In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, wordt navolgend agendapunt toegevoegd door raadslid Gunter De Ryck namens de GROEN fractie :
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, wordt navolgend agendapunt toegevoegd door raadslid Lo Guypen namens de NIEUW Herk-de-Stad en Onafhankelijken fractie :
Gelet op de ontwerpnotulatie van het openbaar gedeelte van de gemeenteraad van 14 maart 2022;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het voorinzagerecht;
Na beraadslaging;
De ontwerpnotulen van het openbaar gedeelte van de gemeenteraad van 14 maart 2022 zonder opmerkingen goed te keuren.
Gelet op de rekening 2021 van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Donk;
Gelet op de goedkeuring door de kerkraad van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Donk op 24 januari 2022;
Gelet op de ontvangst van het dossier door het stadsbestuur op 17 maart 2022;
Gelet op de voorafgaande interne kredietaanpassing;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 40-41;
Gelet op artikel 55 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Gelet op de omzendbrieven betreffende de boekhouding van de eredienst, van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel;
Gelet op de uitbetaalde exploitatietoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Gelet op de uitbetaalde investeringstoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Artikel 1.
De bovenvermelde rekening voor het dienstjaar 2021 van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Donk GUNSTIG te adviseren.
Artikel 2.
Deze rekening ter goedkeuring aan de Heer provinciegouverneur voor te leggen.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Heer Piet Rymen, voorzitter Centraal Kerkbestuur Herk-de-Stad;
- Dienst Financiën;
Gelet op de rekening 2021 van kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen Schakkebroek;
Gelet op de goedkeuring door de kerkraad van kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen Schakkebroek op 1 februari 2022;
Gelet op de ontvangst van het dossier door het stadsbestuur op 17 maart 2021;
Gelet op de bijkomende gegevens verkregen door Nico Ballet;
Gelet op de voorafgaande interne kredietaanpassing;
Gelet op het feit dat na vaststelling van het ontbreken van het laatste bankafschrift van een spaarrekening en de patrimoniumrekening ons de nodige bewijsstukken werden bezorgd om het saldo per 31 december 2021 te bevestigen;
Overwegende dat de huurinkomsten van het privaat patrimonium hoger zijn dan voorzien in het budget 2021 omdat er 2.500,00 euro werd betaald door Besix Infra nv voor het gebruik van een weide tijdens de werken aan de Amandinaweg en dat Chiro Lochristi 300,00 euro betaalde voor een kampplaats;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 40-41;
Gelet op artikel 55 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Gelet op de omzendbrieven betreffende de boekhouding van de eredienst, van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel;
Gelet op de uitbetaalde exploitatietoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Gelet op de uitbetaalde investeringstoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Artikel 1.
De bovenvermelde rekening voor het dienstjaar 2021 van kerkfabriek O.L.V. Onbevlekt Ontvangen Schakkebroek GUNSTIG te adviseren.
Artikel 2.
Deze rekening ter goedkeuring aan de Heer provinciegouverneur voor te leggen.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Heer Piet Rymen, voorzitter Centraal Kerkbestuur Herk-de-Stad;
- Dienst Financiën;
Gelet op de rekening 2021 van kerkfabriek Sint-Jan-de-Doper Schulen;
Gelet op de goedkeuring door de kerkraad van kerkfabriek Sint-Jan-de-Doper Schulen op 9 februari 2022;
Gelet op de ontvangst van het dossier door het stadsbestuur op 17 maart 2022;
Gelet op de bijkomende gegevens verkregen door Piet Rymen;
Gelet op de voorafgaande budgetwijziging;
Gelet op de voorafgaande interne kredietaanpassing;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 40-41;
Gelet op artikel 55 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Gelet op de omzendbrieven betreffende de boekhouding van de eredienst, van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel;
Gelet op de uitbetaalde exploitatietoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Gelet op de uitbetaalde investeringstoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Artikel 1.
De bovenvermelde rekening voor het dienstjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Jan-de-Doper Schulen GUNSTIG te adviseren.
Artikel 2.
Deze rekening ter goedkeuring aan de Heer provinciegouverneur voor te leggen.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Heer Piet Rymen, voorzitter Centraal Kerkbestuur Herk-de-Stad;
- Dienst Financiën;
Gelet op de rekening 2021 van kerkfabriek Sint-Martinus Herk-de-Stad;
Gelet op de goedkeuring door de kerkraad van kerkfabriek Sint-Martinus Herk-de-Stad op 27 januari 2022;
Gelet op de ontvangst van het dossier door het stadsbestuur op 17 maart 2022;
Gelet op de bijkomende gegevens verkregen door Chantal Lucas;
Gelet op de voorafgaande budgetwijziging;
Overwegende dat er een overboeking van 23.120,50 euro werd gedaan van exploitatie naar investeringen;
Gelet op de beslissing van gemeenteraad van 13 september 2021 waarin de exploitatietoelage voor het budget 2021 van kerkfabriek Sint-Martinus Herk-de-Stad werd verhoogd van 24.358,39 euro naar 28.358,39 euro rekening houdende met de overboeking van 19.000,00 euro van exploitatie naar investeringen;
Gelet dat kerkfabriek Sint-Martinus Herk-de-Stad in de jaarrekening van 2019 de 5.063,85 euro investeringstoelage, uitbetaald door de gemeente, had geboekt als een exploitatietoelage met een negatieve Z-waarde als gevolg;
Overwegende dat deze Z-waarde per 31 december 2021 op 0 werd gezet door de overboeking van exploitatie naar investeringen;
Overwegende dat er in 2021 geen ontvangsten als omhalingen werden geboekt omdat het kerkfabriek geen uitsplitsing heeft gekregen van de parochie en dat deze ontvangsten nog dienen opgenomen te worden in de jaarrekening van 2022;
Overwegende dat het saldo van de patrimoniumrekening in de jaarrekening niet overeenstemt met het laatste bankafschrift per 31 december 2021 omdat de intresten ontvangen in 2021 niet werden geboekt en deze in de jaarrekening 2022 samen met de intresten van het jaar 2022 dienen opgenomen te worden;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 40-41;
Gelet op artikel 55 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Gelet op de omzendbrieven betreffende de boekhouding van de eredienst, van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel;
Gelet op de uitbetaalde exploitatietoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Gelet op de uitbetaalde investeringstoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Artikel 1.
De bovenvermelde rekening voor het dienstjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Martinus Herk-de-Stad GUNSTIG te adviseren.
Artikel 2.
Deze rekening ter goedkeuring aan de Heer provinciegouverneur voor te leggen.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Heer Piet Rymen, voorzitter Centraal Kerkbestuur Herk-de-Stad;
- Dienst Financiën;
Gelet op de rekening 2021 van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Berbroek;
Gelet op de goedkeuring door de kerkraad van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Berbroek op 6 januari 2022;
Gelet op de ontvangst van het dossier door het stadsbestuur op 17 maart 2022;
Gelet op de bijkomende gegevens verkregen door Gerard Windmolders;
Gelet op de voorafgaande budgetwijziging;
Gelet op de voorafgaande interne kredietaanpassing;
Overwegende dat de beschikbare bedragen die door kerkfabriek O.L.V. Geboorte Berbroek in de aanvullende nota bij jaarrekening 2021 werden gezet het verschil is tussen de bedragen van het budget 2021 en de werkelijke kosten vermeld in de jaarrekening 2021;
Overwegende dat de ontvangsten uit het privaat patrimonium van de kerkfabriek O.L.V. Geboorte Berbroek lager liggen dan de uitgaven omdat er in 2021 nog onvoorziene onderhoudswerken zijn gebeurd aan het appartement Dr. Vanweddingenlaan om het klaar te maken voor verhuur;
Overwegende dat de investeringsbeleggingen, zoals voorzien in budget 2021 van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Berbroek, nog niet werd gedaan omdat er volgens de financiële instelling geen voldoende rendement is voor beleggingen met volledige kapitaalsgarantie;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd, art. 40-41;
Gelet op artikel 55 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Gelet op de omzendbrieven betreffende de boekhouding van de eredienst, van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Lokale en Provinciale Besturen – Financiën en Personeel;
Gelet op de uitbetaalde exploitatietoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Gelet op de uitbetaalde investeringstoelage 2021 zoals opgenomen in de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek en de rekening van de gemeente :
Artikel 1.
De bovenvermelde rekening voor het dienstjaar 2021 van kerkfabriek O.L.V. Geboorte Berbroek GUNSTIG te adviseren.
Artikel 2.
Deze rekening ter goedkeuring aan de Heer provinciegouverneur voor te leggen.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- De Heer Piet Rymen, voorzitter Centraal Kerkbestuur Herk-de-Stad;
- Dienst Financiën;
Gelet op het feit dat op 13 juli 2020 door Ballet Denise een aanvraag werd ingediend voor het verkavelen van een perceel in 4 loten voor open bebouwing en het slopen van een bestaande woning. De aanvraag heeft betrekking op een perceel, gelegen Rummenweg 38, kadastraal bekend: afdeling 1 sectie D nr. 313s en 131k2.
Deze omgevingsvergunning werd verleend dd. 28 september 2020.
Het verkavelingsplan omvatte 4 bouwloten en 1 restlot (lot 5). Een langgerekte strook ter hoogte van lot 3 en een stukje van lot 2 aan de straatzijde vormde een 6de lot, bedoeld om ingelijfd te worden bij het openbaar domein.
In de voorwaarden bij de verkavelingsvergunning is het volgende opgenomen: 'De verkaveling is slechts uitvoerbaar zodra de procedure voor de overdracht van lot 6 naar het openbaar domein is afgerond.' Er zal dus pas een verkoopbaarheidsattest afgeleverd worden wanneer lot 6 ingelijfd is bij het openbaar domein.
Gelet op het bijgevoegde opmetingsplan dd. 9 januari 2020, opgemaakt door landmeter-expert Denise Ballet;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 13 september 2021 tot voorlopige vaststelling van een nieuwe rooilijn naar aanleiding van gratis grondafstand voor inlijving bij het openbaar domein na de vernoemde verkaveling.
Gelet op het openbaar onderzoek, dat heeft plaatsgevonden van 27 september 2021 tot 26 oktober 2021.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 13 december 2021 tot definitieve vaststelling van een nieuwe rooilijn naar aanleiding van gratis grondafstand voor inlijving bij het openbaar domein na de vernoemde verkaveling.
Gelet op de ontwerpakte (dossier 2021-0425/002) opgesteld door de Meester Manu Beelen, notaris te Herk-de-Stad, ter kosteloze grondafstand ten openbaar nut van een onroerend goed, gelegen te Herk-de-Stad 1ste afdeling sectie D, deel van nummer 313SP000, thans gekend onder gereserveerd individueel perceelsidentificatie nummer D 712 F P0000 voor een oppervlakte van elf centiare (11ca) ter plaatse Rummenweg 38;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het decreet gemeentewegen;
Gelet op het bodemattest van 14 juli 2021;
Artikel 1.
