inzameling worden opgehaald, ingezameld of aangeboden.
4.2. Algemene bepalingen
Artikel 110.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 12 § 1 van het Materialendecreet is het verboden huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen achter te laten, op te slaan, aan te bieden, in te zamelen, te storten, te verbranden, te verwerken, te beheren in strijd met de bepalingen opgenomen in dit afvalreglement.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 12 §1 van het Materialendecreet is het verboden voor de aanbieders van met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen om deze bedrijfsafvalstoffen op een andere manier aan te bieden bij de gemeentelijke inzameling in strijd met de bepalingen opgenomen in dit afvalreglement.
Artikel 111.
De inzameling aan huis wordt georganiseerd voor huisvuil, grofvuil en verschillende selectieve afvalsoorten.
Bij een selectief ingezamelde afvalsoort mogen uitsluitend de afvalstoffen van de betreffende afvalsoort meegegeven worden. De sorteerregels worden via diverse kanalen aan de aanbieders kenbaar gemaakt (website, afvalkalender,…).
Het is verboden om volgende afvalstoffen aan te bieden bij de door Limburg.net georganiseerde inzameling bestemd voor het selectief inzamelen van afvalstoffen :
Het is verboden volgende afvalstoffen aan te bieden bij het om het even welke door Limburg.net georganiseerde inzameling aan huis, noch op het recyclagepark:
De visuele controle op de aanbieding van afvalstoffen bij de inzameling wordt uitgevoerd door het personeel van Limburg.net en door de inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of –makelaars die zijn aangesteld door Limburg.net en door de parkwachter op het recyclagepark ingeval van inzameling op het recyclagepark. Degene die de visuele controle uitoefent mag de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op foutieve aanbiedingen en de nodige richtlijnen verstrekken.
Artikel 112.
§1. Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen op het grondgebied van de gemeente, tenzij door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars daarvoor aangewezen zijn door Limburg.net of de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars hiervoor een toestemming hebben gekregen van Limburg.net.
Afvalstoffen die onder een aanvaardingsplicht vallen kunnen ingezameld worden conform artikel 117 van dit reglement.
§2. Elke inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die op het grondgebied van de gemeente huishoudelijke afvalstoffen op eigen initiatief wenst in te zamelen, andere dan de afvalstoffen die die door Limburg.net worden ingezameld, moet vooraf een toelating vragen bij de gemeente. De aanvraag bevat minstens volgende gegevens :
De gemeente kan schriftelijk toelating geven aan de organisator van de inzameling op voorwaarde dat de organisator jaarlijks vóór 1 maart de gegevens met betrekking tot de op het gemeentelijk grondgebied ingezamelde huishoudelijke hoeveelheden tijdens het voorbije kalenderjaar rapporteert aan Limburg.net, conform de richtlijnen zoals opgelegd door Limburg.net.
De gemeente kan deze toelating eventueel beperken in de tijd.
Wanneer vastgesteld wordt dat de organisator de geldende wettelijke bepalingen en/of de voorwaarden gekoppeld aan de toelating schendt, kan de gemeente de toelating opheffen.
§ 3. In afwijking van §2 kunnen scholen en verenigingen die gevestigd zijn in de gemeente zonder toelating van de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband per kalenderjaar maximum twee verschillende afvalstromen selectief inzamelen mits cumulatief voldaan aan de volgende voorwaarden:
4.3. Afval van huisdieren
Artikel 113.
De eigenaars en houders van huisdieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones en de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren. Enkel op de voorziene locaties mogen de dieren zich ontlasten. Indien uitwerpselen terecht komen op de voornoemde plaatsen, is de eigenaar of houder van het dier verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal daarvoor voorzien inzamelrecipiënt voor dierlijke uitwerpselen of moet de eigenaar of houder er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en samen met het huisvuil meegegeven worden met de gemeentelijke inzameling van huisvuil. De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen om de openbare weg rein te houden. De begeleiders van huisdieren zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op het verzoek van de politie getoond te worden. De bepalingen van artikel 7, lid 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op blindengeleide- en assistentiehonden.
4.4. Reclamedrukwerk en gratis regionale pers
Artikel 114.
Het is voor bedelers van reclamedrukwerk en gratis regionale pers verboden om reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op geparkeerde voertuigen, op het recyclagepark of op andere plaatsen, dan de brievenbus, tenzij mits toelating van de gemeente. De gemeente en Limburg.net stellen stickers ter beschikking van de inwoners waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en/of gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk te deponeren in een brievenbus met een sticker die aangeeft geen reclamedrukwerk, maar wel gratis regionale pers te ontvangen. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te deponeren in een brievenbus met een sticker die aangeeft geen reclamedrukwerk en geen gratis regionale pers te willen ontvangen. Indien de gegevens van de bedeler niet gekend zijn, dan zal de verantwoordelijke uitgever als aansprakelijke worden weerhouden. Is er geen verantwoordelijke uitgever vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.
4.5. Gebruik ballonnen
Artikel 115.
Het oplaten van (helium-) ballonnen is verboden of moet aangevraagd worden aan de gemeente.
4.6. Afval op standplaatsen
Artikel 116.
De uitbater van een inrichting, ook tijdelijke (bv. markten, kermissen, braderijen,…), die voedingsmiddelen of dranken verkoopt of aanbiedt die die buiten de inrichting onmiddellijk kunnen worden verbruikt moet op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare selectieve inzamelrecipiënten voorzien en in staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval. De afvalstoffen dienen selectief te worden ingezameld in hun respectievelijke inzamelrecipiënten. Deze inzamelrecipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen erin gedeponeerd mogen worden. De locatie waar de inzamelrecipiënten geplaatst worden en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen afvalstoffen kunnen door de gemeente bepaald worden. De uitbater moet de inzamelrecipiënten zelf tijdig ledigen en het inzamelrecipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden. De uitbater ruimt minstens elke openingsdag de standplaats en de omgeving in een straal van 25 meter vanaf de grens van de inrichting alle afvalstoffen op die afkomstig zijn van de producten die hij verkocht heeft.
4.7. Inzameling huis-aan-huis, per wijk of per straat van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen
4.7.1. Algemene inzamelregels
Artikel 117.
Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net huis-aan-huis in zakken ingezameld in dezelfde vrachtwagen, waarbij de zakken nadien op kleur terug worden uitgesorteerd (zogenaamde Optimo-systeem) :
Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net selectief huis-aan-huis ingezameld:
Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net op afroep ingezameld:
Volgende huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden door of in opdracht van Limburg.net via een brengsysteem ingezameld:
De ophaling huis-aan-huis wordt voorzien op de voor de ophaalwagens toegankelijke straten, wegen en pleinen. De afvalstoffen moeten aangeboden worden voor de huis-aan-huis inzameling, de inzameling per wijk of per straat in de voorgeschreven inzamelrecipiënten en op een wijze zoals bepaald in dit afvalreglement. Afvalstoffen die aangeboden worden op een andere wijze dan bepaald in deze verordening worden niet aanvaard. De aanbieder plaatst de aangeboden afvalstoffen aan de rand van de openbare weg en voor het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is zonder het verkeer van voetgangers, fietsers of voertuigen te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, moeten de voorgeschreven inzamelrecipiënten plaatsen langs het dichtstbij zijnde perceel grenzend aan de openbare weg of op de door de Limburg.net bepaalde plaats. De afvalstoffen moeten goed zichtbaar worden aangeboden. De inwoner die een afvalstof aanbiedt, is verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staat zelf in voor het opruimen er van. Het is verboden inzamelrecipiënten op het openbaar domein te laten staan. Deze worden op de dag van de lediging terug binnengehaald, evenals eventuele geweigerde zakken. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in uitoefening van hun functie.
Artikel 119.
De dagen en uren waarop de inzameling huis-aan-huis, per wijk, per straat of op afroep wordt georganiseerd, worden bepaald door Limburg.net en gepubliceerd via de afvalkalender en via de website van de gemeente en Limburg.net. De aanbieder mag de afvalstoffen voor de huis-aan-huis inzameling ten vroegste de avond voorafgaand aan de dag voor de ophaling en moet ten laatste om 6 uur op de dag van de ophaling zijn afvalstoffen buiten plaatsen. Bij uitzonderlijke weersomstandigheden (code rood KMI) kunnen door Limburg.net afwijkende instructies bekend gemaakt worden via de website en andere kanalen, die door de aanbieder in acht moeten genomen worden.
Artikel 120.
De afvalstoffen die worden ingezameld via de Optimo-inzameling worden uitsluitend aangeboden in de officiële zakken met het Limburg.net logo, die aangekocht worden/verkregen zijn in de daarvoor aangeduide verkooppunten:
De aanbieder gebruikt per afvalstof uitsluitend de daartoe voorziene officiële zak om de betreffende afvalstof aan de bieden en sluit deze zorgvuldig op de voorziene wijze, zodat de zak gemakkelijk en veilig kan opgenomen worden door de ophalers. Hiertoe gelden volgende richtlijnen (niet limitatief):
Het is toegestaan om afvalzakken aan te bieden in een open bak, mand of kuip, om de afvalzak te beschermen tegen ongedierte, onder volgende voorwaarden:
Het snoeihout wordt van maart tot november op de 3de dinsdag van de maand gratis en op afroep opgehaald door de gemeentelijke diensten.
Bijkomend wordt het snoeihout door Limburg.net minimaal 3 keer per jaar op afroep opgehaald.
Het snoeihout moet worden aangeboden volgens volgende voorwaarden:
Artikel 130 – asbest.
De ophaling van asbest op afroep gebeurt op afroep door Limburg.net, onder volgende voorwaarden:
Artikel 131 – holglas.
Het holglas wordt ingezameld in de glasbollen die verspreid staan opgesteld in de gemeente.
Het holglas dient afhankelijk van de kleur in de daarvoor voorziene glasbollen gedeponeerd te worden. Het holglas dient leeg en voldoende gereinigd te zijn en ontdaan van deksels en doppen. Het is verboden holglas te deponeren in de glasbollen tussen 22.00 uur en 08.00 uur.
Artikel 132 – kringloopgoederen.
Kringloopgoederen worden huis-aan-huis ingezameld op afroep door het door de OVAM erkende kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Kringloopgoederen komen in aanmerking voor hergebruik voor hun oorspronkelijke doel. Zij dienen in een nette staat te worden aangeboden en mogen niet totaal versleten zijn. Hoofdstuk 4.8 – inzameling op het recyclagepark van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.
4.8. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het recyclagepark
Artikel 133 – algemeen.
Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.
De raad van bestuur van Limburg.net vaardigt een huishoudelijk reglement uit dat van toepassing is op alle Limburg.net recyclageparken. Hierin worden openingsuren, voorwaarden en eventuele beperkingen voor aanvaarding van afvalstoffen, evenals alle andere aspecten met betrekking tot de dagelijkse werking van het recyclagepark vastgelegd. Het huishoudelijk reglement wordt gepubliceerd op de website van Limburg.net en uitgehangen op het recyclagepark. Iedere bezoeker wordt geacht hiervan kennis te nemen en de regels na te leven.
Artikel 134 - toegankelijkheid.
Het recyclagepark is gelegen te Industrieweg 1412 te Herk-de-Stad.
Limburg.net baat het recyclagepark uit namens de gemeente en is toegankelijk voor:
Kinderen onder de 16 jaar, niet vergezeld van een volwassene, worden niet toegelaten.
Dieren zijn niet toegelaten.
Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.
Artikel 135 – werking.
De toegang tot het recyclagepark is voorbehouden aan voertuigen waarvan het brutogewicht 5 ton niet overschrijdt. Wanneer het brutogewicht deze 5 ton overschrijdt, wordt de gebruiker hiervan via de display van de weegzuil op de hoogte gebracht. Bij een volgende overschrijding door de betreffende partij (gezin of onderneming) wordt de toegang automatisch geweigerd. Enige uitzondering wordt gemaakt voor de aanvoer van huishoudelijk afval (straat -en veegvuil, marktafvalstoffen, zwerfvuil en sluikstorten) door de diensten van de aangesloten gemeente- en stadsbesturen;
Afvalstoffen worden steeds manueel en vanaf de begane grond afgeladen. Het gebruik van machinale hulpmiddelen voor het deponeren van afvalstoffen, of voor het laden van verkoopproducten (compost, mulch, …) is niet toegestaan. Enige uitzondering hierop is het gebruik van een aanhangwagen of bestelwagen met kipbak;
Op geen enkele manier mag de doorgang op het park en de normale werking van het park worden gehinderd omwille van de aanvoer, uitladen en deponeren van afvalstoffen.
De snelheid van de voertuigen op het recyclagepark is beperkt tot 15 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen.
De bezoeker dient alle geldende milieuregels te respecteren. Eventuele lekkages dienen onmiddellijk te worden gemeld en opgeruimd. De bezoeker dient het door hem bevuilde terrein op te kuisen.
Het is ten strengste verboden om afvalstoffen of andere materialen mee te nemen van op het recyclagepark. Alle gedeponeerde afvalstoffen zijn eigendom van Limburg.net. Het is ook niet toegelaten om op het recyclagepark afvalstoffen of andere materialen uit te wisselen met andere bezoekers. Het is verboden de gedeponeerde afvalstoffen te doorzoeken.
Het is verboden op het recyclagepark te roken of om op enige andere wijze vuur te maken.
Het is verboden om giften (geld, drank, voedsel,….) te geven aan de parkwachter.
Het is verboden om afvalstoffen te deponeren buiten de voorziene containers of achter te laten aan de toegangspoorten of de omheining van het recyclagepark. Dit wordt gelijkgesteld met sluikstorten.
Indien er onvoldoende plaats in de container is, kan de parkwachter verbieden afvalstoffen te lossen. De bezoeker dient deze dan weer mee te nemen.
Artikel 136 - afvalstoffen.
Op het recyclagepark mogen o.m. de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde en niet vervuilde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. Afvalstoffen die in hoeveelheid, aard of samenstelling niet vergelijkbaar zijn met huishoudelijk afvalstoffen, worden geweigerd. Restproducten van een productieproces, worden geweigerd. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden. Dit gebeurt door de bezoekers zelf, tenzij dit anders staat aangegeven.
Niet elk recyclagepark heeft de mogelijkheden om alle afvalstoffen te aanvaarden: meer info op www.limburg.net/recyclageparken.
De specifieke aanbiedingsregels per afvalstof worden gecommuniceerd via www.limburg.net/recyclageparken.
Volgende regels zijn van toepassing om de onderstaande afvalstoffen te aanvaarden. Indien niet voldaan is aan deze regels, wordt het aangevoerde afval geweigerd:
Artikel 137 – toezicht parkwachters.
Tijdens de openingsuren staat het recyclagepark permanent onder toezicht van meerdere parkwachters.
De bezoekers dienen nauwgezet en stipt de richtlijnen van de parkwachters en de op het park aangebrachte instructies na te leven.
De bezoeker is verplicht om op vraag van de parkwachter zijn eID, badge en weegticket te tonen.
Wanneer afvalstoffen in de verkeerde container of plaats worden achtergelaten, kan de parkwachter de bezoeker verplichten dit afval terug te nemen en op de juiste plaats te deponeren.
De parkwachter kan de registratie van de gekozen afvalstoffen wijzigen indien blijkt dat deze verkeerd werden aangemeld.
