Gelet op de ontwerpnotulen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 13 november 2023;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het voorinzagerecht;
Na beraadslaging;
De ontwerpnotulen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 13 november 2023 worden zonder opmerkingen goedgekeurd.
Gelet op de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 op de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 december 2019;
Gelet op de goedkeuring van de eerste meerjarenplanaanpassing 2020-2025 op de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 december 2020;
Gelet op de goedkeuring van de tweede meerjarenplanaanpassing 2020-2025 op de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 december 2021;
Gelet op de goedkeuring van de derde meerjarenplanaanpassing 2020-2025 op de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 december 2022;
Overwegende dat in toepassing van het decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 257, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn verplicht zijn om minstens één keer per jaar het meerjarenplan aan te passen.
Overwegende dat een aanpassing van het meerjarenplan minstens bestaat uit de eventuele wijzigingen aan de strategische nota, een aangepaste financiële nota en een toelichting. Overwegende dat het meerjarenplan een beleidsrapport is dat geïntegreerd dient te worden goedgekeurd door de gemeenteraad nadat beide raden elk hun deel hebben goedgekeurd.
Overwegende dat dit meerjarenplan start het tweede jaar van de legislatuur en afloopt op het einde van het jaar na de volgende verkiezingen, met andere woorden het aan te passen meerjarenplan beslaat de periode 2020-2025.
Overwegende dat de periode van het meerjarenplan altijd de periode 2020-2025 blijft maar de financiële nota wel verplicht altijd de financiële consequenties voor tenminste drie toekomstige boekjaren beschrijft vandaar dat in voorliggende aanpassing ook een raming voor het boekjaar 2026 is meegenomen.
Overwegende dat met het oog op de consistentie van het document in alle schema’s, ook voor diegene waar het niet verplicht is, het boekjaar 2026 werd opgenomen.
Overwegende dat bij besluit van het vast bureau van 27 februari 2023 een overdracht naar 2023 heeft plaatsgevonden van een aantal investeringskredieten die op het einde van het boekjaar 2022 nog beschikbaar waren binnen de in het besluit opgelijste investeringsprojecten;
Overwegende dat in de strategische nota van het meerjarenplan de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het intern en extern te voeren beleid geïntegreerd worden weergegeven.
Overwegende dat in de financiële nota van het meerjarenplan de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota worden weergegeven en wordt verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd.
Overwegende dat de beide delen van het meerjarenplan dienen vergezeld te zijn van een toelichting die alle informatie bevat over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.
Overwegende dat in toepassing van artikel 4 van het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen de documentatie bij het meerjarenplan (o.a. de omgevingsanalyse) ter beschikking gesteld moet worden en deze in bijlage wordt toegevoegd
Overwegende volgende herformulering van een bestaande actie:
Actie A-1.7.5. 'We bieden, in samenwerking met de scholen, één dag per week verse soep aan op school.' i.p.v. 'We onderzoeken het aanbieden vanaf 2022, i.s.m. lokale fruitboeren, van minstens één stuk lokaal fruit per week aan de lagere scholen via het faciliteren van bestaande initiatieven';
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, zoals gewijzigd;
Gelet op het ministerieel van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, zoals gewijzigd;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 - aanpassing meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Gelet op de volgende evolutie van de autofinancieringsmarge t.o.v. de laatst goedgekeurde meerjarenplanaanpassing (incl. overdrachten):
"Raadslid Lo Guypen verantwoordt zijn onthouding namens de fractie NIEUW & Onafhankelijke Herk-de-Stad als volgt :
De dienst financiën kent zijn vak. Dat blijkt overduidelijk uit de opeenvolgende voorbereidingen van het meerjarenplan en nu ook weer uit de aanpassingen. Waarvoor waardering en hulde van de fractie NIEUW en Onafhankelijke zeker op zijn plaats is.
Aan de financiële verantwoordelijken zal het zeker niet liggen maar uit de voorliggende cijfers blijkt dat het meerjarenplan niks minder is dan een slag in het water. In de politiek is een week al héél lang, laat staan een periode van een legislatuur. In de loop van het parcours gebeuren er zoveel zaken, soms onvoorzien of door externe omstandigheden, maar soms en helaas ook door gebrek aan beleid en daadkracht dat de opmaak van een meerjarenplan in theorie wel mooi klinkt maar de praktijk vertelt een ander verhaal.
Aan de optelsom van de cijfers twijfelen we niet. Uit een aantal steekproeven blijkt dat die kloppen als een bus. Maar het verhaal achter die cijfers – het beleid en daadkracht dus- is minder mooi, behoorlijk lelijk zelfs.