De ontwerpakte (dossier 2021-0425/002) waarvan kopie in de bijlage die deel uitmaakt van deze beslissing, opgesteld door de Meester Manu Beelen, notaris te Herk-de-Stad, ter kosteloze grondafstand ten openbaar nut van een onroerend goed, gelegen te Herk-de-Stad 1ste afdeling sectie D, deel van nummer 313SP000, thans gekend onder gereserveerd individueel perceel identificatie nummer D 712 F P0000 voor een oppervlakte van elf centiare ( 11ca) wordt goedgekeurd;
Artikel 2.
Het bestuur verklaart het onroerend goed te verwerven voor openbaar nut.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
Overwegende dat in het kader van de opdracht 'onderhoud wegen in asfalt 2022 (Manestraat e.a.)' een bestek met nr. 2022-10915 werd opgesteld door de Technische dienst;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 172.980,00 excl. btw of € 209.305,80 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 0200-01/2240000/BESTUUR/CBS/0/IP-21 (actie A-2.3.1.);
Artikel 1.
Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2022-10915 en de raming voor de opdracht 'onderhoud wegen in asfalt 2022 (Manestraat e.a.)', opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 172.980,00 excl. btw of € 209.305,80 incl. 21% btw.
Artikel 2.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 0200-01/2240000/BESTUUR/CBS/0/IP-21 (actie A-2.3.1.).
Artikel 5.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de technische dienst;
Op 02/11/2021 werd een omgevingsvergunning ingediend (gemeentelijk dossiernummer V-2021001, OMV_2021169751) voor het verkavelen van een perceel in 1 lot open en 2 loten halfopen bebouwing en het slopen van de bestaande bebouwing en het gedeeltelijk verplaatsen van de administratieve ligging van de buurtweg, chemin 64 naar de bestaande fysieke toestand (insteekweg Houwijkerstraat).
De aanvraag heeft betrekking op een perceel gelegen aan de Houwijkerstraat 11, gelegen afdeling 1 sectie C nr. 55G, met adres Houwijkerstraat 11.
De huidige insteekweg (voetgangers en fietsverkeer) tussen de Sint-Truidersteenweg en de Houwijkerstraat maakt geen deel uit van het openbaar domein, maar ligt op private percelen dat in eigendom is van de eigenaars van de Houwijkerstraat nr. 11 en 13. De bestaande weg is beheer van de gemeente Herk-de-Stad ligt reeds jaren op de huidige locatie.
De huidige weg volgt niet het historisch tracé. De laatste 31,00 m van de weg loopt deels schuin over het perceel afdeling 1 sectie C nr. 55G.
De atlas der buurtwegen dateert van 1841. Op de Vandermaelen Kaart van 1846-1854 is eveneens het historisch tracé nog zichtbaar. Op de luchtfoto van 1971 is de buurtweg duidelijk zichtbaar en volgt deze het huidige tracé. Er kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de buurtweg meer dan 50 jaar het huidige tracé volgt.
Gelet op het feit dat de aanvraag enkel het verleggen van de administratieve ligging inhoudt naar het huidige tracé, dienen er ook geen wijzigingen te gebeuren aan het openbaar domein. De bestaande buurtweg blijft dus ongewijzigd.
De voorliggende aanvraag betreft het gedeeltelijk verplaatsen van de administratieve ligging van de buurtweg, chemin nr. 64 naar de bestaande fysieke toestand (insteekweg Houwijkerstraat). Het verleggen van de buurtweg naar de fysieke toestand is nodig voor het (mogelijks) afleveren van een verkavelingsvergunning voor het perceel afdeling 1 sectie C nr. 55G.
Het alternatief zou zijn om de bestaande weg te verleggen conform de administratieve toestand. Het verplaatsen van deze weg brengt een aanzienlijke kost met zich mee en is ook niet wenselijk. De bestaande weg daarentegen is reeds lange tijd in gebruik, maar heeft voor de laatste 31,00 m geen wettelijk statuut. Het is daarom wenselijk om het oorspronkelijk tracé van de buurtweg te verleggen naar de bestaande weg, zodat de laatste 31,00 m deze weg het juridische statuut van buurtweg krijgt en ook in de toekomst deel blijft uitmaken van het Herks netwerk van wandel- en fietspaden.
De voorliggende aanvraag is de eerste stap in het actualiseren en bestedingen van de buurtweg chemin nr. 64. Het gedeeltelijk verleggen van de buurtweg laat toe om de verkavelingsvergunning voor het perceel afdeling 1 sectie C nr. 55G af te leveren. Het bestaande fysieke tracé van de buurtweg blijft behouden. Het gedeeltelijk verleggen van de buurtweg zal dus niet zichtbaar zijn op het terrein. Er zijn dan ook geen directe gevolgen voor de bereikbaarheid, noch voor het wandel- en fietsverkeer. Het gaat immers om een weg die al decennialang op het terrein gewijzigd werd.
Openbaar onderzoek
Voor het wijzigen of afschaffen van gemeentewegen dient een openbaar onderzoek te worden georganiseerd. Het openbaar onderzoek werd gehouden van 09/12/2021 tot 07/01/2022. Tijdens het eerste openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
De adviesvraag werd niet tijd geagendeerd voor de gemeenteraad. Er werd een administratieve lus toegepast op 10/03/2022 om alsnog advies te vragen aan de gemeenteraad. Er werd een tweede openbaar onderzoek georganiseerd van 11/03/2022 tot 09/04/2022. Tijdens het tweede openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Besluit
De aanvraag betreft het gedeeltelijk verleggen van het administratief tracé van buurtweg chemin nr. 64 naar de bestaande fysieke toestand (insteekweg Houwijkerstraat) Het oorspronkelijk, historisch tracé van de buurtweg is reeds decennia verlegd naar de bestaande fysieke weg. De bestaande weg blijft behouden en blijft toegankelijk voor het wandel- en fietsverkeer. Het is de bedoeling om de toegankelijkheid van deze trage weg te bestedingen door het tracé van de buurtweg te verleggen naar de bestaande weg. Er werden geen bezwaren ingediend.
Het is wel wenselijk dat de buurtweg te allen tijde toegankelijk blijft voor wandelaars en fietsers om een veilige verbinding te behouden tussen de Sint-Truidersteenweg en de Houwijkerstraat. Op dit moment is dit niet gegarandeerd, aangezien de bestaande weg niet overeenkomt met de officiële buurtweg.
Bovenstaande in overweging genomen wordt het gedeeltelijk verleggen van buurtweg chemin nr. 64 uit de Atlas der Buurtwegen, zoals aangegeven op het bijgevoegde plan, gunstig geadviseerd.
Artikel 1.
De gemeenteraad verleent een gunstig advies aangaande het gedeeltelijk verleggen van buurtweg chemin nr. 64 uit de Atlas der Buurtwegen, zoals aangegeven op het bijgevoegde plan en dat deel uitmaakt van deze beslissing. De voorgestelde gedeeltelijke verlegging is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan de dienst ruimtelijke ordening.
Gelet op het feit dat een bloeiende horeca de gemeente tot een levend en bruisend centrum maken waar zowel inwoners als bezoekers aan onze gemeente elkaar kunnen ontmoeten in een gezellige en ongedwongen sfeer;
Gelet op het feit dat horecazaken bijdragen aan de uitstraling en aantrekkelijkheid van de gemeente;
Gelet op de brief van 24 februari 2021 van horeca Limburg vzw, gelegen te 3670 Oudsbergen, Soetebeek 23, waarin zij vragen een manifest goed te keuren waar de normen, opgemaakt door horeca Vlaanderen, onderschreven zouden worden wanneer er een tijdelijke horecazaak (pop-up-horecazaak) zou worden opgestart;
Gezien tijdelijke horecazaken (pop-up-horecazaken) bij kunnen dragen aan de versterking van het sociale weefsel binnen de gemeente en de aantrekkingskracht van de gemeente kunnen vergroten;
Gelet op het feit dat vanuit administratief en regelgevend oogpunt een horeca pop-up in een bestaand pand op dezelfde wijze behandeld moet worden als een aanvraag voor een vaste / reguliere horecazaak;
Gelet op het feit dat volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening elke locatie overeenkomstig de hoofdfunctie (onder andere horeca) vergund moet zijn; het feit dat indien de bestemming van de locatie niet overeenkomt met de beoogde activiteiten, er een wijziging van de hoofdfunctie moet aangevraagd worden via een omgevingsvergunningsaanvraag;
Gelet op het feit dat het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is voorziet in een vrijstelling voor tijdelijke functiewijzigingen met een maximale duur van vier periodes en telkens maximaal 30 aaneengesloten dagen per kalenderjaar; het feit dat er daarnaast een bijkomende vrijstelling is voor complementaire functies in een woongebouw mits het gebouw gelegen is in een woongebied (of vergelijkbaar), de woonfunctie behouden blijft als hoofdfunctie en de complementaire functie beperkt blijft tot 100 m² en deze laatste niet strijdig is met stedenbouwkundige voorschriften; het feit dat ondanks de hoge mate van flexibiliteit die het voornoemde besluit van 16 juli 2010 toelaat, tijdelijke initiatieven (zoals pop-up horeca) steeds moeten voldoen aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften / ruimtelijke plannen; het feit dat volgens het voornoemd besluit van 16 juli 2010 geen omgevingsvergunning nodig is voor de tijdelijke plaatsing van constructies (uitgezonderd publiciteitsinrichtingen) op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden voldaan is:
Gelet op het feit dat pop-up horeca-initiatieven in bepaalde gevallen steeds verboden zijn:
Gelet op het feit dat bij de correcte registratie van de vestigingseenheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) ook meteen de juiste activiteiten ingeschreven worden aan de hand van de NACEBEL-codes; het feit dat bij een pop-up horeca het gaat om een van de volgende codes: 56.XXX – eet- en drinkgelegenheden;
Gelet op het feit dat wanneer het niet mogelijk is om een vestigingseenheid in te schrijven in de KBO, er sprake is van een ambulante activiteit; het feit dat de aanvrager om ambulante activiteiten te kunnen uitoefenen hij een machtiging nodig heeft tot het uitoefenen van ambulante activiteiten (leurkaart);
Gelet op het feit dat wanneer er gegiste en/of sterke dranken geschonken worden voor consumptie ter plaatse – gratis of tegen betaling – de aanvrager over een drankvergunning moet beschikken;