De parkwachter kan het geregistreerd gewicht van een aanvoer wijzigen wanneer hij vaststelt dat de weging foutief is gebeurd (bijvoorbeeld door in- of uitstappen personen, of andere manipulaties of fouten). De parkwachter zal hiervoor de aanvoer opnieuw afwegen, of indien dit niet meer mogelijk is, een zo goed mogelijke raming maken.
De parkwachter waakt over de verkeersdoorstroming op het park. Het is de parkwachter toegestaan om de aanbieders van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds te veel personen of voertuigen op het recyclagepark bevinden, in functie van een goede verkeersregeling en veiligheid op het recyclagepark.
5. SCHULENSMEER
5.1. PRIORITAIR ALGEMEEN AANWEZIGHEIDSVERBOD
Artikel 138.
Behoudens de Beheersdienst, de veiligheidsdiensten wanneer hun opdracht het rechtvaardigt en de houders van een bijzondere toelating, is het verboden:
Artikel 139.
Het verbod in artikel 138 punt 1 en punt 2 geldt niet voor het doorgaand verkeer op de gedeelten van de Bekkersvaart dewelke gelegen zijn binnen de omschrijving van het wachtbekken.
5.2. REGELING VAN DE ACTIVITEITEN EN AANWEZIGHEDEN IN HET GEBIED
Artikel 140.
Voor alle in dit reglement aangehaalde verbodsbepalingen of verboden activiteiten geldt dat deze niet toepasselijk zijn voor de Beheersdienst binnen het kader van hun werkingen, de veiligheidsdiensten binnen het kader van hun opdrachten en de houders van een bijzondere toelating.
5.2.1. WATERSPORTEN EN WATER- EN STRANDRECREATIE
Artikel 141.
Enkel en alleen de hierna genoemde watersporten en/of waterrecreatieve bezigheden zijn toegelaten, en dit enkel onder de voorwaarden zoals hierna bepaald:
Deze situatie zal naar de bezoekers toe gesignaleerd worden door het hijsen van gele vlaggen aan zowel het pompstation, de Beekstraat en ’t Vloot. Tevens zal aan de informatieborden ter hoogte van deze 3 locaties publieksinformatie worden aangebracht.
Hengelen of vissen vanaf de oever zijn wel toegestaan wanneer de gele vlag is gehesen doch onder volgende strikte voorwaarden:
â–ª De publieksinformatie dient geraadpleegd en opgevolgd,
â–ª Na elk contact met het water moeten hygiënische maatregelen genomen worden, daartoe dient elke hengelaar of visser in het bezit te zijn van niet-besmet water en zeep of een ontsmettende gel,
â–ª Het is strikt verboden vissen uit het Schulensmeer te consumeren of mee te nemen,
â–ª Bijvoederen van de vissen is verboden.
Voor personen die de leeftijd van 12 jaar al bereikt hebben is ook bootvissen toegestaan en dit onder dezelfde voorwaarden als voor het vissen vanaf de oever.
Zeilen, kajakken en roeien zijn eveneens toegestaan wanneer de gele vlag is gehesen voor personen die de leeftijd van 12 jaar bereikt hebben, onder de strikte voorwaarde dat de recreanten de nodige voorzorgen dienen te nemen die vermeld staan in de publieksinformatie. De recreanten dienen deze publieksinformatie te raadplegen en op te volgen.
Indien de kwaliteit van het water in het Schulensmeer dusdanig is dat ook hengelen of vissen vanaf de oever, bootvissen, zeilen, kajakken en roeien een gevaar inhouden voor de volksgezondheid is ook dit verboden. Deze situatie zal naar de bezoekers toe gesignaleerd worden door het hijsen van oranje vlaggen aan zowel het pompstation, de Beekstraat en ’t Vloot.
5.2.2. GEMOTORISEERD VERKEER EN PARKEREN
Artikel 142.
Gemotoriseerde voertuigen zoals onder andere auto’s, vrachtwagens, motorfietsen, trikes, quads, bromfietsen etc.: mogen enkel rijden op de aangelegde verharde wegen en het oostelijk gedeelte van de halfverharde weg ten noorden van het meer, met ingang vanaf het pompstation. De grensscheiding oostelijk/westelijk gedeelte van deze halfverharde weg zal met bijzondere aanduidingen worden gesignaleerd. Het is deze voertuigen verboden te parkeren op deze wegen, behalve op de bijzonder daartoe aangelegde parkeerplaatsen, alsmede op de genoemde halfverharde noordelijke weg. Houders van een bijzondere toelating hiertoe mogen zich met één der genoemde voertuigen ook via het westelijk gedeelte van de halfverharde weg begeven tot aan het gebouw ’t Vloot. Bovendien kan via de Zwarte brug van en naar de strandrecreatiezone worden gereden, enkel en alleen om er zware en/of ondeelbare stukken te laden of te lossen.
Gemotoriseerde invalidenwagentjes: mogen zich op alle plaatsen begeven waar een aanwezigheid en/of activiteit conform dit reglement is toegelaten.
Bromfietsen: gelet op het bepaalde in lid 1 van dit artikel, mogen bovendien worden gebruikt om zich te verplaatsen naar/van een hengelplaats, indien door een visser en tegelijk houder van een geldig visverlof en dan nog enkel om zijn vissersuitrusting aan en/of af te voeren.
5.2.3. VAARTUIGEN
Artikel 143.
Alle vissersvaartuigen die zich bevinden of begeven of gebruikt worden op de permanente waterplas moeten geregistreerd zijn bij de Opdrachthoudende vereniging Schulensmeer (O.S.M.).
De toelating voor het bootvissen wordt gekoppeld aan een individuele registratie op naam voor het gebruik van een vissersvaartuig en eventueel voor het toekennen van een ligplaats in de vissershaven, afgeleverd met een identificatienummerplaat door het secretariaat van de Opdrachthoudende vereniging Schulensmeer (O.S.M.). De afgeleverde individuele vissersvaartuigregistratie kan bij het overtreden van zowel het politiereglement als van de vigerende visserijwetgeving ingetrokken worden. De individuele visser zelf wordt tegelijkertijd met de intrekking van zijn vissersvaartuigregistratie verboden de hengeldiscipline bootvisserij binnen het Schulensbroek uit te oefenen.
De vissersvaartuigen mogen uitsluitend de voor hun voorziene start- en aankomstplaatsen, en aanlegplaatsen in de specifieke vissershavens gebruiken.
Alle andere vaar- en drijftuigen die zich bevinden of begeven of gebruikt worden op de waterplassen moeten ook geregistreerd zijn bij de Opdrachthoudende Vereniging Schulensmeer (O.S.M.). Deze tuigen mogen enkel de voor hun voorziene start-, aankomst- en aanlegplaatsen gebruiken.
Het komt de eigenaar beheerder van het wachtbekken toe, om de binnen het wachtbekken op een andere plaats dan in de voorbestemde havens, aanleg- of ligplaatsen onbeheerde vaartuigen, evenals de niet geregistreerde vaartuigen, ambtshalve te verwijderen uit het wachtbekken.
5.2.4. FIETSER, VOETGANGERS EN RUITERS
Artikel 144.
Voetgangers (wandelen, joggen, …) mogen zich enkel begeven over de dijken en de aangelegde en aangeduide paden, alsmede over de voorziene wegen.
Fietsers mogen zich enkel begeven op het aan de zone Noord (Demerdijk) aangelegde fietspad, op de in art. 142 genoemde verharde wegen en op het oostelijk en westelijk gedeelte van de in art 142 genoemde halfverharde noordelijke weg. Vissers met een geldig visverlof mogen zich met de fiets verplaatsen naar en van een hengelplaats enkel en alleen om hun vissersuitrusting aan en/of af te voeren.
Ruiters: behoudens de bereden politiediensten zijn ruiters in het wachtbekken volledig verboden.
5.2.5. DIEREN
Artikel 145.
Behoudens de dieren geplaatst in het kader van op voorhand toegelaten of vergunde natuurbehouds- of natuurbeheersprojecten mogen geen andere dieren in het gebied worden binnengebracht, uitgezet of achtergelaten worden.
Enkel honden, onder begeleiding en onder navolgende voorwaarden worden in het gebied toegelaten:
â–ª honden dienen permanent aan de leiband te worden gehouden,
â–ª honden mogen geenszins in enige waterpartij worden gelaten,
â–ª honden mogen in geen geval de in het wild levende dieren en/of de dieren genoemd in lid 1 van dit artikel, storen, opjagen of aanvallen,
â–ª uitwerpselen van de hond dienen onmiddellijk door de eigenaar opgeruimd te worden.
5.2.6. VERBODEN ACTIVITEITEN
Artikel 146.
Alle activiteiten die niet in dit reglement zijn aangehaald of omschreven zijn verboden activiteiten, en in het bijzonder:
5.2.7. BOUWWERKEN EN INFRASTRUCTURELE WERKEN
Artikel 147.
Het aanbrengen of in stand houden van planken of vlonders in of aan de oevers, of eender welke vaste constructie oprichten of in stand houden is verboden, behoudens bijzondere toelating als in artikel 140 genoemd.
5.2.8. MANIFESTATIES
Artikel 148.
Uitzonderlijk kunnen organisaties of manifestaties (sport-, culturele- of recreatieve) worden georganiseerd mits uitdrukkelijke toelating onverminderd alle andere nodige vergunningen.
5.2.9. ANDERSVALIDEN
Artikel 149.
Andersvaliden en rolwagengebruikers zijn toegelaten op de dijken, wegen, paden en andere plaatsen waar een toegang of een activiteit is toegelaten conform dit reglement. De voor hun bijzonder aangelegde visplaatsen en parkeerplaatsen, en aldus aangeduid, zijn uitsluitend voor hun toegankelijk.
5.2.10. AFVAL
Artikel 150.
Alle afval of vuilnis mag enkel worden achtergelaten in de daartoe voorziene vuilnisbakken. In geen geval mag verzameld afval aangevoerd worden van buiten het gebied.
6. GEMEENTELIJKE DOMEINEN OLMENHOF EN HARLAZ
6.1. TOEGANKELIJKHEID
6.1.1. OPENINGSUREN
Artikel 151.
Het domein is opengesteld voor het publiek.
Behoudens de drankgelegenheid en zijn onmiddellijke omgeving is het domein niet toegankelijk tussen een half uur na zonsondergang en een half uur vóór zonsopgang.
Uit veiligheidsoverwegingen is het park niet toegankelijk bij sterke wind of storm omwille van het gevaar voor omwaaiende bomen of vallende takken.
6.1.2. VERKEER
Artikel 152.
De paden in het domein zijn afgesloten voor het verkeer: gemotoriseerde voertuigen, bromfietsen, fietsen of voertuigen van welke aard ook – behoudens (elektrische) rolstoelen, scootmobielen voor mindervaliden en dienstvoertuigen - alsook ruiters hebben geen toegang tot het domein.
Voertuigen van leveranciers en andere voertuigen noodzakelijk voor werken of manifestaties zijn toegelaten in het domein mits expliciete toestemming van de burgemeester en volgens de voorwaarden vermeld in dit reglement.
In het park Olmenhof zijn gemotoriseerde ceremonievoertuigen toegelaten mits uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de burgemeester. De toegelaten voertuigen dienen geparkeerd te worden op verharde plaatsen.
In het park Olmenhof mag het grasveld betreden worden in functie van spel e.d. indien de bodemgesteldheid en de weersomstandigheden dit toelaten. Het betreden van beplantingen is hier verboden.
De paden in de Harlaz mogen door wandelaars en joggers niet verlaten worden.
6.1.3. KROONPROJECTIE VAN DE BOMEN
Artikel 153.
Er mag binnen de kroonprojectie van de bomen in het park geen betreding zijn. Voor de bomen in het domein waar een afsluiting rond geplaatst is, mag er geen betreding zijn binnen deze afsluiting. Men dient erop toe te zien dat deze afsluitingen niet worden beschadigd.
6.2. HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE, RUST EN NETHEID
6.2.1. VERBODSBEPALINGEN
Artikel 154.
Met het oog op het bewaren van de rust, de netheid, de openbare orde en de integriteit van het domein is het verboden:
â–ª De orde te verstoren door samenscholingen of de bezoekers op enige wijze te hinderen,
▪ Radio’s, luidsprekers of eender welk geruchtmakend toestel te gebruiken,
â–ª Te roken binnen de beboste gebieden, er vuur te dragen of te ontsteken,
â–ª Te leuren met welke goederen dan ook,
â–ª Drukwerken of pamfletten te verspreiden,
â–ª Affiches aan te plakken,
â–ª Honden of andere huisdieren te laten loslopen,
â–ª Honden of andere huisdieren in de speeltuin mee te nemen,
â–ª Afval achter te laten buiten in de daartoe voorziene afvalemmers,
â–ª Te baden, te zwemmen of te roeien op de vijver,
â–ª Te schaatsen op de vijver,
â–ª Te kamperen, tenten of windschermen op te slaan met uitzondering van de zone voor de motorhomeparking die gebruikt mag worden door motorhomes volgens het van toepassing zijnde reglement, ter plaatse uitgehangen,
▪ Enige schade toe te brengen aan wegen, lanen, bomen, struiken, bloemen, kruiden, afsluitingen, nestkastjes, opschriften, naambordjes, toestellen, …,
â–ª Merken aan te brengen op banken of bomen, in de bomen te klimmen, planten uit te doen of aan te brengen, hout weg te halen,
â–ª Te jagen, dieren te doden of te vangen of op om het even welke wijze hun jongen, eieren, nesten of schuilplaatsen te vernietigen of te beschadigen.
6.2.2. AFWIJKINGEN OP VERBODSBEPALINGEN
Artikel 155.
De burgemeester is gemachtigd permanente of tijdelijke afwijkingen toe te staan, geheel of gedeeltelijk, op de verbodsbepalingen zoals voorzien in artikel 154, op advies van de dienst Leefmilieu.
6.3. VIJVERS
Artikel 156.
Op de vijvers mag worden gevist binnen de perioden en de uren zoals zij door het visreglement Olmenhof worden bepaald (opgesteld door de vzw Mistrekkers), dat uitgehangen wordt op het aanplakbord ter plaatse aan de vijver.
De onderrichtingen vermeld in het visreglement dienen strikt te worden nageleefd.
6.4. SPEELTUIN
6.4.1. TOEGANKELIJKHEID
Artikel 157.
De speeltuigen zijn bedoeld voor kinderen tot 12 jaar, tenzij er ter plaatse een andere aanduiding is. Deze speeltuigen dienen gebruikt te worden overeenkomstig hun bestemming.
6.5. DIERENPARK
6.5.1. TOEGANKELIJKHEID
Artikel 158.
Het dierenpark mag uitsluitend door het bevoegde personeel betreden worden, met uitzondering van die plaatsen die gemarkeerd zijn als toegankelijk voor het publiek.
6.5.2. VERBODSBEPALINGEN
Artikel 159.
Het is verboden:
â–ª De dieren te voederen,
â–ª De dieren op gelijk welke manier te hinderen,
â–ª Nieuwe dieren in het park te brengen zonder toestemming van het bevoegde personeel.
6.6. MINIGOLF
Artikel 160.
De toegankelijkheid van het minigolfterrein wordt aangeduid bij de ingang van het minigolfterrein. De hier uitgehangen reglementering dient strikt toegepast te worden.
6.7. EVENEMENTEN
Artikel 161.
Evenementen mogen slechts worden ingericht mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester.