Van de vele en naar eigen zeggen prestigieuze voornemens die ons werden voorgehouden 5 jaar geleden blijft maar een fractie overeind. Met als gevolg dat het nieuwe bestuur eind 2025 een fraai cadeau krijgt met een investeringsstijging van 6,4 miljoen uitgaven, 1 miljoen minder inkomsten en 5,5 miljoen meer schuld, tot 17,7 miljoen alstublieft.
Neen, beste Vooruit-CD&V-Open VLD bestuur, jullie zijn niet goed bezig. Nu niet en de vorige jaren ook niet. En nu is het laat. Ander en beter dus, hopelijk brengen de verkiezingen en verstandige burgers uitkomst.
Daarom, op basis van de cijfers en alles wat NIET is uitgevoerd volgens de planning onthoudt de fractie NIEUW en Onafhankelijke zich bij deze aanpassing in het bijzonder en de volledige meerjarenplanning in het algemeen."
"Raadslid Gunter De Ryck verantwoordt zijn onthouding namens de GROEN-fractie als volgt :
De GROEN-fractie stelt vast dat de budgettaire ruimte de komende jaren sterk zal dalen en dat onze schuldgraad zal stijgen. Bovendien merken we dat een aantal prioritaire projecten niet uitgevoerd worden of niet uitgevoerd geraken terwijl er andere wel uitgevoerd worden maar dan tegen een fixe meerprijs. Om die redenen zal de GROEN-fractie zich onthouden."
"Raadslid Karolien Grosemans verantwoordt haar onthouding namens de N-VA fractie als volgt :
Met N-VA Herk-de-Stad willen we onze waardering uitspreken aan de financiële dienst en de financieel directeur voor het degelijke rapport en de heldere toelichting. Ook willen we onze waardering uitspreken voor de zorgvuldige presentatie van het aangepaste meerjarenplan, zowel op papier als tijdens de fysieke toelichting.
Bij de stemming hebben we besloten ons als fractie te onthouden en willen we graag onze motivering hiervoor delen. Na grondige bestudering van de aanpassing van het meerjarenplan maken we ons als oppositie ernstig zorgen. Het aangaan van meerdere nieuwe leningen tot eind 2025 zal de financiële schuldenlast van Herk-de-Stad aanzienlijk verhogen, bijna tot 18 miljoen euro. Dit vormt een aanzienlijke verslechtering ten opzichte van de vorige meerjarenplanaanpassing, waarin nog werd uitgegaan van een toename tot 12,2 miljoen euro.
Het huidige bestuur van Vooruit, Open Vld en CD&V lijkt onze gemeente te belasten met een aanzienlijke schuld, terwijl de realisatie van beloofde projecten stagneert. Deze situatie werpt bij ons vragen op over de effectiviteit van het huidige beleid en de verantwoorde omgang met financiële middelen.
Al met al is het uitvoeringsplan van het meerjarenplan teleurstellend, zonder enig project in uitvoering. Dit alles leidt tot de conclusie dat deze legislatuur ondanks ambitieuze intenties weinig concrete resultaten heeft opgeleverd en vooral gekenmerkt wordt door een aanzienlijke stijging van de schuldgraad van onze gemeente. Om deze redenen heeft onze fractie besloten zich te onthouden bij de stemming."
Artikel 1.
De strategische en financiële nota van het meerjarenplan 2020-2025 - aanpassing 2023 - 1, deel van het OCMW wordt goedgekeurd.
De kredieten 2023 en 2024 worden voor het OCMW als volgt vastgesteld:
Artikel 2.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de documentatie die als bijlagen werden toegevoegd bij het meerjarenplan.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan de dienst financiën.