Gelet op het feit dat voor een occasionele drankvergunning voor een kring, een maatschappij of een particuliere vereniging met strikte interpretatie van het begrip ‘vereniging’ de aanvraag op naam van de vereniging moet zijn; het feit dat occasionele drankgelegenheid door de wet gedefinieerd wordt als: ‘de vooraf als dusdanig aangegeven drankgelegenheid die, naar aanleiding van om het even welke gebeurtenis van voorbijgaande aard, ten hoogste tienmaal per jaar en telkens voor niet langer dan vijftien opeenvolgende dagen wordt gehouden door een kring, een maatschappij, of een particuliere vereniging, met uitzondering van de handelsvennootschappen en van feitelijke verenigingen met winstoogmerk; het feit dat sinds 2006 de gemeente zelf beslist over de modaliteiten van occasionele drankvergunningen; het feit dat er twee opties zijn:
Gelet op het feit dat de beperking in tijd voor occasionele drankvergunningen voor veel pop-up horeca er voor zal zorgen dat er toch een drankvergunning voor een vaste drankgelegenheid aangevraagd zal moeten worden;
Gelet op het feit dat de wet bepaalt dat voor een opening van een publiek toegankelijke inrichting een gunstig brandveiligheidsattest vereist is en dat deze afgeleverd wordt door de gemeente; het feit dat de gemeente zelf beslist over de afbakening (wie wel of wie geen attest moet hebben), de procedure, de operationele aspecten en de geldigheidsduur van het attest; het feit dat in de praktijk die vaak zonaal wordt vastgelegd voor de volledige brandweerzone;
Gelet op het aanvullende koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de inrichtingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen bepaalt dat restaurants, frituren en drankgelegenheden, wanneer de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte ten minste 50 m² bedraagt, over een objectieve burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering brand en ontploffing moet beschikken; het feit dat pop-up horeca hieronder kunnen vallen want:
Gelet op het feit dat inrichtingen die handelen in de verkoop of de levering van levensmiddelen aan de eindverbruiker verplicht zijn om een toelating en/of registratie aan te vragen bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV); dat deze inrichtingen deze moeten afficheren op een van buitenaf gemakkelijk zichtbare en toegankelijke plaats; dat deze verplichting ook geldt voor pop-up horeca;
Gelet op het feit dat de aanvrager in veel gevallen ook een aanvraag moet doen bij Unisono (voorheen SABAM en Billijke Vergoeding) bij het afspelen van muziek in een onderneming of op een publiek toegankelijk evenement en er auteursrechten betaald moeten worden;
Gelet op het feit dat aan een pop-up-horecazaak dezelfde kwaliteits- en veiligheidsvereisten mogen opgelegd worden zoals aan de permanente horeca;
Gelet op het feit dat heldere afspraken, waarbinnen pop-up-horeca wordt voorzien, van belang zijn; het feit dat door middel van het manifest, opgemaakt door horeca Vlaanderen, onze gemeente een transparant, eenvormig en duidelijk kader schept dat gehanteerd wordt bij de beoordeling van een vestiging van een pop-up-horecazaak op het grondgebied;
Gezien de gemeente aanvragen van nieuwe pop-up-horecazaken volgens dezelfde principes zal beoordelen zoals aan bestaande horeca gevraagd wordt;
Gezien moet rekening gehouden worden met de mogelijke impact op de omgeving, geluidsoverlast, mobiliteit, …; dit valt onder de openbare orde; er steeds rekening moet gehouden worden met een objectieve beoordeling en dat economische en/of beleidsmatige motivaties niet mogen worden meegenomen; openbare orde voornamelijk speelt bij initiatieven in openlucht, zowel op openbaar als privaat domein;
Gezien het voorliggende manifest en aanvraagformulier waarin onder andere de volgende zaken worden opgenomen:
Overwegende dat er uitnodiging van de Herkse Middenstandsraad vzw verstuurd werd aan de Herkse horeca-uitbaters om samen te komen op 25 oktober 2021 om 20 uur in het gemeenschapscentrum De Markthallen, gelegen te 3540 Herk-de-Stad, Markt 2; dat de bijeenkomst effectief op de voornoemde datum plaatsvond; dat er slechts 1 horeca-uitbater aanwezig was tijdens deze bijeenkomst;
Overwegende dat er geen opmerkingen geformuleerd werden tijdens de voornoemde bijeenkomst;
Gelet op het positief advies van de Herkse Middenstandsraad vzw van 29 maart 2022;
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet);
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is (Vrijstellingsbesluit);
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 voor Titel I van het VLAREM (= Vlaams reglement betreffende de Milieuvergunning);
Gelet op het decreet van 25 mei 2012 voor het Milieuvergunningsdecreet;
Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het feit dat er geen financiële gevolgen zijn voor de dienst Lokale Economie;
Na beraadslaging;
"Raadslid Lo Guypen verantwoordt zijn onthouding namens de NIEUW Herk-de-Stad en Onafhankelijken fractie als volgt :
De fractie NIEUW Herk-de-Stad en Onafhankelijken staat volledig achter de ondersteuning en de bescherming van de horeca in Herk-de-Stad. Zij vormen een essentiële dienstverlening aan de bevolking en bevorderen het sociale leven.
Maar dit manifest en reglement is louter bedoeld om het de pop-up initiatieven te bemoeilijken, ingegeven vanuit het concurrentieel gegeven. We begrijpen en zijn akkoord met het voornemen dat wildgroei moet tegengegaan worden en dat ook de pop-ups moeten voldoen aan de geldende principes en voorwaarden van uitbatingen. Goedkoop winstbejag is altijd af te keuren. Maar ook pop-ups vormen een belangrijk onderdeel van de sociale cohesie tijdens de zomerse maanden en de winterse feesten. Een spreekwoord zegt dat ‘volk ander volk aantrekt’: twee cafés naast mekaar zorgen dat beide meer klanten hebben. Dat geldt ook voor pop-ups. Daar is dus niks mis mee.
Wij zijn van oordeel dat deze reglementering ertoe zal leiden dat mogelijke initiatiefnemers wel twee keer zullen nadenken vooraleer ze aan de administratieve papierenwinkel willen beginnen en bijgevolg zullen afzien van hun voornemen. Daarmee wordt het vrije initiatief en het door de gemeenschap doorgaans als leuk en gezellig ervaren gebeuren gefnuikt. En dat betreuren wij."
"Raadslid Johny Franssen verantwoordt zijn onthouding namens de N-VA fractie als volgt :
Niettegenstaande de goede bedoelingen die in dit manifest en agendapunt staan, hebben we er toch moeite mee dat er te weinig aandacht wordt besteed aan de horecazaken die dit als hoofdberoep hebben en die ook interessante initiatieven hebben om activiteiten te organiseren die niet altijd toegestaan worden."
Artikel 1.
Het hierna volgende manifest goed te keuren:
De gemeente onderschrijft uitdrukkelijk de hieronder vermelde principes:
1. Twee vaste pop-up-periodes
Er worden twee (seizoensgebonden) periodes vastgelegd waarbinnen pop-up-horecazaken kunnen worden toegelaten:
Tijdens de periode van 16 februari tot en met 14 mei en 16 september tot en met 14 november zal de vestiging van pop-up-horecazaken niet worden toegelaten.
2. Maximale uitbatingsperiode van 100 dagen
Deze maximale uitbatingsperiode wordt beperkt tot 100 kalenderdagen, ongeacht of binnen deze 100 kalenderdagen de pop-up-horecazaak open of gesloten is.
De uitbatingsperiode zal worden ingelast in de wettelijke termijn van 120 aaneengesloten dagen per kalenderjaar dan wel de maximaal 4 periodes van 30 aaneengesloten dagen per kalenderjaar, zoals voorzien in artikel 7.3 van het Vrijstellingsbesluit (besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is).
3. Stedenbouwkundige verenigbaarheid
De exploitatie van een pop-up-horecazaak dient verenigbaar te zijn met de omgeving.
In ieder geval dient de gebeurlijke tijdelijke functiewijziging van het betreffende pand en/of tijdelijke inrichting van een terrein, al dan niet met tijdelijke constructies, in overeenstemming te zijn met de stedenbouwkundige regelgeving zoals bepaald in de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, het Omgevingsvergunningsdecreet en hun uitvoeringsbesluiten. Zo kan de zaak pop-up-horecazaak onder andere niet gelegen zijn in ruimtelijke kwetsbaar gebied, met uitzondering van parkgebied, de algemene bestemming van het gebied mag niet in het gedrang komen en het uitbaten van deze zaak kan niet gepaard gaan met ontbossing, wijziging van kleine landschapselementen, vegetatiewijziging of aanzienlijke reliëfwijziging.
4. Aanvraag tot vestiging van een pop-up-horecazaak
Een aanvraag tot vestiging en/of exploitatie van een pop-up-horecazaak dient ten minste vier maanden voor de vooropgestelde opening te worden aangevraagd bij de gemeente. Onverminderd de vereisten uit artikel 5 van voorliggend manifest dient de aanvraag minstens de gegevens van de aanvrager en de locatie van de vooropgestelde pop-up-horecazaak te omvatten, alsook een precieze omschrijving van de activiteiten en doelstelling van de pop-up-horecazaak.
De overige vereiste aanvraagdocumenten zijn afhankelijk van de vooropgestelde activiteiten van de pop-up-horecazaak. De gemeente voorziet in een ondernemingsvriendelijke aanvraagprocedure.
Het College van Burgemeester en Schepenen beoordeelt de aanvraag. De aanvrager kan maar overgaan tot exploitatie van de pop-up-horecazaak nadat het gebeurlijke vergunningsbesluit aan de aanvrager werd betekend.
5. Overeenstemming van de exploitatie met sectorale regelgeving
Pop-up-horecazaken dienen net als permanente horecazaken te voldoen aan de vereiste veiligheids- en kwaliteitsvereisten.
Alvorens een exploitant de toestemming kan krijgen om een pop-up-horecazaak uit te baten, dienen de volgende documenten te worden voorgelegd bij het indienen van de aanvraag:
De gemeente ziet mee toe op de naleving van de sectorale regelgeving. In het bijzonder wordt gewezen op de naleving van de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen aangaande geluid zoals bepaald in artikel 5.32.2.1. van VLAREM II.
6. Sluitingsuur
Aan de pop-up-horecazaken wordt een vast sluitingsuur opgelegd voor muziek en exploitatie, met uitdoofprincipe van een uur om de gasten buiten te begeleiden. Het sluitingsuur kan variabel zijn, bijvoorbeeld voor weekend- en feestdagen.
7. Een pop-up-horecazaak op openbaar domein
De gemeente voorziet in een objectief en transparant toetsingskader waaraan aanvragen voor de inrichting van een tijdelijke pop-up-horecazaak op openbaar domein zal worden getoetst. Bij de beoordeling van een aanvraag neemt de gemeente een gemotiveerd besluit, waarbij zij gehouden is de beginselen van behoorlijk bestuur na te leven.