Indien het gaat om evenementen waarbij geen vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd worden conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (zoals het oprichten van constructies (tenten, podia, …) in natuurgebied), dient deze toestemming minstens zes weken voor de datum dat het evenement plaats heeft, schriftelijk te worden aangevraagd. Een afschrift van deze aanvraag wordt gelijktijdig overgemaakt aan Onroerend Erfgoed.
Indien het gaat om evenementen waarbij vergunningsplichtige handelingen uitgevoerd worden conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dient deze toestemming minstens 6 maanden voor de datum dat het evenement plaats heeft, schriftelijk te worden aangevraagd, met afschrift aan Onroerend Erfgoed.
Bovendien moet voor deze evenementen in voorkomend geval gelijktijdig de noodzakelijke stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden minstens 6 maanden voor de datum dat het evenement plaats heeft.
De initiatiefnemer van het evenement is gehouden de voorwaarden, vervat in dit reglement, toe te passen en toezicht te houden op de naleving ervan. Hij is verantwoordelijk voor beschadigingen die zich zouden voordoen door het evenement.
Er mogen enkel evenementen plaatsvinden binnen de goedgekeurde zone, volgens het plan (centrale grasvlakte Olmenhof) in bijlage. In de randzone en buiten deze zone mogen ook geen materialen gestapeld worden.
7. UITBATING HORECA
7.1. ALGEMEEN
Artikel 162 - Definities.
Horecazaak: Alle lokalen of ruimten in privé- of openbare gebouwen die permanent of tijdelijk ingericht worden om te worden gebruikt als ruimte waar dranken en/of maaltijden van welke aard ook worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, al dan niet gecombineerd met een andere functie. Zonder limitatief te zijn wordt hieronder verstaan alle cafés, danscafés, bars, danszalen, herbergen, cafetaria’s, privéclubs, thee- en koffiehuizen, hotels, restaurants, snackbars, frituren, concertzalen, discotheken, pop-ups, zomerbars en over het algemeen alle drankgelegenheden, met inbegrip van die welke in openlucht gelegen zijn, en van die welke, al dan niet tegen betaling of op vertoon van lidkaart, voor publiek toegankelijk zijn.
Occasionele horecazaak: vooraf als dusdanig aangeduide activiteiten die, naar aanleiding van om het even welke gebeurtenis van voorbijgaande aard, ten hoogste tienmaal per jaar en telkens niet langer dan vijftien opeenvolgende dagen worden gehouden. Drankgelegenheden gehouden op tentoonstellingen en jaarbeurzen, worden geacht occasionele horecazaken te zijn voor de gehele duur van de tentoonstelling of jaarbeurs, ongeacht de hoedanigheid van de exploitant en de maximale exploitatieduur.
Reizende horecazaak: drank- en/of eetgelegenheden die van de ene naar de andere plaats worden gebracht, zoals bijvoorbeeld foodtrucks, kramen, tenten, boten.
Shishabar: een horecazaak, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir.
Uitbater: De natuurlijke perso(o)n(en) of de rechtspersoon die in enige hoedanigheid en/of voor eigen rekening, een werkzaamheid uitoefen(t)(en) die erin bestaat of er mede in bestaat een horecazaak uit te baten. Met uitbaten wordt ook bedoeld het openen, het heropenen, de overname en de aanpassing van een horecazaak.
Aangestelde: persoon, die al dan niet tegen bezoldiging, een drankgelegenheid uitbaat voor rekening van de uitbater.
Uitbatingsvergunning: vergunning, die aan de uitbater het recht geeft een horecazaak op het aangeduide adres uit te baten.
Drankvergunning: Een vergunning voor het schenken van gegiste en/of sterke dranken zoals omschreven in Deel II, punt 9 SCHENKEN VAN STERKE EN/OF GEGISTE DRANKEN van de Codex Politieverordeningen. De aanvraag zit verwerkt in de aanvraag voor uitbatingsvergunning.
Stappenplan: indien er bij de aanvraag tekortkomingen blijken te zijn om een uitbatingsvergunning te verlenen, maar deze tekortkomingen geacht worden tijdelijk aanvaardbaar te zijn, zal er een stappenplan opgesteld worden. Dit stappenplan bevat een overzicht van de te nemen maatregelen, binnen gestelde termijnen, waaraan de horecazaak en/of de uitbater, dient te voldoen alvorens een definitieve uitbatingsvergunning kan afgeleverd worden. Dit stappenplan wordt samen met de tijdelijke uitbatingsvergunning afgeleverd door het college;
Horecamap: map die in de horecazaak aanwezig is en beschikbaar moet zijn voor onmiddellijke inzage door bevoegde personen. Deze map dient volgende informatie te bevatten:
Brandveiligheidsonderzoek: onderzoek uitgevoerd door de brandweer, dat alle aspecten van brandveiligheid omvat, zoals voorzien in de wetgeving, en zoals nader bepaald in het Provinciaal reglement betreffende voorschriften omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 februari 2017. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de opening van de zaak. De dienst economie contacteert de brandweer om deze controle uit te voeren.
Onderzoek naar de omgevingsvergunning: onderzoek waarbij wordt nagegaan of de functie van het pand noodzakelijk voor de exploitatie van de horecazaak, vergund is.
Resultaat van dit onderzoek:
Moraliteitsonderzoek: onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, door de politie.
Onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (zoals de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, beroepskaart indien van toepassing…) en/of enige andere vergunningen of attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
Bevoegde personen: personen die controle kunnen uitoefenen met het oog op de naleving van onderhavig reglement, zijnde:
- Politieambtenaren;
- Agenten van politie;
- Gemeentelijke ambtenaren met een vaststellingsbevoegdheid;
- Brandweerpersoneel;
- Andere inspectiediensten.
Artikel 163 - Onderwerp.
Dit reglement bepaalt de eisen, voorwaarden en procedures waaraan een horecazaak op grondgebied van Herk-de-Stad moet voldoen om een horecazaak uit te baten. Dit moet zorgen voor een administratieve vereenvoudiging en kwaliteitsvolle horeca die conform zijn aan alle wettelijke vereisten en verplichtingen.
Artikel 164 - Doelgroep en toepassingsgebied.
Elke horecazaak op grondgebied Herk-de-Stad is onderworpen aan elke in dit reglement voorziene vergunningsplicht. De regels zoals hierna uiteengezet zijn van toepassing op horecazaken met een tijdelijk of permanent karakter tenzij anders vermeld. Occasionele horecazaken en reizende horecazaken vallen niet onder dit reglement.
Artikel 165 - Kansspelen.
Het in de regelgeving inzake kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers en de bijhorende Koninklijke besluiten voorziene gemeentelijk advies voor wat betreft het bekomen van een vergunning klasse C voor de uitbating van een zgn. kansspelinrichting klasse III of drankgelegenheid kan slechts als gunstig beoordeeld worden voor zover is voldaan aan de bepalingen van dit reglement.
Artikel 166 - Inname openbaar domein.
Horecazaken die niet voldoen aan de bepalingen van dit reglement kunnen geen terrasvergunning bekomen, voorzien in het gemeentelijk reglement voor het plaatsen van terrassen bij Horecazaken op het openbaar domein.
Artikel 167 - Horecamap.
De uitbatingsvergunning, en alle andere documenten opgesomd in artikel 169, dienen bijgehouden te worden in de horecamap. Deze map moet in elke horecazaak aanwezig en beschikbaar zijn voor onmiddellijke inzage door de bevoegde personen.
7.2. UITBATINGSVERGUNNING
Artikel 168 - Verplichtingen.
Om een horecazaak al dan niet tijdelijk te mogen uitbaten moet de uitbater van een horecazaak in het bezit zijn van een uitbatingsvergunning. De uitbatingsvergunning geeft de uitbater het recht een horecazaak uit te baten op het aangeduide adres.
Artikel 169 - Aanvraagprocedure.
De aanvraag dient te gebeuren aan de hand van het daartoe voorziene aanvraagformulier bij de dienst Lokale Economie. De aanvraag is verplicht voor het uitbaten van een nieuwe horecazaak, een tijdelijke horecazaak en voor de overname van een bestaande horecazaak. Samen met het aanvraagformulier dienen minstens de volgende documenten overhandigd te worden:
Bij het onvolledig indienen van de vereiste gegevens en/of nodige documenten wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld door de dienst Lokale Economie binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Vervolgens heeft de aanvrager tien kalenderdagen om de ontbrekende stukken of gegevens bij te brengen. Bij gebreke hieraan te voldoen door de aanvrager wordt de aanvraagprocedure stopgezet en moet een nieuwe aanvraag ingediend worden indien de aanvrager alsnog een uitbatingsvergunning wenst te bekomen.
Van zodra een dossier volledig en ontvankelijk is, wordt de aanvrager hiervan in kennis gesteld door de dienst Lokale Economie. Vervolgens beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van zes weken vanaf de datum waarop het dossier volledig en ontvankelijk werd verklaard om de vergunning af te leveren, dan wel deze te weigeren. Deze termijn kan éénmalig verlengd worden met drie weken.
Artikel 170 - Administratief onderzoek.
Onverminderd andere wetgeving en andere gemeentelijke reglementen die ook hier van toepassing zijn, kan de uitbatingsvergunning slechts verleend worden na een administratief onderzoek dat minstens volgende onderdelen omvat:
Artikel 171 - Bijkomend onderzoek.
- Uitbating door een Vereniging zonder Winstoogmerk
Indien de uitbating gebeurt door een vzw kan volgend bijkomend administratief onderzoek worden uitgevoerd:
- Uitbating van een shishabar
Onder shishabar moet begrepen worden een horecazaak, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir.
Voor nieuwe shishabars wordt een horecavergunning enkel toegekend aan de uitbater van een dergelijke shishabar op voorwaarde dat er op de beoogde vestigingsplaats, binnen een straal van 750 meter te meten vanaf de toegangsdeur van de beoogde vestigingsplaats, geen onderwijsinstellingen, crèches, kinderopvang, jeugdbewegingen of andere shishabars gevestigd zijn.
Artikel 172 - Bijkomende voorwaarden.
Naast de onderzoeken moet aan volgende bijkomende voorwaarden voldaan zijn om een uitbatingsvergunning te bekomen of te behouden:
de uitbaters of, indien de uitbater een rechtspersoon is, de zaakvoerders van deze rechtspersoon, mogen recent – tijdens de drie voorgaande jaren – geen veroordeling hebben opgelopen wegens
Nadat de onderzoeken zoals omschreven in artikel 170 werden uitgevoerd en de bijkomende voorwaarden zoals omschreven in artikel 172 zijn gecontroleerd wordt het resultaat ervan overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen die een beslissing neemt. Deze beslissing kan zijn:
Het College van burgemeester en schepenen kan te allen tijde beslissen om in de uitbatingsvergunning voorwaarden op te nemen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zoals onder meer de aard of ligging van de horecazaak.
Voorwaarden kunnen onder meer zijn, zonder limitatief te zijn: de verplichte installatie van één of meerdere bewakingscamera’s, verplichte installatie van een meettoestel voor geluid, het voorzien van voldoende parkeergelegenheid, sluitingsuur.
Het niet naleven van de opgelegde voorwaarden wordt gesanctioneerd op basis van de artikels 196-198 van de Codex Politieverordeningen.
Artikel 174 - Geldigheid.
De uitbatingsvergunning is geldig vanaf goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen en geldt zolang de horecazaak aan alle wettelijke voorwaarden, alle voorwaarden van onderhavig reglement en de vergunning blijft voldoen. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een bepaalde uitbater voor een bepaalde horecazaak en is niet overdraagbaar naar een andere uitbater of andere horecazaak.
De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege:
De uitbater is verplicht alle andere wijzigingen in zijn uitbating minstens veertien dagen vooraf te melden aan het college, zodat deze desgevallend kan beoordelen of hieraan verdere gevolgen inzake de vergunning verbonden zijn.
7.3. VOORWAARDEN WAARAAN DE UITBATER VAN DE HORECAZAAK ZICH MOET HOUDEN TIJDENS DE UITBATING
Artikel 175 - Algemene voorwaarden.
De uitbater dient zich te houden aan alle wettelijke en reglementaire bepalingen. Om een uitbatingsvergunning te behouden, moet de uitbater voldoen aan volgende voorwaarden:
Artikel 176 - Voorwaarden inzake openbare orde, rust en veiligheid.
Artikel 177 - Voorwaarden inzake moraliteit.
Teneinde de voorwaarden zoals opgesomd in artikel 176 te controleren gedurende de uitbating, moeten de uitbater(s) en aangestelde(n) op vraag van de politie binnen drie weken een nieuw uittreksel 596.1-8 van het Strafregister kunnen voorleggen dat de geldigheidstermijn van drie maanden niet overschrijdt.
7.4. HANDHAVING
Artikel 178 - Controles.
De uitbater is gehouden om de bevoegde personen, zoals gedefinieerd in artikel 175, steeds toegang te verlenen. De bevoegde personen hebben de bevoegdheid inzage te nemen van alle stukken die deel uitmaken van het administratief onderzoek voor het verkrijgen van een uitbatingsvergunning.
Onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren en de agenten van de lokale en federale politie, zijn de bevoegde personen zoals gedefinieerd in artikel dertien bevoegd om alle nuttige controles uit te voeren en de nodige vaststellingen te doen (middels een bestuurlijk verslag) van inbreuken op huidig reglement.
8. VESTIGING EN UITBATING VAN SPECIFIEKE INRICHTINGEN
8.1. ALGEMEEN
Artikel 179 - Definities.
Uitbater: de natuurlijke persoon of personen, de vereniging, of de rechtspersoon, ongeacht hun eventuele hoedanigheid van handelaar, voor wiens rekening en/of risico de inrichting wordt uitgebaat.
Inrichting: in dit reglement worden de CBD-shop, de motorclub of andere besloten organisatie, de nachtwinkel, het privaat bureau voor telecommunicatie, het wedkantoor en de shishabar als een inrichting beschouwd.
Vestigingsvergunning: voorafgaande vergunning voor het vestigen van een inrichting verleend door het College van Burgemeester en Schepenen.
Uitbatingsvergunning: vergunning voor het uitbaten van een inrichting verleend door het College van Burgemeester en Schepenen nadat voldaan is aan een aantal uitbatingsvoorwaarden.
Brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek uitgevoerd door de brandweer, dat alle aspecten van brandveiligheid omvat, zoals voorzien in de wetgeving, en zoals nader bepaald in het Provinciaal reglement betreffende voorschriften omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 februari 2017. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de opening van de zaak. De dienst preventie contacteert de brandweer om deze controle uit te voeren.
Onderzoek naar de omgevingsvergunning: een onderzoek waarbij wordt nagegaan of de functie van het pand noodzakelijk voor de exploitatie van de inrichting, vergund is. Het resultaat van dit onderzoek:
Moraliteitsonderzoek: Onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, door de politie. Dit omvat ook een onderzoek gebaseerd op feiten of gebaseerd op een proces-verbaal, of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de huidige of vroegere private doch voor het publiek toegankelijke plaatsen, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden of plaatsgevonden hebben, die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt.
Onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (zoals de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, beroepskaart indien van toepassing…) en/of enige andere vergunningen of attesten die wettelijk voorgeschreven zijn.
Financieel onderzoek:
Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, op de organen en/of vertegenwoordigers van deze rechtspersoon.
Het onderzoek wordt verricht door de politie of de daartoe bevoegde diensten. Voor het financieel onderzoek kan advies ingewonnen worden van de financiële dienst van de stad, de lokale politie, de federale gerechtelijke politie, het parket en FOD financiën.