Gelet op de tweeledige OCMW-opdracht inzake de wet van 4 september 2002 houdende de toewijzing van een opdracht aan de OCMW’s inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering :
- de noodzakelijke ondersteuning en sociale en budgettaire begeleiding verstrekken aan personen die betalingsmoeilijkheden ondervinden, inzonderheid met hun rekeningen voor gas en elektriciteit
- de financiële maatschappelijke steun toekennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas- en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen;
Gelet op de jaarlijkse subsidie uit het Fonds voor Gas- en Elektriciteit (Energiefonds), verdeeld door de Commissie van de Regulering van Elektriciteit en Gas (CREG) waarvan de besteding gecontroleerd wordt door de Programmatorische Overheidsdienst voor Maatschappelijke Integratie (POD-MI) dewelke ook in 2023 verhoogd werd omwille van de energiecrisis. Voor Herk-de-Stad betekent dit concreet:
- toelage personeelskost: 60.701,60 euro (54.869,65 in 2022)
- toelage voor maatschappelijke energiesteun: 4.045,77 euro (5.267,62 in 2021)
Overwegende dat de extra federale subsidie prioritair moet ingezet worden voor het ondersteunen van personen die moeite hebben om hun gas- of elektriciteitsrekening te betalen door sociale begeleiding en/of door onbetaalde rekeningen te vereffenen en/of via maatregelen om het energieverbruik te verminderen;
Gelet op het voorstel om de extra federale toelage van 6.539,45 euro als volgt te verdelen met een sterke focus op begeleidingsdossiers met private huur, zonder sociaal tarief energie en ingeschreven voor sociale huisvesting:
Alleenstaande |
€ 50 |
Gezin zonder kinderen |
€ 70 |
Gezin met max. 2 kinderen |
€ 100 |
Gezin met max. 4 kinderen |
€ 130 |
Gezin met > 4 kinderen |
€ 150 |
Gelet op het voorstel om de toekenningen te voorzien voor november en december 2023 en om deze toekenningen in lijstvorm voor te leggen aan het BCSD:
Gelet op de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid; Gelet op de omzendbrief van 26 oktober 2018 betreffende lokaal sociaal beleid;
Overwegende dat deze subsidie voor het bestuur budgetneutraal is;
Artikel 1.
Akkoord te gaan de extra federale en Vlaamse energiemiddelen voor 2023 als volgt te besteden:
Alleenstaande |
€ 50 |
Gezin zonder kinderen |
€ 70 |
Gezin met max. 2 kinderen |
€ 100 |
Gezin met max. 4 kinderen |
€ 130 |
Gezin met > 4 kinderen |
€ 150 |
Artikel 2.
Akkoord te gaan de rechthebbenden in lijstvorm voor te leggen aan het BCSD volgens de goedgekeurde doelgroepafbakening.
Artikel 3.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 mee te delen aan de heer Provinciegouverneur terwijl een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan:
Gelet op de voorgestelde data voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2024:
- maandag 8 januari 2024
- maandag 19 februari 2024 (owv krokusvakantie)
- maandag 11 maart 2024
- maandag 8 april 2024
- maandag 13 mei 2024
- maandag 17 juni 2024 (ipv 10 juni owv agendering van de jaarrekeningen)
- maandag 9 september 2024
- maandag 14 oktober 2024
- maandag 18 november 2024 (Feestdag op 11/11/2024)
- maandag 9 december 2024
Overwegende dat voor de vaststelling van de zittingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2024 wordt afgeweken van Art. 1. § 1. van het huishoudelijk reglement voor de maanden februari en juni;
Overwegende dat deze afwijkingen worden doorgevoerd rekening houdende:
- voor de maand februari met de krokusvakantie;
- voor de maand juni met de overbrugging van de maanden juli en augustus tot september en de agendering van de jaarrekeningen;
Gelet op de vraag en het akkoord van de raad om de voorgestelde data, omwille van de periodes tussen de zittingen, als volgt te wijzigen :
- maandag 12 februari 2024 te wijzigen naar 19 februari 2024;
- maandag 10 juni 2024 te wijzigen naar 17 juni 2024;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017; artikel 38;
Gelet op het huishoudelijk reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn goedgekeurd bij raadsbesluit van 11 februari 2019 ;
Gelet op Art. 1. § 1. Van het huishoudelijk reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn:
De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. De vergaderingen vinden de tweede maandag van de maand plaats, behalve de maanden juli en augustus.
Valt de tweede maandag van de maand samen met een wettige feestdag, vergadert de gemeenteraad de volgende maandag.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn beslist;
Artikel 1.
Akkoord te gaan met de afwijking van Art. 1. § 1. van het huishoudelijk reglement voor de vaststelling van de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en dit voor de maanden februari en juni en de data van de zittingen voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2024 als volgt vast te stellen :
- maandag 8 januari 2024
- maandag 19 februari 2024
- maandag 11 maart 2024
- maandag 8 april 2024
- maandag 13 mei 2024
- maandag 17 juni 2024 (ipv 10 juni owv agendering van de jaarrekeningen)
- maandag 9 september 2024
- maandag 14 oktober 2024
- maandag 18 november 2024 (Feestdag op 11/11/2024)
- maandag 9 december 2024
Artikel 2.
Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 286 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, mee te delen aan de Heer provinciegouverneur, terwijl een afschrift van dit besluit ter kennisgeving en uitvoering wordt overgemaakt aan het secretariaat.
Er zijn geen kennisgevingen van briefwisseling gericht aan de voorzitter.
Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
Nathalie Creten
Algemeen Directeur
Jimmy Graulus
Voorzitter