8. Heldere communicatie en structureel overleg
De gemeente engageert zich ertoe om helder, duidelijk, transparant en op regelmatige tijdstippen te communiceren over de permanente horecazaken en de pop-up-horecazaken. De communicatie omvat zowel externe communicatie naar inwoners en bezoekers (publiciteit), als interne communicatie naar de lokale permanente horecazaken.
Tevens wordt een structureel overleg voorzien. Tweemaal per jaar organiseert de gemeente een horeca-overleg.
Met dit manifest wordt getracht de belangen van alle betrokken partijen te verzoenen. Bovendien bewaken we de kwaliteit van alle initiatieven en stroomlijnen we de gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen.
Voor horeca Vlaanderen Voor de gemeente
Matthias De Caluwe Nathalie Creten Gert Vandersmissen Bert Moyaers
CEO waarnemend algemeen directeur schepen Lokale Economie burgemeester
Artikel 2.
De burgemeester, de schepen Lokale Economie en de waarnemend algemeen directeur te machtigen het manifest te ondertekenen.
Artikel 3.
Het hierna volgende reglement goed te keuren:
Reglement en voorwaarden voor de opstart van een pop-up horecazaak
Artikel 1 - Aanvrager
De aanvrager is een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vereniging (met hierbij een strikte interpretatie van het begrip vereniging).
Artikel 2 - Aanvraagprocedure
Een aanvraag tot vestiging en/of exploitatie van een pop-up horecazaak dient ten minste vier maanden voor de vooropgestelde opening te worden aangevraagd en kan nooit langer dan veertien kalenderdagen duren.
Artikel 3 - Drankvergunning
Wanneer er gegiste en/of sterke dranken geschonken worden voor consumptie ter plaatse – gratis of tegen betaling – moet de aanvrager over een drankvergunning beschikken.
Artikel 4 - Kruispuntbank van Ondernemingen
Paragraaf 1.
De aanvrager moet ingeschreven zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). De dienst Lokale Economie zal bij de aanvraag de ondernemingsgegevens uit de Public Search van de KBO trekken om na te gaan of de aanvrager ingeschreven is.
Paragraaf 2.
Indien de aanvrager slechts veertien dagen voor zijn aanvraag ingeschreven is bij de KBO, bezorgt de aanvrager zelf een attest van zijn inschrijving bij de KBO aan de dienst Lokale Economie. Hij kan dit attest verkrijgen via het ondernemingsloket waar hij zijn inschrijving deed.
Paragraaf 3.
De aanvrager / exploitant moet minstens ingeschreven zijn onder de codes 56.XXX van de NACEBEL-codes in de KBO.
Paragraaf 4.
Indien er geen vestigingseenheid is ingeschreven op de locatie bij de KBO, moet de aanvrager / exploitant in het bezit zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten (leurkaart).
Artikel 5 - Strafregister
De aanvrager bezorgt de dienst Lokale Economie een uittreksel uit het strafregister. Dat kan de aanvrager verkrijgen bij het gemeentebestuur van de plaats waar hij is ingeschreven. Indien de aanvrager gedomicilieerd is in Herk-de-Stad, vraagt de dienst Lokale Economie dit rechtstreeks aan de dienst Bevolking en moet de aanvrager geen uittreksel bezorgen.
Artikel 6 - Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
De aanvrager bezorgt de dienst Lokale Economie een kopij van de toelating en/of registratie bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
Artikel 7 - Attesten
De aanvrager bezorgt de dienst Lokale Economie, samen met het standaardaanvraagformulier:
Artikel 8 - Doelstelling
Samen met het standaardaanvraagformulier, formuleert de aanvrager het concept van zijn aanvraag. Hierin worden duidelijk weergegeven:
Artikel 9 - Beschrijving van de pop-up horecazaak
De aanvrager moet een duidelijke voorstelling en beschrijving geven van de pop-up horecazaak die hij tijdelijk wil uitbaten. Hierbij geeft de aanvrager:
Artikel 10 - Organisatieplan
De aanvrager moet een organisatieplan opmaken. Dit bevat:
Artikel 11 - Voorschriften
Tijdelijke initiatieven (zoals een pop-up horecazaak) moeten steeds voldoen aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften / ruimtelijke plannen. De plaatsing van een tijdelijke pop-up horecazaak gebeurt niet in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van parkgebied. Daarenboven brengt / brengen constructie(s) de verwezenlijking van de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang. De plaatsing van de tijdelijke pop-up horecazaak gaat niet gepaard met een ontbossing, wijziging van vegetatie of kleine landschapselementen, een aanmerkelijke reliëfwijziging of ene wijziging van waterlichamen.
Pop-up horeca is bovendien verboden op:
De geluidswaarden van pop-up horecazaken moeten voldoen aan geluidscategorie 1 en alle voorwaarden opgenomen in hoofdstuk 6.7 van VLAREM (een maximaal geluidsdrukniveau LAS(max) kleiner of gelijk aan 92 dB(A) en een gemiddeld geluidsdrukniveau LAeq, 15 min kleiner of gelijk aan 85 dB(A).
De aanvrager neemt hiervoor best voorafgaand aan zijn aanvraag even contact op met de dienst Omgeving van het gemeentebestuur van Herk-de-Stad om na te gaan of de plaatsing van zijn tijdelijke pop-up horecazaak kan op de locatie die hij voor ogen heeft.
Artikel 12 - Openingsmomenten van de pop-up horecazaak
Er zijn twee (seizoensgebonden) periodes waarbinnen pop-up horecazaken kunnen worden toegelaten:
Tijdens de periode van 16 februari tot en met 14 mei en 16 september tot en met 14 november zal de vestiging van pop-up horecazaken niet worden toegelaten.
De aanvrager vermeld in zijn aanvraag de startdatum en einddatum van zijn pop-up horecazaak. Een pop-up horeca kan nooit vroeger starten dan:
Het vast sluitingsuur (met uitdoofprincipe van een uur om de klanten naar buiten te begeleiden) wordt als volgt vastgelegd:
Artikel 13 - Beslissing
Paragraaf 1.
Iedere aanvraag wordt behandeld door de dienst Lokale Economie die op zijn beurt een advies verleent aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Paragraaf 2.
Het College van Burgemeester en Schepenen beslist over de (uiteindelijke) aanvraag voor de opstart van een tijdelijke pop-up horecazaak. Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen is geen beroep mogelijk.
Paragraaf 3.
De aanvrager kan maar overgaan tot exploitatie van de pop-up horecazaak nadat het vergunningsbesluit aan de aanvrager werd betekend.
Artikel 4.
Het aanvraagformulier ‘pop-up horeca’, zoals opgenomen in de bijlage, goed te keuren.
Artikel 5.
Het College van Burgemeester en Schepenen te machtigen de aanvragen te behandelen.
Artikel 6.
Dit reglement wordt na een jaar geëvalueerd.
Artikel 7.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
Overwegende de start van de ontwikkeling van Tamerpark als nieuwe woonwijk;
Overwegende de noodzaak om onder meer in functie van de aanleg van nutsleidingen e.a. te voorzien in een straatnaam en huisnummering;
Overwegende de vraag van de dienst Omgeving om een aparte straatnaam en huisnummering te voorzien aan:
- de centrale straat/as doorheen de nieuwe wijk waarmee die enerzijds ontsloten wordt naar de Diestsesteenweg en anderzijds naar de Paul Vangeelstraat en Deken van Herckstraat
- de vier straten/woonerven
Overwegende dat de cultuuradviesraad de naamgeving vanuit verschillende invalshoeken heeft bekeken en er uiteindelijk heeft voor gekozen om van de wijk een "kleinkunstwijk" te maken en de 8 straten de naam te geven van een Nederlandstalige artiest(e) en/of een Nederlandstalige "klassieker". Concreet stelt de cultuuradviesraad volgende straatnamen voor waaruit het college een keuze kan maken:
- Boer Bavostraat (Miel Cools)
- Malle Babbestraat (Rob De Nijs/Boudewijn De Groot)
- Helenastraat (Hugo Raspoet)
- Rozanestraat (Wim De Craene)
- Annabelstraat (Hans Debooij)
- Yasminestraat (Frieda Rens)
- Liesbeth List-laan (laan klinkt in dit geval beter dan straat)
- Anneke Weemaesstraat (Jan De Wilde)
- Mariekestraat (Jacques Brel)
- Suzannestraat (VOF De Kunst)
- Margrietjestraat (Louis Neefs)
- Satelliet Suzystraat (Noordkaap)
- Meester Prikkebeenstraat (Boudewijn De Groot)
- Tante Juliastraat (Boudewijn De Groot)
Gelet op de schepencollegebeslissing van 4 januari 2022 om uit het voorstel van de cultuuradviesraad volgende straatnamen te kiezen:
- straat 1: Tante Juliastraat
- straat 2: Jennifer Jenningsstraat
- straat 3: Mariekestraat
- straat 4: Boer Bavostraat
- straat 5: Rozanestraat
- straat 6: Satelliet Suzystraat
- straat 7: Bleke Lenalaan
- straat 8: Helenastraat
De vier voetpaden of steegjes te voorzien van volgende namen:
- steeg 1: Porseleinsteeg
- steeg 2: Malle Babbesteeg
- steeg 3: Anneke Weemaessteeg
- steeg 4: Ben-ik-te-minsteeg
Overwegende dat bij nader inzien het achtervoegsel "steeg" niet echt gepast was gezien dit vooral een beeld oproept van een nauw straatje in een stedelijke context, terwijl het hier gaat om voetpaden/-wegen waarmee de wijk bijkomend wordt ontsloten voor zwakke weggebruikers;
Overwegende dat daarom het achtervoegsel "steeg" is vervangen door "weg";
Overwegende dat alle rechthebbenden (of hun erven) voor zowel de tekst en/of de muziek hun toestemming geven om een straatnaam of wegnaam naar één van hun nummers te vernoemen;
Overwegende het verzoek van één van de rechthebbenden om indien mogelijk de auteursnaam/namen van de tekst en/of muziek mee op de straatnaamborden te vermelden;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;
Gelet op het decreet van 29 november 2002 ter bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen;
Gelet op de werknota (1 april 2010) van de VVSG i.v.m. straatnaamgeving en huisnummering die volgende procedure voorziet bij de toekenning van een nieuwe straatnaam:
- vaststellen van de noodzaak aan een nieuwe straatnaam
- adviesvraag aan de cultuuradviesraad
- bepaling voorlopige naam door het schepencollege
- voorlopige aanvaarding van de naam door de gemeenteraad
- organiseren van een openbaar onderzoek via aanschrijven van betrokken inwoners en aanplakking
- behandelen van bezwaren
- definitieve goedkeuring door de gemeenteraad
- informeren bevoegde diensten (hulpdiensten, nutsmaatschappijen e.a.)