CBD-shop: een publiek toegankelijke inrichting die men geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor de consument toegankelijk is voor het aankopen van producten op basis van cannabis, met uitzondering van de apothekers waar producten op basis van cannabis voor medicinaal gebruik worden verkocht conform de toepasselijke hogere wetgeving.
Motorclub of andere besloten organisatie: een hiërarchisch gestructureerde groep van twee of meer personen, die niet vrij toegankelijk is voor buitenstaanders, gekenmerkt door een gemeenschappelijke ideologie of groepscultuur die naar de buitenwereld wordt veruitwendigd door het gebruik van gemeenschappelijke kenmerken, zoals symbolen, clubemblemen, 'colors', tatoeages, materialen, voertuigen, kledij, foto’s en dit ongeacht het effectieve bezit of gebruik van een motor. Niet bedoeld worden de groeperingen met uitsluitend doel de collectieve uitoefening van de erkende eredienst, de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening, alsook de collectieve activiteiten binnen een gangbare filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging.
Nachtwinkel: een inrichting die ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder de rubriek 'verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen', geen andere of bijkomende handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld, een maximale netto-verkoopoppervlakte heeft van 150 m², en op een duidelijke en permanentie manier de vermelding 'Nachtwinkel' draagt.
Privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.
Shishabar: is een horecazaak, hier tevens beschouwd als een inrichting, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir.
8.2. VERGUNNINGEN
Artikel 180 - Vestiging- en uitbatingsvergunning.
Het uitbaten van een inrichting zonder geldige vestigings- en/of uitbatingsvergunning of met een geschorste of ingetrokken vestigings- en/of uitbatingsvergunning, geeft alleszins aanleiding tot een sluiting van de inrichting.
Indien gedurende de uitbating wordt vastgesteld dat niet langer voldaan is aan de vereiste onderzoeken en/of voorwaarden zoals bepaald in de toepasselijke reglementen, kan het College van burgemeester en schepenen een verleende vergunning schorsen of intrekken, dan wel voorwaarden opleggen aan de uitbater.
Een schorsing of intrekking van een vestigings- of uitbatingsvergunning kan geen aanleiding geven tot terugbetaling van een belasting die eventueel betaald werd conform het toepasselijke gemeentelijke belastingreglement.
8.2.1. Vestigingsvergunning
Artikel 181 - Algemeen.
De vestiging van volgende inrichtingen op het grondgebied van Herk-de-Stad is onderworpen aan een voorafgaande vestigingsvergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen:
Deze voorafgaande vestigingsvergunning is niet vereist bij wijziging:
Artikel 182 - Aanvraag.
Voor het verkrijgen van een vestigingsvergunning dient de uitbater een schriftelijke aanvraag in bij de dienst Lokale Economie aan de hand van het aanvraagformulier 'aanvraag vestigingsvergunning voor een specifieke inrichting'.
Artikel 183 - Weigering.
§1 Het college van burgemeester en schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een inrichting, weigeren op grond van de ruimtelijke ligging meer bepaald:
1. Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een CBD-shop of wedkantoor verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:
2. Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel, een bureau voor telecommunicatie of andere besloten organisatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:
De vestigingsvergunning vervalt van rechtswege:
8.3. UITBATINGSVERGUNNING
Artikel 185 - Algemeen.
De uitbating van volgende inrichtingen is eveneens onderworpen aan een voorafgaande uitbatingsvergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen:
Indien in de inrichting eveneens dranken en/of maaltijden worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, dient de uitbatingsvergunning voor horecazaken, te worden aangevraagd. De aanvraag van een vestigingsvergunning blijft in dat geval wel van toepassing overeenkomstig huidig hoofdstuk.
Artikel 186 - Aanvraag.
§1
Voor het verkrijgen van een uitbatingsvergunning dient de uitbater minstens 6 weken voor de voorziene openingsdatum een schriftelijke aanvraag in bij de dienst lokale economie aan de hand van het aanvraagformulier 'aanvraag uitbatingsvergunning voor een specifieke inrichting'.
De uitbatingsvergunning kan pas worden aangevraagd indien voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot uitbatingsvergunning, een vestigingsvergunning verleend werd op naam van dezelfde uitbater en voor de locatie waarop de uitbater de inrichting wenst uit te baten. De vestigingsvergunning dient als bijlage bij de aanvraag tot uitbatingsvergunning gevoegd te worden.
Aan het aanvraagformulier worden minstens de volgende documenten toegevoegd:
- een toegekende vestigingsvergunning voor de locatie waar de aanvrager een inrichting wil uitbaten;
- Kopie identiteitskaart van de uitbater(s), of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon;
- Kopie uittreksel Kruispuntbank van Ondernemingen;
- Kopie statuten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, indien van toepassing;
- een uittreksel uit het strafregister, meer bepaald uittreksel 596.1-8, b niet ouder dan 3 maanden van de uitbater(s) of indien de uitbater een rechtspersoon is, van alle zaakvoerders van deze rechtspersoon, indien van toepassing;
- Kopie van de huurovereenkomst, indien van toepassing;
- Kopie bewijs van onderschrijven verzekeringspolis burgerrechtelijke aansprakelijkheid ingeval van brand en ontploffing.
Daarnaast dienen indien van toepassing eveneens volgende documenten bij het aanvraagformulier gevoegd te worden:
- de ledenlijst van de motorclub of andere besloten organisatie (naam, voornaam, geboortedatum, adres);
- een uittreksel uit het strafregister van de leden van de motorclub of andere besloten organisatie;
- een kopie van de aankoopakte van het pand;
- een opgave van de geraamde investeringen in het pand, met bijhorend(e) plan(nen);
- indien de investeringen gefinancierd worden met eigen middelen van de uitbater: een kopie van het aanslagbiljet van de directe belastingen van de voorbije zeven jaar, alsmede eventueel andere documenten waaruit blijkt dat de exploitant over voldoende financiële draagkracht beschikt om de investering te financieren;
- indien de investeringen gefinancierd worden met een lening: een kopie van de leningsovereenkomst. Bij het onvolledig indienen van de vereiste gegevens en/of nodige documenten wordt de uitbater hiervan in kennis gesteld door de dienst preventie binnen 5 werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Vervolgens heeft de uitbater 10 kalenderdagen om de ontbrekende stukken of gegevens bij te brengen. Bij gebreke hieraan te voldoen door de uitbater wordt de aanvraagprocedure stopgezet en moet een nieuwe aanvraag ingediend worden indien de uitbater alsnog een uitbatingsvergunning wenst te bekomen;
- een kopie van het geldende UBO-register met alle wettelijk verplicht te vermelden gegevens.
Van zodra een dossier volledig en ontvankelijk is, wordt de uitbater hiervan in kennis gesteld door de dienst preventie. Vervolgens beschikt het college van burgemeester en schepenen over een termijn van 6 weken om de vergunning af te leveren, dan wel deze te weigeren. Deze termijn kan éénmalig verlengd worden met 3 weken.
Artikel 187 - Onderzoek.
De uitbatingsvergunning kan enkel worden afgeleverd na een onderzoek dat minstens volgende onderdelen omvat:
Naast voorgaande onderzoeken moet aan volgende bijkomende voorwaarden voldaan zijn om een uitbatingsvergunning te bekomen of te behouden:
Artikel 188 - Voorwaarden.
De uitbatingsvergunning kan enkel worden afgeleverd indien de uitbating voldoet aan alle gemeentelijke, Vlaamse, federale en internationale regelgeving op hen van toepassing.
Artikel 189 - Bijkomende voorwaarden CBD-shop.
De uitbater van een CBD-shop moet permanent en zichtbaar schriftelijke informatie aanbieden over de samenstelling van het product, gezondheidsvoorschriften, gevaren, het gebruik en de bestemming van de aangeboden producten.
Er moet te allen tijde een geldig gedetailleerd certificaat van ieder product aanwezig zijn in de inrichting, waarbij voor ieder product de bepaling van de hoeveelheid (uitgedrukt in percentages) tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol wordt vermeld en waarbij tevens het proces van decarboxylatie deel uitmaakt van de analyse. Ieder certificaat moet gelinkt zijn aan het lotnummer van deze aangeboden producten. Iedere dosis die in de inrichting afzonderlijk wordt verpakt, moet aantoonbaar aan voormeld lotnummer en certificaat gelinkt worden. Meer bepaald dient het lotnummer op iedere individuele verpakking vermeld, en de verdeling per lot geregistreerd te worden.
De uitbater mag geen producten op basis van cannabis, van welke oorsprong ook, synthetisch of natuurlijk, onder meer op basis van tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol, verkopen aan minderjarigen.
Automaten met producten op basis van cannabis, van welke oorsprong ook, synthetisch of natuurlijk, onder meer op basis van tetrahydrocannabinol en cannabidiol, moeten uitgerust zijn met een identiteitskaartlezer om de leeftijd te controleren. De uitbater en/of feitelijke verantwoordelijke is te allen tijde aansprakelijk voor de goede werking hiervan. De uitbater mag enkel visuele reclame aanbrengen indien hieruit onmiskenbaar blijkt dat het om de wettelijk toegelaten producten op basis van cannabis gaat.
Artikel 190 - Beslissing.
Nadat de onderzoeken werden uitgevoerd en de bijkomende voorwaarden zijn gecontroleerd wordt het resultaat ervan overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen die een beslissing neemt. Deze beslissing kan zijn:
Het College van burgemeester en schepenen kan te allen tijde beslissen om in de uitbatingsvergunning voorwaarden op te nemen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zoals onder meer de aard of ligging van de inrichting. Voorwaarden kunnen onder meer zijn – zonder limitatief te zijn: de verplichte installatie van één of meerdere bewakingscamera’s, het voorzien van voldoende parkeergelegenheid, sluitingsuur. Het niet naleven van de opgelegde voorwaarden wordt gesanctioneerd op basis van de artikelen 196-199 van de Codex Politieverordeningen.
Artikel 191 - Geldigheid.
De uitbatingsvergunning is geldig vanaf goedkeuring door het college van Burgemeester en Schepenen en geldt zolang de inrichting aan alle wettelijke voorwaarden, alle voorwaarden van onderhavig reglement en de vergunning blijft voldoen. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor een periode van drie jaar. Het College van Burgemeester en Schepenen kan de duurtijd van de vergunning beperken.
Ten vroegste zes maanden voor afloop van de geldigheidsperiode kan de uitbater een nieuwe uitbatingsvergunning aanvragen aan het college van burgemeester en schepenen, door het volgen van de aanvraagprocedure zoals bepaald in artikel 186. Vervolgens wordt de procedure zoals omschreven in de artikelen 187 e.v. opnieuw gevoerd. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een bepaalde uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid en is niet overdraagbaar naar een andere uitbater of andere vestigingseenheid. De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege bij de volgende gebeurtenissen:
De uitbater is verplicht alle andere wijzigingen in zijn uitbating minstens veertien dagen vooraf te melden aan het College van burgemeester en schepenen, zodat deze desgevallend kan beoordelen of hieraan verdere gevolgen inzake de vergunning verbonden zijn.
Artikel 192. Inzage
De uitbatingsvergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar of de politie ter inzage worden voorgelegd.
9. SCHENKEN VAN STERKE EN/OF GEGISTE DRANKEN
Artikel 193.
Elke uitbater van een drankgelegenheid die valt onder de wetgeving van drankslijterijen, dient in het bezit te zijn van een drankvergunning. De drankvergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen. De uitbater dient in het bezit te zijn van een drankvergunning vóór opening van de drankgelegenheid. Desgevallend kan de drankvergunning voor de vaste drankgelegenheden gelijktijdig met de uitbatingsvergunning horeca, zoals omschreven in punt 7 UITBATING HORECA, aangevraagd worden.
10. TERRASSEN
Artikel 194.
Zonder voorgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of van het college van burgemeester en schepenen is het verboden voor de uitbater van een handels– en/of horecazaak om een terras (waaronder stoelen, banken, tafels, windschermen enzovoort) op het openbaar domein te plaatsen en/of uit te baten. Vergunde terrassen moeten steeds worden geplaatst en worden onderhouden conform de afgeleverde vergunning en conform de geldende gemeentelijke reglementen.
Artikel 3.
De gemeenteraad keurt hierna volgende aanpassingen aan deel III van de codex politieverordeningen goed:
DEEL III: PROCEDURE, SANCTIES EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 195.
Politieambtenaren en agenten van politie zijn bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.
Daarnaast kunnen inbreuken die uitsluitend bestraft kunnen worden met een administratieve sanctie ook vastgesteld worden door gemachtigde ambtenaren.
Artikel 196.
Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen of reglementen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze Codex Politieverordening bestraft worden met een administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna vernoemd als ‘de Wet’). De sancties die opgelegd kunnen worden zijn:
â–ª een administratieve geldboete die het bedrag van het wettelijk maximum niet mag overschrijden;
â–ª de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
â–ª de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;
â–ª de tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting.
In afwijking van §1 van dit artikel, kunnen inbreuken op artikel 3 en artikel 22 tot en met 28 van deze politieverordening bestraft worden met de respectievelijke straffen bepaald in het Strafwetboek of met een administratieve sanctie.
Er kunnen eveneens alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete zoals bedoeld in §1 van deze bepaling, worden opgelegd. De alternatieve maatregelen die opgelegd kunnen worden zijn:
â–ª De lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. De bemiddelingsprocedure wordt verplicht aangeboden aan minderjarigen vanaf 14 jaar. Voor meerderjarigen is de procedure optioneel;
â–ª de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit).
Een stad/gemeente kan zelf een lokale bemiddelaar aanduiden of kan gebruik maken van de diensten van een lokale bemiddelaar die wordt tewerkgesteld door één van de steden of gemeenten behorend tot hetzelfde gerechtelijk arrondissement. Om gebruik te kunnen maken van de diensten van deze bemiddelaar sluiten de betreffende steden/gemeenten een samenwerkingsovereenkomst af met de stad/gemeente die de bemiddelaar tewerkstelt.
Het welslagen van een lokale bemiddeling zoals omschreven in §3 van dit artikel, zorgt ervoor dat er geen administratieve geldboete meer opgelegd kan worden. In geval van weigering of falen van de bemiddeling, kan er een gemeenschapsdienst voorgesteld worden of kan een administratieve geldboete worden opgelegd. Een geslaagde bemiddeling is gelijk aan een bemiddeling die tot een uitgevoerd akkoord heeft geleid, of tot een akkoord waarvan de niet-uitvoering niet toe te schrijven is aan de overtreder.
Wanneer de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst zoals omschreven in §2 van dit artikel, uitgevoerd werd, kan er geen administratieve geldboete meer worden opgelegd. In geval van niet-uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst kan alsnog een administratieve geldboete worden opgelegd.
In geval van een facultatieve bemiddeling voorzien in artikel 12, §1, 2° en 3° van de Wet of van een verplichte bemiddeling voorzien in artikel 18, §2 van de Wet, indien de overtreder het bemiddelingsaanbod weigert, informeert de sanctionerend ambtenaar hier de bemiddelaar over, zodat deze weigering kan worden genoteerd.