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de uit het voorstel van de cultuuradviesraad en aanvullingen van het schepencollege volgende straatnamen voorlopig goed :
- straat 1: Tante Juliastraat
- straat 2: Jennifer Jenningsstraat
- straat 3: Mariekestraat
- straat 4: Boer Bavostraat
- straat 5: Rozanestraat
- straat 6: Satelliet Suzystraat
- straat 7: Bleke Lenalaan
- straat 8: Helenastraat
Artikel 2.
De vier voetwegen te voorzien van volgende namen:
- 1: Porseleinweg
- 2: Malle Babbeweg
- 3: Anneke Weemaesweg
- 4: Ben-ik-te-minweg
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 268 t.e.m. 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- afdelingshoofd Vrije Tijd;
- dienst Omgeving;
- dienst Burgerzaken;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur dat, onder voorbehoud van de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen, aan de gemeenteraad de volheid van bevoegdheid toekent ten aanzien van alle aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de gemeente behoren;
Dit betekent dat het college van burgemeester en schepenen over een toegewezen bevoegdheid beschikt, omschreven onder andere in artikel 56 van het decreet lokaal bestuur.
Overwegende dat artikel 41,9° van het decreet lokaal bestuur aan de gemeenteraad de bevoegdheid geeft om een deel van haar bevoegdheid te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen, dit door vast te stellen wat er onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan.
Overwegende dat de gemeenteraad in haar zitting van 13 mei 2013 haar goedkeuring gaf aan een reglement tot vaststelling van de bevoegdheden die aan het college van burgemeester en schepenen werden gedelegeerd door omschrijving van de categorieën 'verrichtingen van dagelijks bestuur'.
Bijkomend werd er in dit raadsbesluit categorieën van verrichtingen vastgesteld die vrijgesteld zijn van visumverplichting;
Visumverplichting is de in het decreet lokaal bestuur ingeschreven verplichting om beslissingen die in hun uitvoering een cashflow impliceren voor visum dienen voorgelegd te worden aan de financieel directeur;
Overwegende dat het voor de goede werking van het bestuur wenselijk is om bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks beheer met een geringe financiële impact vrij te stellen van de visumverplichting;
Beide soorten van bepalingen (dagelijks bestuur en vrijstelling visumverplichting) zijn erop gericht sneller handelen mogelijk te maken en een vorm van administratieve vereenvoudiging door te voeren;
Overwegende dat sinds het raadsbesluit van 2013 zowel de wetgeving (decreet lokaal bestuur, wet op de overheidsopdrachten, besluit in zake de beheers- en beleidscyclus, het bestuursdecreet, ....) als de organisatie grondig zijn veranderd en geëvolueerd;
Overwegende dat de organisatie geëvolueerd is door de integratie van gemeente en OCMW, door de invoering van een organisatiebeheersingssysteem, de jaarlijkse audits, ....
Overwegende dat dientengevolge een actualisatie zich opdringt zowel voor wat betreft de omschrijving van het begrip dagelijks bestuur als wat betreft het bepalen van de verrichtingen die van visumverplichting zijn vrijgesteld;
Overwegende dat de invulling van het begrip dagelijks bestuur en de vrijstelling van een visumverplichting voor gemeente en OCMW best worden gelijkgeschakeld; vanuit efficiënte overwegingen;
Overwegende dat wat betreft het begrip dagelijks bestuur voorgesteld wordt de regeling te vereenvoudigen door de omschrijving toe te spitsen op een toewijzing van de bevoegdheid van lastvoorwaarden voor overheidsopdrachten tot een drempelbedrag gelijk aan het drempelbedrag geformuleerd in de wet op de overheidsopdrachten voor het werken met een aanvaarde factuur, meer bepaald momenteel gesteld op 30 000EUR exclusief BTW;
Voor het overige wordt voor de verdeling van bevoegdheden tussen gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen in hoofdorde terug gevallen op de betrokken artikelen van het decreet lokaal bestuur (art. 41 en 56);
Overwegende dat door het hanteren van dit drempelbedrag van de wet op de overheidsopdrachten en niet te kiezen voor een aparte regeling met eigen drempelbedragen, de herkenbaarheid verhoogd wordt en complexiteit vermeden; Met andere woorden er wordt gekozen voor administratieve eenvoud door niet nog eens een apart drempelbedrag in te voeren;
Overwegende dat wat betreft vrijstelling van visumverplichting in de Vlaamse regelgeving voor de aanstelling van personeel gekozen werd voor een strengere visering, los van het drempelbedrag omwille van het bijzonder risico dat hiermee gepaard gaat.
Overwegende dat voor een goede administratieve organisatie de raad de financiële grens gezien de financiële evolutie optrekt voor de verrichtingen die geviseerd moeten worden.
Overwegende dat voor vrijstelling verplichting de financieel directeur een gunstig advies geeft voor volgend voorstel:
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41:
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
.....
8° het vaststellen van wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan;
....
10° het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
a) de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 artikel 177, eerste lid:
'De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor:
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;'
en artikel 266:
'De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.
De gemeenteraad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle, vermeld in het tweede lid, uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.'
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 artikel 99 (in voege vanaf 1 januari 2020) kunnen volgende categorieën van verrichtingen niet worden uitgesloten van de visumverplichting:
- De aanstelling van statutaire personeelsleden;
- De aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;
- De aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer, behoudens in de volgende gevallen:
- Een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, paragraaf 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn;
- Een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan de werkgelegenheidsmaatregelen, vermeld in punt 1°, voor maximaal vier jaar, in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de voormelde wet, of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van
de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
- De verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 50.000 euro;
- De verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 25.000 euro;
- De investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan 10.000 euro.
Gelet op de wet op de overheidsopdrachten van 17 juni 2016 en het KB van 18 april 2017 inzake plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren, artikel 92:
'De overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro zijn uitsluitend onderworpen aan :
1° de bepalingen van titel 1, met uitzondering van de artikelen 12 en 14;
2° de bepalingen inzake het personeel en materieel toepassingsgebied bedoeld in hoofdstuk 1 van titel 2.
Deze opdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur.'
Gelet op het positief advies van het M-team en de financieel directeur;
Gelet op artikel 99 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 waarin bepaald wordt welke categorieën van verrichtingen sowieso niet kunnen worden uitgesloten van de visumverplichting stel ik voor om verbintenissen die resulteren in een uitgaande netto kasstroom en een financiële verrichting tot gevolg hebben waarvan het
bedrag niet hoger is dan 10.000 EUR (exclusief btw) vrij te stellen van de visumverplichting. Voor weerkerende verbintenissen (verlengingen van overheidsopdrachten, huren, onderhoudscontracten,…) stel ik voor voor de aftoetsing van de verbintenis aan het bedrag van 10.000 euro excl. BTW rekening te houden met een forfaitaire looptijd van vier jaar.
Ik stel daarnaast voor, omwille van de administratieve eenvoud, geen verder onderscheid te maken tussen verschillende categorieën van verbintenissen (bv. exploitatie vs. investering).
Op deze wijze ligt de visumverplichting in lijn met de algemene teneur van het reglement tot administratieve eenvoud met de keuze van een drempelbedrag van 30.000 euro excl. BTW(= drempelbedrag aanvaarde factuur) voor de delegatie van raden naar college/vast bureau.
Wat betreft de termijn voor het aanleveren van het visum stel ik voor om de aanvraag tot visum te ontvangen ten minste 6 kalenderdagen voordat de beslissing tot verbintenis behandeld wordt binnen het bevoegde beleidsorgaan.
Advies ADV_20220218_015 van Ive Vanderlee van 02 maart 2022: Gunstig
"Raadslid Johny Franssen verantwoordt zijn onthouding namens de N-VA fractie als volgt :
De bevoegdheid van de oppositie in de gemeenteraad is al zo gefnuikt. Dit daar nu nog aan toevoegen is voor ons een brug te ver."
Artikel 1.
Het begrip dagelijks bestuur wordt omschreven als volgt:
De overheidsopdrachten, met in begrip van het bepalen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden, zowel voor exploitatie - of investeringsuitgaven, voor zover grens bepaald in artikel 92 van de wet op de overheidsopdrachten met name de overheidsopdrachten van beperkte waarde - aanvaarde factuur, zijnde 30 000EUR niet wordt overschreden.
Artikel 2.
§ 1 Van visumverplichting worden uitgesloten:
De voorgenomen verbintenissen die resulteren in een uitgaande netto kasstroom en een financiële verrichting tot gevolg hebben, waarvan het
bedrag niet hoger is dan 10.000 EUR (exclusief btw); Voor weerkerende verbintenissen (verlengingen van overheidsopdrachten, huren, onderhoudscontracten,…) wordt voor de aftoetsing van de verbintenis aan het bedrag van 10.000 euro excl. BTW rekening gehouden met een forfaitaire looptijd van vier jaar.
§ 2 Het dossier dat ter visering wordt voorgelegd bevat alle stukken relevant voor de visering;
§ 3 Het visum wordt gegeven vooraleer de beslissing tot het aangaan van een verbintenis door het college van burgemeester en schepenen wordt genomen, minstens voor de verbintenis zelf tot stand komt;
§4 Bij weigering van het visum geeft de financieel directeur een uitdrukkelijke motivering;
§5 De financieel directeur beschikt over zes kalenderdagen voor het afleveren van een visum. Een agendapunt dat visum vereist kan maar effectief beslist worden mits deze termijn gerespecteerd wordt, tenzij in geval van hoogdringendheid.
Artikel 3.
Het besluit van de gemeenteraad van 13 mei 2013 houdende de goedkeuring van het reglement tot vaststelling van de bevoegdheden van de gemeenteraad die aan het college van burgemeester en schepenen worden gedelegeerd en tot vaststelling van de categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur die zijn vrijgesteld van de visumverplichting wordt opgeheven met ingang van 1 mei 2022, tevens ook de datum waarop dit reglement in werking treedt.
Artikel 4.
Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen een aangelegenheid die haar bij dit reglement werd toevertrouwd niettemin voor beslissing voor te leggen aan de gemeenteraad.
Artikel 5.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan :
- de Dienst Financiën;
- de overige gemeentelijke diensten;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2021 waarbij een huurovereenkomst werd gesloten tussen Dico VZW en het stadsbestuur tot het huren van bepaalde lokalen op de gelijkvloerse en eerste verdieping in het gebouw gelegen aan Markt 19 en eigendom van Dico VZW.
Overwegende dat op dezelfde zitting van de gemeenteraad de raad zich akkoord heeft verklaard met een eenzijdige verkoopbelofte;
Overwegende dat deze verkoopbelofte door Dico VZW werd ondertekend op 23 december 2021;
Overwegende dat Dico VZW in vereffening werd gesteld bij beslissing van de algemene vergadering van de VZW op datum van 29 maart 2022 en werden meester Bert Vandereyt en meester An Noé;
Overwegende de statuten van Dico VZW, neergelegd op de rechtbank van koophandel op 14 mei 2018 en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 25 mei 2018 waarvan kennis genomen door de gemeenteraad in haar zitting van 10 september 2018 in artikel 24 bepalen dat in geval van ontbinding van de vereniging de goederen en waarden van de ontbonden vereniging worden overgedragen aan het stadsbestuur Herk-de-Stad.
Overwegende dat de VZW bijeen in haar algemene vergadering van 29 maart beslist heeft over te gaan tot de ontbinding van de vereniging, dit nadat het personeelsbestand werd overgedragen aan SDB VZW, een VZW met een vergelijkbare activiteit.
Overwegende dat onder andere door de gevolgen van de pandemie ten gevolge van COVID - 19 de VZW tot de vaststelling is gekomen dat zij pijlsnel op een deficit afstevende omwille van de aard van de activiteit, met name een uur niet gewerkt is geen dienstencheque;
Overwegende dat schaalvergroting in de hele sector dan ook het enige antwoord op deze problematiek ook voor andere dienstencheque - ondernemingen; Overwegende dat ingevolge deze vaststelling er snel een goed akkoord kon bereikt worden met een dienstenchequeonderneming met een vergelijkbare visie en missie als de eigen Dico VZW;
Overwegende dat door een snelle overname het verder oplopen van het deficit sterk kon beperkt worden, maar dat het vakantiegeld en achterstallige RSZ de belangrijke nog openstaande schulden zijn die op korte termijn dienen te worden betaald.
Overwegende de expliciete wens van de voorzitter en de leden van de VZW in vereffening om het personeel geen hinder te laten ondervinden van de overdracht en het dus de betrachting is om deze gelden uit te betalen op het normale tijdstip, met name in de maand mei.
Overwegende dat niet tijdig betalen van de RSZ bijkomende kosten met zich kan meebrengen die indien mogelijk dienen te worden vermeden.
Overwegende dat de raad zich kan vinden in deze ambitie en akkoord is dat de overgedragen werknemers geen hinder mogen ondervinden van de staat van vereffening van de VZW en de liquiditeitsproblemen.
Overwegende dat deze raad dan ook thans de optie zoals opgenomen onder A en B van de eenzijdige verkoopbelofte van 23 december 2021 wenst te lichten door dit schriftelijk mee te delen via een ter post aangetekend schrijven;
Overwegende dat bij het lichten van de optie de koopovereenkomst onderhands tot stand komt en het om de genoemde redenen opportuun is een voorschot te betalen, in afwachting van het verlijden van de authentiek akte van verkoop;
Overwegende dat dit voorschot bepaald wordt op 145 000,00EUR gezien het overzicht van de vereffenaar inzake de gekende en op korte termijn te vereffenen schulden van de VZW in vereffening, overzicht dat werd toegevoegd in de bijlage bij deze beslissing;
Overwegende dat dit voorschot in mindering wordt gebracht van de bij het verlijden van de akte te betalen aankoopprijs van 640 000,00 EUR samen met de reeds betaalde huurgelden;
Overwegende dat kan verwacht worden dat de VZW kan vereffend worden met een positief saldo en dat dit saldo bij sluiting van de vereffening terugkomt naar het bestuur in uitvoering van artikel 24 van de statuten.
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 zoals gewijzigd, de artikelen 41 en 42;
Gelet op het Vlaams bestuursdecreet van 7 december 2018;
Overwegende dat het bedrag van aankoop zoals vastgesteld in de eenzijdige verkoopbelofte door Dico VZW gedaan ten gunste van de stad Herk-de-Stad voor het gebouw gelegen te Herk-de-Stad, Markt 19, gekadastreerd volgens titel sectie A nummer 768/Z en volgens recent kadastraal uittreksel sectie A nummer 0768ZP0000, met een oppervlakte volgens titel en kadaster van drie are drieënvijftig centiare (3a53ca) werd bepaald op 640 000,00EUR;
Overwegende dat dit bedrag dient te worden verminderd met de door de stad reeds betaalde huurgelden in uitvoering van de door deze raad op 13 december 2021 goedgekeurde huurovereenkomst (eveneens ondertekend op 23 december 2021).
Overwegende het verzoek tot het betalen van een voorschot van 145 000,00EUR in afwachting van het verlijden van de notariële akte van verkoop.
Overwegende dat het budget voor deze aankoop voorzien is in het meerjarenplan onder Budgetrekening: 2022/A-2.3.4./0130-00/2220000/STAD/CBS/IP-30.
Op heden is er specifiek voor deze aankoop binnen het meerjarenplan 2020-2025 onvoldoende budget voorzien in 2022. Dit budget kan echter vrijgemaakt worden door de nodige verschuivingen binnen het meerjarenplan. Bovendien zal bij de vereffening van DICO een groot deel van het aankoopbedrag terugvloeien naar de Stad.
Onder deze voorwaarden kan ik bijgevolg mijn gunstig visum verlenen.
Gunstig mits aanpassing visum VSM_20220408_022 van Ive Vanderlee van 08 april 2022
Artikel 1.
De gemeenteraad beslist de optie te lichten zoals geformuleerd in de eenzijdige verkoopbelofte ondertekend door Dico VZW op 23 december 2021 betreffende het pand gelegen te Herk-de-Stad, Markt 19, gekadastreerd volgens titel sectie A nummer 768/Z en volgens recent kadastraal uittreksel sectie A nummer 0768ZP0000, met een oppervlakte volgens titel en kadaster van drie are drieënvijftig centiare (3a53ca) werd bepaald op 640 000,00EUR;
Artikel 2.
De gemeenteraad verklaart zich akkoord met het ter beschikking stellen van een voorschot van 145 000,00EUR bij het lichten van de optie aan de VZW Dico, in vereffening.
Artikel 3.
Bij het verlijden van de authentieke akte wordt de rest van de aankoopsom betaald meer bepaald:
-495 000,00EUR
-te verminderen met de sinds 1 januari 2022 betaalde huursommen aan de VZW Dico voor een gedeelte van Markt 19.
De kosten van de aankoop worden gedragen door het stadsbestuur als koper.
Artikel 4.
Voor het verlijden van de akte worden met akkoord van de vereffenaar de heer Benoit Levecq en Manu Beelen, geassocieerde notarissen gevestigd in Herk-de-Stad, Sint-Truidersteenweg 23 aangesteld.
Artikel 5.
Het college wordt gemachtigd de authentieke akte van verkoop goed te keuren voor zover deze voldoet aan het hierboven omschreven kader en de burgemeester en algemeen directeur worden gemachtigd deze akte te ondertekenen namens het stadsbestuur.
Artikel 6.
Onderhavig raadsbesluit vervolgens in toepassing van artikel 286 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- vzw DICO
- Financiële Dienst
- Dienst Secretariaat
Gelet op het feit dat de stad aangesloten is bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging;
Gelet op het feit dat de stad per aangetekend schrijven van 28 maart 2022 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging die op 8 juni 2022 plaatsheeft te Affligem met als agenda:
Gelet op de beraadslagingen;
Overwegende dat de Raad van Bestuur van Fluvius OV beslist heeft dat de vergadering digitaal zal gehouden worden INDIEN de coronamaatregelen het op termijn niet zouden toelaten fysiek te vergaderen;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Artikel 1.
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging d.d. 8 juni 2022 met als agendapunten:
Artikel 2.
De vertegenwoordiger van de stad die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 8 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing. Indien de coronamaatregelen op termijn een fysieke vergadering niet zouden toelaten, zal de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van 8 juni 2022 digitaal gehouden worden.
Artikel 3.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Gelet op het feit dat de stad voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg;
Gelet op het feit dat de stad per aangetekend schrijven van 31 maart 2022 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Fluvius Limburg die op 21 juni 2022 plaatsheeft in 'Hotel Staeyen, Tiensesteenweg 168 te 3800 Sint-Truiden', met volgende agenda :
1. Kennisneming verslagen van Fluvius Limburg en de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Fluvius Limburg afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Fluvius Limburg met betrekking tot het boekjaar 2021.
5. Verlenging van ex-Inter-aqua tot de normale vervaldag van Fluvius Limburg (29 maart 2037).
6. Verlenging van ex-Inter-media tot de normale vervaldag van Fluvius Limburg (29 maart 2037).
7. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
8. Statutaire benoemingen.
9. Statutaire mededelingen.
Gelet op het feit dat er een dossier met documentatiestukken aan de stad per brief van 31 maart overgemaakt werd;
Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze Algemene Vergadering zal kunnen plaatsvinden;
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;
Overwegende dat de afgevaardigde van de stad de agenda van de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering dient goed te keuren;
Overwegende dat er gevraagd wordt aan de afgevaardigde van de stad om enkele informatieve vragen te stellen;
Gelet op artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering;
Artikel 1.
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg d.d. 21 juni 2022 met als agendapunten
1. Kennisneming verslagen van Fluvius Limburg en de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2021.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Fluvius Limburg afgesloten op 31 december 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Fluvius Limburg met betrekking tot het boekjaar 2021.
5. Verlenging van ex-Inter-aqua tot de normale vervaldag van Fluvius Limburg (29 maart 2037).
6. Verlenging van ex-Inter-media tot de normale vervaldag van Fluvius Limburg (29 maart 2037).
7. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
8. Statutaire benoemingen.
9. Statutaire mededelingen.
Artikel 2.
De vertegenwoordiger van de stad zal de agenda van de Algemene Vergadering tevens Jaarvergadering goedkeuren maar zal bijkomend volgende 2 informatieve vragen stellen :
- waarom is er een voorbehoud van de Commissaris-Revisor bij de staat van activa en passiva ?
- graag toelichting bij de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode van 2021 - 2024
Artikel 3.