Bij afsluiting van een bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties maakt de bemiddelaar of de bemiddelingsdienst een kort evaluatieverslag op voor de sanctionerend ambtenaar. Dit evaluatieverslag verduidelijkt of de bemiddeling: 1° werd geweigerd, 2° heeft gefaald of 3° tot een akkoord heeft geleid. Indien het aanbod wordt geweigerd of de bemiddeling faalt, kan het evaluatieverslag vermelden dat een gemeenschapsdienst gepast zou zijn en deze beschrijven. Indien er een akkoord werd bereikt, verduidelijkt het verslag het type akkoord dat werd bereikt en vermeldt het de al of niet uitvoering ervan. De sanctionerend ambtenaar wordt door het evaluatierapport gehouden aan de vaststelling van de weigering van het aanbod, het falen of het slagen van de bemiddeling.
Artikel 197.
De omvang van de opgelegde administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt, de persoon van de overtreder en eventuele herhaling van de overtreding. In geval van herhaling wordt de voorgeschreven administratieve geldboete verhoogd, zonder dat deze boete het voorziene maximum mag overschrijden.
Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
Artikel 198.
De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.
Artikel 199.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 februari 2024.
Artikel 4.
Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5.
Volgende reglementen worden opgeheven:
Artikel 6.
Dit raadsbesluit vervangt vanaf de datum van inwerkingtreding het raadsbesluit van 11 januari 2021 houdende de goedkeuring van de Codex Politieverordeningen.
Artikel 7.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekend te maken en af te kondigen.
Hiervan wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid in toepassing van artikel 330 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Afschrift van dit raadsbesluit over te maken aan:
Overwegende dat sinds 2014 verkeersgerelateerde inbreuken inzake het stilstaan en parkeren opgenomen zijn in de GAS-wet (GAS 4), meer bepaald artikel 3,3°;
Overwegende dat ingevolge deze opname in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties de gemeenteraad de sanctionering van de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren kan voorzien in een eigen politieverordening;
Overwegende dat door de goedkeuring van een gemeentelijke politieverordening voor overtredingen inzake stilstaan en parkeren kunnen deze overtredingen gesanctioneerd worden met een administratieve boete;
Overwegende dat het voordeel van een administratieve boete is dat de opbrengst hiervan toekomt aan de gemeentelijke overheid;
Overwegende dat de omstandigheid dat de GAS-wet de sanctionering van stilstaan en parkeren heeft mogelijk gemaakt via gemeentelijke administratieve sancties is onvoldoende om dit ook de facto zo aan te pakken;
Overwegende dat de bestraffing van overtredingen tegen de artikelen in de verkeerscode inzake stilstaan en parkeren via gemeentelijke administratieve sancties een gemeentelijke politieverordening vereisen;
Overwegende dat de bestraffing van dergelijke overtredingen is ingeschreven in de verkeersreglementering en dat de opgemaakte PV's thans resulteren in een administratieve sanctie in plaats van een geldboete opgelegd door de federale overheid;
Overwegende dat de verordening van toepassing zal zijn op:
-de overtredingen betreffende stilstaan en parkeren die zijn begaan op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad;
-de overtredingen begaan door meerderjarige natuurlijke personen en iedere rechtspersoon die zich op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad bevindt, ongeacht de woonplaats of de ligging van de maatschappelijke zetel;
Overwegende dat dit ontwerp van verordening reeds rekening houdt met de recent ingevoerde wetswijzing van 12 september 2023;
Overwegende dat de overtredingen die kunnen gesanctioneerd worden via deze politieverordening vastgelegd zijn bij Koninklijk Besluit en onderverdeeld in 2 categorieën;
Overwegende dat de bedragen van de administratieve geldboetes worden vastgelegd in artikel 2 van het eerder vernoemde K.B.:
-Overtredingen van de eerste categorie worden bestraft met een administratieve geldboete van 58 euro
-De overtredingen van de tweede categorie worden bestraft met een administratieve geldboete van 116 euro.
Overwegende dat de sanctionerend ambtenaar niet kan afwijken van deze bedragen;
Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet), zoals gewijzigd op 12 september 2023;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het decreet lokale besturen van 22 december 2022, artikel 40 en 41;
Overwegende dat de inning van gemeentelijke administratieve sancties de gemeentelijke budgetten verhoogt;
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de hiernavolgende politieverordening betreffende de overtredingen op het stilstaan en parkeren goed:
Artikel 1. Toepassingsgebied
§1. De stad Herk-de-Stad geeft bij wijze van deze politieverordening uitvoering aan artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, dat bepaalt dat de gemeenteraad kan voorzien in een administratieve geldboete voor de inbreuken opgesomd in het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103.
§2. Deze politieverordening is van toepassing op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad.
§3. Deze politieverordening is van toepassing op iedere meerderjarige natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon die zich op het grondgebied van de stad Herk-de-Stad bevindt, ongeacht zijn woonplaats of ligging van de maatschappelijke zetel.
$4. Wanneer een overtreding op deze verordening is begaan met een motorvoertuig, en de bestuurder bij de vaststelling van de overtreding niet geïdentificeerd kan worden, wordt de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig.
De houder van de kentekenplaat kan dit vermoeden weerleggen door met elk middel te bewijzen dat hij niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten. In dat geval is hij ertoe gehouden de identiteit van de onmiskenbare bestuurder kenbaar te maken binnen dertig dagen na de kennisgeving van de overtreding, behalve wanneer hij diefstal, fraude of overmacht kan bewijzen. De gemeente kan de formaliteiten bepalen die gevolgd dienen te worden bij de overmaking van de identiteit.
§5. Bij de uitvoering van dit reglement wordt de administratieve procedure, zoals vastgesteld bij de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, toegepast.
Artikel 2. Begrippen
De definities opgenomen in het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg zijn van toepassing op onderhavige politieverordening.
Artikel 3. Parkeren in erven en woonerven.
Binnen de woonerven en de erven, is het parkeren verboden, behalve:
1° op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter ''P'' aangebracht is;
2° op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.
Artikel 4. Stilstaan en parkeren op verhoogde inrichtingen.
Op de openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen, die aangekondigd zijn door de verkeersborden A14 en F87, of die op de kruispunten alleen aangekondigd zijn door de verkeersborden A14, of die gelegen zijn binnen een zone afgebakend door de verkeersborden F4a en F4b, is stilstaan en parkeren verboden op deze inrichtingen, behoudens plaatselijke reglementering.
A14 F87 F4a F4b
Artikel 5. Parkeren in voetgangerszones.
In de voetgangerszones is het parkeren verboden.
Artikel 6. Opstelling stilstaand of geparkeerd voertuig ten opzichte van de rijrichting.
Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld rechts ten opzichte van zijn rijrichting. Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.
Artikel 7. Stilstaan of parkeren op een berm.
Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld:
1° buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm;
2° indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter breed vrijgelaten worden;
3° indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden;
4° indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan opgesteld worden.
Artikel 8. Stilstaan of parkeren volledig of deels op de rijbaan.
Elk voertuig dat volledig of ten dele op de rijbaan opgesteld is, moet geplaatst worden:
1° zover mogelijk van de aslijn van de rijbaan;
2° evenwijdig met de rand van de rijbaan, behoudens bijzondere plaatsaanleg;
3° in één enkele file.
Motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen mogen evenwel haaks op de rand van de rijbaan parkeren voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden.
Artikel 9. Opstelling fietsen en tweewielige bromfietsen.
Fietsen en tweewielige bromfietsen moeten buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°.f van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Artikel 10. Opstelling motorfietsen.
Motorfietsen mogen buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden, zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken.
Artikel 11. Stilstaan en parkeren op plaatsen waar gevaar veroorzaakt kan worden of onnodige hinder zou veroorzaken.
Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:
1° op 3 meter tot 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
2° op de rijbaan op 3 meter tot 5 meter voor de oversteekplaatsen voor de voetgangers en de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;
3° in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naast bijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;
4° op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijk reglementering;
5° op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeerslichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt;
6° op minder dan 20 meter voor de verkeersborden behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.
Artikel 12. Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 1°, 2°, 3°, 5°, 8° tot 13° van het koninklijk besluit dd. 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het is verboden een voertuig te parkeren:
1° op minder dan 1 meter zowel voor als achter een ander stilstaand of geparkeerd voertuig en op elke plaats waar het voertuig het instappen in of het wegrijden van een ander voertuig zou verhinderen;
2° op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst;
3° voor de inrij van eigendommen, behalve de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht;
4° op elke plaats waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou verhinderen;
5° buiten de bebouwde kommen op de rijbaan van een openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht;
B9
6° op de rijbaan wanneer deze verdeeld is in rijstroken, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a of E9b is aangebracht;
E9a
E9b
7° op de rijbaan langs de gele onderbroken streep, bedoeld in artikel 75.1.2.° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
8° op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen;
9° op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen;
10° buiten de bebouwde kommen, langs de linkerkant van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen of op de middelste berm die deze rijbanen scheidt.
Artikel 13. Onjuiste aanduiding parkeerschijf.
Het is verboden onjuiste aanduidingen op de parkeerschijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de parkeerschijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.
Artikel 14. Parkeren onrijvaardige motorvoertuigen en aanhangwagens.
Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te laten parkeren.
Artikel 15. Parkeren auto’s, slepen en aanhangwagens met een MTM van meer dan 7,5 ton.
Binnen de bebouwde kommen is het verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te parkeren, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.
E9a
E9c
E9d
Artikel 16. Parkeren reclamevoertuigen.
Het is verboden op de openbare weg reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te laten parkeren.
Artikel 17. Aanbrengen van de speciale kaart voor personen met een handicap.
Het niet hebben aangebracht van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg of het door artikel 27.4.1 van hetzelfde besluit hiermee gelijkgesteld document op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op een voorbehouden parkeerplaats voor personen met een handicap geparkeerde voertuig.
Artikel 18. Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren.
De verkeersborden E1, E3, E5, E7 en van type E9 betreffende het stilstaan en het parkeren moeten in acht genomen worden.
E1
E3
E5
E7
E9a
E9b
E9c
E9d
Artikel 19. Verkeersbord halfmaandelijks parkeren.
Het verkeersbord E11 moet in acht genomen worden.
E11
Artikel 20. Stilstaan en parkeren op verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken.
Het stilstaan of parkeren is verboden op markeringen van verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken.
Artikel 21. Stilstaan en parkeren op witte markering parkeerzone.
Het stilstaan of parkeren is verboden op witte markeringen bedoeld in artikel 77.5 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.
Artikel 22. Stilstaan en parkeren op dambordmarkeringen.
Het stilstaan of parkeren is verboden op de dambordmarkering die bestaat uit witte vierkanten die op de grond zijn aangebracht.
Artikel 23 Stilstaan en parkeren op autowegen.
Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op autowegen, behalve op de parkeerstroken, aangewezen door het verkeersbord E9a.
E9a
Artikel 24. Stilstaan en parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 24, lid1, 1°, 2°, 4° tot en met 6° van het koninklijk besluit dd. 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:
1° op de trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;
2° op de fietspaden en op minder dan 3 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
3° op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 3 meter voor deze oversteekplaatsen;
4° op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;
5° op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is.
Artikel 25. Parkeren op specifieke plaatsen zoals omschreven in artikel 25.1, 4°, 6°, 7° van het koninklijk besluit dd. 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het is verboden een voertuig te parkeren:
1° op de plaatsen waar de voetgangers en de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen op de rijbaan moeten komen om omheen een hindernis te gaan of te rijden;
2° op de plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden; 3° wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden.
Artikel 26. Parkeren op voorbehouden parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°, c van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Artikel 27. Overtredingen van de eerste categorie.
Inbreuken op de artikelen uit Hoofdstuk II van deze politieverordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete of onmiddellijke betaling, zoals bepaald in artikel 2 §1 van het K.B. van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103.
Artikel 28. Overtredingen van de tweede categorie.
Inbreuken op de artikelen uit Hoofdstuk III van deze politieverordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete of onmiddellijke betaling, zoals bepaald in artikel 2 §2 van het K.B. van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
Artikel 29. Overtredingen van artikel 1 §4.
Het niet nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 1 §4 wordt bestraft met een administratieve geldboete maximaal toegelaten in de GAS-wet.
Artikel 30. Kennisgeving.
De sanctionerend ambtenaar deelt binnen de vijftien dagen na ontvangst van de vaststelling van de inbreuk, bij gewone zending, aan de overtreder de gegevens mee met betrekking tot de vastgestelde feiten en de begane inbreuk, alsook het bedrag van de administratieve geldboete.
Artikel 31. Verweer.
De administratieve boete wordt betaald door de overtreder binnen de dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen deze termijn zijn verweermiddelen bij gewone zending laat geworden aan de sanctionerend ambtenaar. De overtreder kan binnen deze termijn op zijn verzoek gehoord worden wanneer het bedrag van de administratieve geldboete hoger ligt dan 70 euro.
Artikel 32. Beslissing.
Verklaart de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen ongegrond, dan brengt hij de overtreder hiervan op de hoogte op een met redenen omklede wijze bij gewone zending met verwijzing naar de te betalen administratieve geldboete die binnen een nieuwe termijn van dertig dagen na deze kennisgeving moet worden betaald.
Artikel 33. Herinnering.
Wordt de administratieve geldboete niet betaald binnen de eerste termijn van dertig dagen, dan wordt, behoudens in geval van verweermiddelen, een herinnering verstuurd bij gewone zending met uitnodiging tot betaling binnen een nieuwe termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van die herinnering.
Artikel 34. Beroep.
De beslissing van de sanctionerend ambtenaar om een boete op te leggen, kan gedwongen worden uitgevoerd indien de boete niet werd betaald binnen de termijn van dertig dagen na de herinnering zoals bepaald in artikel 34 van deze verordening, tenzij de overtreder binnen deze termijn een beroep instelt bij de Politierechtbank.'
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking vanaf 1 februari 2024.
Artikel 3.
Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in de artikelen 286 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Een afschrift van deze politieverordening zal conform artikel 119 Nieuwe Gemeentewet worden overgemaakt aan de deputatie van de provincieraad en de griffie van de politierechtbank en rechtbank van eerste aanleg.
Overwegende dat de gemeenteraad op 09/10/2023 akkoord ging met de aanpassing van de statuten van de projectvereniging 'West-Limburg Werkt';
Overwegende dat de regierol daarbij werd overgedragen van de interlokale vereniging Beringen - Heusden-Zolder aan de projectvereniging West-Limburg Werkt en dit vanaf 01/01/2024;
Overwegende dat Vlaanderen ook voor het jaar 2023 een officiële samenwerking vraagt (intentieverklaringen en goedkeuring door Raad van bestuur projectvereniging is onvoldoende);
Overwegende dat daarom een addendum opgemaakt wordt aan de basisovereenkomst van de interlokale vereniging en dit met terugwerkende kracht voor het jaar 2023;
Overwegende dat eind 2021 de gemeenteraden van Beringen en Heusden-Zolder akkoord gingen met het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de lokale besturen van Beringen en Heusden-Zolder en VDAB Limburg: 'Samen sterk voor lokaal werk in 2020-2025.' Aangezien onze regio nu uitgebreid is naar West-Limburg wordt gevraagd om deze samenwerkingsovereenkomst uit te breiden;
Overwegende dat dit punt twee goedkeuringen omvat aangaande West-Limburg Werkt:
1) Addendum regie sociale economie en werk:
De basisovereenkomst van de interlokale vereniging van de regierol sociale economie en werk werd initieel afgesloten tussen en ondertekend door stad Beringen en gemeente Heusden-Zolder. Er werd geen toetreding voorzien van de andere zes steden en gemeenten waarvoor wel subsidie werd aangevraagd. De samenwerking met deze zes steden en gemeenten (Leopoldsburg, Ham, Tessenderlo, Lummen, Halen en Herk-de-Stad) en het akkoord over de verdeling van de gelden, werd wel vastgelegd bij verslag van de raden van bestuur. Alle bovengenoemde steden en gemeenten wensen deze samenwerking nu officieel te maken middels toetreding (retroactief) tot de basisovereenkomst. Omwille van deze en andere redenen wordt besloten om een (tweede) addendum op te maken aan de basisovereenkomst (overeenkomst d.d. 1 juli 2020 aangevuld middels addendum d.d. 11/09/2023).