De vertegenwoordiger van de stad die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg op 21 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Artikel 4.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008;
Gelet op de intentie van het bestuur de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel wil verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;
Gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat met de representatieve vakorganisaties onderhandeld werd in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 12 september 2011 en de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 oktober 2011 waarbij met ingang van 1 juli 2011 een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden werd ingevoerd ten belope van 2% van het pensioengevend jaarloon en de RSZPPO werd aangeduid als opdrachtencentrale volgens de wetgeving overheidsopdrachten;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 14 december 2015 en de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2015 waarbij met ingang van 1 januari 2016 de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers werd verhoogd van 2% naar 2,75% en dit zolang het bestuur hiervoor de nodige VIAsubsidies ontvangt;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2020 waarbij met ingang van 1 januari 2021 de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers definitief werd verhoogd naar 3%;
Overwegende dat tot eind 2021 het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering aangeboden door Ethias en Belfius Insurance;
Gelet op de beslissing van het schepencollege 16 november 2021 waarbij kennis werd genomen van de opzeg van de lopende groepsverzekeringsovereenkomst met Ethias/Belfius Insurance waardoor deze een einde nam met ingang van 1 januari 2022 en waarbij principieel werd ingestemd met de mogelijke aansluiting bij OFP Prolocus (voorheen Provant);
Overwegende dat het bestuur voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);
Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;
Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;
Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;
Overwegende dat het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten;
Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;
Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;
Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten 'steprate' bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt (momenteel 63.944,74), een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen; dat deze maatregel enkel van toepassing is op de contractuele medewerkers van het A-niveau in het tweede deel van hun loopbaan;
Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement;
Overwegende dat het bestuur de vastgestelde bijdrage minimum moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen) moet behaald worden;
Overwegende dat het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Overwegende dat het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;
Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;
Overwegende de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;
Overwegende het protocol van het onderhandelingscomité C1;
Overwegende het voorstel van het schepencollege van 7 maart 2022 om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;
Overwegende dat verder de intentie geuit werd om met volgende entiteiten een MIPS-groep te vormen (gemeente en OCMW) om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen ;
Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;
Overwegende dat voormelde intentieverklaring van het schepencollege en voormelde documenten in het bijzonder onderhandelingscomité van 25 maart 2022 besproken werden; dat deze bespreking leidde tot een protocol van akkoord;
Overwegende dat er een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;
Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren;
Overwegende dat wordt voorgesteld dat Bert Moyaers wordt afgevaardigd als effectief lid en Bart Gruyters als plaatsvervangend;
De voorzitter gaat over tot geheime stemming van artikel 6 uit de beslissing.
20 ja-stemmen, 0 neen-stemmen, 2 onthouding en 0 blanco stemmen.
Bert Moyaers heeft de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen.
De voorzitter gaat over tot geheime stemming van artikel 7 uit de beslissing.
17 ja-stemmen, 3 neen-stemmen, 2 onthouding en 0 blanco stemmen.
Bart Gruyters heeft de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen.
Overwegende dat de kostprijs wordt bepaald door :
Overwegende dat de inning van de bijdragen via de RSZ kan behouden blijven;
Overwegende dat in de nodige kredieten voorzien wordt in de meerjarenplanning;
De voorzitter gaat over tot geheime stemming van artikel 6 uit de beslissing.
20 ja-stemmen, 0 neen-stemmen, 2 onthouding en 0 blanco stemmen.
Bert Moyaers heeft de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen.
De voorzitter gaat over tot geheime stemming op artikel 7 uit de beslissing.
17 ja-stemmen, 3 neen-stemmen, 2 onthouding en 0 blanco stemmen.
Bart Gruyters heeft de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen.
Artikel 1.
Kennis genomen wordt van en ingestemd wordt met :
Kennis wordt genomen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Artikel 2.
Beslist wordt om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROLOCUS.
Artikel 3.
Ingestemd wordt met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Artikel 4.
De pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon.
Artikel 5.
Het bestuur vormt samen met OCMW Herk-de-Stad een zogenaamde MIPS-groep.
Artikel 6.
De heer Bert Moyaers wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus.
Artikel 7.
De heer Bart Gruyters wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien hij/zij niet aanwezig kan zijn.
Artikel 8.
De voorzitter van de Raad en de algemene directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
Artikel 9.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
- de dienst personeel;
- de dienst financiën;
De raad neemt kennis van:
- Limburg.net : beknopt verslag van de Raad van Bestuur dd 26/01/2022;
- Limburg.net : beknopt verslag van de Raad van Bestuur dd 09/02/2022;
- Fluvius Limburg : notulen van Regionaal Bestuurscomité Noord dd 17/01/2022;
- Fluvius Limburg : notulen van Regionaal Bestuurscomité Zuid-West dd 19/01/2022;
- Fluvius Limburg : notulen van Regionaal Bestuurscomité Oost dd 24/01/2022;
- Fluvius Limburg : notulen van de Raad van Bestuur dd 01/02/2022;
- Fluvius Opdrachthoudende Vereniging : notulen van de Raad van Bestuur dd 16/02/2022;
De raad neemt kennis van:
- Schriftelijke vraag van Karolien Grosemans ivm evolutie personeel;
Belgian ATm OPtimization INitiative of kortweg BATOPIN is de naam van een project waarbij 4 grootbanken (ING, KBC, Belfius en BNP Paribas Fortis) samen een netwerk van neutrale bankautomaten gaan uitrollen. Het is de ambitie om tegen 2025 op ongeveer 700 locaties neutrale bankautomaten te plaatsen. 55 van deze plaatsen zijn gelegen in Limburg en in totaal zouden er 155 neutrale bankautomaten geplaatst worden. Deze grootschalige uitrol van neutrale bankautomaten zou moeten garanderen dat 95 procent van de Belgen binnen de 5 km cash geld kunnen afhalen of storten. Een bezoek aan de website van BATOPIN leert ons echter dat er geen automaten in Herk-de-Stad voorzien worden.
95 procent van de Belgen die binnen de 5 km cash geld kunnen afhalen of storten lijkt op het eerste zicht positief. Bij deze aanname wordt echter wel voorbijgegaan aan de realiteit van het buitengebied waar steden en gemeenten vaak bestaan uit een hoofdgemeente en aantal kerkdorpen. De meeste economische functies, zoals de bancaire dienstverlening, situeren zich hoofdzakelijk in de hoofdgemeente. De kerkdorpen beschikken echter ook over een uitgebreide dienstensector waarvan de horeca en de winkels de belangrijkste economische actoren zijn. Zeker in de horeca, en meer bepaald de cafés, wordt nog vaak cash betaald omdat dit eenmaal praktischer is wanneer men met een groep vrienden samen iets gaat drinken. Men kan waarschijnlijk stellen dat de aanwezigheid van een bankautomaat in de buurt van een café of brasserie een positief effect heeft om de omzet van deze zaken.
Hoewel BATOPIN verkocht wordt als een ‘dienstverlening naar de bevolking’, mag men niet voorbijgaan aan het feit dat het hier om een optimalisatie-operatie gaat. M.a.w. er zullen in totaliteit meer bankautomaten verdwijnen dan dat er worden geplaatst. De basisdienstverlening van de banken zal dus verder afnemen en vaak zijn de minder mobiele mensen of de meest kwetsbare mensen die minder thuis zijn in de digitale dienstverlening hiervan het eerste slachtoffer. Niet iedereen beschikt immers over een smartphone of internet. Na het terugschroeven van de fysieke dienstverlening gaan de banken nu dus nog een stapje verder door een basisdienst zoals geld afhalen verder af te bouwen.
Vlaams minister Demir heeft in het parlement al laten weten dat zij er bij de grootbanken op heeft aangedrongen dat de lokale besturen, zeker deze van de plattelandsgemeenten, betrokken worden bij de uitrol van dit project. Federaal minister De Sutter heeft dan weer bevestigd dat Bpost 350 bankautomaten ter beschikking zal stellen.
De norm van één bankautomaat binnen de 5 kilometer is een norm die uit Nederland komt. Deze norm is echter ontoereikend in een versnipperde ruimtelijke ordening, waardoor het aangewezen is om één automaat per woonkern te voorzien, ongeacht de afstand tussen 2 automaten.
Gelet op de toelichting van en de antwoorden op de vragen gegeven door schepen Gert Vandersmissen :
1. Heeft BATOPIN al contact opgenomen met het bestuur m.b.t. het uitrollen van het netwerk van neutrale bankautomaten?
Ja, reeds op 29 oktober 2021 heeft de dienst Lokale Economie deze vraag gekregen van Batopin met een korte toelichting van hun bedoeling en werd ook de vraag gesteld welke handelspanden er binnen onze dorpskernen beschikbaar zijn die eventueel gebruikt kunnen worden om hun positie binnen België te versterken. Diezelfde dag werd er door de dienst Lokale Economie een antwoord overgemaakt met de beschikbare handelspanden. Hierna is er lange tijd geen contact meer geweest. Onlangs heeft de dienst Lokale Economie opnieuw de vraag gesteld hoever het project staat. Hierop werd volgende reactie overgemaakt door Batopin :
Ik schets u even het project Batopin. Daarnaast is het mogelijk interessant dat wij even met u of met uw collega’s/schepenen een gesprek inplannen om het project te duiden. We zijn immers bezig aan een oefening waarbij we de verschillende gemeentes persoonlijk de plannen toelichten. Dit gebeurt geleidelijk aan, waardoor we u nog niet proactief aanschreven.
Ter herinnering is Batopin een initiatief van 4 Belgische grootbanken - Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC – en werd opgericht met als doel de toegang tot cash geld structureel en op lange termijn te vrijwaren. Batopin is van nul begonnen om een nieuw netwerk van neutrale geldautomaten te creëren, dat losstaat van de banken. Dit neutraal netwerk zal in de plaats komen van de huidige netwerken van de partnerbanken. Deze nieuwe neutrale geldautomaten worden “Bancontact CASH-punten” genoemd.
We kunnen ons dus niet uitspreken over de toekomstige plannen van de banken voor hun kantoor: we kunnen alleen aangeven dat de nog aanwezige, deelnemende banken, genoemd hierboven, hun geldautomaten zullen weghalen als wij klaar zijn met het alternatief in het centrum van uw stad.
Het grote voordeel van dit neutrale netwerk is dus precies dat het niet de locaties selecteert waar bankfilialen hun kantoren huren, maar veeleer de locaties waar de mensen daadwerkelijk contant geld gebruiken. En deze werden bepaald op basis van de hoeveelheid aan cash die daar vandaag wordt gebruikt.
Batopin houdt rekening met een aantal sleutelfactoren zoals demografie, woon- en/of werkomgeving, verplaatsingspatronen en ook zeker met de plaatsen waar mensen daadwerkelijk op zoek zijn naar cash geld en contant geld gebruiken (horeca, shopping, toerisme, …).
Het vinden, identificeren en opzetten van deze nieuwe CASH-punten gaat zeer geleidelijk en gebeurt in overleg met vele plaatselijke actoren zoals de lokale overheden, ten einde systematisch de meest geschikte locaties te bepalen naar gelang van de plaatselijke behoeften.
De uitrol van dit netwerk van nieuwe, neutrale CASH-punten is gestart in de zomer van 2021 en zal tegen eind 2024 volledig uitgerold zijn, met 2240 CASH-punten op ongeveer 750 locaties in België.
Voor Herk-de-Stad specifiek hadden we een vergevorderd plan om op de Markt een gebouw te huren maar dat is laattijdig afgesprongen.
We zoeken dus verder.
Hierna werd de vraag voor een overlegmoment gesteld. Ondertussen heb ik ook vernomen dat er 4 andere banken, namelijk Argenta, Crelan, VDK Bank en Bpost met een eigen initiatief gestart zijn onder de naam Jofico maar verdere informatie is hierover niet beschikbaar.
2. De grootbanken zullen op termijn het aantal bankautomaten halveren. Is er al geweten hoeveel en welke automaten op termijn zullen verdwijnen in Herk-de-Stad?
Eerst hebben we een oplijsting gemaakt van de huidige bankautomaten en daarna de vraag gesteld aan de banken wat hun plannen zijn. De meeste banken hebben laten weten dat er momenteel niks concreet beslist is en alles blijft zoals het is.
KBC : 2 automaten en hebben nog geen enkele instructie gekregen dat deze 2 automaten zouden verdwijnen
Belfius : 2 automaten maar hebben geen verdere informatie over hoelang ze nog zullen blijven
BNP Paribas Fortis : 1 automaat maar momenteel ook nog geen enkel zicht op een eventuele verdwijning
Argenta : 1 automaat - Argenta is ingestapt in een joint venture maar voorlopig blijft alles behouden
Bpost : geen antwoord tot op heden
Ik twijfel of het nodig is om hierover een beslissing te nemen. Er is momenteel wel degelijk overleg en het is wel de bedoeling dat er samen met het lokaal bestuur in overleg gegaan wordt en dat alle parameters zeker mee in acht genomen worden als er een beslissing genomen dient te worden. Hoe de verdere uitrol van Jofico en de eventuele samenwerking met Batofin zal verlopen is momenteel nog onbekend.
Artikel 1.
Het voorstel van de gemeenteraad aan het schepencollege om de nood aan bankautomaten in Herk-de-Stad in kaart te brengen en om na te gaan hoe de vastgestelde nood aan bankautomaten kan ingevuld worden wordt verworpen.
In het verslag van het schepencollege van 28 maart ’22 lezen we tot onze verbijstering dat het Vooruit-OpenVLD-CD&V bestuur beslist heeft om de samenwerking met Fluvius als studiebureau voor de bouw van het nieuwe gemeentehuis (NAC) stop te zetten.
Daarmee bereikt dit dossier een voorlopig orgelpunt in mineur. Het project begon nochtans met een mooie voorsprong. Als mede-eigenaar werd het vroegere politiegebouw aan gunstige financiële voorwaarden verworven. Het gebouw bood bovendien jarenlang een goed administratief onderkomen voor de politie, in belangrijke mate vergelijkbaar met de huisvesting van de gemeentelijke diensten.
Hoe moeilijk kan het zijn.
Nadien werd ‘jaaaaren’lang gepuzzeld aan de indeling van het gebouw met gewenste aanpassingen
om de gemeentelijke diensten te huisvesten. Vervolgens werd Fluvius met veel getetter ingehaald als veelbelovend studiebureau voor de herinrichting van het politiegebouw. Fluvius mag dan wel specialist zijn in de distributie van elektriciteit, gas en riolering maar blijkt duidelijk niet over de nodige bouwtechnische expertise te beschikken. Een misinschatting van formaat die het bestuur eigenlijk voorop had moeten weten.
Ook financieel kan dit dossier tellen. Het oorspronkelijk geraamd bedrag van 1,8 miljoen Euro inclusief btw steeg in de loop van de rit tot 2,4 miljoen Euro (net geen 100 miljoen Belgische franken alstublieft!).
Blijkbaar waren de brand- en alarmcentrale, videofonie en toegangscontrole vergeten en vond men dat bouwkundige extra’s zoals gevel- en schilderwerken, gevelsignalisatie, nieuwe vloeren in sommige lokalen en andere aankleding ook wel moesten kunnen. De kosten voor nieuw meubilair zitten daar zelfs nog niet in.
Blijkt nadien dat de ingewonnen offertes een tekort op het geraamde bedrag van afgerond 272.000 Euro vertonen met bovenop nog eens de proportionele stijging van de studie- en architectkosten. Extra kosten die maakten dat het schepencollege andermaal bereid was om nog eens 200.000 Euro (of een voorlopig totaal van 2,6 miljoen Euro dus of meer dan 100 miljoen BEF, zonder de kost voor de waarschijnlijke meerwerken die tijdens de uitvoering opduiken) bovenop te leggen als ultiem financieel plafond.
Andere meerkosten zouden ten laste van Fluvius vallen, de gevraagde extra 10% stelkosten werden niet goedgekeurd. Fluvius ging niet akkoord, uiteraard niet. We weten allemaal dat de prijzen voor materialen en diensten momenteel flink door het dak gaan.
Terug naar af dus. De studieronde en de voorbereidingen blijven wel, laat ons hopen. Maar het financiële huiswerk moet vanaf nul terug opnieuw. En de teller tikt ongenadig verder. We houden ons hart vast.
Veelbetekenend voor het dossier is dat het Vooruit-OpenVLD-CD&V bestuur bij de opzegging van de samenwerking met Fluvius beslist heeft om ‘korter betrokken te worden bij de re-engineering en de verdere opvolging van het dossier.’ Wie heeft hier waar zijn verantwoordelijkheid niet genomen?
In de marge mag de vraag gesteld worden in hoeverre dit nieuwe gemeentehuis stilaan haar doel voorbijgaat. De fusie van gemeenten hangt ons boven het hoofd en komt alsmaar dichterbij, vrijwillig of – spaar ons heer - verplicht. Als het zo verder gaat is het nieuwe gemeentehuis van Herk-de-Stad misschien klaar tegen de tijd dat het niet meer hoeft want te groot, maar vooral te duur. Ver boven onze stand in ieder geval. Misschien komt de verbouwing van het huidige Olmenhof tot een modern gemeentehuis wel terug in het vizier.
Bezint voor je begint!
De fractie NIEUW Herk-de-Stad en Onafhankelijken is en blijft voorstander van een modern en duurzaam gemeentehuis volgens de huidige normen maar niet aan die kosten. Onze fractie biedt alvast haar volle medewerking en verantwoordelijkheidszin aan om samen met alle gemeenteraadsfracties - meerderheid en oppositie - en de diensten een mooi, werkbaar, duurzaam en financieel verantwoord Herk-waardig gemeentehuis op de wereld te zetten.
Vragen
- Wat is het schepencollege van plan om dit dossier terug op de rails te krijgen?
- Heeft zij daartoe al afspraken of beslissingen getroffen? Welke? Planning?
Gelet op de toelichting en de antwoorden op de vragen gegeven door schepen Mark Vanleeuw:
Ik apprecieer alleszins wat je hebt aangebracht, maar je blaast ook een beetje koud en warm tegelijk. Als bestuur kan je niet koud en warm tegelijk blazen.
Op het einde van de rit moet je de factuur betalen en dat is ook de reden waarom het bestuur handelt zoals nu het geval is.
De voorgeschiedenis van het dossier is jullie wel bekend :
In 2017 zijn we gestart met een traject dienstverlening. Dat traject hebben we omgezet in kernprincipes voor toekomstige dienstverlening.
In oktober 2017 hebben we het oude politiegebouw kunnen aankopen en op 14/6/2018 werd door het schepencollege beslist om Studio Dott aan te stellen om de nieuwe dienstverlening vorm te geven.
Tot zover het traject vóór de verkiezingen.
Op 19/6/2019 heeft het schepencollege de opdracht gegeven aan Fluvius om een vrijblijvende offerte op te maken.
Op 11/12/2019 werden er door Fluvius 3 varianten voorgesteld : een basis renovatie voor 2,3 miljoen euro, een full option zonder meubiliair voor 3,4 miljoen euro of een full full option met meubilair 3,7 miljoen euro. Hierop heeft het bestuur aangegeven dat er voor Fluvius een budget voorzien was van 1,8 miljoen euro. Dit was voor Fluvius geen probleem en er werd een sleutel-op-de-deur contract afgesloten met hun.
Maar achteraf bleek dat er voor het vooropgestelde budget bepaalde opties niet gerealiseerd konden worden. Daarop heeft het stadsbestuur beslist het budget te verhogen naar 2,4 miljoen euro.
Nadien blijkt dat het stadsbestuur door een slechte aanbesteding van Fluvius het budget nogmaals dient te verhogen naar 2,6 miljoen euro. Het bestuur gaat akkoord op voorwaarde dat er gedurende de verdere uitvoering geen bijkomende kosten meer aangerekend zullen worden.
Op 7/9/2021 stelt het bestuur Fluvius in gebreke omdat zij geen garantie kunnen geven dat het project uitgevoerd kan worden zonder bijkomende kosten.
Op 30/11/2021 laat Fluvius weten dat ze bij hun standpunt blijven en dus niet kunnen garanderen dat het project zonder bijkomende kosten uitgevoerd kan worden.
Op 24/1/2022 wijst het stadsbestuur Fluvius nogmaals op het uitvoeren van het afgesloten contract zoniet wenst het bestuur het contract te verbreken.
Op 25/3/2022 stelt Fluvius 2 opties voor :
voorstel 1 : Fluvius neemt de stelkosten voor hun rekening maar er moet opnieuw aanbesteed worden waardoor de prijzen enorm zullen stijgen
voorstel 2 : Stopzetting van de samenwerking, de reeds gemaakte studiekosten van 110 000 euro zijn voor de rekening van Fluvius en de bestaande studie zal kosteloos ter beschikking gesteld worden
Op 28/3/2022 laat het bestuur weten dat ze wensen in te gaan op voorstel 2.
Vragen
- Wat is het schepencollege van plan om dit dossier terug op de rails te krijgen?
Het college heeft de opdracht gegeven om te voorzien in een externe projectbegeleider. Het concept wordt opnieuw voorgelegd en kritisch bekeken wat betreft de functionaliteiten van het HVAC en ook het aantal kantoorruimtes zullen opnieuw bekeken worden. Het bestuur zal de re-engineering ook korter opvolgen dan voorheen.
- Heeft zij daartoe al afspraken of beslissingen getroffen? Welke? Planning?
Op de gemeenteraad van mei of juni zal het bestek voor de aanstelling van een externe projectbegeleider ter goedkeuring voorgelegd worden en proberen we de re-engineering op papier te zetten. Daarna zal het gewijzigde concept goedgekeurd moeten worden en zal dit concept vertaald worden in een lastenboek.
Wat uw beslissing betreft :
Ik ben geen voorstander voor het oprichten van een gemeenteraadscommissie. Dit dossier heeft geen geheimen, elk gemeenteraadslid heeft inzagerecht en ik raad u aan hiervan dan ook gebruik te maken. Het is niet aan de gemeenteraad om bouwheer te spelen, zij dienen het concept goed te keuren en het is de beleidsploeg die ervoor moet zorgen dat dit binnen een vooropgesteld budget blijft.
Artikel 1.
Het voorstel om een brede gemeenteraadscommissie op te richten waarin alle fracties en de diensten vertegenwoordigd zijn en in consensus alle noodzakelijke handelingen van het dossier NAC worden afgesproken, wordt verworpen.
Namens Gemeenteraad,
Nathalie Creten
Waarnemend Algemeen Directeur
Lore Michiels
Voorzitter