De werking van de subsidie regie sociale economie en werk zal veranderen. Vanaf 01/01/2024 is de regierol sociale economie en werk overgedragen naar de projectvereniging West-Limburg Werkt. De projectvereniging zal dan ook de subsidie ontvangen en verdelen (vanaf 2024 dus niet meer Beringen als beherende gemeente). Het niet verbruikt werkingsbudget van 2020-2023 dient door stad Beringen doorgestort te worden naar de projectvereniging, aangezien deze nog benut moet worden voor afloop van de subsidie.
2) Samenwerkingsovereenkomst VDAB met West-Limburg:
Daarnaast sloten Beringen, Heusden-Zolder en VDAB eind 2021 een samenwerkingsovereenkomst af. Het Vlaamse Regeerakkoord 2019-2024 wil de volgende jaren minstens 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. Het Regeerakkoord haalt aan dat een versterkte samenwerking tussen de VDAB met Lokale Besturen daartoe kan bijdragen.
Er worden drie centrale ambities naar voor geschoven:
Aangezien we op West-Limburgs niveau gaan samenwerken onder 'West-Limburg Werkt' zal ook de overeenkomst met de VDAB nog uitgebreid worden met de overige 6 lokale besturen. In de overeenkomst (zie bijlage) worden gezamenlijke actiedomeinen bepaald. Via een actieplan worden er jaarlijks enkele gezamenlijke acties georganiseerd. Dit actieplan is een werkdocument dat inspeelt op de regionale noden.
Deze overeenkomst wordt hierbij uitgebreid vanaf 01/01/2024 en heeft een uiterste einddatum, 31 december 2025;
Gelet op de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op artikel 402 van het decreet lokaal bestuur;
Artikel 1.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan addendum 2 van de interlokale vereniging inzake regierol sociale economie en werk', zoals toegevoegd in de bijlage en die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
Artikel 2.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de uitbreiding van de samenwerkingsovereenkomst tussen VDAB en de 8 lokale besturen van West-Limburg zoals toegevoegd in de bijlage en die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen de minister, bevoegd voor het plattelandsbeleid, de Vlaamse Landmaatschappij en de provincie Limburg met betrekking tot het vastleggen van de wederzijdse verantwoordelijkheden inzake de uitvoering van de interventie 'Opmaak Lokale Ontwikkelingsstrategie en erkenning leadergebieden' zoals opgenomen in het Vlaams GLB Strategisch Plan voor de programmaperiode 2023-2027, d.d. 2022-10-19;
Gelet op de provinciale kadernota Platteland 2023-2027;
Gelet op de oproep van de Vlaamse Landmaatschappij voor 'de vorming van LEADER-gebieden en de opmaak van Lokale Ontwikkelingsstrategieën', en het hieraan verbonden reglement d.d. 2022-11-03;
Gelet op de goedkeuring van de Lokale Ontwikkelingsstrategie van het LEADER-gebied Haspengouw Zuidwest en de deelname aan de desbetreffende Lokale Actiegroep door de provincieraad van Limburg d.d. 2023-06-14;
Gelet op de goedkeuring van de Lokale Ontwikkelingsstrategie van het LEADER-gebied Haspengouw Zuidwest en de deelname aan de desbetreffende Lokale Actiegroep door de gemeenteraad d.d. 2023-09-11;
Overwegende dat in de Lokale ontwikkelingsstrategie van het LEADER-gebied Haspengouw Zuidwest de provincie Limburg de rol van administratief en financieel eerstverantwoordelijke opneemt;
Gelet op de goedkeuring van de Lokale Ontwikkelingsstrategieën, van het LEADER-gebieden Haspengouw Zuidwest door het Vlaams Managementcomité d.d. 2023-09-12;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de algemeen erkennings-, uitvoerings- en subsidiëringsvoorwaarden voor LEADER-gebieden d.d. 2023-07-14;
Overwegende dat zowel het ontwerp van het GLB Strategisch Plan als het MER in openbaar onderzoek is geweest tussen 14 januari en 14 maart 2022;
Overwegende dat het ontwerp Vlaams GLB Strategisch Plan op 11 maart 2022 werd ingediend bij de Europese Commissie;
Overwegende dat het Vlaams GLB Strategisch Plan op 5 december 2022 werd goedgekeurd door de Europese Commissie;
Overwegende dat in het GLB Strategisch Plan de interventie 'Opmaak Lokale ontwikkelingsstrategie en erkenning LEADER-gebieden' is opgenomen, dat met deze interventie LEADER-gebieden kunnen erkend worden, inzake gebiedsafbakening en werking van de Lokale Actiegroepen;
Gelet op het akkoord over het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK), goedgekeurd door de Raad van de Europese Unie (EU) d.d. 2020-07-21;
Gelet op Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid;
Gelet op Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;
Gelet op de bekrachtiging van de erkenning en de financiering van de Vlaamse LEADER-gebieden door de Vlaams Regering d.d. 2023-10-20;
Gelet op het decreet Lokaal bestuur d.d. 2017-12-22;
Gelet op het gemeentedecreet;
Artikel 1.
Er wordt goedkeuring verleend aan de overeenkomst tot oprichting van de Interbestuurlijke
vereniging Lokale actiegroep Haspengouw Zuidwest, zoals toegevoegd in bijlage en die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- dienst Leefmilieu;
- technische dienst;
- Provincie Limburg - Directie Ondernemen, dienst Landbouw & Platteland
Overwegende dat de ontwerpopdracht voor de opdracht 'Omgevingswerken loods Industrieweg 1305' werd gegund aan Landmeesters, Bieststraat 133 te 3550 Heusden-Zolder;
Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek met nr. 2023-0537 werd opgesteld door de ontwerper, Landmeesters, Bieststraat 133 te 3550 Heusden-Zolder;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 219.169,80 excl. btw of € 265.195,46 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat de offertes het bestuur ten laatste op 26 oktober 2023 om 13.05 uur dienden te bereiken;
Overwegende dat de verbintenistermijn van 90 kalenderdagen eindigt op 24 januari 2024;
Overwegende dat 10 offertes werden ontvangen :
- D.S.V. NV, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot (€ 223.829,29 excl. btw of € 270.833,44 incl. 21% btw);
- Jacky Knoops NV, Nijverheidslaan 1521 te 3660 Opglabbeek (€ 223.368,15 excl. btw of € 270.275,46 incl. 21% btw);
- Aannemingen Carmans NV, Kanaalstraat 14 te 3560 Lummen (€ 180.209,36 excl. btw of € 218.053,33 incl. 21% btw);
- Aannemingsbedrijf Aertssen NV, Laageind 91 te 2940 Stabroek (€ 192.056,10 excl. btw of € 232.387,88 incl. 21% btw);
- Vangeel Wegenbouw bvba, Bleukenlaan 19 te 2300 Turnhout (€ 249.308,60 excl. btw of € 301.663,41 incl. 21% btw);
- Biesmans-DPE BVBA, Natveld 9B te 3740 Bilzen (€ 354.891,56 excl. btw of € 429.418,79 incl. 21% btw);
- Martens Wegenbouw nv, Mercuriuslaan 4 te 3600 Genk (€ 197.259,66 excl. btw of € 238.684,19 incl. 21% btw);
- Algemene Ondernemingen Claes BVBA, Nieuwstraat 50 te 3540 Herk-De-Stad (€ 220.685,40 excl. btw of € 267.029,33 incl. 21% btw);
- V&V- infra bvba, Industriepark 20 te 3290 Diest (€ 203.792,67 excl. btw of € 246.589,13 incl. 21% btw);
- Grondwerken Vandersmissen, Vlinderstraat 16 te 3550 Heusden-Zolder (€ 188.847,40 excl. btw of € 228.505,35 incl. 21% btw);
Gelet op het verslag van nazicht van de offertes van 11 december 2023 opgesteld door de ontwerper, Landmeesters, Bieststraat 133 te 3550 Heusden-Zolder;
Overwegende dat de ontwerper voorstelt om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Aannemingen Carmans NV, Kanaalstraat 14 te 3560 Lummen tegen het nagerekende offertebedrag van € 180.209,36 excl. btw of € 218.053,33 incl. 21% btw mits het verkrijgen van een visum;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0119-02/2210300/BESTUUR/CBS/0/IP-45 (actie A-2.3.8.);
Ik merk op dat de nodige budgetten werden ingeschreven in het kader van de meerjarenplanaanpassing die werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 11 december 2023.
Ik stel vast dat in het bestek dat bij het dossier gevoegd is sprake is van gunning via een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (hetgeen niet mogelijk is gelet op de geraamde waarde van de opdracht) terwijl de beslissing zelf aangeeft dat de overheidsopdracht via een openbare procedure is verlopen.
Op voorwaarde dat deze tegenstrijdigheid uitgeklaard wordt kan ik mijn gunstig visum verlenen.
Gunstig mits aanpassing visum VSM_20231212_092 van Ive Vanderlee van 12 december 2023
"Raadslid Lo Guypen verantwoordt zijn onthouding namens de fractie NIEUW en Onafhankelijken Herk-de-Stad als volgt :
Veels te duur ! "
Artikel 1.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023-0537 en de raming voor de opdracht 'Omgevingswerken loods Industrieweg 1305', opgesteld door de ontwerper, Landmeesters, Bieststraat 133 te 3550 Heusden-Zolder. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 219.169,80 excl. btw of € 265.195,46 incl. 21% btw.
Artikel 2.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 11 december 2023, opgesteld door de ontwerper, Landmeesters, Bieststraat 133 te 3550 Heusden-Zolder.
Artikel 4.
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 5.
Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Aannemingen Carmans NV, Kanaalstraat 14 te 3560 Lummen tegen het nagerekende offertebedrag van € 180.209,36 excl. btw of € 218.053,33 incl. 21% btw mits het verkrijgen van een visum.
Artikel 6.
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2023-0537.
Artikel 7.
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0119-02/2210300/BESTUUR/CBS/0/IP-45 (actie A-2.3.8.).
Artikel 8.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de technische dienst;
- ontwerper Landmeesters;
Reeds meerdere jaren wordt er gewerkt via een intergemeentelijk samenwerkingsverband met De Winning – Maatwerk vzw. Deze samenwerking, die tussen De Winning en 9 steden en gemeenten (waaronder Herk-de-Stad, Lummen en Halen) wordt afgesloten, poogt een win-winverhaal te zijn. De samenwerking is afgesloten in het kader van de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen die een naargelang de financiële inbreng evenredig aantal manuren arbeid zullen presteren in de deelnemende steden en gemeenten. Eventuele aanwervingen gebeuren steeds in het kader van het decreet op sociale werkplaatsen van de Vlaamse overheid. Hierdoor kan er duurzame tewerkstelling en opleiding aangeboden worden voor kansengroepen door het uitvoeren van activiteiten in natuur-, bos- en landschapsbeheer. In 2023 bevatte het personeelsbestand van De Winning 19 inwoners van Herk-de-Stad.
De samenwerking in Herk-de-Stad is uitstekend te noemen en houdt volgende projecten in:
• Olmenhof - Harlaz
• Kleine landschapselementen - beheer
• Maaien van obstakels
• Speelbos Schulen
• Beheer wachtbekkens
• Geboortebos Donk
• Maaibeheer
• Het Ven – bos- en maaibeheer
• De Vroente
• Beheer Leemkuilbos Schulen
• Vergroening kerkhoven
• Diversen
Gelet op het feit dat deze overeenkomst de tewerkstelling van kansengroepen beoogd, waaronder in 2023 ook 19 Herkenaren;
Gelet op de jarenlange vruchtbare samenwerking met de intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploeg West-Limburg;
Gezien dit samenwerkingscharter wordt onderschreven door een aantal andere Limburgse steden en gemeenten met de bedoeling via een tewerkstellingsproject landschaps-, natuur- en bosbeheerswerken uit te voeren binnen de aangesloten steden en gemeenten;
Gelet op het aantal taken dat de vorige jaren reeds werd waargenomen door deze ploeg, dat in het kader van het alternatief maaibeheer het manueel maaien van wegbermen rond de hindernissen eveneens onder dit beheer 2 resulteert, alsook werken in het kader van het goedgekeurde landschapsplan ‘Oude Boomkwekerij De Pierpont’ dienen uitgevoerd te worden;
Overwegende dat deze overeenkomst en het takenpakket passend is in de nieuwe indeling van het groenbeheer, zoals voorgesteld in de nota van de dienst Leefmilieu dd. 24 februari 2010;
Gezien blijkt uit de samenwerking van de vorige jaren dat de werking van INL tot ieders tevredenheid werd voltooid;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het voorziene begrotingskrediet onder nr. 0200-03/6103510;
Gezien voor het jaar 2024 een nieuwe overeenkomst dient afgesloten te worden voor een bedrag van € 37.117,62 incl. 6% btw, overeenkomend met 1634 manuren en gebaseerd op de in 2023 voorziene € 34.645;
Ik kan mijn gunstig visum verlenen aan de overeenkomst 2024.
Aangezien de mogelijkheid tot overdracht van uren uit 2023 niet voorzien is in de overeenkomst, ingaat tegen het annaliteitsbeginsel van de begroting en de facturatie van deze uren in 2023 (zonder prestatie in 2023) niet in lijn is met de boekhoudkundige richtlijnen, kan ik niet akkoord gaan met deze overdracht van uren uit 2023.
Gunstig mits aanpassing visum VSM_20231213_094 van Ive Vanderlee van 13 december 2023
Artikel 1.
Het samenwerkingscharter met de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploeg goed te keuren voor het werkingsjaar 2024 ten bedrage van € 37.117,62 incl. btw.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Heer provinciegouverneur,
- De Winning – Maatwerk vzw, St Ferdinandstraat 1 te 3560 Lummen,
- De Dienst Financiën,
- De Dienst Leefmilieu,
- De Technische Dienst.
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
Overwegende dat in het kader van de opdracht 'Onderhoud plantsoenen 2024' een bestek met nr. 2023-550 werd opgesteld door de Technische Dienst - Groen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 2° (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten);
Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 0200-03/6103510 (actie GBB-CBS);
Overwegende dat de uitgave voor de opdracht 'Onderhoud plantsoenen 2024' wordt geraamd op € 38.379,25 excl. btw of € 46.438,89 incl. 21% btw;
Artikel 1.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2023-550 en de raming voor de opdracht 'Onderhoud plantsoenen 2024', opgesteld door de Technische Dienst - Groen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 38.379,25 excl. btw of € 46.438,89 incl. 21% btw.
Artikel 2.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2024, op budgetcode 0200-03/6103510 (actie GBB-CBS).
Artikel 4.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Technische Dienst - Uitvoering,
- De dienst Financiën.
Digitaal Vlaanderen biedt de kant en klare gebruikerstoepassing MAGDA Online aan:
Overheidsinstanties in Vlaanderen kunnen met de MAGDA Documentendienst de verzending van hun brieven of documenten automatiseren. De verzending gebeurt zoveel mogelijk digitaal naar de eboxen van burgers of ondernemingen. Als een digitale verzending niet lukt, bijvoorbeeld naar een burger die geen toelating heeft gegeven om brieven te ontvangen via zijn eBox, wordt de brief afgedrukt en met de klassieke post opgestuurd. Alles verloopt veilig, betrouwbaar en in orde met de AVG-wetgeving.
Na aansluiting met de MAGDA Documentendienst kan dit door ons bestuur onder meer gebruikt worden om de oproepingen van voorzitters en bijzitters elektronisch te verwerken en op te volgen (geïntegreerd in de verkiezingstoepassing Elexis). De MAGDA Documentendienst kan in de toekomst ook gekoppeld worden met andere softwarepakketten waar soortgelijke verzendingen nodig zijn.
Overwegende dat de uitvoering van deze Opdracht het verwerken van Persoonsgegevens met zich mee zal brengen, in het kader waarvan tussen partijen een Overeenkomst tot verwerken van Persoonsgegevens dient gesloten te worden. Deze Overeenkomst regelt de verzameling, het verwerken en het ter beschikking stellen van de Persoonsgegevens en andere gegevens tussen de Verwerkingsverantwoordelijke en de Verwerker in het kader van de Opdracht;
Overwegende dat deze Overeenkomst regelt dat de verwerkingen uitgevoerd worden door de Verwerker in Opdracht van de Verwerkingsverantwoordelijke en de rechten en plichten bepaalt van de Partijen in hun respectievelijke hoedanigheden. De Verwerker is in dit kader een aannemer van de Verwerkingsverantwoordelijke;
Overwegende het positieve advies van de DPO van Stad Herk-de-Stad waarbij de verwerkingsovereenkomst werd getoetst aan alle wettelijk verplichte bepalingen volgens de checklist in bijlage (GDPR art. 28,32-36,82);
Gelet op De VERORDENING (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
Gelet op de samenwerking met Digitaal Vlaanderen;
Gelet op de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 + 41;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen;
De kostprijs bedraagt een éénmalige aansluitkost van € 1000;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht zal voorzien worden in het exploitatiebudget van 2023, op budgetcode 0110-01/6141001 (Verkiezingen);
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de verwerkersovereenkomst en samenwerkingsovereenkomst met Digitaal Vlaanderen goed zoals toegevoegd in bijlage en die integraal deel uitmaken van deze beslissing.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de DPO van het stadsbestuur Herk-de-Stad;
- Digitaal Vlaanderen.
Gelet op de goedkeuring van de deontologische code voor mandatarissen door de gemeenteraad op 9 september 2019;
Gelet op de goedkeuring van het addendum deontologische code mandatarissen naar aanleiding van de oprichting van de deontologische commissie door de gemeenteraad op 17 april 2023;
Gelet op de goedkeuring van de deontologische commissie van 11 december 2023 aangaande de voorgestelde wijziging;
Overwegende dat volgens artikel 31 van het addendum de deontologische commissie minstens 1x/jaar dient te vergaderen;
Overwegende dat er zich in dit eerste werkingsjaar geen enkele melding van een mogelijke inbreuk op de deontologische code is geweest;
Overwegende dat er geen decretale verplichting is om minstens 1x/jaar te vergaderen;
Overwegende dat het dan ook weinig zinvol lijkt om een jaarlijkse vergadering op te leggen in het huishoudelijk reglement;
Overwegende dat de voorzitter van de deontologische commissie voorstelt om artikel 31 van het addendum aan te passen als volgt : 'De commissie wordt enkel bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 37 van de code.'
Overwegende dat het de bevoegdheid van de gemeenteraad is om het addendum en eventuele wijzigingen hieraan goed te keuren;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 + 41;
Overwegende dat er geen financiële impact is;
" Raadslid Karolien Grosemans verantwoordt haar onthouding namens zichzelf, Michel Laenen en Johny Franssen van de N-VA fractie als volgt :
De deontologische code is belangrijk en de artikels moeten sluitend zijn en geen discussie oproepen. De code die hier voorligt roept meer vragen op dan antwoorden. "
Artikel 1.
De gemeenteraad gaat akkoord met het voorstel van de deontologische commissie om artikel 31 van het addendum als volgt aan te passen :
Artikel 31
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie wordt enkel bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 37 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen. De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar. De leden van de commissie werken volgens volgende principes:
- De handhaving is onpartijdig.
- Men is terughoudend met publiciteit.
- Men gaat respectvol om met de vermeende schender.
Artikel 2.
De gemeenteraad keurt volgend aangepast addendum aan de deontologische code voor mandatarissen goed :
Artikel 30
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één raadslid per fractie als lid van de commissie, dan beslist de raad. Bij deze voordracht worden ook één of meer plaatsvervangers aangeduid die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Artikel 31
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie wordt enkel bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 37 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen. De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar. De leden van de commissie werken volgens volgende principes:
- De handhaving is onpartijdig.
- Men is terughoudend met publiciteit.
- Men gaat respectvol om met de vermeende schender.
Artikel 32
De commissie is bevoegd voor:
- Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 36 tot 38 van deze code.
- Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 39.
Artikel 33
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
- het voorkomen van mogelijke schendingen
- het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
- het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
- het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
Artikel 34
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 35
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 36
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).
Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
Artikel 37
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd. Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roep de voorzitter van de deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad.
Artikel 38
Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente/het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente, dan kan de raad:
- zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.
- vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.
- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.
- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
- …
Artikel 39
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan de raadsleden.
Overwegende dat Audit Vlaanderen in de loop van 2023 een thema-audit reispassen en rijbewijzen doorliep bij het lokaal bestuur waarvan de scope omvatte:
Deze audit evalueert of:
− de drie fases in de uitvoering van de kernprocessen (aanvraag, levering en afgifte) correct en veilig georganiseerd zijn;
− de rollen en verantwoordelijkheden in de context van deze kernprocessen duidelijk afgebakend en gekend zijn;
− de archivering en vernietiging van reispassen en rijbewijzen efficiënt en betrouwbaar gebeuren;
− de organisatie weet over welke informatie en rapporten ze wil beschikken om deze dienstverlening op te volgen (monitoring);
− de organisatie via degelijke ondersteunende processen over de nodige randvoorwaarden (informatiebeheer en -beveiliging, kennisborging, deontologie) beschikt om de kernprocessen m.b.t. reispassen en rijbewijzen goed en efficiënt te laten verlopen.
De belangrijkste risico’s die deze audit onderzoekt, zijn:
− de organisatie maakt fouten en/of neemt verkeerde beslissingen omwille van gebrek aan beschikbare en betrouwbare informatie;
− onbevoegden hebben toegang tot vertrouwelijke informatie en documenten en/of persoonsgegevens worden misbruikt;
− identiteitsfraude wordt niet opgemerkt waardoor reispassen en rijbewijzen onrechtmatig worden afgeleverd;
− de continuïteit van de dienstverlening is onvoldoende gewaarborgd;
− de dienstverlening verloopt niet onafhankelijk en objectief;
− er gebeuren fouten tijdens de aanvraag en/of afgifte van de reispas of het rijbewijs;
− reispassen en rijbewijzen geraken verloren, worden gestolen of worden onterecht vernietigd;
− de organisatie slaagt er niet in de kwaliteit van de dienstverlening op te volgen.
Volgende aspecten vallen buiten de auditreikwijdte:
− overige processen van de dienst burgerzaken (dienst ‘Bevolking’);
− modaliteiten en afspraken van het leverancierscontract voor de aanmaak en aflevering van reispassen en rijbewijzen;
− de financiële volledigheid van de kassatransacties;
− de toepassing van het retributiereglement;
− de juridische rechtmatigheid van de individueel afgeleverde reispassen en rijbewijzen;
− de werkzaamheden die de federale overheid i.k.v. inspectie van individuele dossiers uitvoert.
Overwegende dat Audit Vlaanderen tot volgende samengevatte bevindingen komt:
Op basis van de auditbevindingen komt Audit Vlaanderen tot onderstaande antwoorden op de geformuleerde auditdoelstellingen:
â–ª Worden de drie fases in de uitvoering van de kernprocessen (aanvraag, levering en afgifte) correct en veilig georganiseerd?
Lokaal bestuur Herk-de-Stad levert inspanningen om de kernprocessen reispassen en rijbewijzen correct en veilig te laten verlopen. De aanvragen van deze documenten worden adequaat en klantgericht afgehandeld. Het opzet voor de controle van de correctheid en volledigheid van de betalingen laat in grote mate toe verschillen tijdig op te merken, maar kan nog verder geoptimaliseerd worden. De ontvangst en controle van de levering van deze documenten verloopt veilig, volledig en correct. Er werden wel nog enkele risico’s geïdentificeerd op niveau van de afgifte van reispassen en rijbewijzen aan de aanvrager (zie ‘aanbeveling 1’).
â–ª Zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de medewerkers die betrokken zijn bij de kernprocessen duidelijk afgebakend en gekend?
De toegewezen rollen en verantwoordelijkheden zijn duidelijk voor de medewerkers van de betrokken diensten. Hoewel een formele functiescheiding ontbreekt, hanteert lokaal bestuur Herk-de-Stad enkele beheersmaatregelen om dit gebrek aan functiescheiding te compenseren. Niettemin sluit de huidige aanpak niet uit dat een medewerker het gehele proces van aanvraag t.e.m. afgifte zelf doorloopt (zie ‘aanbeveling 2’).
â–ª Gebeurt de archivering en vernietiging van reispassen en rijbewijzen efficiënt en betrouwbaar?
Lokaal bestuur Herk-de-Stad hanteert een voldoende degelijke aanpak voor de archivering van documenten gerelateerd aan de kernprocessen reispassen en rijbewijzen. De informele richtlijnen voor de archivering van de betrokken documenten zijn gekend en worden consistent toegepast.
Niettegenstaande de dienst ook niet-afgehaalde documenten monitort tijdens een periodieke controle, zijn op vlak van vernietiging van de documenten nog belangrijke risico’s aanwezig
â–ª Weet de organisatie over welke informatie en rapporten ze wil beschikken om deze dienstverlening op te volgen (monitoring)?
De initiatieven op vlak van monitoring van en rapportering over reispassen en rijbewijzen zijn beperkt. De organisatie heeft niet bepaald over welke informatie en rapporten ze wil beschikken om deze dienstverlening op te volgen (zie ‘aanbeveling 3’).
â–ª Beschikt de organisatie via degelijke ondersteunende processen over de nodige randvoorwaarden (informatiebeheer- en -beveiliging, kennisborging, deontologie) om de
kernprocessen m.b.t. reispassen en rijbewijzen goed en efficiënt te laten verlopen?
De organisatie slaagt erin de risico’s inzake informatiebeheer en digitale toegang en beveiliging voldoende te beheersen. Er zijn wel nog enkele belangrijke risico's aanwezig, voornamelijk op het gebied van fysieke beveiliging van het gemeentehuis en de dienst burgerzaken (zie ‘aanbeveling 4’). Audit Vlaanderen stelt vast dat de dienst burgerzaken over een degelijke aanpak beschikt om de kennisborging betreffende de kernprocessen reispassen en rijbewijzen te garanderen. Zowel
op niveau van de organisatie als op niveau van de dienst burgerzaken zijn voldoende deontologische handvaten aanwezig.
Overwegende dat Audit Vlaanderen volgende aanbevelingen geeft:
A1: Versterk het afgifteproces voor reispassen en rijbewijzen. Evalueer hiertoe de toegewezen verantwoordelijkheden (te stellen handelingen, uit te voeren controles) bij de afgifte van reispassen en rijbewijzen en stel deze in voorkomend geval bij. De verantwoordelijkheid voor de afgifte van reispassen en rijbewijzen werd bij het onthaal geplaatst. De afgifte van een reispas of rijbewijs blijft een belangrijk moment, waarbij onder meer de identiteitscontrole van de afhaler belangrijk is. De organisatie laat hier op dit moment nog teveel vrijheid. Ook hebben de onthaalmedewerkers geen toegang tot de federale softwaretoepassingen waardoor de afgiftestap niet onmiddellijk kan afgerond worden. Het is van belang om voldoende aandacht te hebben voor de wettelijke vereisten en controles (vb. verificatie van de identiteit van de afhaler aan de hand van de eID, strikte naleving van de vereiste vorm van een volmacht …).
A2: Voer functiescheiding in waar mogelijk. Indien functiescheiding omwille van schaalgrootte niet mogelijk is, voer dan compenserende steekproefsgewijze controle in binnen de kernprocessen reispassen en rijbewijzen. Het invoeren van een volledige functiescheiding kan het risico op identiteitsfraude verder milderen. Waar een volledige functiescheiding ontbreekt wegens niet haalbaar of niet wenselijk, dient een organisatie compenserende maatregelen te treffen om het risico alsnog te beheersen. Een alternatieve beheersmaatregel kan bestaan uit ene periodieke steekproefsgewijze controle in de verschillende processtappen (aanvraag, controle levering en afgifte). De controles kunnen zich specifiek toespitsen op het achterhalen van mogelijke identiteitsfraude door bv. een systematische vergelijking uit te voeren van de aanvraag met de historiek van pasfoto’s in het rijksregister.
A3: Het management van de organisatie bepaalt over welke informatie en rapporten ze willen beschikken om de dienstverlening van de dienst burgerzaken te kunnen opvolgen. In dit verband worden ook de nodige afspraken gemaakt inzake frequentie, rapporteringsmethodes, rollen en verantwoordelijkheden. Het verzamelen en rapporteren van managementinformatie (bv. a.d.h.v. kengetallen) maakt het mogelijk om bijkomende inzichten in de werking en dienstverlening te vergaren en deze desgevallend bij te sturen. Dit kan het informele inzicht dat leeft binnen de organisatie (bv stijging aantal reispassen) objectiveren en laat het management toe om, waar nodig, bij te sturen. Deze informatie en rapporten kunnen zowel het management als het politieke niveau ondersteunen bij de (voorbereiding) van hun beleidskeuzes.
A4: Neem maatregelen om de fysieke beveiliging van zowel het gemeentehuis als de dienst burgerzaken te verbeteren. Om documenten op onder meer de dienst burgerzaken beter te beschermen, neemt het lokaal bestuur extra maatregelen om de fysieke toegang tot het gemeentehuis en het lokaal van de dienst burgerzaken beter te beveiligen. Dit verkleint het risico dat onbevoegden zich begeven op de dienst burgerzaken, persoonsgebonden informatie raadplegen en/of documenten ontvreemden.
Overwegende dat Audit Vlaanderen ook volgende verbeterpunten aangeeft:
KERNPROCESSEN Reispassen en rijbewijzen
Aanvraag
− Stel een formeel kasreglement op en zie toe op de correcte toepassing van de gemaakte afspraken.
− Zorg voor een sluitende aanpak van het kluisbeheer.
Archivering en vernietiging
− Vernietig en deactiveer de reispassen en rijbewijzen conform de federale richtlijnen. Maak hierover
formele afspraken en bewaak de consistente en correcte toepassing ervan door de betrokken diensten
onthaalmedewerkers.
ONDERSTEUNENDE PROCESSEN
Informatiebeheer en -beveiliging
− Werk een geconsolideerd sleutelplan uit.
− Wijzig periodiek de code voor het alarmsysteem
Kennisborging
− Organiseer periodiek en formeel dienstoverleg.
− Denk na over een back-upregeling die onverwachte personeelsuitval kan ondervangen.
Overwegende dat Audit Vlaanderen via e-mailbericht van 13 november 2023 bevestigt dat zij de ontwerprapporten als definitief beschouwt, ze zal publiceren op haar website en afschriften zal bezorgen aan:
'Het rapport van Audit Vlaanderen geeft een correcte weergave van de geauditeerde materie. Wij gaan aan de slag met de geformuleerde aanbevelingen en verbeterpunten. Door het hogere risico geven we daarbij prioriteit aan de aanbevelingen. Hiervoor geven we in de tabel met aanbevelingen ook een
realistisch timing op waarbinnen we de acties kunnen realiseren. De quick wins werden onmiddellijk aangepakt. Zo heeft iedere individuele medewerker nu reeds een eigen gebruikersprofiel in het kassasysteem.
Voor aanbeveling A2 met betrekking tot de functiescheiding opteren we omwille van de beperkte personeelsbezetting voor steekproefsgewijze controle. Deze controle wordt mee opgenomen in de frequente, bestaande nazichten (minimaal maandelijks). De mogelijkheid om in de toekomst rijbewijzen digitaal aan te vragen zal er ook voor zorgen dat er een - weliswaar digitale - functiescheiding gecreëerd wordt tussen het aanvragen, het opmaken en het afleveren van documenten. Wij zetten daarom sterk in op het promoten van de digitale aanvraagmogelijkheden. Daarnaast neemt het stadsbestuur van Herk-de-Stad deel aan het project 'live enrollment'.
Voor aanbeveling A4 over het versterken van de fysieke beveiliging worden alvast volgende elementen voorzien. De bestaande kluis wordt vervangen door een model met cijfercombinatie. De lokalen worden bij afwezigheid afgesloten (terugkeer naar de pre-corona situatie). Enkel de personeelsleden die in de ruimte werken en de vaste poetsmedewerkster hebben er een sleutel van. De personeelstoegang tot het gebouw blijft dicht indien er geen medewerker aanwezig is in één van de aanpalende kantoorruimtes. Een degelijke fysieke toegangsbeveiliging is tevens voorzien in de plannen voor het Nieuw Administratief Centrum.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen;
Gelet op de goedkeuring van een gemeenschappelijk kader voor organisatiebeheersing voor de stad (gemeenteraad van 14 mei 2018) en het OCMW (raad voor maatschappelijk welzijn van 9 oktober 2018).
Gelet op het raadsbesluit van 10 februari 2023 houdende de toetreding van gemeente en OCMW tot Audio (Vereniging van publiek recht onderworpen aan deel 3, titel 4, hoofdstuk 2, van het decreet over het lokaal bestuur) en de goedkeuring van een intern auditcharter en de oprichting van een plaatselijke auditcomité.
Artikel 1.
De raad neemt kennis van het rapport thema-audit rijbewijzen en reispassen, uitgevoerd door Audit Vlaanderen.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- Audit Vlaanderen;
- de dienst Projecten;
Overwegende dat Audit Vlaanderen in de loop van 2023 in de rand van de thema-audit reispassen en rijbewijzen een beoordeling aanpak organisatiebeheersing en opvolging van voorgaande audits doorvoerde bij het lokaal bestuur waarvan de scope omvatte:
Audit Vlaanderen beoordeelt in principe bij elke audit de maturiteit van de aanpak van
organisatiebeheersing. Hierbij wordt nagegaan of:
Signalen zoals aanbevelingen uit audits worden best geïntegreerd in het actieplan (of de actieplannen) ter verbetering van de organisatiebeheersing. Ook voor de aanpak daarvan is een goede opvolging nodig. De manier waarop het bestuur de acties opvolgt om de aanbevelingen te realiseren (het systeem voor de opvolging van aanbevelingen), alsook de mate waarin aanbevelingen uit voorgaande audits opgenomen en gerealiseerd zijn (de status van de aanbevelingen), zijn belangrijke onderdelen van de organisatiebeheersing van een lokaal bestuur. Het gaat immers over aanbevelingen omtrent risico’s die onvoldoende beheerst zijn.
Overwegende dat Audit Vlaanderen tot volgende samengevatte bevindingen komt:
Lokaal bestuur Herk-de-Stad beschikt sinds 2018 over een degelijk kader voor organisatiebeheersing, dat door beide raden werd goedgekeurd. In 2019 trad lokaal bestuur Herk-de-Stad toe tot Audio1 om zich te laten ondersteunen op vlak van interne audit. De organisatie stelde een auditcomité samen voor de planning en coördinatie van de audits. Het gebrek aan afvaardiging vanuit de oppositie en aan aanwezigheid van onafhankelijke deskundigen in de huidige samenstelling, beperkt potentieel de onafhankelijke werking van het auditcomité (bv. bij selectie van de auditonderwerpen).
Samen met de goedkeuring van het kader, voerde de organisatie in 2018 een degelijke zelfevaluatie uit voor de tien thema’s van de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen. Op basis van deze risicoanalyse werden verbeteracties gedefinieerd, die via de jaarlijkse rapportering worden opgevolgd. Het kader kan nog vervolledigd worden door het expliciet benoemen van de periodiciteit van de zelfevaluatie. Naast de uitvoering van geplande audits, besteedt de organisatie ook op andere wijzen en op basis van diverse bronnen aandacht aan de eigen werking. Bepaalde van deze initiatieven zijn ook specifiek opgenomen in het meerjarenplan.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks (met uitzondering van het coronajaar 2020) en op consistente wijze over organisatiebeheersing aan de raden. Dit gebeurt via het verbeteractieplan, waarin alle geplande verbeteracties en de opvolging van aanbevelingen (voortvloeiend uit zowel eigen opvolgaudits als audits uitgevoerd door Audit Vlaanderen) zijn opgenomen. Hoewel de compactheid van de rapportering een troef is, heeft de rapporteringswijze nog groeipotentieel.
De uitgetekende aanpak, systematische toepassing ervan en jaarlijkse rapportering rechtvaardigen een maturiteitsinschatting ‘gedefinieerd systeem’.
Deze inschatting is een beoordeling van de maturiteit van de aanpak van organisatiebeheersing; dit is geen weergave van de sterkte van de organisatiebeheersing binnen het lokaal bestuur.
Overwegende dat Audit Vlaanderen op het vlak van de opvolging van aanbevelingen uit eerdere audits volgende realisatiegraad vaststelt:
Overwegende dat Audit Vlaanderen geen specifieke aanbevelingen geeft maar wel volgende verbeterpunten opneemt:
Aangezien de risico’s verbonden aan de aanpak organisatiebeheersing voldoende zijn beheerst, formuleerde Audit Vlaanderen hieromtrent geen aanbevelingen maar enkel verbeterpunten.
Aanbevelingen richten zich op openstaande risico’s. Verbeterpunten verwijzen naar openstaande risico’s die iets minder belangrijk zijn (= een lagere kans op voorkomen, een beperktere mogelijke impact en/of een kleiner residueel risico). Door verbeterpunten aan te pakken, worden deze risico’s verder beperkt.
Audit Vlaanderen volgt de realisatie van verbeterpunten niet op.
Geformuleerde verbeterpunten:
− Verduidelijk de periodiciteit van de zelfevaluatie in het kader voor organisatiebeheersing.
− Versterk de rapportering over organisatiebeheersing door bv. bijkomende duiding te geven over de realisatiegraad van de opgevolgde aanbevelingen.
− Bewaak de onafhankelijke werking van het auditcomité en stuur de samenstelling in functie daarvan bij door bv. het opnemen van onafhankelijke leden en/of afvaardiging vanuit de oppositie van het politieke niveau.
Overwegende dat het lokaal bestuur zich kan vinden in de analyse en verbeterpunten en in de managementreactie die onverkort worden overgenomen door Audit Vlaanderen aangeeft:
We kunnen ons vinden in de bevindingen van de audit. We nemen mee dat we over een gedefinieerd systeem van organisatiebeheersing beschikken, maar er nog verdere stappen nodig zijn om tot een volledig beheerst systeem te komen. Als eerste stappen pakken we de drie verbeterpunten uit de audit aan. We voeren een evaluatie en bijsturing van het kader van organisatiebeheersing en de praktische uitvoering en hantering van dit systeem door. De evaluatie van de samenstelling van het auditcomité en de opname van een minimale periodiciteit voor een organisatieaudit vormen er alvast elementen van. De compacte, jaarlijkse rapportering blijven we omwille van de overzichtelijkheid behouden, maar vullen we aan met (grafische) voorstellingen van de globale realisatiegraad e.d. Parallel bezorgen we de mandatarissen een uitgebreidere actietabel met aanvullende elementen zoals de verantwoordelijke en geplande timing van de acties.
Daarnaast werken we verder aan het integreren van organisatiebeheersing in de organisatiecultuur. Over het algemeen krijgen we van de medewerkers een goede medewerking bij het doorvoeren van externe en interne audits en de uitvoering van de eruit voortvloeiende acties. Binnen een klein bestuur is dit echter niet evident. Samen met de stijgende vraag naar rapporteringen en de planlastverhoging worden audits en het werken aan verbeteracties soms als een last ervaren die de dagelijkse resultaatgerichte werking hinderen. De lopende voorbereidingen voor een versterkte samenwerking met de buurgemeenten Halen en Lummen kunnen op dat vlak tot een hogere efficiëntie en meer ruimte voor organisatiebeheersing zorgen. We houden hier wel rekening met de verhoging van de werkdruk bij de opstart van deze intensievere samenwerking, maar na een inloopperiode is de doelstelling alleszins een betere organisatiebeheersing.
In begin 2024 wordt in samenwerking met Audio-lokaal een organisatieaudit gepland en op 24 oktober 2023 werd met alle diensthoofden een interne doorlichting met de SWOT methodiek doorgevoerd. Beiden hebben een tweeledig doel. Enerzijds bieden ze voeding voor de interne analyse als onderdeel van de omgevingsanalyse voor de opmaak van het nieuwe meerjarenplan. Anderzijds willen we met deze oefeningen problematische kernprocessen detecteren om daar een diepere doorlichting op uit te voeren.
Tot slot danken we de auditoren voor de vlotte samenwerking met - naast professionalisme - een aanpak die niet uitgaat van controle maar de nadruk legt op de voordelen van verbeteringstrajecten.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen;
Gelet op de goedkeuring van een gemeenschappelijk kader voor organisatiebeheersing voor de stad (gemeenteraad van 14 mei 2018) en het OCMW (raad voor maatschappelijk welzijn van 9 oktober 2018).
Gelet op het raadsbesluit van 10 februari 2023 houdende de toetreding van gemeente en OCMW tot Audio (Vereniging van publiek recht onderworpen aan deel 3, titel 4, hoofdstuk 2, van het decreet over het lokaal bestuur) en de goedkeuring van een intern auditcharter en de oprichting van een plaatselijke auditcomité.
Artikel 1.
De raad neemt kennis van het rapport beoordeling aanpak organisatiebeheersing en opvolging van voorgaande audits door Audit Vlaanderen.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- Audit Vlaanderen;
- de dienst Projecten;
Gelet op het feit dat de stad eigenaar is van 1337 kapitaalsaandelen van de N.V. L'Abri met maatschappelijke zetel te 3560 Lummen, Dorpsstraat 15;
Gelet op de oproeping tot de buitengewone algemene vergadering van L'Abri N.V. van 29 december 2023 met de volgende agendapunten:
Overwegende de vaststelling dat agendapunt 6: 'aanneming volledig nieuwe statuten die in overeenstemming zijn met het nieuwe wetboek vennootschappen en verenigingen en de voorgaande beslissingen' tevens de schrapping voorstelt van artikel 5 van de huidige statuten.
Overwegende dat door de schrapping van dit artikel 5 uit de statuten het verstrekken van sociale kredieten uit het maatschappelijk doel verdwijnt;
Overwegende dat de schrapping van het sociale doel uit de statuten voor de stad Herk-de-Stad als aandeelhouder essentieel is en de stad haar goedkeuring dan ook niet kan geven aan deze statutenwijziging;
Overwegende dat door het doorvoeren van deze statutenwijziging en het verdwijnen van het verstrekken van kredieten aan een sociale doelgroep, het bestuur van Herk-de-Stad van oordeel is dat het evenwel geen gemeentelijke taak is om aandelen aan te houden in deze naamloze vennootschap met als maatschappelijk doel het rechtstreeks of onrechtstreeks toestaan van leningen voor de aankoop, de bouw, de verbouwing, of het behouden van woongelegenheden, evenals het overnemen en herfinancieren van leningen of kredietopeningen die met hetzelfde doel door andere financiële instellingen werden toegestaan en dit met het oogmerk tot het maken van winst;
Overwegende dat het gegeven dat deze gemeenteraad zich niet akkoord kan verklaren met de aanpassing van de statuten met het oog op het schrappen van de sociale finaliteit van de kredietverstrekking impliceert dat er ook geen Ja-stem kan gegeven worden voor agendapunt 1 met name de wijziging van het voorwerp van de statutenwijziging evenals voor agendapunt 4 de benoeming van één statutaire bestuurder.
Overwegende dat indien deze statutenwijzigingen worden doorgevoerd en het sociaal doel verdwijnt uit de doelstellingen van de vennootschap tot gevolg hebben dat het bestuur dan ook wil uitstappen uit deze naamloze vennootschap door het verkopen van de eigen aandelen op naam;
Overwegende dat deze uitstap dient te worden aangekondigd op deze algemene vergadering en dus wordt gevraagd om dit agendapunt toe te voegen aan de agenda;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56;
Artikel 1.
De goedkeuring aan alle agendapunten van de Buitengewone Algemene Vergadering van L'Abri N.V. op 29 december 2023, behalve agendapunt 1, 4 en 6, te bekrachtigen.
De gemeenteraad bekrachtigt het mandaat verleend door het college van burgemeester en schepenen aan vertegenwoordiger Mark Vanleeuw om zijn stemgedrag op voormelde Buitengewone Algemene Vergadering af te stemmen conform dit besluit en zodanig te handelen, met andere woorden:
1. zij bekrachtigt de neen-stem inzake de agendapunten 1, 4 en 6 waarbij bij agendapunt 6 de mandaathouder van Herk-de-Stad tegen de schrapping van het verstrekken van sociale kredieten uit het maatschappelijk doel stemde;
2. een ja-stem bij de overige agendapunten;
De mandaathouder zijn verzoek om de verkoop van de aandelen van de stad Herk-de-Stad op de Buitengewone Algemene Vergadering als agendapunt toe te voegen te bevestigen;
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- L'Abri N.V. (info@labri.be),
- de afgevaardigde.
De gemeenteraad neemt kennis van :
- Fluvius Opdrachthoudende Vereniging : Notulen Raad van Bestuur van 25 oktober 2023;
- Welzijnsvereniging Audio : Verslag Algemene Vergadering van Audio op 8 december 2023;
Er zijn geen kennisgevingen van de briefwisseling gericht aan de voorzitter.
De gemeenteraad neemt kennis van volgende briefwisseling :
- Inclusie Ambassade : Burgemeesters voor Iedereen
Enig artikel.
Dit agendapunt werd verdaagd.
Namens Gemeenteraad,
Nathalie Creten
Algemeen Directeur
Jimmy Graulus
Voorzitter